ZON 1. Mercurius 2. Venus 3. Aarde 4. Mars 5. Jupiter 6. Saturnus 7. Uranus 8. Neptunus 9. Pluto 10. voorlopig 2003 UB313
Het zijn er inmiddels twee minder geworden.
Zonnestelsel en planeten
Een planeet is een hemellichaam van een minimale grootte dat geen energie door kernfusie produceert en dat in een ellipsvormige baan rond een ster draait. De wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van planeten en andere hemellichamen heet planetologie.
Vanaf de Aarde gezien bewegen de planeten elk op hun eigen manier langs de hemel en bewegen ze niet met de sterren mee. Aan dit gedrag danken planeten hun Griekse naam zwerver of de vroeger in het Nederlands gebruikte term "dwaalster". De definitie van de term planeet is in de loop van de tijd regelmatig veranderd en nog altijd een onderwerp van discussie. In de Griekse oudheid werden alle hemellichamen die niet met de sterrenhemel meebewogen als planeet geclassificeerd. Naast de toen bekende planeten Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus werden ook de Zon en Maan als planeet beschouwd. Na het verwerpen van de leer van het geocentrisme en het aannemen van de heliocentrische theorie werd de Aarde aan het rijtje van planeten toegevoegd en de Zon ervan geschrapt. Toen Galileo Galilei manen rond Jupiter ontdekte werd ook de maan van de Aarde niet langer als planeet gezien. Lange tijd werd "elk hemellichaam dat rond de Zon draaide en niet rond een ander hemellichaam" als planeet geclassificeerd.
Enkele relatief dicht bij de Aarde staande planeten zijn in de oudheid al beschreven omdat deze met het blote oog zichtbaar zijn. Mercurius was bekend bij de Sumeriërs onder de naam Ubu-idim-gud-ud. De eerste gedetailleerde beschijvingen van Venus dateren uit de 1600 VC, eveneens door de Sumeriërs. Mars was bekend in het oude Egypte en de Arabieren noemden deze planeet Al Qahira. Ook Jupiter en Saturnus waren in de oudheid bekend omdat deze planeten vaak als zeer heldere sterren aan de hemel stonden. In 1610 ontdekte Galileo Galilei met een telescoop de vier grootste manen van Jupiter, de eerste manen rond een andere planeet. Andere planeten zijn vanaf Aarde niet met het blote oog zichtbaar. Uranus en Neptunus werden in de 17e eeuw voor het eerst waargenomen met behulp van telescopen. In 1930 werd Pluto voor het eerst waargenomen tijdens het vergelijken van fotografische platen.
Vanaf halverwege de jaren 1990 zijn de eerste planeten buiten het zonnestelsel waargenomen. Deze exoplaneten zijn uitsluitend met geavanceerde technieken te detecteren. Eind 2004 is van ruim 100 planeten buiten ons zonnestelsel het bestaan bevestigd. In 2005 werd een tiende planeet ontdekt.
Volgens de meest gangbare theorie ontstaan planeten uit protoplanetaire schijven. Het grootste deel van zo'n schijf klontert in het centrum samen tot een ster. Het overige gas en stof vormt zich langzaam tot planetoïden die later uitgroeien tot planeten.
Voor meer uitleg surf naar Wikipedia : http://nl.wikipedia.org/wiki/Portaal:Astronomie
|