Soms stel ik mij vragen bij de doodeenvoudigste dingen en onlangs toen ik mijn voordeur opende was het weer van dat.
Ik vroeg mij in feite af hoeveel keer ik die deur al had geopend en hoeveel keren ik in mijn leven al een deur had geopend om de een af andere reden.
Sommige deuren gingen vlot open en bij andere moest ik wreed hard duwen terwijl er zelfs deuren waren die ik op mijn neus gekregen heb.
De eerste deur die ze voor mij geopend hebben moet deze in de kliniek van Opbrakel geweest zijn toen ze mij daar uit de verloskamer verlost hebben.
Daarna draaiden mijn ouders de sleutel in het sleutelgat van onze huisdeur in Sint-Martens-Lierde maar daar hebben we al vlug de deur achter ons toegetrokken en zijn we verhuist tot bij mijn grootouders.
Amai, dat was een huis met 12 deuren en dus hadden we daar elke dag een paar klinken in de hand.
Zeer eigenaardig was dat de voordeur altijd gesloten was en maar juist werd geopend als de gang gekuist moest worden en voor de rest kwam iedereen via de achterdeur in de veranda binnen.
Ja, in de tijd dat de Oostbloklanden nog verder van bij ons lagen stonden de deuren altijd op een kier en liepen familie, buren en kennissen binnen zonder kloppen want er hing toch geen bel aan de deur.
Omdat er in die tijd bij ons thuis nog aan ruilhandel werd gedaan werd de deur letterlijk plat gelopen om wat boter te wisselen tegen een fles melk of om een kieken te ruilen tegen het konijn van de buren.
Ja, t was nog een tijd waar de deur voor iedereen openstond en dat terwijl een deur een beetje de grens van het huis is.
Sommige deuren hadden iets speciaals, in de deur van de veranda zat een ruit zodat we een schoon zicht hadden op de netels die in de lochtink groeiden en de staldeur was iets robuuster alsof er anders een wild beest uit die stal zou kunnen ontsnappen.
De wc die vroeger vaak buiten stond was ook voorzien van een deur en wat er mij altijd opviel was dat er kleine opening in de vorm van een hartje in gemaakt was.
Was dat om naar binnen te kijken en te zien of tante Marie of nonkel Jean op de troon zaten of was het om de stank naar buiten te laten en de vliegen een vluchtroute naar binnen te geven?
Ja, elke deur had wel zijn eigen karakter, sommigen vernist anderen geverfd en de deur van het kiekenkot bestond uit een paar aan elkaar genagelde ongeschaafde planken.
Er waren deuren die een schurend scharniertje hadden en waar we met de snelheid van het openen wisten wie er binnen gekomen was.
Op bepaalde uren moest men de deuren voorzichtig openen en stilletjes sluiten omdat er nog iemand sliep en als op een zomerse dag alle deuren openstonden om te verluchten dan was het vaak de wind die de deur met een harde smak dichtsloeg.
Bij fel onweer rammelden sommige deuren en af en toe moest bompa met een mes een steentje van onder de deur verwijderen omdat ze anders bleef haperen en knarsen.
En hoewel het verhaal de Ronde deed dat Sinterklaas door de schouw gekropen kwam om mijn legoblokken en mijne puzzel in mijn twee schoenen te steken kwam hij met een harde klop op de deur en met veel zwier de snoep naar binnen gooien.
Ja, iedereen kwam via de deur naar binnen, meneer Pastoor,meneer doktoor, de champetter, de burgemeester en zoveel anderen die hun voeten aan dezelfde mat wreven als deze waar de werkman zijn vuile voeten aan wreef.
Naarmate het modernisme zijn intrede deed zijn ook de deuren geëvolueerd.
Een modern huis vroeg trendy deuren en sommigen werden zelfs van een naamplaatje zoals Keuken, badkamer, slaapkamer1 en slaapkamer2 voorzien.
De herenhuizen hadden grote hoge deuren volgens de standing van de bewoners en op een boerenhof was een kleine deur voldoende om de warmte binnen te houden.
Maar niet alleen het huis opent zijn deuren!
Nee nee, de kleerkast, de koelkast, de keukenkast, allen hebben ze deuren om iets af te schermen.
De auto, de tram, de trein hebben allen hun eigen deur met aangepast klinken.
Duizenden keren heb ik al een deur geopend en gesloten en ge kunt het zo zot niet bedenken of ge staat wel ergens voor een deur.
Ja, er bestaan zelfs virtuele deuren waar ge via de computer de digitale klink kunt bedienen om in een andere wereld binnen te stappen.
Men staat er niet bij stil welke functie en invloed een deur op ons leven wel heeft.
Men voelt zich veiliger bij het afsluiten van de deur s avonds en als uw lief u met uw klikken en uw klakken aan de deur zet dan wil dat zeggen dat het onnodig is van daar te blijven staan omdat ge in de weg zult staan van de volgende die uw deur mag openen.
Als ik zo eens goed nadenk heeft een groot gedeelte van mijn leven zich afgespeeld tussen twee deuren.
De deuren thuis maar ook op school waar ik mij opgesloten voelde, zelfs al vloog ik voor straf in de gang en stond ik plots aan de andere kant van de deur.
Voor sommige deuren stond ik met schrik, de deur van meneer doktoor toen ze er mijn oor weer moesten aan mijne kop naaien en bij de tandarts waar de deur tussen de wachtzaal en de praktijk de grens was van schudden en beven.
Och ja dan waren er ook nog die deuren waar ons katholiek geloof achter verscholen zat en waar God langs beide kanten van de deur kon kijken.
Sommige deuren waren er om onderscheid te maken tussen de gewone mens en deze van standing of gewoon tussen werknemer en werkgever.
t is ook een andere manier om de deur te openen en daar waar ge de cafédeur opent en daar direct roept van tournee generale moet ge bij uwe directeur met een beetje meer eerbied de deur openen om onder uw voeten te krijgen.
Het beste is van te kloppen of te bellen en dan te wachten tot ze binnen roepen.
Ja, en dan zijn er nog van die dagen waar ze in het leven voor u een deur openen terwijl er helemaal geen deur te bespeuren valt en dat zullen dus eerder ingebeelde deuren zijn.
Geen mens die kan zeggen hoeveel deuren hij al geopend heeft en niemand die ooit statistieken zag van de deurgang in ons leven.
Ik weet het t is onnozel omdat niemand er bij stilstaat en toch stel ik er mij vragen bij.
Onlangs nog toen iemand zijn kaars uitblies en de laatste deur achter zich sloot om daar plots voor de hemelpoort komen te staan.
Maar ja, over poorten ga ik niet uitweiden want dat is weer een ander verhaal, zeker als men weet dat men sommige deuren of poorten beter gesloten houd.
Toen de eerste zonnestralen over onze landelijke streek vielen vlogen de voor en achterdeuren open en was het alsof iedereen uit zijn winterslaap ontwaakte.
De tractoren en mestkarren reden terug door het straatbeeld en de boeren ploegden in voren om straks de gewassen te zaaien.
Maar ook de gewone mens trok naar buiten met spade en hark en in de verte hoorde men zelfs de eerste grasmaaiers hun werk doen.
Hoewel het modernisme de handenarbeid op de achtergrond verdringt en men hier en daar al een grasmaaier ziet rijden zonder dat er iemand in de buurt is.
Thuis hebben we ook altijd een tuin gehad en als kind begreep ik niet echt hoeveel werk bompa ermee had om het onkruid te verwijderen tussen de slaplanten en stelde ik mij ook de vraag niet waarom de preiplanten allemaal schoon op een rij moesten staan.
Toen we oorlog speelden in de tuin zagen we de slaplanten als mijnen en kwam het er op aan van er niet op te trappen en de spruiten gebruikten we als handgranaten tot bompa erop uitkwam en het pas echt oorlog was.
Tegenwoordig kijk ik met eerbied naar de mens die de aarde bewerkt en zelf zijn groenten teelt nadat hij gespit en met veel geduld gewacht heeft.
De drang werd zelfs zo groot dat ik zelf goesting kreeg om mijn kunsten te tonen en ik zou de mensen eens laten zien wat voor een boer ik wel kon zijn, hoewel sommigen daarvan al van overtuigd waren zonder dat ik ooit maar een spade in mijn handen had genomen.
Op een dag toen ik van het werk kwam stapte ik een speciaalzaak binnen waar ne mens alles kon vinden voor boer en tuinder en ik moet zeggen dat ik versteld stond van hoeveel soorten spaden en harken er wel waren.
Om nog maar te zwijgen van alle hulpmiddelen waar bompa vroeger een stok of een koord voor gebruikte.
Als ne mens daar dan in zijn kostuum met plastron het tuingerief aan het inspecteren is heeft hij direct veel bekijks en toen ik daar in maatpak met mijn blinkende spade aan de kassa kwam voelde ik zo de ogen in mijn rug met de vraag of een chauffeurke niet bij de eerste spadesteek met blaren op zijn handen zou staan.
Eens thuis kon ik niet wachten en onder een stralende zon stond ik in mijn onderlijveke, korte broek en zondagse schoenen te zoeken naar een stuk grond dat ik zou kunnen bewerken.
Ze hadden mij altijd geleerd van klein te beginnen en dus koos ik een perceel van 2m op 3m zodat ik zeker was dat ik het onkruid de baas zou kunnen.
Maar als dat zon tijdje niet meer geregend heeft is de grond steenhard en na de vierde of vijfde spadesteek moest ik mijne rug al eens rechten want blijkbaar was er een groot verschil tussen boeren en gewoon aan een stuur draaien.
Potverdekke zeg, na vier of vijf lengtes stroomde het zweet van mijn lijf en lag het perceel erbij alsof de Alpen getroffen waren door een aardbeving.
Mijn buren konden blijkbaar alles schoon gelijk spitten en de grond effen leggen maar hier was het een wir war van verschillende kluiten waar de pieren mij zelfs kwamen uitlachen.
De zon was al aan het zakken tegen dat alles min of meer effen lag en blijkbaar zou ik met dat klein perceel meer als genoeg werk hebben.
Nadat het onkruid, een paar stenen en een stuk van de fundering van de garage was verwijderd uit het te bezaaien stuk grond kon ik eindelijk beginnen nadenken wat ik zou planten.
In de keukenkast en in de koelkast was ik opzoek gegaan naar inspiratie maar volgens het internet zouden asperges en witloof wat te moeilijk zijn in het begin.
Toen mijn oog op de conservenblikken met wortels en witte bonen in tomatensaus vielen wist ik wat ik zou planten.
De blikken waar de overlevingstermijn van overschreden was kon ik nu eindelijk vers hebben.
Op een klein perceel moet ge niet veel zetten en dus heb ik zes wortels gezaaid, twaalf witte bonen een struik prinsessenbonen, twee slaplantjes een beetje basilicum en tussen dit alles zal waarschijnlijk ook de kervel groeien die uit mijn handen gevallen is.
De planten van de netelsoep mag ik bij mijne gebuur gaan halen en zo is dat weer een maaltijd uitgespaard in crisistijd.
Elke dag ga ik het zaaisel besproeien en als leek staat ge daar niet bij stil hoe moeilijk dat het is als ge de gieter in één hand moet houden en de paraplu in de andere hand als het aan het regenen is.
Maar alle, als ne mens er maar plezier aan heeft hé.
Nu we al een tijdje verder zijn zit ik elke dag op mijn knieën met mijne neus tegen de grond om te kijken of er daar al iets groen tevoorschijn komt en t zal vooral een verrassing zijn want buiten de kervel die overal gestrooid ligt ben ik vergeten wat ik nu juist waar gezaaid heb.
Och t mag een beetje door elkaar staan ik ben tenminste zeker dat het vers zal zijn.
Ik voel mij een beetje boer en tuinder en t is zoals de kinderen, ne mens is steeds blij als hij ziet groeien wat hij gezaaid heeft hé.
De tijd vliegt zo snel dat ondertussen Valentijn ook weer achter de rug is.
14 februari is de dag van de liefde en dan mag ne mens al eens uit de kast komen.
Ja, een inspanning ene keer per jaar is niks teveel en het komt er vooral op aan van origineel uit de hoek te komen en niet te tonen dat uw opzoekingwerk een sleur geweest is.
Maar jaar na jaar is de dag er vlugger dan men denkt en plots moet ge uw verstand breken om op het laatste moment in actie te schieten.
De bloemenwinkels maken speciale boeketten met zeven anjers en zeven rozen maar ne mens kan toch niet elk jaar bloemen geven, zeker als ge al twee keer per maand een boké bloemen schenkt omdat ge t één of t ander goed te maken hebt.
Chocolade durven ze ook al eens in verband met de liefde brengen maar omdat we hier thuis wreed op regime staan kon ik daar ook niet mee naar huis komen want binnen de kortste keren zouden we weer uit onze voegen barsten en de schuld leggen bij de koper van het lekkere doosje suikergoed terwijl we daar oog in oog met de weegschaal stonden en de wijzer ons op onze overdaad zou wijzen.
Verleden jaar had ik nog gevraagd wat ik moest kopen maar dat is ook niet erg origineel als men het initiatief overlaat aan deze die het cadeau moet krijgen.
Mijn lief had nog gezegd dat het beter was van iets nuttigs te kopen in plaats van al die prullaria die de kasten vullen en waar we binnen de kortste keren mee naar de rommelmarkten zouden zeulen.
Omdat mijn lief graag kookt en bakt had ik niet beter gevonden van een deegrol te kopen en ik moet zeggen dat ik het dit jaar wat veiliger ging houden.
Ja, als ze u s avonds staan op te wachten met de deegrol in de hand terwijl de oven al uren gedoofd is geeft dat een zeer onveilig gevoel.
Wat tegenwoordig zeer in de mode is zijn de verschillende soorten cadeaubonnen.
Bonnen in alle soorten, voor een weekendtrip, een ballonvaart, een verwenweekend, een lekker etentje, een boekenbon of een bon voor kleren ge kunt het zo gek niet bedenken of ze hebben het in voorraad.
In feite is het hetzelfde als een zeker bedrag aan Euros in een enveloppe te steken behalve dat er bij een bon opstaat wat ge er juist moet mee doen en dus niet echt de keuze hebt.
Ja, krijg maar eens een geschenkbon voor een ballonvaart als ge met hoogtevrees zit of een bon voor een gans jaar gratis gebruik te mogen maken van het lokale zwembad als ge niet kunt zwemmen.
Nee nee, t is allemaal zo simpel niet als ge een geschenk voor iemand moet kopen en al zeker niet als het over uw lief gaat dat ge nog een paar jaar wilt houden.
Ik heb zitten denken en denken en heb zelfs mijn collegas geraadpleegd maar daar ben ik ook niet veel wijzer van geworden.
Maar via een reclamefolder vernam ik dat het wreed in de mode is van uw lief voor Valentijn een botoxkuur cadeau te doen of een paar siliconenborsten.
Als ge zo op den boerenbuiten woont verschiet ne mens nogal van wat er allemaal mogelijk is hé.
Ja, en omdat een vrouw ¼ van de dag in de spiegel kijkt en ¾ van de dag gebruikt om te corrigeren wat ze in de spiegel zag vond ik het nog geen slecht gedacht van zo eens iets modern te schenken.
t Was toen ik naar een paar gespecialiseerde beenhouwers in menselijke sculpturen belde dat ik wreed verschoten ben.
Meer dan 800 Euro voor een ooglidcorrectie en meer dan 3000 Euro voor een paar borsten waar men verplicht is van ze per twee te kopen wil het op iets trekken.
Amai mijn voeten, als ge ziet wat een spuitbus silicone in de Gamma kost kunt ge al denken wat die mannen daar op verdienen als ze het mes in uw vel zetten.
Maar allé ik breng het waarschijnlijk te simpel naar voor en omdat ik bij een nieuw paar borsten geen goesting had om ook mijn handen te laten opereren ben ik er maar vanaf gestapt en kon ik verder zoeken naar mijn cadeau.
Lingeriesetjes zijn ook wreed in de mode maar t is niet omdat ne mens daar eens met een gat in zijn kous loopt dat ge daarom zotte kosten moet doen, om nog maar te zwijgen dat de stukjes lingerie steeds kleiner worden en dat ne mens dus vlugger een valling opdoet hé.
Ja, ze moeten dit jaar niet komen zeggen dat ik er niet aan gedacht heb, ik heb potverdekke zitten denken tot de dag voor Valentijn en moest vaststellen dat ik meer gedacht dan gekocht had.
Daar staat ge dan met lege handen!
Terwijl ik een uitvlucht aan het bedenken was ben ik maar begonnen met de patatten te schillen op Valentijn als teken van vergeving.
Ik had de tafel schoon gedekt met ons zondagsservies en naast het bestek onze gekleurde servetten met kerstmotief gelegd.
Een theelichtje om wat sfeer te brengen en vooral een goede fles wijn afgetrokken om mij wat moed in te drinken.
Tegen dat mijn lief thuis kwam heb ik nog de borden gedresseerd met elk twee sneden kop en ernaast een toeter mosterd die ik gespoten had met de spuitzak die mijn lief gebruikt voor de desserts.
Awel ik moet zeggen dat mijn lief wreed verschoten was toen ze binnenkwam.
Eerst wist ze niet goed wat zeggen en bijna emotioneel kwamen de woorden Bolleke t is schoon, ge hebt uw best gedaan.
Potverdekke ze leek het nog te menen ook!
Het deed haar plezier dat ze voor ene keer niet moest koken en dat ik alles zo schoon opgesteld had, ze voegde er zelfs aan toe dat het niet nodig was om met geperste kop de patatten te schillen en dus had ik mij zeker uitgesloofd.
