Al meer dan een eeuw is het voormalige vissersdorp een belangrijke toeristische trekpleister. De opvallende klederdracht heeft daaraan bijgedragen. Karakteristiek zijn de houten huizen op palen. Nog ouder zijn de zogenaamde werven, kunstmatige verhogingen waarop werd gewoond. De hoofdstraat van Marken heet Kerkbuurt.
Een opmerkelijk landschapsbeeld wordt gevormd door de restanten van het Goudriaankanaal, dat tussen 1826 en 1828 werd aangelegd maar nooit in gebruik werd genomen. Het kanaal, dat een strategische verbinding had moeten vormen tussen Amsterdam en de Zuiderzee, doorsneed Marken van het zuidwesten naar het noordoosten en was in 1828 al bevaarbaar. Na 1828 groeide het dicht en werd het gedempt; vandaag resteren voornamelijk nog enkele zijsloten. De grote parkeerplaats en de vuilstort liggen op het tracé van het kanaal.
Marken kan ook per boot vanaf Volendam worden bereikt. Het water tussen Marken en het vasteland heet de Gouwzee.
De Batavia is een zeventiende-eeuws zeilschip, waarvan in de jaren 1985-1995 een replica is gemaakt. De replica is te bezichtigen op de Bataviawerf te Lelystad.
Het VOC-schip de Batavia werd tussen 1627 en 1628 op de Peperwerf in Amsterdam gebouwd. Het schip vertrok voor het eerst op 29 oktober 1628, onder bevel van schipper Adriaan Jakobsz. Eigenlijk was de leider van de expeditie opperkoopman François Pelsaert. De schipper was verantwoordelijk voor de goede vaart, maar hij moest wel bevelen aanvaarden van de opperkoopman.
In 1985 begon de herbouw van de historische reconstructie van de Batavia. Onder leiding van scheepsbouwmeester Willem Vos is in Lelystad door een wisselende groep jongeren aan het schip gewerkt. Uitgangspunt was een zo authentiek mogelijke reconstructie, met gebruikmaking van oorspronkelijke materialen en volgens een ambachtelijk bouwproces.