Ik kom je nooit meer tegen, of mischien nog wel. Ik weet het eigenlijk niet zeker , of we dat niet gaan doen.
Maar het breekt me, verwoest me, een mooie leugen delen we. Een groot verleden, in onze ogen.
En ik, ik ben de weg kwijt, het spoor bijster. Verdwaald en nauwelijks nog op weg naar huis, een dwaze vlucht van geloven in dromen.
Een leeg gezicht een spel, een mooie leugen om in te geloven. Niet nog meer vergeven, en nog meer beloven.
Dit is een spel met, dodelijke afloop. En ik, wil niet verdwijnen, in een mooie leugen...
|