Romantisch en amoureus hebben we onze geperste kop naar binnen gespeeld met ne Cheval Blanc van 2004.
Ja, ik had die fles in t wit paard in Blankenberge gewonnen in 2004 en ze kwam nog goed van pas.
Allé, t is maar om te zeggen dat het inderdaad de geste is die telt en dat Valentijn helemaal niet duur hoeft te zijn.
Omkader de gewone kost met wat sfeerlicht, gekleurde servetten en vooral vier verliefde ogen en het komt allemaal goed.
Ja, geloof het of niet maar ik ben nu al bezig met het menu aan het opstellen voor volgend jaar, kwestie van op tijd te zijn hé.
Het gebeurt niet zo vaak maar af en toe moeten we ook onze directeur(s) eens vervoeren en meestal hangt het gesprek in de wagen af van hun humeur.
Uren zitten ze opgesloten in hun bureel en als ze dan al eens naar buiten komen proberen ze hun status waarde te geven of proberen ze al eens humoristisch uit de hoek te komen als er meerdere personen in de wagen zitten.
Vandaag kroop hij alleen in de wagen en omdat de verkiezingen gevolgd werden door het vakantiereces van de kamer hadden we elkaar al een paar maand niet gezien.
Ja, ik hoef niet te zeggen weken want ik denk dat het twee maand geleden was.
Als ze slecht gezind zijn wordt er niet gesproken of gaat het gesprek over het werk en hoe moeilijk een directeur het wel heeft en als ze goed gezind zijn kan er al eens een gesprek ontstaan die wat meer met de privé sfeer te maken heeft.
-Dag chauffeurke, rijd gij met mij?
Omdat ik alleen was had ik niet veel andere keuze en moest dus wel positief antwoorden.
-Ja meneer directeur.
Omdat we de middeleeuwen voorbij zijn en de koetsen en hoge hoed of kepie uit het straatbeeld verdwenen zijn laat ik ze zelf hun deur opendoen zodat die mensen ook eens iets doen tijdens hun werkuren.
-En meneer directeur naar waar gaat de rit.
-Awel, t is altijd hetzelfde, gisteren zijt ge met iemand van het protocol geweest en blijkbaar was er niet goed afgesproken en stond ge daar een dag te vroeg en nu moeten nog alle regelingen getroffen worden voor zaterdag en kan ik weer alles gaan oplossen.
Daarmee wist ik nog niet waar hij moest zijn maar omdat hij sprak dat ik er gisteren een dag te vroeg stond nam ik maar het initiatief van naar dezelfde plaats te vertrekken.
-En chauffeurke, hoe was het verlof?
-Och gewoon, kalm.
-En zijt ge niet weggeweest?
-Ja, een paar dagen Elzas maar meer ook niet.
-Ja, ik ben ook niet weggeweest, en met die regering die maar niet gevormd raakt ben ik dan maar stand-by gebleven.
-Ja, als ze zo verder doen is er na het verlof nog geen regering en zijn we na het verlof terug in verlof.
Ik weet dat ze niet graag hebben dat ge drie keer hetzelfde woord herhaalt in dezelfde zin en zeker het woord verlof niet.
-Verlof verlof, als ik dat eens goed bekijk zijn er daar diensten die meer verlof hebben dan dat ze werken. Sommigen die ¾ werken, werken nog meer dan iemand die voltijds werkt.
Waarschijnlijk wist hij ook dat ik niet hou van drie maal hetzelfde woord in een zin te gebruiken en zeker niet het woord werken.
-Ja..ja Allé t is nog goed weer vandaag hé.
-Mmmm ja, we hebben nog niet veel gehad in augustus.
-Nee, t is waar.
-En hoe is het nog in de dienst bij jullie?
-Oooch goed meneer directeur.
-In feite zit ge daar toch goed, en hebt ge een schoon leven en zijt ge goed betaald en hebt ge veel verlof.
Dat zijn zo van die dingen waar ge altijd moet mee opletten wat ge gaat antwoorden.
-Euh ja ja we zitten daar zeer goed en we hebben ook wat verlof.
-Ja en t och goed betaald ook?
-Euh ja ja, maar u toch ook veronderstel ik?
-Mmmm wat hebt gij gedaan van studies chauffeurke?
Dat zijn van die themas waar ik van hou.
-Ikke niks!
-Hoe niks ge hebt toch gestudeerd?
-Nee..
-Jamaar, alle zijt ne keer serieus, ge moet niet beschaamd zijn, ge hebt toch een diplome van t één of t ander.
-Nee zelfs dat niet, ik heb niks gestudeerd,ik heb geen diploma en buiten de universitaire kleuterschool van Gemeldorp ben ik gans mijn leven tegen mijn goesting naar t school geweest omdat het van moeten was.
Na het zesde studiejaar hebben ze mij laten overgaan omdat ik een lange arm had en dan hebben ze mij met mijn twee linkerhanden in een technische school gestoken waar ik op mijn 15e gaan werken ben omdat ik volgens sommigen te dom was om het zelfs te helpen laten donderen en dat ik het zelfs als weerman niet zou kunnen waarmaken.
-jamaar allé, ge zijt ermee aan t lachen.
-Als er nu één zaak is waar ik nooit mee lach dan is het mijn schoolperiode.
-Ge hebt toch iets gevolgd een bepaalde richting?
-Ja, s morgens met de rang naar de school en s avonds met de rang terug richting huis dat was de enige richting die ik gevolgd heb.
Och ja, ik heb eerst houtbewerking gevolgd en omdat ik meer kon zagen dan schaven heb ik het volgende jaar voor metaalbewerking gekozen en dat was de periode dat ze in t school heel wat materiaal hebben mogen vervangen.
-Maar had ge dan geen interesse?
-Nee alle toch niet in wat er op het bord of in de boeken stond.
-En wat zeiden ze dan thuis en in de school?
In de school vroegen ze mij wat ik daar nog kwam doen en dat ik juist goed was om achter de vuilkar te lopen en eens thuis vertelde ik wat de meester gezegd had en werd ik bedankt voor mijn eerlijkheid met een paar lappen op mijne kop en ne stamp onder mijn gat.
-Dus als ik het goed versta zijt ge in het parlement begonnen zonder diploma?
-Ja straf hé.
-Ja dat is inderdaad straf!
-Opgelet ik besef nu pas wat ik allemaal gemist heb in de school want als chauffeur hebt ge dat allemaal nodig hé.
Als ik naar Waterloo rij komt mijn aardrijkskunde naar boven en vraag ik mij af of het nu Napoleon is die ginder onder dienen molshoop ligt met de leeuw op zijnen buik of dat dienen Leeuw daar staat omdat de Vlamingen aan het uitsterven zijn.
Ja, en als ik naar MalmedY of Aarlen rij dan denk ik vaak aan de slag om de Ardennen waar ze nogal gevochten hebben voor die gerookte hespen die ginder hangen.
En rekenen daar was ik ook niet goed in en gelukkig vragen ze mij nooit van al de opritten samen te tellen die ik op een dag neem want ik zou het niet weten.
-Jamaar zo licht moet ge daar niet overgaan want studeren is zeer belangrijk.
-Natuurlijk is het belangrijk, stel u voor dat ik zou meedoen aan een quiz op tv en dat ge niets kent.
-Allé ik hoor het al, uw school heeft geen goede herinneringen nagelaten.
-Nee en u meneer directeur wat heeft u gestudeerd?
-Och ik heb rechten gestudeerd.
-Amai
-Ja, voor ik in de kamer ben begonnen was ik advocaat.
-Amai
Ja, af en toe moet ge eens amai (in de vragende vorm) tegen die mannen zeggen dan lijkt het wel of ge verwonderd zijt en vol bewondering staat omdat ze daar een paar jaar meer hun broek hebben versleten.
-Ja ja chauffeurke ondertussen werk ik daar al bijna 20 jaar, en gij?
-Och ikke bijna 30 jaar.
-Amai
-Ja, dat zal nog den tijd geweest zijn dat men in het parlement kon beginnen zonder diploma hahahahahaha.
Ik voegde er een lach aan toe om er toch op te wijzen dat het humoristisch bedoeld was maar ook niet te lang lachen dat ze het ook verstaan wat ge wilt zeggen.
-En chauffeurke, moest ge nu uw leven herdoen, wat zou je dan doen in t school?
-Awel als ik echt de kans zou krijgen om mijn leven te herbeginnen en rekening houdend met wat ik nu weet en dat ik zou kunnen terugkomen in dezelfde periode, dan zou ik nog minder doen in t school.
-Meent ge dat?
-Ja, hoe meer ik deed, hoe meer straf ik moest schrijven, dus zal er wel iets niet goed geweest zijn hé.
-Maar zou je dan niet hoger willen mikken of een leidinggevende functie willen hebben indien je kon herbeginnen.
Dat zijn zo van die vragen waar ze hun eigen wat meer op het voorplan willen zetten en de grens willen leggen tussen dom en slim.
Awel daarvoor zijn ze bij mij aan het juiste adres.
-Euh nee eerlijk gezegd niet, ik heb nog mijn principes en ik heb al geweigerd om hoofd van een dienst te worden al was het maar om mijn eigen collegas niet te moeten commanderen.
-Jamaar, een leidinggevende functie is veel meer dan dat hoor, ik moet dossiers opstellen en als er beslissingen te nemen zijn dan ja dan weten ze mij wonen en is het een serieuze verantwoordlijkheid dragen.
-Ja ja, natuurlijk meneer directeur, maar als ge die dossiers schoon geschreven hebt zou het toch niet de eerste keer zijn dat ze niet goedgekeurd worden door de parlementairen en dat het zelfs de gans andere kant opgaat.
-Euh ja
En die beslissingen moeten goedgekeurd worden en soms hebt ge de verantwoordelijkheid van iemand onder zijn voeten te geven waarna den dienen dan weer gaat reclameren bij de parlementairen en dan is het toch de directeur die onder zijn radijzen krijgt.
-Euh ja dat gebeurt.
-Awel dat vind ik nu triestig zie, zo wreed en lang gestudeerd om zoveel werk te doen en dagen te zitten nadenken om daarna te zien dat ge het als directeur toch moet doen zoals een ander het u opdraagt.
-Euh jamaar..
-Maar ik versta dat wel, ge zult gij ook niet slecht betaald zijn om na te denken zekerst.
-Euh we zijn er bijna zekerst?
-Ja, daar, ik zal u hier afzetten als het niet stoort van de laatste 20m te voet te gaan.
-Nee nee zeker niet.
Nog geen 5 minuten later stond hij daar weer aan de wagen!
-En..?
-Euh ja, de vergadering is pas om 10u.
-Hoe..ik dacht om 9u15?
-Nee nee om 10u!
-Oei hoe komt dat?
-Ja, dat zal mijn secretaresse zijn die haar vergist heeft in mijne agenda.
-Ja ppfff ge kunt tegenwoordig op niemand van die universitaire nog rekenen hé.
Niet dat ik de universitaire wou afbreken maar gewoon even de grens verleggen want tussen studeren en werken of organiseren ligt er nog een hemelsgroot verschil.
Ja, er lopen in de kamer verschillende diplomas rond van A1 en A2 en A3 en A4 hoedje van, hoedje van papi oei sorry ik liet mij even gaan.
Allé maar om te zeggen dat er hier honderden diplomas aanwezig zijn en dat ze misschien ooit wel eens zullen beginnen werken als het hen goed uitkomt.
Het was in de wagen in elk geval stil geworden en dus had den directeur nog even tijd om wat telefoontjes te doen om met zijn leidinggevende functie uit te leggen aan zijn personeel hoe en wat ze moesten doen zodat hij weer proper werk kon afleveren die een ander geschreven had.
Na de vergadering stapte hij met gerimpeld voorhoofd terug in de wagen.
-Chauffeurke ge moogt mij terug naar de kamer brengen!
-Oké en moet ge nog terugkomen vandaag?
-Nee nee, ik weet nu al niet wat ik hier komen doen ben en in feite moest ik hier zelfs helemaal niet zijn.
-Oei ge zijt toch niet voor niks geweest?
-Jawel want de voorbereidingen voor zaterdag zijn voor een totaal andere dienst dan de mijne.
-Oei moet er dan nog iemand anders komen?
-Dat ze hunne plan trekken, ik ben geweest en als een ander er bij betrokken is moeten ze maar zelf aanwezig zijn, ieder zijn werk.
-Dat zeg ik ook altijd en t beste zal zijn dat ik deze namiddag eens ga horen hoe het zit voor zaterdag.
-Hoe, wat hebt gij daar mee te zien?
-Awel, als de vergadering van gisteren vandaag was en dat gij in de plaats van iemand anders geweest zijt en het u niet gaat aantrekken dan zal er niemand van op de hoogte zijn en dus moet ik maar juist weten wie we zaterdag moeten wegbrengen en om hoe laat we ze moeten gaan halen en waar en ook nog waar we ze moeten naartoe brengen en om hoe laat we ze terug moeten ophalen.
Meer moeten we niet weten maar omdat we geen secretaresse hebben moeten we alles zelf doen.
-Ha ja jamaar ik zal misschien nog wel iets laten weten.
Toen hij is uitgestapt heb ik in mijn eigen zitten vloeken dat ik godver beter had moeten leren in t school, dan had ik mij ook een secretaresse kunnen permitteren en had ik ook naar vergaderingen kunnen gaan waar ik niet moest zijn om dossiers op te stellen waar ge het u allemaal niet teveel van moet aantrekken omdat een ander er toch anders over beslist en dat ge nog tegen de mensen kunt zeggen dat ge ze misschien zult contacteren zonder zekerheid te hebben.
Natuurlijk moet ge daarvoor gestudeerd hebben wilt ge de titel van directeur hebben om niet onder uw voeten te krijgen hé.
Sommige mensen vragen mij hoe het afgelopen is met het onderzoek in het ziekenhuis en dus zal ik dat hier eens gaan vertellen op mijn manier;-))
Naar het schijnt konden ze met een gewone scan niet alles duidelijk zien in mijn gespierd lijf en dus moest ik volgens de cardioloog een paar dagen binnen voor een coronaire scan.
Ik had er nog nooit van gehoord maar met de documentatie die ik had meegekregen was ik zoet om een half uurtje te lezen en mij verder ongerust te maken.
Ik moet wel zeggen dat de steunende woorden van velen de schrik al wat hadden weggenomen.
Ja, als ne mens maar om de zeven jaar eens bij de dokter gaat dan is een hospitaal direct schrikwekkend hé.
Maar verleden donderdag was het zover, ik moest mij om 8u aanmelden op de dienst cardiologie in Aalst en dus was het tijd om mij klaar te maken.
-Zeg chauffeurke hebt ge alles mee?
-Euh ik moet toch maar juist mijn lijf mee hebben.
-Hoe ge moet toch toiletgerief meenemen en uwe pyjama en iets om te lezen want ge gaat niet kunnen bewegen en uwe bril en uw sloffen.
Allé om een verhaal kort te maken ben ik daar mijn valies beginnen vullen en t was precies of ik voor 14 dagen op wintersport vertrok.
Omdat we schrik hadden van in de file te zitten waren we wat vroeger vertrokken en omdat we geen file gezien hebben waren we daar bijna een uur te vroeg.
Ik schreef mij in en we mochten direct naar de dienst gaan waar ze mij met open armen ontvingen en ik direct een kamer kreeg.
Kamer 317.
De verpleegster opende de deur en vertelde dat ik mij op mijn gemak mocht zetten en dat het niet nodig was van mijne pyjama aan te trekken maar eerder het slaapkleed dat ze daar voor mij hadden voorzien.
Zon model dat vooraan dicht is en vanachter wreed de wind pakt omdat er geen knoppen aanstaan.
Mijn lief kon er nog mee lachen.
-Awel chauffeurke dat gaat u goed staan zo een shoon kleed.
Terwijl mijn lief mijn valies aan het uitpakken was en mijn skigerief dat nog in die valies zat van verleden winter in de kasten stapelde kleedde ik mij dan maar uit.
Ppfff daar lag ik dan op mijne rug in een bed waar je de matras met afstandsbediening kon regelen.
Ja, mijn lief moet dat dan allemaal eens proberen en binnen de kortste keren nam ik daar alle poses aan telkens ze het bed verstelde.
Mijn knieën lagen op zeker moment bijna naast mijn oren en met dat kleed aan was dat echt geen zicht.
Boven mij hing er zo een handvat zoals waar ze in de dierenzaak de papegaai opzetten en naast mij stond een ijzeren kastje waar ook een afstandsbediening aanhing om de verpleegster te roepen.
Maar zonder dat ik er op geduwd had vloog daar ineens die deur open en de verpleegster kwam mij zeggen dat ze mij gingen klaarmaken.
Hoe nu al?
Ja ja, het zal binnen de kortste keren aan u zijn.
Dat is het nadeel als ge daar uwe eerste zijt dan is er niemand voor u om eerst op te testen hé.
-Ik zal beginnen met u te scheren hé.
-Euh mij scheren, maar ik ben al geschoren deze morgen moet ik er dan zo goed uitzien?
-Jamaar t is niet uwe baard vanboven dat ik ga scheren maar rond uw lies waar de chirurg straks gaat snijden hé.
Dat zijn zo van die momenten waar ne mens hem veel vragen stelt.
Zonder scheerschuim begon ze eraan en ik dierf daar geen millimeter bougeren want t was niet de eerste keer dat ik in mijn eigen kaak snee, ge moet dan niet vragen als ze hun daar beneden eens misrekenen hé.
Opgelet echt veel verstand had die verpleegster er nu ook niet van want ze scheerde maar één kant en dus lag ik daar maar half geschoren.
-Voila, ik ga nu nog een baxter aan uw arm hangen en dan komen ze u direct halen.
