Rond de jaren 1800 vergingen veel zeilschepen met man en muis doordat een storm onverwachts toesloeg. Fitzroy ontwierp het stormglas in de hoop zo een aankomende storm te kunnen voorspellen. De inhoud bestond en bestaat nog steeds uit : kamfer, alcohol, gedestilleerd water, en enkele zouten. Het stormglas of baroscoop werkt volgens het principe dat men weersvoorspellingen zou kunnen doen door observatie van de veranderende structuur van de kamferkristallen. Het stormglas is zeer omstreden. Vele wetenschappers lachen de betrouwbaarheid weg. Fitzroy zelf geloofde wel in zijn toestel en nam het steeds mee op zijn zeereizen met Darwin op zijn schip "Beagle". Met de dood van Admiraal Fitzroy geraakte het instrument in de vergetelheid en werd het afgedaan als waardeloos. Nu duikt het instrument terug op, en wordt meestal aangeboden samen met een contrabarometer. Volgens sommige hedendaagse meteorologen heeft het stormglas niet zozeer zijn nut als weervoorspeller maar wel dat er door de veranderingen van de kristallen "er een ander weer op komst is". De veranderingen zijn soms zo klein dat een regelmatige observatie nodig is. Beschouw het eerder als een lofbetuiging aan Fitzroy dan aan een wetenschappelijk instrument.