De woorden van ze komen u direct halen hebben zo iets ongeruststellend maar er was geen weg terug.
En ja, een paar minuten later kwamen ze mij halen en blijkbaar moest alles snel gaan wat mij ook al niet geruststelde.
Ik keek nog eens naar mijn lief en volgens de blik in haar ogen zou alles wel goed gaan.
Twee verpleegsters reden mij als volwaardige chauffeurs door de gangen van het hospitaal en na een paar bochten duwden ze mij de lift in.
De reis ging verder door de gangen van de kelder tussen de gestapelde dozen allerhande tot bij een deur waar op een geel vlak een zwarte schroef getekend stond.
Eens de deur open reed ik in feite een operatiezaal binnen en daar nam en andere verpleegster over.
-Dag meneer, is alles goed met u?
-Ja, het kan niet beter zijn t is daarom dat ik hier zo op mijn gemak lig.
-We zullen u eens gaan klaarmaken en de chirurg zal onmiddellijk gaan komen.
-Euh ja hij moet zich echt niet haasten want ik heb vandaag toch niks te doen hoor.
Mijn slaapkleed werd over mijne kop getrokken en met twee trokken ze een lang blauw laken over mijn lijf.
-Vooral zien dat je het deken niet aanraakt want dat is steriel hé.
Ik was verplicht van mijn handen achter mijne kop te brengen om er niet meer aan te komen en dan komt dat zo precies over of ge daar wreed op uw gemak ligt.
-Voila, de dokter heeft juist gebeld dat hij in de file zat maar hij zal er direct gaan zijn.
Ppfff ik weet hoe dat is om in de file te zitten ne mens stapt dan nerveus uit zijne auto en als ge op zijt van de zenuwen doet ge uw werk maar half en ongeconcentreerd.
Hadden ze nu echt geen ander slachtoffer om mee te beginnen.
De verpleegster begon met daar beneden alles te ontsmetten en binnen de kortste keren zag ik zo rood als een indiaan die zonder pluimen in de zon had gelegen.
-Euh is de anesthesist er al?
-De anesthesist?
-Ja, om mij in slaap te doen hé.
-Ha, maar ge gaat niet slapen hé.
-Hoe????
-Nee u wordt lokaal in slaap gedaan en dan kunt ge alles live volgen op het grote scherm.
Potverdekke dat ook nog eens en ik die dacht dat ik zou ontwaken met wat geluk als alles achter de rug was.
Plots vliegt die deur daar open en komt er daar een jonge gast binnen met zijn haar volledig in de war.
-Bent u chauffeurke?
-Euh ja.
-De goede morgen, excuseer dat ik wat later ben maar je weet wel het verkeer hé.
-Euh jamaar t is geen erg doe maar wreed op uw gemak ik heb al de tijd hoor.
-Voila ik ga u een spuitje geven om u lokaal te verdoven.
-Mmmm.
-Ontspan u maar.
Ik zag hem die spuit opvullen en plots kreeg ik mijn kinderinstinct terug.
AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAUUUUUUUWWWWWWWW.
-u hoeft nog niet te roepen want ik heb nog niet geprikt hoor.
-Euh ha jamaar dat was omdat mijn haar geplet zat onder mijne rechterarm.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik van de spuit niks gevoeld heb en dat hij mij zelf moest vragen of ik nog gevoel had.
-Voelt u nog iets?
-Euh nee.
-U zal misschien een klein prikje voelen maar dat is onmiddellijk over, ik ga nu een buisje in uw kransslagader brengen en via deze weg breng ik dan een slangetje met camera binnen.
Als de aders verstopt zijn kunnen we dit ook gebruiken om een ballonnetje op te blazen om de aders open te drukken of om een stent te plaatsen indien nodig.
Ondertussen had hij het buisje al ingebracht en had ik helemaal niets gevoeld.
-U kan nu op het scherm volgen.
-Boven mij ging zo een grote plasma tv en plots zag ik daar de binnenkant van mijn lijf.
Een geluk dat ik nuchter moest binnenkomen want anders had hij zeker mijn frieten op een bedje van sla zien liggen naast mijn entrecote van 500grammen.
Ook de Orval leek ik niet te zien en het rode was nog de vraag of het nu bloed was of dienen Bordeaux van 2004.
-Voila u ziet daar uw rechtse kransslagader die blijkbaar aan de kleine kant is vergeleken met deze links maar dat is bij 1 op 3 personen zo hoor.
Op de achtergrond ziet u de longen en daar zie ik twee kleine bolletjes zeer eigenaardig want die horen daar niet thuis.
-Euh maar als man is het misschien toch normaal die kleine bol .
-Ja maar hier zit ik veel hoger hoor en het is eerder iets in metaal.
-Ha ja maar dat is niks hoor dat is nog van in de tijd dat ik met mijne pa op jacht ging en dat ze mij voor een konijn genomen hadden, ik heb er zo nog een paar in mijn been zitten ook.
-Allé dan
Hij zat zo nog wat te peuteren van links naar rechts en hoewel dat darmpje zeer goed zichtbaar was en voyageerde van boven naar beneden voelde ik echt niets.
-Voila chauffeurke, ik zie echt niets om u ongerust over te maken en dus hoeven we geen andere ingreep te doen.
Ik ga alles verwijderen en de wonde sluiten, u moet vooral de eerste uren op uwe rug liggen, niks zwaar opheffen, niet teveel bewegen en geen inspanningen doen.
-Euh moet ik dan gaan werken?
-Nee ik zeg juist geen inspanningen.
-Awel ik werk aan de staat en daar liggen we soms ook op onze rug en nemen we niks zwaar op en mits de regering op haar gat ligt zijn er ook geen inspanningen hé.
-Awel dan mag je van mij vanaf maandag gaan werken.
Nadat de wonde was gedicht kwamen de twee vrouwelijk chauffeuses mij halen om mij terug naar de kamer te rijden.
Het eerste wat ik deed was naar mijn lief bellen en ze was wreed verschoten want ze was zelfs nog niet thuis dat ze al bijna terug mocht achter mij komen.
-Zeg Bollie t is hier al gedaan.
-Hoe..nu al?
-Ja ja, en ik heb niets gevoeld en alles is goed.
-En om hoe laat mag ik u komen halen.
-Awel om 15u want ik ga hier eerst stoofvlees eten en zet maar een fles champieter klaar voor deze avond.
-Jamaar Brollie moogt gij wel drinken?
-Ja ja meneer doktoor heeft gezegd dat ik veel moet drinken om die contrastvloeistof weg te krijgen.
-Jamaar toch geen alcohol.
-Euh hij heeft geen merk genoemd maar naar het schijnt zet alcohol de aders open en t is toch daarom dat ik ben binnengegaan hé.
-Allé tegen 15u kom ik u halen.
Het kwam er nog juist op aan om nu gedurende die paar uren niet te bewegen en op mijne rug te blijven liggen.
Awel ge kunt niet geloven hoe lastig het is om erwtensoep te drinken en stoofvlees te eten als ge op uwe rug moet liggen ppfff.
Om 15u stipt stapte mijn lief de kamer binnen en wat was ik gelukkig dat ik haar zag.
Vooral het geluk dat er niets ergs aan de hand was en dat het leven zijn gewone gang kon gaan.
Opgelet, het zijn ook die momenten waar ik even blijf stilstaan bij deze die het minder goed hebben.
Gisteren nog een ex collega die binnen moest voor een maagzweer en die ondertussen de volledige maag is verwijderd.
Daarom wil ik via deze weg eerst en vooral zeggen dat een coronair onderzoek veel ernstiger klinkt dan dat het in feite is maar wil ik ook iedereen veel beterschap wensen die momenteel met de gezondheid sukkelt.
Voila, zo kan ik straks terug beginnen trainen voor het WK maar zoals de dokter gezegd heeft ik moet het zeker nog rustig aandoen en dus kan ik niet anders dan volgende week te gaan werken hé;-))
De grote kuis van Pasen was nog maar net gedaan dat ze ons ginder een stofwolk uit Ijsland stuurden.
De mens staat er niet bij stil wat voor gevolgen de natuur allemaal kan hebben en met die vulkaanuitbarsting werden we nog eens met onze voeten op de grond gezet.
Letterlijk dan want van vliegen was zeker geen sprake meer.
Awel ge kunt het niet geloven hoe ik het mij al heb beklaagd dat ik met Pasen niet naar het buitenland was vertrokken.
Ja, die mannen die wel vertrokken waren met het vliegtuig kregen daar plots een paar dagen vakantie bij.
Maar ja, probeer dat maar eens uit te leggen aan uwe baas met de naam van een vulkaan dat ge zonder stotteren niet in één keer kunt uitspreken.
De vulkaan spuwde en bleef maar spuwen zodat as en damp kilometers hoog vlogen.
Het besneeuwde landschap veranderde plots in een grijze en stoffige gedaante en gaan skiën zonder stofvod om uwe skibril af te kuisen was niet meer mogelijk.
Op sommige momenten was het tijdens de dag zo donker dat het wel nacht leek en dus wist de Ijslandse bevolking niet meer wanneer ze nu juist moesten opstaan of gaan slapen.
Ja, één vulkaan en alles lag in de war.
We kunnen het ons moeilijk voorstellen omdat wij er maar van op afstand mee te maken hebben maar stel u het leven ginder eens voor.
Neem gewoon de dingen van bij ons zoals we ze dagelijks zouden doen.
Uw groentetuintje kunt ge gaan zoeken onder een meter stof en t zal serieus spoelen zijn wilt ge niet knarsetandend op uw sla zitten knabbelen.
Ja, stel u voor dat ge ginder ruitenwasser zijt of zo één van die beroepen waar de mens verwacht dat het blinkt als ge weg zijt.
Ik vergelijk dan altijd met mezelf en met het beroep waarvoor ze mij betalen om aanwezig te zijn en ik moet zeggen dat ik al volop aan het dromen was.
De vliegtuigen mochten niet vliegen omdat er anders stof in de motoren zou opgezogen worden en dus dacht ik in het begin dat ze in het Parlement er ook zouden van uitgaan dat wij met de autos niet zouden mogen rijden omdat er anders ook stof in onze motor zou vliegen.
Awel, daar had ik mij al serieus aan mispakt ppfff.
Stilstaand in de file onder de Brusselse fijne stofdeeltjes droomde ik er stiekem van dat er in België ook een vulkaan zou zijn en dat die misschien ooit ook wel eens tot eruptie zou komen.
Maar ja, waar kunt ge nu in Godsnaam in ons klein land een vulkaan vinden?
Awel ik ben op de kaart eens gaan zoeken en ik heb er toch wel één gevonden zekerst.
Ja ja, in Brussel-Halle-Vilvoorde ligt er daar een vulkaan die op uitbarsten staat.
Terwijl ik hier bezig was met dit cursiefje te schrijven was hij naar het schijnt al wreed aan het broebelen en zou het wel eens kunnen dat er eerstdaags een uitbarsting komt.
Op zich is de Vulkaan niet zo gekend in het buitenland en in Ijsland zullen ze er waarschijnlijk nog nooit van gehoord hebben maar moest het tot een uitbarsting komen dan zou het er nog wreed kunnen stuiven.
Politieke wetenschappers hadden mij zelfs gezegd dat zon uitbarsting van de vulkaan Brussel-Halle-Vilvoorde zelfs een aardverschuiving tot gevolg zou kunnen hebben en dat de regering er zelfs zou van omver kunnen vallen.
Ja, als al die volksvertegenwoordigers daar in het halfrond op hun gat liggen is dat wel 150 op de schaal van richter en dat is veel voor een land dat maar een knoopsgat groot is hé.
Het politieke stof zou zowel Vlaanderen als Wallonië bedekken en daar rond Brussel zou het land zelfs kunnen scheuren.
Ja, met de jaren zou zelfs het hele land kunnen scheuren en zou men bruggen moeten bouwen om over de lavastroom van Vlaanderen naar Wallonië te gaan.
Maar allé zover zijn we nog niet, zolang de politieke vulkaan maar broebelt valt alles nog mee.
In feite is de vulkaan Brussel-Halle-Vilvoorde al ongeveer 50 jaar in werking en geen Belg die er echt van wakker ligt.
Ja, telkens er eens een schok is en het in het nieuws komt dan schiet iedereen wel eens wakker maar t is niet zo dat ze het vliegverkeer van Brussel of Charleroi er al hebben voor moeten stilleggen.
Och we zien wel en het beste is van gewoon af te wachten want aan echte natuurrampen is niks te doen.
t Is natuurlijk juist te hopen dat met een zware uitbarsting er nog drinkwater naar Vlaanderen stroomt, maar dat zal wel zekerst zolang er geld naar Wallonië drijft.
Och een vulkaan doet altijd veel stof opwaaien maar eens de zon weer komt piepen liggen de twee landsgedeelten terug naast elkaar te zonnen hé.
Er zijn zo van die weken waar ne mens serieus moet nadenken over wat hij gaat schrijven en dan zijn er zo van die weken waar er zoveel nieuws te rapen valt dat mijne inktpot ervan overloopt.
Na de aswolk die uit Ijsland kwam binnengewaaid werd ook B-H-V van onder het stof gehaald.
Al jaren houden ze er ons ginder in de wetstraat mee wakker terwijl de gewone mens er niet echt wakker van ligt.
Wakker liggen niet maar van op de zenuwen krijgen wel en op den duur wil iedereen wel dat B-H-V gesplitst wordt al was het maar om eens iets anders te lezen in de gazetten.
Ik stel mij soms de vraag of velen wel zouden weten voor wat B-H-V staat en wat de betekenis ervan is.
De B staat sinds enige tijd voor Brakel want sinds ze een nieuwe voorzitter bij de VLD hebben die mogen we toch wel zeggen dat er t één en t ander aan het veranderen is.
Het dossier van Brussel-Halle-Vilvoorde werd terug geopend voor de zoveelste maal en op den duur stonden er daar meer ezelsoren aan zodat het telkens langer duurde om er een oplossing voor te vinden.
Indien er niet zou ingegrepen worden waren we vertrokken om dezelfde weg te bewandelen als deze van de Voerstreek waar niemand meer over praat.
Ja, jaren was er ook ambras en onenigheid in de voerstreek en van de een op de andere dag repte er niemand nog een woord over.
En toch gaat het leven er zijn gewone gang en bloeien de bomen er nog steeds volgens de seizoenen.
De vogels maken er terug hun nesten op een tak zonder dat T.A.K moet staan voor taalactiecomité.
Blijkbaar was Alexanderke het ook meer dan moe om problemen telkens te zien doorschuiven en als jonge snotter in de politiek stelde hij dan maar de daad bij het woord.
Jawadde zeg, terwijl het maar om Brussel-Halle-Vilvoorde ging was plots gans het slapende Wallonië wakker geschoten.
Het was hetzelfde effect als toen ik op een nacht tegen een elektrische afsluiting van een weide stond te plassen.
Ja, een elektroshock waar ge klaarwakker schiet en met grote ogen rondom u kijkt om een oplossing te vinden voor het probleem.
Alle vingers wezen plots zijn richting uit alsof hij de stekker van de regering wou uittrekken, terwijl ik juist denk dat hij geen stekker heeft uitgetrokken maar wel juist de elektriciteit terug heeft opgezet.
Eigenaardig hoe sommige tegenstanders plots terug wilden onderhandelen en zelfs het woord oplossing bijna perfect in het Nederlands uitspraken.
Och ik weet wel dat er nu gepraat wordt over die deadline van een paar dagen die volgens mij al een paar jaren duurde en dus was het tijd voor verandering.
Terwijl ik dit hier allemaal schrijf is het nu afwachten of het volgende toneelstuk in het halfrond een Vlaamse of Waalse opvoering zal zijn en hopelijk spelen ze niet terug de dove van Porto want het Warandepark ligt zeer dicht bij het Parlement.
De H in B-H-V staat voor Halle en zelfs het medialandschap had er onder te lijden want in het programma mijn restaurant werden de deelnemers in Halle aangemaand om een Nederlandse naam te kiezen.
En ik die dacht dat B-H-V juist te maken had met de kieskring maar t is dus veel meer.
Als we nu al een Vlaamse naam moeten geven aan een restaurant met Franse keuken dan zal het straks ook wel verboden zijn om straks als Vlaming een Frans of Waals lief aan de haak te slagen.
t Is te hopen dat niet alle Franse dranken of gerechten van het menu moeten verdwijnen of we gaan in sommige gemeenten wreed met honger zitten.
Och we kunnen er eens mee lachen en ik stel mij nu al de vraag met wat het buitenland gaat lachen als ook dit probleem is opgelost.
Ja en dan is er nog al het andere nieuws waarmee we de voorpagina halen.
De B zou hier dan de eerste letter kunnen zijn voor Bisschop of Brugge maar daar ga ik niet over uitweiden.
Nee ik zet de B terug voor Brakel waar het verleden weekend uitverkoop was in het klooster van De zusters van Maria.
Ik ben al naar veel uitverkopen geweest maar nog nooit naar een klooster en dat was toch heel bijzonder.
Hoe het komt weet ik niet maar ik heb altijd iets met kloosters gehad, de rust, de stilte en zoveel andere zaken die verloren gaan in het dagelijkse leven.
Groot was mijn verwondering toen ik de grote opkomst zag waaronder waarschijnlijk veel antiekhandelaars aan het aanschuiven waren tussen de gewone mens die misschien ooit binding had met het klooster of zijn bewoners.
Het gebouw zou gesloopt worden en dat is tevens een deel geschiedenis dat verdwijnt.
Wandelend door de gangen kwamen zoveel jeugdherinneringen naar boven terwijl ik hier nooit geweest was.
Een schoolbord, een lessenaar en zoveel andere zaken die mij plots onderdompelden in een vorig leven.
Maar er was meer, ook vele persoonlijke spullen uit het klooster waren te koop.
Glazen, borden en bestek zouden weldra een nieuwe thuis vinden en wie weet zou men s avonds de lippen aan een glas Elixir zette waar ooit een zuster haar lippen had aangezet.
Antieke pispotten stonden er voor spotprijzen en persoonlijk stond ik weg te dromen bij één van de prachtige antieke bedden.
Bij sommige van mijn familieleden hadden ze ook zon een bed en toen het modernisme in de slaapkamer kwam werden ze in stukken gezaagd om de warmte in de stoof te brengen want echte eik brandde goed.
Keukenmateriaal, houten kisten, kasten, boeken, linnen, schilderijen en zoveel meer lagen er voor het rapen want voor de prijs hoefde je het zeker niet te laten.
Kruisen in verschillende maten lagen er in bakken gestapeld en een dame voor mij moet zich plots bekeerd hebben want ze nam er een tiental onder de arm om met onze lieve Heer huiswaarts te keren.
Hoewel ik eerder denk dat er velen zullen doorverkocht worden.
En ik ik liep daar tussen de huisraad met zoveel vragen.
Hoe zou het leven zijn in een klooster en vooral hoe zou het leven worden voor de zusters die hier hun huisraad zien verkopen.
Tijdens mijn wandeling door de vele gangen viel plots mijn oog op een beeldje!
Er stonden er wel meerdere van groot tot klein, met of zonder stolp en in alle soorten uitvoeringen.
In plaaster, hout, porselein of biscuit en allemaal hadden ze wel iets.
Waarschijnlijk had menige zuster hen in de ogen gekeken tijdens het bidden en plots sta ik daar zelf oog in oog met een beeld van het Heilig hart.
Een mooi beeldje waar ik zoals de meeste aanwezige mij direct de vraag begon te stellen waar ik het kon zetten.
Toen ik het in mijn handen nam om het te keuren viel mij plots de prijs in het oog en voor 4 kon ik toch het risico niet nemen dat het zou breken of dat ik het later voor een tienvoud op een rommelmarkt zou moeten kopen.
Straks zou het klooster zelfs de deuren niet meer moeten sluiten want ook de deuren waren te koop en terwijl de vele aanwezigen het meubilair en andere aankopen naar buiten sleurden verliet ik via de tuin het klooster.
In de tuin ontdekte ik nog twee grotten, elk voorzien van een paar beelden en bij één brandde nog een kaars.
Aan de ene kant onze Lieve vrouw en aan de andere kant onze Lieve Heer en beiden leken mij wel aan te kijken.
t Is potverdekke niet simpel als een Heilige u in de ogen kijkt en dan staat ge daar met het Heilig hart in uw handen en uwe mond vol tanden.
Maar mij hebben ze altijd gezegd dat ge een Heilige hulp kon vragen en dus heb ik onze Lieve Heer eens goed in zijn ogen gekeken.
-Euh Lieve Heer ik weet door al mijn ervaring dat ik in feite wreed onervaren ben en dus weet ik niet of ik u in het Frans of het Vlaams moet aanspreken maar ik moet u toch eens iets vragen.
Het leek wel of hij al wist wat ik hem ging vragen want ik zag een traan op zijn wang en een paar rimpels op zijn voorhoofd.
-Euh voor dat geval B-H-V zou dat niet mogelijk zijn dat er daar nu eens een oplossing voor komt want dat spel heeft toch al lang genoeg geduurd hé.
Awel ge gaat mij niet geloven maar zonder iets te zeggen kreeg ik antwoord van hem.
Het was alsof hij mij stilzwijgend aansprak en hij zijn woorden in mij liet doordringen.
-Chauffeurke, er zal nog veel moeten gesproken worden onder de politieke apostels maar vergeet niet dat egoïsme en haat geen liefde kweken.
Samenwonen is water bij de wijn doen en daar waar ik vroeger vissen en brood kon vermenigvuldigen zal er nu al eens moeten gedeeld worden.
Maar opgelet voor compromissen want ook ik ben verraden door een Judas voor dertig zilverstukken.
Potverdekke, zijn woorden hebben mij een ganse dag doen nadenken en ik zal zelf maar afwachten hoe het politieke landschap zal gesnoeid worden.
De tijd zal wel uitwijzen dat iedere daad een naam krijgt en geschiedenis schrijft.
Ondertussen drink ik een duvel in mijn rustige Lierde en laat ik B-H-V staan voor brood hooi en varkensvlees.
Telkens ik op wandel ben loop ik met een hoofd vol herinneringen voorbij de boomgaarden die het landschap sieren.
De fruitbomen staan er schoon op rij en ook zij doen me terugdenken aan mijn jeugdjaren.
Vroeger werd het fruit geplukt en de bomen onderhouden maar tegenwoordig zie ik vaak dat het fruit blijft hangen tot het overrijp op de grond valt als viersterren menu voor spreeuwen of wespen.
Ja, waar is de tijd dat mijn grootmoeder confituur maakte van de kersen en pruimen die we zelf mochten gaan trekken.
Voor het verlof liep ik nog voorbij een boom met noorderkrieken en omdat de boom er eenzaam en verlaten stond dacht ik maar van er een paar te trekken.
Ze smaakten nog naar vroeger en in de namiddag ging ik terug om er een zak te trekken zodat mijn lief confituur kon maken op grootmoeders wijze.
s Avonds een paar scheppen met zwarte pensen en s morgens een paar scheppen op mijn boterhammen en de pot was leeg.
Ge moet veel fruit eten hadden ze mij gezegd en dus was op een dag de confituurpot leeg.
Toen we in de Alpen op één van de wandelingen een boom met zwarte kersen tegenkwamen gingen we ook aan het plukken en we voelden ons als jonge snotters die de verboden vrucht plukten om daarna met donkerrode lippen en vingers te genieten van wat de natuur ons schonk.
Toen we terug waren uit verlof waren die fruitbomen ons bijgebleven en zo gingen we verleden week terug wandelen in de streek van Zegelsem en lopen we als bij wonder daar toch wel een pruimenboom tegen het lijf zekerst.
Mijn lief vertelde mij dat het blauwe wilde pruimen waren en dat ze zich uitstekend leenden voor confituur.
De pruimen die vroeger bij mijn tante Amandine stonden waren geen wilde maar van die tamme en tante Amandine kennende had ze ze zelf getemd.
Het was eerder tante Amandine die wild werd als er aan haar pruimen gezeten werd.
Ik denk zelfs dat ze die pruimen elke dag ging tellen want ze wist verdomd goed als er klein snotters aangezeten hadden.
Een boom met gele pruimen en een boom met blauwe pruimen en vandaag stel ik mij de vraag waarom we juist die pruimen bij tante Amandine wilden plukken terwijl we het op een ander maar te vragen hadden of dat zelfs een pruimendiefstal niet zou aangegeven worden.
Nee, het was verboden en dus veel avontuurlijker om te doen wat verboden was met de kans dat we daar binnen de kortste keren een pruimenoorlog zouden ontketenen.
Maar in Zegelsem stond de boom er moederziel alleen langs een klein pad en ver uit het zicht van elke pruimenopzichter.
Na het ontdekken van de boom en het proeven van de verboden pruim besloten we na de wandeling met de wagen zo dicht mogelijk te rijden en er een paar te plukken in een plastiek zak.
Zoals vroeger baanden mijn korte benen zich een weg tussen de braambessen om de takken naar beneden te trekken en kon het plukken beginnen.
Af en toe rond ons kijkend om toch maar niet betrapt te worden want wie weet stond de wilde pruimelaar wel op een stuk verwilderde grond van één of andere wilde die er niet zou mee kunnen lachen dat we de boom hier een paar pruimen lichter maakten.
En zoals vroeger hadden we alleen oog voor de vrucht en veel minder voor mijn broek die al op verschillende plaatsen gescheurd was door de prikkeldraad en de braambessen.
Maar zoals steeds duikt het verwachte of onverwachte op en plots stopt er daar een fietser naast ons.
Een forse man met brede schouders, echt het type boer die juist van zijn veld kwam om ons hier eens de les van tante Amandine te spellen.
Maar mij hadden ze altijd gezegd dat als er u iemand betrapt met het stelen van fruit dat ge moet zeggen dat ge de toelating hebt en dat ge zeer goed de eigenaar kent.
Ja, meestal is het toch maar een buurman of een omstaander die u daar de les komt spellen uit jaloezie omdat ze er zelf geen mogen plukken.
-Awel pruimen aan het plukken?
-Ha...dag meneer ja ja
-En ze zijn goed zekerst?
-Ja ja t is tijd dat ze eraf zijn.
-Awel ge zijt precies goed bezig.
-Ja, ze hadden beter wat lager gehangen dat we ons niet zoveel moeten rekken.
-En weet de eigenaar dat ge zijne boom aan het scheren zijt?
Dat is de vraag waar ge best direct op uw poten valt met een gepast antwoordt hé.
-Ja ja, dat is geen probleem want dat is hier van mijne pa hé.
-Ha allé welkom in de familie!
-Euh familie?
-Ja, als dat hier van uwe pa is dan zijt gij mijne zoon hé.
Potverdekke ik kan u verzekeren dat ge wreed verschiet als ge daar plots een andere vader voor u staan hebt.
Maar omdat dienen mens zag dat we daar ondertussen bijna zo blauw als die pruimen waren van schrik en dat het toch maar om te lachen was wenste hij ons nog een leuke dag en nog veel trekgenot.
Ja, hij wist ons zelfs te zeggen dat ze jaarlijks met hopen op de grond vallen en er liggen te rotten en dat we niet de enigen zijn die hier een pruimenstop organiseerden.
Dat gaf ons pas moed om verder te trekken en eens hij uit het zicht verdwenen was trokken we alsof ons leven ervan af hing.
Af en toe even op adem komend en vlug even proevend waarna we de harde pit om ter verst spuwden zoals we ook in de tijd wedstrijden hielden om de pit zo ver mogelijk te spuwen.
Zoals altijd hingen de schoonste en de rijpste boven in de boom maar dat was een onmogelijke zaak om deze te plukken zonder ons te verongelukken.
Maar de zakken waren goed gevuld en we zouden alvast met onze oogst een potje confituur kunnen maken.
Thuis werd de weegschaal bovengehaald en de wijzer schoot naar 7kg600.
Maar confituur maken is meer dan pruimen trekken en dus konden we ze allemaal één voor één ontpitten en ik kan u verzekeren dat als ge 7kg pruimen ontpit hebt dat uw vingers niet alleen blauw zijn maar dat ge het eerste half uur geen goesting meer hebt om er nog te gaan trekken.
Netjes werden ze in twee kommen verdeeld en nadat de suiker er was aan toegevoegd konden ze aan de kook gebracht worden.
Potverdekke zeg, waar ge ook moet aan denken als ge zo een halve boom leegplukt hebt is van zeker te zijn dat ge potten genoeg hebt!
Omdat we drie potten tekort hadden heb ik daar vlug een bokaal Zwanworstjes moeten naar binnen spelen met een bokaal erwtjes en de rest van ons kriekenconfituur.
Wat ge buiten de bokalen ook moet voorzien bij pruimenconfituur is genoeg onderbroeken want dat is een soort fruit die enorm op de darmen werkt als ge niet gewoon zijt van confituur te eten hé.
Nadat de confituur was afgekoeld konden we beginnen met onze boterhammen te smeren en waarschijnlijk hebben we nu voor gans de winter een voorraad pruimenconfituur.
Ja, veel lekkerder dan in de winkel en dat is vooral gelegen aan het avontuur dat er aan vooraf gaat.
Maar allé, als er iemand is die zijn fruit niet meer moet hebben of het als sierfruit op de bomen laat hangen mag men mij altijd iets laten weten en dan krijg je zeker een pot confituur cadeau.
Euh liefst geen noten want die zijn te moeilijk te ontpitten en dat is confituur die wreed tussen de tanden kruipt.
t Scheelde niet veel of ik had hier zelfs geen cursiefje kunnen schrijven met dit weer.
Mijnen inktpot was voor de helft bevroren en met af en toe een paar rillingen over mijne rug was het nog moeilijker om al bibberen en beven in schoonschrift te schrijven.
Ja, het was eindelijk nog eens winter en dat heeft zo direct zijn gevolgen.
t Is misschien wel goed dat er niet teveel oplossingen gevonden zijn tijdens de klimaattop over de opwarming van de aarde want als het nog twee weken vriest dit jaar zal er wel een groep zijn die een klimaattop zal willen samenroepen om te klappen over de afkoeling van de aarde.
t Is soms eigenaardig hoe de mens verandert door de jaren en het plots niet meer eens is met de seizoenen.
Ik zie de kolenstoof nog staan bij mijn grootouders en een paar keer per jaar kwam de kolenmarchand of kolenboer een paar zakken kolen brengen.
Mijnen bompa vertelde mij steeds dat het de broer van zwarte piet was en hij had er potverdekke kunnen voor doorgaan.
Het landschap leek wel een schilderij van Breughel en Bompa was steeds vroeg in de weer om de stoep of het pad naar ons kiekenkot sneeuwvrij te maken.
Vaak mocht ik dan helpen met een schop die drie keer groter was dan mezelf en bompa hielp dan op zijn beurt om de stukken van de sneeuwman op elkaar te zetten.
Met de zoutpot trok hij dan nog eens over het pad en zolang het sneeuwde of vroor werd deze handeling herhaald.
Maar de tijden veranderen en er wordt minder geveegd en gestrooid.
De voetpaden lagen er op sommige plaatsen ondergesneeuwd of spiegelglad bij terwijl de eigenaars met de handen op de rug door het raam keken en hun de bedenking maakten dat het geen weer was om buiten te komen.
Aan de telefoon of tegen de buren gaf iedereen zijn ongezouten mening over hoe schandalig het wel was dat de gemeente nog niet gestrooid had op de weg en dat het wel eens zou kunnen dat het zout op was.
Ik zelf had nog geluk dat ik deze zomer met niet teveel slakken zat die ik met zout moest bestrooien en dus had ik nog een beetje reserve.
Ja, ik zeg wel een beetje want zo een potje keukenzout is juist genoeg om de eerste vier tegels van het voetpad sneeuwvrij te maken.
Ik ben dan maar opzoek gegaan naar alles wat zout bevatte om zoveel mogelijk passage vrij te maken zodat ze hier niet juist voor mijn deur stuiken zouden pakken en met hun gebroken armen of benen aan mijn deur zouden komen bellen.
Gelukkig waren de feestdagen voorbij en had ik nog een stock aan producten die heel wat zout bevatten.
Te beginnen met het badzout uit mijn badkamer en ik moet zeggen dat zelfs de ondergesneeuwde hondendrollen goed begonnen te rieken van dat spel.
Maar ver strooit ge ook niet met twee potten badzout om nog maar te zwijgen dat met dat moderne badzout uwen trottoir wreed zou kunnen beginnen schuimen moest het plots gaan regenen.
Maar geen nood, ik had nog een paar zakken chips met zout en al vlug bleek dat zelfs deze met paprika voldeden om het schuiven te minderen.
Drie meter moest ik nog strooien toen ik daar plots met lege zakken stond en dus schoof ik maar terug naar de keuken.
En ja, ne mens moet kiezen en soms ongezouten eten voor de veiligheid van anderen hé.
Geen zout meer op de patotters en de eerste dagen moet ik ook niemand meer inviteren want de chips is op.
Voor de laatste drie meters die ik nog moest strooien had ik geluk van altijd wat gepekelde haring in huis te hebben en dus kon ik 1,5m vrij maken met het pekelsap en de rest met de haring zelf.
Ppfff daar lag mijn middag en avondmaal voor de veiligheid van anderen op stoep en straat en langzaam begon het op sommige plaatsen te dooien.
Ja, ik zeg wel op sommige plaatsen want omdat er ook wat wind was waren de chips die nog niet door de vogels waren opgepikt tot bij mijn buurvrouw gewaaid en een uur nadat mijne rolmops daar lag was er daar een gevecht losgebarsten van een stuk of zes katten die elk een stuk rolmops wilden versieren.
Maar ne mens denkt van goed te doen en in mijn geval loopt het nogal eens anders af.
De dag nadat ik gestrooid had wordt er daar s morgens aan mijn deur gebeld en staat er daar ene voor mij met een buil op zijne kop en ne vélo in zijn handen.
-Dag meneer.
-Is dat daar van u?
-Euh dienen trottoir, ja volgens t kadaster loopt hij tot aan de los en aan den andere kant tot aan het onkruid van de gemeente.
-Awel dan is het op uwen eigendom dat ik hier met mijn klikken en mijn klakken van mijne vélo gevallen ben door uw schuld!
-Euh hela, hola, ik heb hier gestrooid hé.
-Ja, awel ik ben met mijn voorwiel in zo nen tandenstoker gereden van een stuk rolmops dat daar ligt en met mijnen platten band over een stuk ajuin geslipt.
Oei, ja, ik was potverdekke vergeten van die stokjes die de rolmops aan de ajuin verbinden er uit te trekken.
-Euh oei, t is toch niet te erg.
-Niet te erg, hebt ge mij hier al ne keer zien staan van onder tot boven onder de modder mijne vélo naar de knoppen en een buil op mijne kop.
-Ja, ge kunt altijd een bad nemen bij mij maar mijn badzout is op en in de garage hangen er daar nog wel een paar vélos waar er wel een wiel zal van passen en die buil euh euh awel die staat u goed.
Ja, ik heb dienen mens daar een beetje moeten soigneren en eens alles gedooid zal zijn moet ik zeker die ander drie stokskes gaan zoeken voor er hier nog meer malheuren gebeuren.
Ne mens kan er eens mee lachen maar t is potverdekke t één en t ander als het zo begint te winteren en dus heb ik aan mijn kinderen gezegd dat ne mens verantwoordelijkheden heeft.
Het beste is van zoals vroeger met schop en borstel de stoep vrij te maken maar daar zat ik terug met een probleem.
Ja, ik ziet hier met ene van 27 jaar en ene van 17 jaar op mijn kot en nu blijkt dat die nog nooit een schop of borstel in hun handen gehad hebben.
Ja, ik denk niet dat ge daar avondles kunt voor volgen om met schop en borstel om te gaan en dus geef ik hen de volgende kerst misschien best een zak zout cadeau.
Toen ik deze morgen ben opgestaan was ik wreed verschoten.
Morgen de eerste schooldag voor mijne jongste snotter en volgende maandag staat er daar een groot kruis op de almanak met de betekenis dat ook ik terug mag gaan werken.
Ja, zo vlug kan het gaan, de zes weken congé liggen al achter mij.
In feite we goed dat ik volgende week kan gaan werken zo kan ik mijn volgend verlof al binnengeven.
Maar allé ondertussen zijn het hier onze laatste dagen en moeten we deze laatste dag wat invullen hé.
Het weer buiten leek ons alvast niet uit te nodigen om te gaan fietsen of wat dan ook want de wind blies de bladeren van de bomen en de lucht was gevuld met donkergrijze wolken die daar precies ook tegen hun goesting hingen.
Maar ik had een idee, tegenwoordig zie je op elke zender wel een kookprogramma en dus zou ik eens koken voor mijn lief terwijl ze gaan werken was.
Eerst eens kijken wat we in huis hadden en ik had geluk we hadden gisteren een courgette meegebracht van in mijne tuin.
Ja, niet de courgette die je in de winkel treft maar zo ééntje van drie meters lang.
Allé, t zal misschien twee meter af mogen maar ik bedoel maar dat ze enorm is.
Ondertussen zat mijne snotter aan de keukentafel te ontbijten en zijn nieuwsgierigheid bleek groot.
-Wat gaat ge maken pa?
-Courgettesoep.
-Euh en kunt gij dadde?
-Vaneigens gij ik ben de Peter Goossens van Deftinge.
-Amai, ik ben curieus.
-Ja, ge gaat dat hier eens zien vooruitgaan zie want dat is niet lang werk hoor.
-Ha nee?
-Nee nee..
-Voila ne lepel boter in de kom en daar mijn drie ajuinen bij en eens ze wat gestoofd zijn mijn courgette erbij met wat pataten.
Daarna een paar lieter water bij en nog wat kruiden en kees is klaar.
-Euh pa uw ajuinen liggen daar al in de boter.
-Ja, goed hé.
-Euh maar moeten die niet gepeld worden?
-Euh ja, nu ge het zegt dat zou misschien een ander zicht zijn.
Potverdekke t was beter dat alles geschild was en daar kruipt wel werk in.
Schillen en fijnsnijden en in feite was ik beter van alles eerst klaar te zetten en niet overhaast te werk te gaan want als chef kok moeten uw klodden een beetje in orde zijn hé.
De ajuinen werden in blokjes gesneden waarna ik ze een paar minuutjes liet fruiten en daarna de courgette in fijne blokjes erbij gedaan heb.
Ik moet zeggen dat met drie kilo courgette uwe kom goed gevuld is zeker als er uw water bij is.
Daarna drie aardappelen bij in blokjes gesneden waarna ik wat tijm, drie laurierbladeren en een teentje look aan toevoegde.
Volgens de liters water nog wat bouillonblokjes bij en daarna aan de kook brengen.
Potverdekke dat begon daar al goed te rieken en omdat een chef kok altijd moet proeven volgde ik dus dienen raad op.
In het begin proeft ge niet veel omdat ge uw tong verbrand maar eens uw gehemelte is afgekoeld kunt ge proeven en zout en peper toevoegen naar smaak.
Eens de soep gekookt was zou ik alles mixen maar zoals altijd is het juist dit apparaat dat dan in panne is.
Maar geen probleem een echte chef kok trekt altijd zijne plan en met wat aanpassingen aan de boormachine van mijne pa ging het ook zeer goed.
Daar stond mijne kom soep dan te dampen en ik kon niet wachten om mij een kommeke uit te scheppen.
Ze zag er heerlijk uit maar als grote chef moet ge ook op de afwerking letten en dus tekende ik met een beetje room een abstracte figuur.
Even blazen en ik kon de eerste lepel in mijne mond steken.
Awel ge gaat het niet geloven maar ze smaakte naar courgettesoep!
Mmmmmm ik was zelfs verschoten van mijn eigen kunsten en dat wil al veel zeggen als chef kok.
Ja, het eerste gedeelte van de morgen was al ingevuld en om de rest in te vullen en een deel van de courgette uit mijn haar te halen van het mixen met mijne pa zijn boormachine zouden we gaan zwemmen want dit was wel al heel lang geleden.
We namen onze zwembroek en de handdoeken, de duikbril, de zwemvliezen, de neusknijpers, de badmuts, de zwembandjes, de strandbal en twee gele eendjes en we konden vertrekken.
-Pa, t is al lang geleden dat we gezwommen hebben gaat ge dat nog kunnen?
-Maar vaneigens manneken ik zwem gelijk een vers gebakken forel.
Nadat we de wagen hadden geparkeerd en met onze zes zakken gerief naar het zwembad wandelden was het goed te merken dat de vakantie gedaan was.
Geen volk meer in het domein en wie weet zouden we het zwembad wel voor ons alleen hebben.
Potverdekke toen we aan die deur duwden kregen we ze toch wel niet open zekerst.
-Euh kijk pa er hangt hier een papier op de deur.
Gesloten van 1 september tot 11 september.
Miljaar t is toch geen waar zekerst!
-Wat gaan we nu doen pa?
-Euh ik heb beloofd dat we ons gingen amuseren in het water en dus gaan we dat ook doen hé jongen.
We reden terug naar huis en op het terras bracht ik alles in gereedheid.
-Tim trek uw zwemgerief maar aan, alles staat klaar buiten.
-Euh buiten pa is dat niet te koud.
-Euh ja misschien wel, maar we zullen onze anorak aantrekken.
Daar zaten we dan met onze badmuts op en duikbril op onze neus.
In zwembroek en met onze anorak aan en onze voeten in twee emmers en een plastieken teil voor de afwas mee te doen.
De wind blies door onze haren en we kregen er zelfs kiekenvel van op onze benen.
Potverdekke zeg toen we daar juist goed bezig waren met ons te amuseren om ter langs onder water te blijven door elkaar hoofd in zo een emmer te steken gaat de bel toch wel zekerst.
-Pa er is gebeld!
-Euh oei ik zal eens gaan kijken.
Ik kan u verzekeren dat als ge met die zwemvliezen door de salon moet en dan nog een zwembril waar aan de binnenkant water instaat dat het niet gemakkelijk is om daar zonder ongelukken aan de voordeur te komen.
Toen ik die deur opentrok stond onze facteur daar en t was precies of hij een spook had gezien.
-Ha facteur alles goed jong?
-Euh euh jaja.
-En met wat goed nieuws komt ge nu weer bellen.
-Euh awel, euh juist een brief van uw werk waar dringend opstaat en euh maar als ge wilt kom ik later wel terug hoor.
-Nee nee.
-Euh ge moet wel eens tekenen chauffeurke.
-Euh ja euh maar er zit geen stylo in den binnenzak van mijn zwembroek.
-Euh hier neem de mijne maar.
-Zeg facteur wilt ge niet binnenkomen om iets te drinken want ik heb juist verse courgettesoep gemaakt.
-Euh nee nee merci t is gelijk ik het gehad heb merci.
Amai den dienen was daar rap den haf af! De laatste dagen
Allé, ik kon mij gaan afdrogen want ondertussen zag ik blauw van de kou en straks moet ik nog ziekenverlof vragen voor ik de maandag begin.
Ondertussen ga ik eens nadenken wat ik deze namiddag ga doen want de laatste uren tikken weg hé.
Ik wens iedereen een windvrije en zonnige dag toe met veel lees en schrijfgenot.
Toen we op dag 14 onze ogen openden schoof het daglicht al door het gordijn en bij het openen van deze lachte de zonbeschenen berg ons terug toe.
En toch was dag 14 anders dan de andere dagen omdat het onze laatste dag van de vakantie was.
Morgen zouden we vroeg vertrekken en dus moesten we er vandaag nog het beste van maken.
Och en waarom geen laatste wandeling maken?
De andere zijde van de Col De La Madeleine was ons nog onbekend buiten de zware wandeling die we dan liftloos hadden moeten doorbrengen.
Maar hier dachten we eerder met de wagen de Col over te rijden tot het eerste dorpje en vandaar een wandeling te starten.
We reden de kam van de 2000m over en lieten ons zakken naar het eerste dorpje dat Cellier noemde.
Een tiental huizen schatte ik waar een kleine kapel aan de ingang van de straat stond en veel meer was er niet want er was maar één straat.
Voor we de wandeling zouden aanvatten zouden we de straat even doorwandelen en toen we tegen elkaar terug bezig waren over leven als God in Frankrijk en over hoe rustig het hier wel was en over hoe we het hier zouden hebben (want we zagen ons daar al wonen) wil het toch wel lukken dat we een huis tegenkomen dat te koop staat.
Redelijk groot met een schuur die zeker kon omgebouwd worden tot tweede woonst.
En wij maar dromen terwijl we terug naar de weg liepen om onze wandeling aan te vatten.
Waar we zouden wandelen was nog onbekend en dus besloten we maar om de weg naar beneden te volgen en zo belandden we in het tweede stuk van Cellier.
Ja, zoals veel kleine gehuchten had je Cellier boven en Cellier beneden.
Op zeker moment namen we een pad en liepen over een onverhard pad.
Na een half uur stappen kwamen we terug op een kleine plaats dat je zelfs geen dorp of gehucht kon noemen van zo klein dat het was.
Een paar huizen, meer niet.
En nog een half uur verder terug hetzelfde beeld.
Veel verder zouden we ons niet wagen en dus besloten we terug naar boven te klimmen met fototoestel in aanslag.
Zo liepen we terug door via de paar huizen waar we al doorgelopen waren en voor een deur zat een oude man.
Ja, waarom geen gesprek aangaan?
Het eenvoudigste is van de mensen hier een compliment te maken en te beginnen door te zeggen dat ze op een prachtige plaats wonen.
Veel impact had het niet op de man die hier al meer dan 70 jaar woonde.
Maar toch gaf hij graag antwoordt op onze vragen.
Zo kwamen we te weten dat wat in onze ogen een paradijs leek voor hem de normaalste zaak was.
Niet meer dan een paar huizen waar ook de lente komt en waar de zomer schijnt.
Een plek waar de herfst de bladeren kleurt en waar de winter een sneeuwtapijt van soms 3 meter voor zijn deur legt.
Ja, je moet begrijpen dat met drie meter sneeuw er van uw deur niet veel meer te zien is.
Voor de rest eten en drinken de mensen zoals bij ons en het enige wat verschilt is het landschap en de streekproducten.
Maar de man wist ons nog wel te zeggen dat in de steile straat ook Belgen een huis gekocht hadden en dat ze hier hun verlof kwamen doorbrengen.
Het was het moment om te zeggen dat ook wij een huis te koop hadden gezien in Cellier en dat het wel leuk was.
Hij knikte en met wat uitleg en vragen kwamen we te weten dat het huis verkocht werd voor 192.000.
Wij waren terug aan het dromen gegaan en vonden het alvast een tof gesprek met iemand die hier zijn dagen slijt.
De oude man zat er op een stoel voor zijn deur alsof hij er gezet was voor de toeristen.
Het beeld van een oude man zoals we ze van één of andere prentkaart kennen.
Ja, hij maakte deel uit van het landschap met de kleine steile straatjes en de oude huisjes.
Hij was vooral de montagnard in levende lijve die we hier wel 100 jaar zagen worden.
We wensten hem nog een leuke en zonnige dag toe waarop hij ons een goede terugreis wenste.
Zo klommen we terug naar de volgende huizen waar een café was en waar we eens top zouden houden om een witte wijn te drinken.
En soms stel men zich de vraag wie er nu in zo een boerengat op café komt maar allen hadden ze hun cliënteel.
Voor het café liep een grote witte hond en toen we binnen stapten kwam de hond ook mee binnen en riep de baas dat hij buiten moest blijven en de mensen gerust laten.
Wij kwamen op adem met een witte wijn en toen het glas leeg was besloten we verder te trekken en straks nog even te stoppen boven op de Col De La Madeleine om daar nog even te zonnen in een ligzetel.
Zo stapten we buiten op de voet gevolgd door de hond en toen we 100m verder waren liep de hond nog steeds mee.
Ja, en blijkbaar was de hond niet aan het café verbonden want toen we bijna in het andere dorp waren liep de hond nog steeds mee en dachten we nog dat hij in de wagen zou springen om mee naar België te reizen.
Het was pas toen we aan de wagen waren dat de hond zijn wandeling verder zette zodat we dus geen hond zonder papieren hebben het land binnengesmokkeld.
Zoals gezegd stopten we nog even op de kam van de 2000m en gingen ons wat in de zon leggen waarbij ons vel zelfs op de laatste dag nog wat kleur ging bijkrijgen.
Genietend vloog de laatste dag voorbij en binnen de kortste keren was het tijd om terug te keren naar St-Francois waar we straks het laatste avondmaal zouden nemen en ook nog eens naar de winkels gaan om één of ander souvenir te kopen.
Zo geschiedde het ook en tussenin kwam er dan nog bij dat we de valiezen moesten inpakken en de wagen laden om terug naar ons klein land te vertrekken waar we ondertussen niet de enigen waren die er waren ontsnapt.
We konden niet anders dan besluiten dat het een heel plezante vakantie was waar we toch wat aan onze fysiek hadden gewerkt of was het nu eerder afzien.
Nadat we nog een glas waren gaan drinken aan het restaurant en de baas gingen vertellen dat ik zeker zijn schaatsen niet zou vergeten opsturen trokken we terug naar boven om er onze laatste nacht door te brengen.
Veel nacht zou het niet worden want voor een vertrek slaap ik meestal zeer slecht.
Ondertussen mochten we bij het opstaan ook niet vergeten van onze souvenirs uit de koelkast te halen want steeds nemen we een deel van de Alpen mee naar huis in de vorm van een paar kazen en sauccissons.
(Wat de kaas betreft zijn we ondertussen aan de laatste bezig en van de sauccissons liggen er nog vijf te drogen).
Ja, morgen nog de terugreis en dan zit het verlof er op.
Niet dat ik al moet gaan werken maar de reis bedoel ik dan.
Nee, mijn verlof startte rond 26 juli en ze loopt nog tot 7 september en dus zullen we ondertussen in eigen land nog wel wat gaan wandelen en misschien zijn deze wandelingen ook wel de moeite om op papier te zetten.
Dag 13 is de voorlaatste dag van ons verlof en dus besloten we maar om met de wagen richting Col Du Chaussy te rijden en vandaar een wandeling te starten.
Het was een ongekend domein, we waren er wel langs gereden maar telkens de andere richting uit.
Iets voorbij Montaimont besloten we de wagen te parkeren en vandaar te voet verder te gaan.
Hoever het juist was wisten we niet hoewel er ergens op een bord 15km aangeduid stond.
We zouden ons alvast niet meer laten vangen en op zeker moment terugkeren indien het ons te ver zou lijken.
In het begin ging het nogal steil naar omhoog en naarmate we hoger kwamen was de weg deels in asfalt en deels onverhard met putten.
Maar wat ons opviel was dat er af en toe een wagen, zelfs een paar motos en zelfs fietsers ons tegenkwamen terwijl we ze niet hadden naar boven zien rijden.
We dachten eerst dat het een doodlopend pad was maar dat bleek dus niet.
Op zeker moment liepen we een kersenboom voorbij en mijn lief heeft altijd al iets gehad met fruibomen.
Ze kan geen vrucht zien hangen of ze moet ze naar binnen spelen.
De kersen waren niet erg groot maar wel pikzwart e, ,adat ik de anderen eerst had laten proeven smaakten ze nog superzoet ook.
We plukten dat het een lieve lust was en binnen de kortste keren waren onze vingers, lippen en tong purper en lila gekleurd.
We moesten toch terug langs hier passeren en op de terugweg zouden we zeker nog eens stoppen.
We genoten zoals altijd van het landschap en het panorama en we stelden ons ook hier de vraag waarom de mens hier in afzondering kwam leven.
In de verte zagen we een paar huisjes op de flank van de berg gebouwd staan en tussen elk huis was er een hele afstand zodat je al over verre buren moest praten.
Zo slenterden we naar boven en voor één keer waren we vlugger boven dan verwacht.
Het was zeker geen 15 km tot boven en na een beetje op adem te zijn gekomen besloten we terug achter de wagen te gaan en via hetzelfde pad naar boven te komen want blijkbaar liep de weg verder.
Op de terugweg stopten we nog even aan de kersenboom en omdat het toch zeker een jaar zou duren eer we hier nog zouden terugkomen plukten we hem maar kaal.
Jawadde zeg ge had ons daar moeten zien staan met onze lippen purper en blauw en vooral onze darmen die begonnen te werken na een overdadig kersengebruik.
Terug aan de wagen waren we verplicht van even de ramen en deuren laten open te staan want binnen zat je al vlug met temperaturen boven de 40°.
Zo reden we na enige tijd de Col Du Chaussy over en kwamen we aan de andere kant van de berg terecht waar we een paar heel kleine gehuchten kruisten.
Het is er zo al stil maar onder de middag zie je daar geen mens op straat en heeft elk dorpje wel iets van een spookdorp waar je alleen het water van de beekjes of de waterbakken hoort stromen.
De zon was verschroeiend en om het uur werd de stilte doorbroken door de klokken die het uur op de kerktoren sloegen.
Hagedissen spoedden zich in veiligheid telkens we te dicht kwamen en eens we één van die dorpjes verlaten hadden kronkelde de weg zich terug via een soort van dakgoot die als weg dienst deed.
Steil en smal waar onder ons een leegte was en boven ons de rotsen die er als kap overhingen.
Op een schaduwrijke plaats besloten we nog even te stoppen om iets te eten en te drinken en daar zagen we een wandeling aangekondigd die als gevaarlijk stond aangegeven.
We hielden het bij het lezen van de waarschuwing en zouden die wandeling zeker niet gaan opzoeken op onze voorlaatste dag.
Nadat onze magen gevuld waren reden we verder naar beneden en waarschijnlijk waren dat de 15km die ze ginder boven bedoelden.
Zo reden we via verschillende kapelletjes de Col naar beneden om iets later in ST-Jean-De Mauriene uit te komen.
We volgden de weg terug naar de voet van de Col De La Madeleine en besloten onderweg nog wat boodschappen te doen voor we terug naar boven reden.
Telkens we terug bij de wagen kwamen liet de zon van zich spreken door de wagen te oververhitten en onze kaas was al vlug smeltkaas geworden.
Het is vaak moeilijk om te beschrijven wat we zagen of om op foto de landschappen en de niveauverschillen terug te geven zoals we ze daar zagen maar het was in elk geval een mooie trip met de wagen die we gelukkig niet te voet hebben afgelegd.
Ja, s avonds zaten we terug aan tafel met een spel kaarten en genoten van de uren die ons naar de laatste dag zouden brengen.
Op dag 11 waren we nogal vroeg op en de dag zou zich heel warm aankondigen.
Zoals elke morgen liep ik achter brood en krant en bij het ontbijt namen we de wandelkaart om onze benen nog eens te folteren.
We geraakten er niet echt uit en met onze vingers volgden we een paar wandelingen waaronder één die met een rode lijn was aangeduid en ondertussen wisten we maar al te goed wat rood betekende.
De laatste rode wandeling had ons doen afzien dat we niet direct geneigd waren om ons nog te laten vangen.
Maar toch leek het eindpunt interessant want er lag een bergmeer en dat zou waarschijnlijk wel terug wat leuke en mooie beelden opleveren.
De wandeling was in tijd vermeld en een goede wandelaar zou er ongeveer 2u15 over doen om het hoogteverschil te overwinnen.
Op de kaart hadden we ontdekt dat men er ook via de weg kon geraken en dus dacht ik dat het beter was op het asvalt te stappen dan over die onverharde wegen te klimmen.
Ja, ne mens moet zijn lief een beetje sparen dacht ik en dus begonnen we voor de zon hoog aan de hemel stond aan de wandeling.
Rustig liep de weg naar beneden en bocht na bocht verdween St-Francois in de verte.
We genoten van het landschap en van de bloemen en vlinders en vooral van de onverwachte zaken zoals plots een paar Arenden die hoog boven onze hoofden vlogen.
Ze waren nog heel ver van ons verwijderd maar aan de grootte van hun vleugels te zien kon het zeker geen bergmus of zelfs geen valk zijn.
Ook de kleine houten huisjes op de rand van de afgrond leken ons speciaal en zo stapten we van ontdekking naar ontdekking en vooral kilometer na kilometer zonder er erg in te hebben dat we in feite nog ver van ons doel waren.
Het was rond de middag dat we een bank vonden en even het flesje water aan onze lippen zetten en tevens een stuk brood aten.
We namen nog even de kaart ter hand en het bleek dat de weg zodanig kronkelde dat alles wat we naar beneden waren gestapt straks dubbel zoveel bergop zou gaan.
Bocht na bocht begonnen we ons vragen te stellen en op zeker moment dachten we zelfs te liften.
De weg werd steiler en zelfs op de baan leek het niet evident om vlot naar boven te stappen.
Het lichaam voorrover gebogen met de zweetdruppels die voor onze voeten vielen.
Telkens probeerde ik mijn lief en de jongste snotter moed in te spreken door te zeggen dat het via het onverharde pad nog slechter zou geweest zijn maar echt oren hadden ze er niet naar en toen we al bijna dubbel zover hadden gestapt dan dat de wandeling via de rode lijn had aangeduid kwamen we aan een waterreservoir waar we ons even konden verfrissen en waar er daar ne slimme een bordje gehangen had met de bewegwijzering dat het meer nog op 5km lag.
Nu zonk de moed zeker in onze oververhitte schoenen en teruggaan was ook geen oplossing.
Zelfs toen we op zeker moment de weg konden afsnijden leek het nog moeilijker dan de vorige dagen.
We hadden ons niet alleen laten vangen aan de afstand maar blijkbaar ook aan de moeilijkheidsgraad.
Een wandeling die was aangeduid met 2u15 hadden wij er niet minder dan 4u voor nodig om ze via de weg af te leggen die veel langer bleek te zijn.
Het laatste stuk was afzien en ik voelde mee met mijn lief want we waren niet ver van de uitputting beland.
Ik zat vooral met de vraag hoe we zouden terugraken want via de weg zou het ons nog eens meer dan 4u kosten en dat zag niemand zitten.
Zouden we het wagen te vragen of er iemand van aan het meer terug zou rijden naar St-Francois?
Nadat we een paar ruïnes waren voorbijgelopen die vroeger huizen bleken te zijn stelden we ons opnieuw de vraag wie er nu in godsnaam in zo een verlaten gat komt wonen.
En het was niet alleen vroeger zo maar ook nog vandaag vonden we op onze weg nieuwgebouwde chalets.
Na een steile klim kwamen we aan het meer waar we ons op grote platte stenen gingen zetten om op adem te komen en hoe meer ik op adem kwam hoe meer ik dacht dat we niet te lang moesten treuzelen indien we te voet zouden terugkeren want wie weet hoelang we er nog zouden overdoen.
Het meer weerspiegelde de bergen en het omliggende landschap en gaf een rustig gevoel.
Niet echt groot en in de kleine waterspiegel zag je een blauwe lucht zonder wolken maar met een brandende zon.
Maar telkens we naar het water keken stelden we ons ook de vraag hoe de terugweg zou zijn.
We waren niet alleen, er waren nog een paar mensen naar het meer gekomen maar blijkbaar hadden ze minder afgezien want de meeste waren met de wagen tot hier gereden.
Ja, hadden we nu maar een wagen dacht ik nog bij mezelf.
Na een korte stop besloten we dan maar verder te trekken en het risico te lopen van via het rode pad terug te keren en de weg achter ons te laten.
Ongelooflijk maar waar, het pad ging in feite in dalende tred en het viel nogal mee hoewel onze voeten en benen als oververhit konden beschouwd worden.
Via een klein pad baanden we ons een weg door het bos en daar kwamen we mierennesten tegen zoals we ze nog nooit hadden gezien.
Soms met vijf zes naast elkaar en wel 1m50 hoog en ongeveer 2m breed.
De passie van mijn zoon en hij wist zelfs uit te leggen dat de nesten nog dieper onder de grond zaten en verdeeld waren in werkers en soldaten en dat in één van de nesten de koningin zat.
Miljoenen rode mieren sleurden hier met takjes en dennennaalden en als je te lang ter plaatse bleef kropen ze via je schoenen tussen het beenhaar naar de broekspijpen van de short waarna het springen en lopen was.
Stap na stap begon het door te wegen en ik denk dat het één van de zwaarste wandelingen van ons verblijf was.
Na meer dan 6u wandelen kwamen we terug aan in ons appartement en wou ik nog eens lachen door te vragen of we morgen de wandeling in omgekeerde richting zouden doen maar blijkbaar kwam de humor niet over en besloten we maar om te douchen en de avond al kaarten door te brengen waarna we als drie rotsblokken in slaap vielen.
Ja, we wisten nu al dat het de volgende dag veel kalmer zou worden en dat we geen rode of zwarte wandeling zouden kiezen maar eerder een plaats waar we konden rusten en op adem komen.
Maar toch waren we blij dat we een prestatie hadden neergezet en hoewel alles in tijd wordt uitgedrukt stel ik mij vandaag nog de vraag hoeveel kilometers we daar hebben gelopen want dat was zeker niet min.
Ja, het hoort bij het avontuur en dus hoorde je ons de volgende uren niet meer klagen en kwamen we op krachten met de sauccisons en de witte wijn.
Voor dag 10 hadden ze bewolking en opklaringen voorspeld maar toen we het gordijn opentrokken zagen we gewoonweg niets.
De mist hing zo dik dat we zelfs de straat niet konden zien en het zicht bleek hier minder dan 20m te zijn.
In e bergen kan de mist wel zeer vlug optrekken maar voor dezelfde prijs blijft hij hardnekkig hangen.
Storend was het niet was het niet dat we afspraak hadden in de kaasmakerij die 20 km lager lag en dat we de Col de La Madeleine moesten naar beneden rijden via de weg met tientallen haarspeldbochten.
Zo vertrokken we met de mistlichten aan en hadden het geluk dat een vrachtwagen voor ons naar beneden reed zodat we zijn stoplichten en zijn mistlicht als oriëntatiepunt konden nemen.
Tot ongeveer 5km van de voet bleef de mist tegen de bergwand hangen en plots was hij weg.
Beneden was het wel frisser dan andere dagen maar hier was de mist alvast opgetrokken.
Om 9u30 moesten we in de winkel van de kaasmakerij zijn en omdat we nog iets te vroeg waren bleven we maar in de wagen zitten tot 9u20.
Met fototoestel in aanslag en notitieboekje stapten we dan maar de winkel binnen en we bleken de eersten te zijn want er stond nog niemand in de winkel.
-Bonzour madam ont vient pour la visite de la fromagerie.
-Oei...monsieur madam a fait une erreur mais il-y-a pas de visite le lundi.
-Euh...wablieft une erreur qui nest pas just et pas de visite?
-Non desolé mais pas de visite le lundi.
Potverdekke het kon ons maar overkomen maar de dame die ons had ingeschreven bij onze laatste passage had zich vergist van dag en de bezoeken begonnen maar op dinsdag.
Maar de andere dame zag dat we ermee verveeld zaten en ze legde uit dat er nog een koppel was die ze dan maar een video laten zien hadden en dat ze dan zonder begeleiding naar de kaasmakerij en de kaaskelder had laten gaan.
In feite kwam ons dat goed uit want 20km de mist trotseren om dan niets te zien zou ook wel jammer geweest zijn.
Dus kregen we een heel interessante videotape te zien waarna we naar de kaasmakerij mochten kijken vanachter een raam wel te verstaan voor de hygiëne en waarna we een kijkje mochten gaan nemen in de kaaskelder.
In feite was het zeer leerzaam en kwamen we zaken aan de weet waar je nooit bij stilstaat als je in een stuk kaas bijt.
Sinds het Gallo Romeinse rijk was er hier al kaas en deze is er altijd gebleven.
De boeren die instaan voor de landbouw en veeteelt hebben meestal een tweede job waar ze in de winter hun koeien op stal of bergstal laten staan werken ze dan als skimonitor, liftonderhoud, pisteaanleg of alles wat met de wintersport te maken heeft.
De landbouwvoertuigen zijn ook aangepast aan het berglandschap want sommige plaatsen zijn zeer moeilijk te bereiken om nog maar het voorbeeld te geven van het hooien of melken op steile weiden.
Het hooien is tevens een deel van het onderhoud van de skipistes in de zomer en zo loopt alles perfect in harmonie.
De melkmachines worden steeds verplaatst en het zijn de koeien die ter plaatse worden geroepen.
De melk wordt in koperen vaten gegoten en eerst op een temperatuur van 33° gebracht om ze daarna te verhogen naar 54°.
Ongeveer 35 minuten later wordt ze in vorm gegoten die 4x gedraaid wordt op 24 uur.
2000 liter melk zijn er nodig om vier kazen te maken tussen de 40 en 42kg.
De kaas wordt ondergedompeld in een bad om te zouten en dan laten ze hem vijf maand rijpen waarna ze een heerlijke Beaufort verkrijgen.
Iets later stonden we zelf in de kelder waar het aroma onze neus prikkelde in een zeer frisse koelkelder.
3600 kazen van elk meer dan 40kg liggen hier te rijpen voor ze in één of andere winkel belanden.
Bij het buitengaan konden we niet anders dan ook een paar kazen te kopen in de winkel en daar vernamen we dat er van de Beaufort een winter en een zomerkaas bestaat.
Alles heeft te maken met het verschil van voeding die de koeien krijgen.
De winter brengen ze door met hooi en in de zomer grazen ze niet alleen het pure Alpengras maar ook de verscheidene bloemen en dat maakt het verschil van smaak.
Ja, het was zeer duidelijk te smaken en hoewel mijn lief liever de winterkaas had kochten we toch maar een stuk zomerkaas.
Nadat we de kaasmakerij hadden verlaten besloten we een ritje te maken met de wagen en eens andere oorden te gaan opzoeken.
We reden richting Saint-Jean-De Mauriene maar daar waren we vlug doore n besloten maar om eens een ommetje te maken langs de Col Du Galibier die ook al meermaals op de wielerkalender stond.
30 km klimmen van aan de Col Du Télégraphe tot boven op de Galibier.
En ook hier reden we tientallen fietsers voorbij en hoe hoger we kwamen hoe slechter het weer.
In Valloire stopten we even om de benen te strekken en blijkbaar heeft ieder zijn eigen manier om de streek te verkennen.
Een tiental oude Citroëns reden hier ook de Col op en ik stelde me de vraag of ze de top wel zouden halen.
Ja, de Col Du Galibier bleek al vlug andere koek te zijn waarbij de Col de La Madeleine nog meeviel.
Op zeker moment reden we op een kronkelende weg waar men met geen twee wagens kon kruisen en dan was er nog de mist die terug komen opzetten was.
Op zekere momenten reden we op de rand en geen afsluiting te bespeuren.
Ja, als je ze in de Ronde van Frankrijk ziet vallen in een afdaling kan je je niet voorstellen aan welke gevaren deze renners onderworpen zijn.
Geen tientallen meters maar afgronden met honderden meters waar de mist nog een enger gevoel aan gaf.
Op zeker moment zijn we even gestopt om een foto te nemen van een kudde schapen die door twee honden gegidst werd en van uit onze positie gezien waren ze niet groter dan een groep kleine wormen of maden.
Ja, als hier je handrem losschiet dan is het best van niet in de wagen te zitten en volgens de diepte zal je de knal van aankomst zelfs niet horen denk ik.
Verder naar boven werd het nog erger en op zeker moment rij je gewoon in niemandsland.
Geen huizen meer en ook geen bomen meer, niets dan stenen en rotsen die afwisselend toppen of afgrond zijn.
En toch waren er nog die fietsers die kletsnat de uitdaging aangingen om boven te geraken.
Sommigen zelfs al zwalpend op de fiets waar het steeds opletten is om ze voorbij te rijden om ze zelf niet de afgrond in te duwen.
Onvoorstelbaar hoe de Ronde hier aan een hels tempo naar boven rijd.
Ook wij stonden na enige tijd boven en veel meer dan een souvenirwinkel en een monument voor de Ronde van Frankrijk was er niet.
Toen mijn lief even een kijkje ging nemen in de winkel waar je schapenvellen kon kopen tegen de prijs van een volledig schaap en zelfs gekweekte Edelweissbloemen sloeg ik een praatje met een paar fietsers die er ook even stopten.
t Was in het Engels te doen en meneer en mevrouw bleken uit Australië te komen om hier hun benen te pijnigen.
Amai mijn voeten, ieder zijn vakantie zou ik zeggen.
Wij besloten alvast om de afdaling naar de andere kant te doen met de hoop dat de weg iets breder zou zijn.
Gelukkig was het ook zo en aan de andere kant bleek er ook minder mist te zijn waarvan we dus beter de diepten en het niveauverschil konden zien.
Van boven kon je de weg in de verte als een klein lint zien kronkelen door het ruwe landschap en onderweg stopten we nog een paar keer om een waterval, een paar bergbeklimmers en een stuwdam met meer te fotograferen.
We namen nog even de tijd om naar de kaart te kijken en er zat niets anders op dan de terugweg via Grenoble te doen of anders via een andere Col waarvan de lijnen nog smaller waren dan deze die we achter de rug hadden.
Om toch nog iets van het interieur van de wagen over te houden besloten we dan maar via Grenoble te reizen.
Het was nog een lange weg tot we terug in Saint-Francois waren maar wel vergezeld van een prachtig decor.
We hadden terug heel wat gezien en ontdekt en voldaan trokken we s avonds onze wandelschoenen uit die we niet zoveel gebruikt hadden buiten om op de rem te staan in de verschillende haarspeldbochten.
Stilletjes hoopten we op wat zonniger weer maar dat zou de volgende dag wel uitwijzen.
Toen we op dag acht in ons bed kropen waren er niet teveel sterren meer te zien aan de hemel en dat kwam niet door de Calvados maar door de bewolking die komen opzetten was.
Wat ons steeds verbaasde is dat ze hier in ons kleine landje soms moeite hebben om het weer te voorspellen voor drie dagen maar dat ze ginder het weer konden voorspellen tot zelfs per uur.
Toen ze op de weerinfo vermelden dat de zon zou schijnen in de voormiddag en dat de bewolking de Col zou overtrekken rond 14u dan was dit ook zo.
Maar uit ervaring weet ik dat je met onweer in de bergen steeds moet opletten en dat het weer er vlug kan keren.
s Avonds was het kleine dorp verlicht en het werd een heel speciaal beeld als grijze dikke wolken zich over de berg lieten rollen om af en toe de chalets in te pakken en ze onzichtbaar te maken in een wolkennevel.
Toen het echt donker was hoorden we in de verte wel wat gedonder en de bergkam werd af en toe verlicht door felle bliksemschichten.
Maar wij lieten er onze slaap niet voor en toen we s morgens wakker werden was het dorp in een witte nevel gehuld en lag alles wat zichtbaar was er kletsnat bij.
Het had blijkbaar geregend hoewel de mist het hier aardig nat kon maken.
Soms zagen we het dorp mysterieus opdoemen uit de nevel en iets later hulde het zich weer in stilzwijgende onzichtbaarheid.
Zelfs de koeien hoorden we niet meer bellen in de wei en het enige dat hoorbaar was in de mist waren de waterlopen die steeds met hetzelfde geruis hun weg zochten naar lager gelegen gebieden.
Dag negen was grijs voorspeld en dus besloten we maar van het een dag kalm te houden en ervan te profiteren om onze was te doen.
Ja, in het dorp hadden we een wasserette gezien en dus trokken we met onze stinkkousen en overige bezwete kledingstukken naar de wastrommel.
We namen twee machines in beslag en het was eerst even zoeken hoe we het modernisme aan de praat moesten krijgen.
Een geldautomaat waar je een paar stukken moest ingooien en met een druk op een nummer kwam een potje waspoeder tevoorschijn.
Met een druk op een ander nummer startte de machine en zo waren we zoet voor bijna een uur.
Ondertussen liepen we even de winkels af en na enige tijd liepen we terug binnen om de was uit de machine te halen en ze in de droogkast te steken.
Jawadde zeg nadat we die machine al drie keer hadden opgezet waren die kleren nog niet droog.
We hebben dan maar de thermostaat wat hoger gezet en zo kwamen na 24 minuten mijn kousen en onderbroeken tevoorschijn alsof ze uit een microgolf oven kwamen.
t Was precies dat mijn kousen van een 43 naar een 40 waren gesprongen en dat mijn onderbroeken van een XL naar een L gekrompen waren.
Maar geen probleem ik was ondertussen toch al wat kilos vermagerd en zo ziet ge dat de natuur zich steeds aanpast aan de omstandigheden hé.
Na de was en de plas trokken we terug naar het appartement en besloten de dag door te brengen met een spelletje kaarten of scrabbel.
Ja, het was eens een rustige dag en ook daar hebben we van genoten.
Samen aan tafel met wat sauccison en witte wijn en af en toe kijken naar buiten hoe de wolken hun capriolen uithaalden voor ons terras.
In da namiddag was het een komen en gaan en het was een prachtig schouwspel hoe de wolken ronde de bergkammen speelden en het dorp in een nevelig deken hulden als wilden ze verstoppertje spelen.
Ja, zelfs het slechte weer heeft hier iets speciaals en zo liepen we af en toe naar het raam om het spel van de weerfenomenen gade te slagen.
Ook voor de volgende dag hadden ze nog wel wat grijs voorspeld maar wij hadden voor die dag een afspraak in de kaasmakerij en zouden dan wel zien wat we de volgende uren zouden doen.
Het weer zou alvast geen invloed hebben op onze uitstappen en dus keken we al uit naar de volgende morgen.
De vakantie is vooral genieten en op rust komen hoewel je met een wandelvakantie soms meer moe bent dan tijdens de werkdagen.
Dag acht begon alvast rustig en de voormiddag brachten we in het appartement door.
Je weet wel, de krant wat lezen om op de hoogte te blijven van het nieuws in ons kleine landje en ook de meegenomen literatuur doorworstelen.
Och dit jaar eens iets anders dan Ernest Claes of Streuvels en dus had ik maar een boek over Nostradamus en één over Breendonk ter hand genomen omdat het niet altijd volksverhalen moeten zijn.
De zon kroop ondertussen hoog naar de hemel en het zou terug zeer warm worden.
Tegen de middag als de zon het hoogst stond besloten we toch maar onze rugzak te vullen en onze wandelschoenen aan te trekken.
Op de kaart hadden we gekozen voor een wandeling die niet ver van het appartement begon en waar we dus de wagen niet voor hoefden buiten te halen.
Steeds hetzelfde ritueel voor we vertrokken en vooral nagaan of we niets vergeten waren van de weinige dingen die we moesten meenemen.
De fototoestellen met geladen batterij, flesjes water en voor sommigen een hoed om het geen zonneslag op ons haar te krijgen.
Nog even insmeren en we konden vertrekken.
Meestal verlieten we het appartement via de garage en je voelde zo de hitte nader komen en eens je buiten was overviel de zon je in alle glorie.
We hadden gekozen voor een rode wandeling en mijn lief bleek akkoord te zijn omdat ze niet te ver van het appartement begon.
Op het plan was wel te lezen dat er een hoogteverschil was van twee maal 600m en daar had ik persoonlijk wel wat vragen bij.
Promenade du col de Montjoie stond met een rode lijn aangeduid en dat is steeds met zeer veel vragen.
Lang hoefden we niet op antwoordt te wachten.
Nadat we ongeveer een 500m op de weg hadden gewandeld moesten we een onverhard pad nemen waar we na enige tijd over een bergriviertje moesten.
Eens de oversteek gedaan versmalde het pad zodanig dat het zelfs onmogelijk was om nog met twee naast elkaar te lopen.
Op een afstand van ongeveer 200 m slenterde het pad zich tussen stenen en struiken en eens we terug in open vlakte kwamen ging het pad van bergop naar zeer steil.
We hebben ondervonden dat je zelfs niet op foto kan tonen hoe steil iets is of zelfs het niveauverschil.
Je moest het zien en dan nog beseften we pas goed hoeveel het niveauverschil bedroeg toen we na minuten klimwerk het pad en de weinige wandelaars kleiner zagen worden.
Op deze wandeling zouden we zeker geen tijdrecord vestigen want om de twee minuten moesten we stoppen om op adem te komen.
Sommige stukken waren zo steil dat het nodig was om voorover te hangen tijdens het wandelen en vooral te kijken waar je de voeten kon zetten om zo weinig mogelijk inspanning te doen.
De zon brandde hard en onze adem stokte.
Traag klommen we met kleine stapjes alsof we de berg met een ladder aan het beklimmen waren.
Achter ons een diepte en voor ons een smal pad waar we veel verder nog een paar mensen zagen lopen die niet groter toonden dan een paar centimeter alvorens ze achter een bergkam verdwenen.
Toen we eindelijk op een plat stuk kwamen waar ooit een steenlawine moet geweest zijn besloten we van even te rusten en op adem te komen.
Iets eten en drinken en ondertussen genieten van het landschap terwijl we de fysiek met elkaar vergeleken en moesten toegeven dat het niet meer was wat het geweest was.
Zittend op een grote steen genoten we van de vlinders die rond ons kwamen fladderen en mijne kleine snotter had ondertussen een heel speciale spin ontdekt waar we stilletjes zaten naar te gapen hoe ze hier hoog in de Alpen haar web kwam maken.
We namen ook nog even de kaart ter hand en toen we iets later terug vertrokken beseften we dat al onze inspanningen nog maar een deel van de route hadden gedaan.
De 600m niveauverschil hadden we nog maar deels gedaan en achter de kam wachtte nog zon stuk waar je een geoefende bergbeklimmer moest voor zijn.
Nee het lag niet in onze aard maar vandaag zouden we de wandeling voor bekeken houden en rechtsomkeer maken.
Te uitputtend, te warm, te zwaar en vooral nog te ver om verdere risicos te nemen.
De weg liep verder over grote stenen die door de jaren van de berg waren gestort en die willekeurig verspreid lagen.
Wel mooi om zien hoe de verschillende vetplantjes hier een thuis vonden en de fauna en flora hier ongestoord hun weg konden gaan.
Het was pas op de terugweg dat we tijdens de afdaling goed konden zien waar we opgeklommen waren en waar een paar wandelaars evenveel moeite hadden om naar boven te klimmen.
Denk niet dat afdalen een makkelijkere klus is want het is ook je evenwicht bewaren en vooral zien van op de steile stukken niet te struikelen of je voeten te verstuiken.
Toen we terug beneden aan het bergriviertje stonden vonden we het triest dat we de wandeling niet hadden kunnen afmaken en dus stelden we ons de vraag of we niet een ander pad zouden nemen om een andere wandeling te doen die we voorheen al hadden gedaan.
Mijne jongste snotter hield het voor bekeken en terwijl hij terug naar het appartement trok besloten wij nog de andere wandeling af te maken.
Zo belandden we na lange tijd onze voeten en kuiten te hebben gegeseld terug in het dorp en besloten om nog een terrasje te doen niet te ver van het appartement.
In feite stond het aangeduid als Bar-Restaurant waar we moe in de schaduw achter wat beschutting zochten.
Een witte sangria liep er vlot naar binnen en de patron was een zeer joviaal en vriendelijk iemand.
Altijd leuk om bediend te worden met mensen die overweg kunnen met de klanten en die met wat vriendelijkheid en humor de bestellingen afleveren.
Het is vaak ook de aanzet om even naar de menukaart te kijken en ook deze sprak ons wel aan.
Mijn lief sprak van trakteren en of we hier niet eens zouden komen eten en zo reserveerden we voor s avonds.
Terug in het appartement gingen we allen onder de douche en s avonds trokken we naar restaurant La Grange.
Prachtig interieur waar de tijd precies was blijven stilstaan en waar vele zaken uit een oude schuur waren opgeslagen.
En hoewel we in het begin nog dachten van er alleen te zitten liep de zaak stilletjes vol en was het werken geblazen voor de baas en één dienster.
Maar het was iemand met kennis en die vooral zijn zaak met veel plezier en inzet runde.
De specialiteiten uit de Savoi werden er op een leuke en originele manier opgediend en vooral zeer lekker.
Hoewel ik niet echt een taarteter ben nam ik als dessert een stuk taart omdat de Patron mij had gezegd dat ze uniek was in de streek.
Hij straalde wel vertrouwen uit en dus nam ik maar taart.
Een rabarbertaart met zwarte bessen!
Ik heb nu al veel taart gegeten in mijn leven maar zo iets lekker nog nooit wat taart betreft.
De combinatie kon niet beter passen en dus heb ik duimen en tenen afgelikt.
Na de koffie neem ik nog al eens een Calvados maar heb ook de neiging van te vragen of het wel Calvados is en geen bijgewerkte appelwijn.
Maar de baas wist welk vlees hij in de kuip had en dus toverde hij in een groot glas een heerlijke Calvados uit een stenen kruik.
Aan de muur hingen ook nog een paar oude skis en in feite kwam alles hier tot zijn waarde.
En toch vond ik dat er iets ontbrak!
Het zou hier zeker niet misstaan van een paar oude schaatsen te hangen en toen ik de baas de vraag stelde waarom er geen hingen wist hij ons te vertellen dat hij zelf nog geschaatst had maar nooit echte oude schaatsen gevonden had om hier in zijn zaak te hangen.
Geen probleem van het één kwam het ander en ik vertelde hem dat ik er thuis nog een paar honderd hangen had en dat ik met veel plezier een paar zou opsturen.
Voldaan kropen we na de afrekening terug de berg op naar ons bed en terwijl onze benen al aan het uirusten waren ging de naam en de bediening van het restaurant nog vaak over onze lippen.
Ja, het was zeker voor herhaling vatbaar.
Maar eerst zouden we de nacht ons laten toedekken op weg naar ..
De dag begon met een paar nevelslierten boven de bergtoppen maar het waren vooral onze spieren die zich nog deden voelen na de zware wandeling van eergisteren.
Mijn lief was nog stijver dan gisteren en ook bij mij trok het op sommige plaatsen wreed tegen.
Maar we zouden zeker niet opgeven wat het wandelen betrof en dus zouden we ook vandaag op zoektocht trekken naar wie weet wat.
Op de kaart hadden we een blauwe wandeling uitgekozen en het blauw stond voor niet te moeilijk.
Zoals de skipistes in kleuren zijn ingedeeld zijn ook de wandelpaden ingedeeld van makkelijk tot zeer moeilijk.
Het was eerst een stuk rijden met de wagen om vandaar de weg te verlaten en pas na een paar uur en met zweetdruppels op het voorhoofd terug op onze vertrekplaats aan te komen.
We hadden gekozen voor le lac du loup wat in het Nederlands niet meer is dan het meer van de wolf.
Op de kaart was het aangeduid als een klein bergmeertje en zoals de meeste van die bergmeertjes zijn ze inderdaad niet groot maar brengen ze het landschap tot leven door de weerspiegeling van de prachtige omgeving.
Het was terug via kronkelende smalle wegen dat we ons naar boven begaven en onderweg stopten we verschillende keren om of het landschap te fotograferen of een andere bezienswaardigheid zoals er hier velen gezaaid lagen.
Een van die bezienswaardigheden was de kapel van Montraimont die volgens de grootte eerder op een kerk ging lijken als we het met het dorpje moesten vergelijken.
Een kapel die op de rand van het ravijn lag met ongeveer 700m lager het stadje La Chambre.
Nadat we een paar fotos van de kapel hadden genomen reden we verder en kwamen we ook in het dorpje Montraimont aan.
Och vele van die dorpjes trekken op elkaar hoewel ze toch allemaal iets verschillend hebben.
Meestal zijn het gehuchten met niet meer dan een paar huizen en schuren maar allen hebben ze een kerk en een gemeentehuis.
Maar dit dorpje straalde wel iets uit en dan heb je zo al vlug iets vanhier zou ik nu willen wonen om mijn oude dagen te slijten.
Het si vooral de rust die een mens aanspreekt in die kleine dorpen en we zouden er later nog zo wel een paar ontdekken.
Het viel ons zelfs op dat we af en toe bleven staan bij een huis dat te koop was alsof we ons eigen wat dichter bij onze droom wilden brengen en ons toch de hoop geven dat we ooit zelf montagnards zouden worden.
Wat ons vooral was opgevallen bij het doorrijden van Montraimont was een grote oven waar twee personen bezig waren met brood te bakken.
Opgelet niet één of twee broden maar een twintigtal lagen aan de zijkant van de oven.
Het leek ons de moeite om te stoppen en mijn lief sprak al direct van een brood te kopen en van eens een babbel te gaan doen met de mensen van hier.
Zo geschiede het ook en eens de wagen geparkeerd in de smalle straat liepen we richting oven.
De beleefdheid gebood ons van toch eerst te vragen of we wel een foto mochten nemen van de oven en het brood en dat was in feite de aanzet van een heel leuk en interessant gesprek met de montagnard die als warm en vriendelijk persoon kan bestempeld worden.
-Bonzour monsieur, je veut prendre foto si je peut du four a pain Francais.
-Mais bien sur monter jusque au four.
De oven was te bereiken met een paar trapjes waar twee personen onder het grote gewelf stonden en waar een zwartgeblakerd stalen luik toegang gaf tot de oven.
We stonden nog niet goed boven dat we die mensen al bestookten met een paar vragen als ware journalisten en wat me vooral opgevallen was waren het aantal broden voor zo een klein gehucht.
-Euh vous cuire du pain pour tout le village?
Of hij brood bakte voor gans het dorp deed hem eerder glimlachen en terwijl mijn lief met de oudste van de twee aan de babbel sloeg nam ik de jongste kerel voor mijn rekening die waarschijnlijk iets ouder dan ik moet geweest zijn.
Nee, het brood werd gebakken omdat er de zondag la féte de lalpage doorging in de kapel die 700m hoger lag.
Vriendelijk beantwoorden ze alle vragen en kregen we zelfs de uitleg van hoe alles volgens traditie bleef verlopen.
De oven werd nog regelmatig gebruikt maar met het feest worden er meer broden gebakken omdat deze dan per opbod worden verkocht waarna met het geld het onderhoud van de kapel bekostigd word.
Maar ook over de oven viel heel wat te vertellen.
Vroeger werd de oven op regelmatig tijdstip gebruikt en werden er broden gebakken volgens het seizoen.
In de winter elke maand en in de zomer om de drie weken omdat het brood in de winter langer bewaard kon worden door het koel te houden.
Ja, ik hoor het u al zeggen dat ze bij ons al vlug de neus zouden ophalen als men niet om de twee dagen bij de bakker stopt.
Het was ook niet zo dat het steeds dezelfde personen waren die het brood bakten maar ieder op beurt en ook dat had een speciale reden want zelfs de volgorde van de oven aan te steken had belang.
Er was in feite een beurtrol om de oven aan te steken omdat de eerste die hem aanstak ook meer hout moest verbruiken.
Het eerste brood kon ook niet verkocht worden omdat het niet volledig aan de normale vorm voldeed, hoewel het juist dat brood was dat ik zou gekocht hebben.
En terwijl we daar stonden kwam één van de kleinkinderen aanlopen die onder het waakzame oog van de grootvader het laatste brood uit de oven mocht halen.
Ambachtelijk, prachtig, mooi,lekker en zo eenvoudig verwijderd van al ons modernisme dat we hier bij ons kennen.
We stelden ons vaak de vraag wat een mens nu bezielt om hier zo afgelegen te komen wonen en of ze geen gebrek hebben aan alles wat ons in ons klein België voorgeschoteld wordt aan modernisme.
We gingen er van uit dat de meeste mensen hier geboren waren en hier dus ook waren blijven wonen maar ook daar kregen we al vlug een verrassend antwoordt op.
De oudste man was 80 jaar en had tot zijn 60 jaar in Parijs gewoond en gewerkt waarna hij naar Montraimont gekomen was om het ouderlijk huis te bewonen.
En of hij geen heimwee had naar de lichtstad?
Nee hij dacht er zelfs niet meer aan.
Ik kon hem goed geloven want tijdens onze dagen hier zat ik ook niet aan Deftinge of Geraardsbergen te denken.
Ja, het is iets heel eigenaardig hoe je hier anders gaat leven en zelfs de dingen die je ook bij ons vindt ga je hier anders bekijken.
Het valt ons op hoeveel keren we al niet zijn blijven stilstaan om een koe te fotograferen of zou het nu juist aan die bel of aan die bergen liggen.
Hoeveel keer zijn we niet gestopt om een sprinkhaan of een vlinder te fotograferen daar waar we er bij ons aan voorbijlopen.
Al een paar keer liet ik me bijna wijsmaken dat les montagnards koele mensen waren en ik moet zeggen dat het dan ene zal geweest zijn die naakt in de sneeuw moet gestaan hebben want tot nu hebben we het anders ervaren.
Daar waar we bij ons vijftig man moeten voorbijlopen voor er al eens ene spontaan goedendag knikt knikken hier alle voorbijgangers met een welgemeende bonjour of bonsoir.
Ja, er zijn dagen dat we zoveel knikten dan die negertjes die als spaarpot op de toonbank bij bakker of beenhouwer stonden.
Ja, monsieur Claude wees er ons zelfs op dat we een kwartier te laat waren om iets mee te drinken terwijl hij naar een pan en twee glazen wees waar de restanten van rode wijn in te zien waren.
Maar hij nodigde ons wel uit voor het feest van zondag en voegde er nog aan toe dat we verder nog een paar prachtige locaties zouden tegenkomen.
Dat was ook zo want we verlieten het gehucht dat op 1100m lag om ons te begeven naar le lac du loup op 1635m van waar we onze wandeling begonnen.
Een bergmeer met groene kleur door de weerspiegeling van de weiden er rond en waar een paar eenden zeker niet mensenschuw waren en zelfs stukken boterham met choco kwamen eten van mijne jongste snotter.
Bij een bergmeer moet men zich nu ook niet het meer van Annecy voorstellen want vaak is het niet meer dan een grote plas.
Wel gezellig en romantisch maar groot zijn de bergmeertjes niet hoewel ze een zeer speciaal tintje aan de ongeving geven en vooral alle soorten dieren en insecten lokken.
We aten er onze picknick op en vetrokken daarna om de weg te verlaten en via kleine paadjes plekken te ontdekken waar Jezus zijn vakantie nog moet komen doorbrengen maar waar God alvast in Frankrijk leeft.
Zo kwamen we in Taramur waar het eerste huis aan de weg lag en de volgende negen waarvan we soms moeilijk konden raden of het huizen of schuren waren aan een pad dat niet meer was dan een stuk platgereden gazon.
En telkens we er als vreemden langskwamen werden we steeds begroet met bonjour ook al kwamen we soms langs tijdens hun middagmaal dat sommigen om 14u of later namen.
Ja, we ontdekten zelfs verlaten huizen die nu in ruïne gevallen waren maar waar nog wel een antiek bed aan de vroegere bewoners deed denken op een half uur van de eerst begaanbare weg.
Allemaal zaken waar we ons vragen bij stelden, want geen elektriciteit en het water werd in holle boomstammen of zinken buizen afgeleid van bergstroompjes naar het huis.
Voor ons een avontuur maar voor de mens uit de streek de normaalste zaak.
En ja, wat ons ook steeds opviel is de rust en de stilte.
Soms hoor je niets en als we dan al eens onnozel wilden doen en in het gebergte plots Lééééoooooo gingen roepen om te zien of er hier purperen koe zou opduiken waren we soms gegeneerd dat we de stilte verbroken hadden.
Ja, op de terugweg waren we er ook van bewust dat onze eerste week er bijna opzat en dat wou zeggen dat op plaatsen waar de tijd leek stil te staan hij toch even vlug vliegt dan bij ons.
Morgen trekken we er terug op uit en met een weekend voor de deur stellen we ons de vraag of de mens hier tijdens het weekend anders gaat leven en de koeien anders grazen.
Nee ik denk het niet en dus kunnen we verder op avontuur trekken zolang onze benen maar mee willen.
Toen we op dag zes uit bed stapten was het alsof we op een strijkplank gebonden lagen.
Ja, zo stijf voelde mijn lichaam en vooral mijn kuiten deden mij aan de wandeldag van gisteren denken.
Een wandeling van meer dan zes uur blijft nog wat nazinderen en met een paar uurtjes slaap is dit niet zomaar verdwenen.
Op weg achter de krant en koffiekoeken woog de kleinste helling door en het ergste was dat er daar geen kleine hellingen waren maar dat het zelfs tot bij de bakker steil bergaf ging om daarna terug te moeten klimmen.
Mijn kuiten lieten mij alvast weten dat we het vandaag wat kalmer aan zouden mogen doen en ook mijn lief en de jongste snotter waren volmondig akkoord.
We besloten dan maar om ons eens te laten zakken tot in La Chambre aan de voet van de Col de La Madeleine.
Onderweg waren vele fietsers terug bezig de beklimming aan te gaan en soms vroegen we ons af wat een mens er nu toe aanzet om zo een inspanningen te leveren bij zo een warm weer.
20km klimmen waar het lichaam zich in alle bochten moet wringen en waar de kuiten gespierd zitten te vloeken bij een mens die het verstand op nul probeert te zetten om toch de top te halen.
Och hoe was ik zelf dacht ik toen ik zelf nog in de sport zat en elke uitdaging wou aangaan.
Langs de kronkelende weg duurde het ongeveer een half uur om beneden te raken en dan stelden we ons de vraag hoelang een beklimming met de fiets wel zou duren.
Eens we beneden waren was het juist markt in La Chambre maar veel stelde dat niet voor en er was zelfs geen vergelijk met de markt in Annecy.
Vijf of zes kraampje en meer stond er niet.
We slenterden dus maar wat rond in de voornaamste straat waar ook een parking lag waar de fietsers hun wagen konden achterlaten om van hier direct aan de col te beginnen.
Iets verder in de straat zagen we een reclamebord tegen een gevel hangen van een coöperatieve die kaas maakte en op de deur konden we lezen dat de kaasmakerij ook te bezoeken was.
We staken dus maar eens ons licht op maar het bezoek was juist voorbij en dus waren we te laat.
De dame wist ons wel te vertellen dat er elke dag bezoeken waren en dus namen we maar een afspraak voor de volgende maandag.
Om 9u30 moesten we in de winkel staan die een heerlijk aroma verspreidde van verschillende soorten kazen.
Buiten een paar oude huizen was er in La Chambre niet veel te ontdekken of we zouden er moeten aan voorbijgelopen zijn.
We slenterden dus maar wat in de kleine straatjes waar we langs een kerkhof liepen en waar de salamanders op de witte muur zaten te zonnen.
Tegen de middag gingen we ons dan maar op een terras zetten van een hotel dat gespecialiseerd was om fietsers en motorrijders te logeren.
Ja ook de motoren zoefden hier met honderden door de streek en in mijn binnenste hoopte ik van ook mijn motor nog eens tot hier te krijgen om de verschillende cols te doen wat dit moet wel een heel leuke ervaring zijn.
Tijdens onze wandeling hadden we gemerkt dat we via een andere kant ook terug naar St-Francois konden rijden en om eens iets anders te zien besloten we dan maar om die weg te nemen.
Zoals meestal begon ook deze weg tussen een paar huizen en was dus breed genoeg om twee wagen naast elkaar te laten passeren maar na een paar bochten ging de weg over naar een steil pad dat als een dakgoot tegen de berg hing.
Mijn lief neep de rest van de armleuning stuk en telkens ik vroeg of ze het mooie landschap had gezien riep ze met haar ogen toe dat ik voor mij moest rijden en vooral niet te rap en zeker niet tegen de afgrond.
Ja, en terwijl ik niet te rap mocht rijden wou ze dan zo rap mogelijk dat pad verlaten vrouwen hé.
In Montgellafrey een klein bergdorpje tegen de wand van de berg hielden we nog even halt om een paar fotos te trekken en ook hier hadden de 15 huizen een kerk en een gemeentehuis.
Toen we nog iets verder reden verbreedde de weg terug en besloten we om nog even te stoppen en de benen wat te strekken.
Ja, als ge zo 15km met de billen dichtgeknepen zit van de hoogtevrees kan dat wreed deugd doen hé.
Maar de kuiten lieten mij toch nog aan de dag voordien denken en dus hielden we het rustig.
Op zeker moment zagen we een pijl staan naar een bergmeertje en we zouden het zeker eens opzoeken op de kaart om het later op de week te gaan verkennen.
Wat ons hier op deze korte wandeling opviel waren de verschillende soorten vlinders.
Soorten die ik nog nooit had gezien en waar ik me afvroeg of het wel vlinders waren en of we soms geen nieuwe soort hadden ontdekt.
Eens terug aan de wagen besloten we van terug naar het appartement te rijden en na het koken wat te kaarten en te scrabbelen.
Zo trokken we rustig de avond in waar de nacht een zwart deken over de toppen hulde en waar de bergdorpjes hun lichten als glinsterende ogen liet schijnen.
Dorpjes die wel tien kilometer verder lagen kon je zo ontdekken in de nacht.
Maar ook de hemel had heel wat te bieden.
De sterren hingen er te flikkeren tegen een pikzwarte achtergrond alsof ze allemaal op de afspraak waren.
Zo trokken wij naar bed om onze ogen te sluiten en in het donker te reizen naar de volgende morgen met de vraag wat de volgende dag zou brengen.
Er was hier nog zoveel te ontdekken en te bewonderen dat we soms gehaast waren om in slaap te vallen en dus met een trein vroeger aan te komen de volgende morgen.
Ja, dag zes verliep alvast veel rustiger en zo mocht er ook wel eentje tussen zitten.
Na een heel leuke en mooie wandeling aan het meer van Annecy konden we na dag vier ook dag vijf inzetten.
De ganse week hadden ze nog zeer warm weer voorspeld en sommige wandelingen liggen dan op de grens van de uitputting.
Het hoogteverschil begint al vlug parten te spelen en het lichaam raakt vlugger vermoeid.
Maar op 100m van het appartement was er een zetellift en elke dinsdag en woensdag zou die in gebruik zijn volgens de toeristische dienst.
We zouden het ons dan maar eens gemakkelijk maken door met de zetellift naar boven te gaan, daar onze wandeling af te werken en daarna met dezelfde lift terug naar beneden.
Toen we inlichtingen gingen vragen kwam het er op neer dat we inderdaad met twee liften in St-Francois naar boven konden voor 18 en dat we voor 39 een andere lift konden nemen naar Valmorel.
Ja, het leek ons wel leuk om ook eens een andere plaats te zien en dus besloten we maar om het totale pakket te nemen.
Met ons drietjes namen we plaats in de zetellift en binnen de kortste keren hingen we meters boven de grond.
De zon scheen al hard op ons bleek vel en van in de hoogte hadden we een prachtig zicht op de Alpenweiden en de verschillende pieken.
In een rugzak hadden we voor elk een flesje water en wat boterhammen meegenomen zo konden we onder de middag nog wat picknicken in openlucht.
De dame aan de lift had ons wel gevraagd om het uur in de gaten te houden want de laatste lift terug was om 16u.
Toen we met de eerste lift aangekomen waren vroegen we de weg om naar Valmorel verder te reizen en een vriendelijke jongeman toonde ons een lagergelegen lift waar we na een afdaling die al in de benen kroop terug een hoogteverschil mee konden overwinnen zonder ons moe te maken.
Eens boven stelden we dezelfde vraag en daar zou onze miserie beginnen.
Aan de volgende lift verwees de man ons naar een klein stipje in de verte dat ook een lift zou moeten zijn en vandaar konden we dan naar Valmorel dalen.
In feite waren we toen al beland op de andere zijde van de Col de La Madeleine en zelfs een afdaling op wegen die meer uit stenen dan aarde bestaan kruipt al vlug in de kuiten.
Ongeveer een uur hadden we nodig om het andere punt te bereiken en daar vonden we inderdaad terug een zetellift.
Wat ons wel verwonderde was dat hij niet werkte en dus stonden we daar schoon met onze mond vol Alpenlucht.
Maar toen we op onze horloge keken zagen we dat ze 12u15 aangaf en dat verklaarde blijkbaar veel want onder de middag ligt hier in de streek alles stil.
Er zaten nog een paar mensen te genieten in de zon en dus dachten we dat ze ook op de lift zaten te wachten en dat dachten we ook van de volgende die aankwamen en zich in het gras nestelden om te eten of te drinken.
De wachttijd konden we inkorten door van de mooie vergezichten te genieten waar in de verte de Mont-Blanc zijn witte kop liet zien en van de vele soorten vlinders en insecten die hier landen op de verschillende soorten bloemen.
Ook de koeien liepen hier op twee meter van ons vandaan en hun bellen brachten een middagserenade telkens we in onze boterhammen beten.
Om 13u was er nog geen beweging in de lift en dus zou het waarschijnlijk wel 13u30 worden en begonnen we te tellen of na de afdaling naar Valmorel er nog genoeg tijd zou zijn om de afstand in omgekeerde richting te overbruggen en de zetellift van 16u nog te halen.
Och het zou ons wel lukken.
Maar om 13u30 nog geen beweging te zien en dus vroegen we aan een paar werkmannen die de schuilhut als refter gebruikten om hoe laat die lift nu terug begon te werken.
De man keek ons een beetje verwonderd aan en volgens hem zou de lift helemaal niet werken want zijn waren juist bezig met er onderhoudswerken aan uit te voeren.
Volgens hem stonden we gewoon aan de verkeerde lift te wachten en moesten we nog een paar honderd meter lager zijn.
-Wablieft .encore plus bas???
Vriendelijk nam hij zijn verrekijker en tuurde naar de andere lift waar blijkbaar ook geen beweging was.
Hij stelde ons zelfs de vraag of de liften wel werkten en daar moesten we hem op antwoorden dat ze ons van de andere kant naar hier hadden gestuurd en dat 39 voor een lift die niet werkt wel veel geld was als je alles te voet moet afleggen.
Hoewel hij van de streek was verschoot hij zelf van het bedrag en zelfs zijn collegas kwamen hem op zeker moment bijstaan en onze ontmoediging groter maken toen ook zij vertelden dat we misschien beter nog tot 14u konden wachten maar dat het niet zeker was dat die liften wel zouden werken.
Daar stonden we nu schoon gevangen in een prachtig landschap waar de zon ons wreed aan het uitlachen was en de komende uren ons lichaam zou kwellen en folteren.
Om 14u zagen we in de verte ook geen beweging in de liften en dus besloten we maar om onze moed bij elkaar te nemen en een besluit te nemen.
We hadden de keuze van op onze stappen terug te keren of anders de lift te nemen volledig onderaan de berg waar we zaten en waar de werkmannen ons bevestigden dat hij wel werkte omdat ze er langsgereden waren.
Er was maar één probleem en dat was dat we de ganse afdaling naar de lift te voet moesten doen en dat de lift waar we 39 voor betaald hadden nooit zouden zien zoals we ook Valmorel nooit zouden zien.
Het kwam er vooral op aan van ons dan nog eens te haasten ook om benden op tijd de lift te nemen om zo boven voor 16u de andere liften te nemen die ons terug naar St-Francois zouden brengen.
Al vlug bleek het geen ideale keuze te zijn want het pad naar beneden was na een paar honderd meter onderbroken en dus waren we verplicht van ons over een ganse afstand een weg te banen over hopen aarde en stenen om af en toe in het hoge gras te verdwijnen waar de sprinkhanen tegen ons aansprongen omdat we hun slaap verstoorden en waar muggen en vliegen ons lichaam als landingsplaats aanschouwden.
En zoals het in de bergen vaak is denk ja na elke bocht dat je er bent maar moet je beseffen dat het nog een heel eindje verder is.
Maar eindelijk zagen we onder ons de lift in werking en deze zou ons terug en hopelijk op tijd naar boven brengen.
Onze kuiten stonden gespannen, de dijspieren puilen als deze van een bodybuilder van onder onze short en onze benen en voeten waren niet echt gebruind op vijf dagen maar zagen pikzwart van het droge stof waar we door gegaan waren.
Fier lieten we aan de bediende van de lift ons ticket zien met de vraag of we via deze weg terug naar St-Francois konden en toen hij ja knikte waren we plots al veel geruster gesteld.
Meters boven de grond bengelden zes vermoeide benen en de drie gestelde lichamen waren al aan het berekenen hoe ver de lift nu nog zou liggen die ons terug naar beneden zou brengen.
Mijn lief hare permanent op hare kop hing halfstok, mijne jongste snotter had waarschijnlijk liever een pc of tv vakantiegewenst en ik moest toegeven dat de fysiek uit mijn jonge jaren verleden tijd was.
Na enige tijd kwamen we boven aan en de andere lift lag maar een paar honderd meter verder en was nog in werking.
Oef van een opluchting gesproken.
We namen nog een paar fotos en na een paar minuutjes kwamen we aan de andere lift en hoewel ik zeker wist dat we met deze lift naar boven gekomen waren stelde ik toch nog eens de vraag of het wel deze naar St-Francois was al was het maar om onze aankomst te melden.
-Bonzour.
-Bonjour monsieur.
-Cest bien le lift pour St-Francois?
-Oui.
-Ha bon allors ca va.
-Oui mais on ne peut pas le prendre pour descendre.
-Wablieft???
-Oui descendre est défendu avec le lift seulement en hiver avec des ski.
Potverdekke t zal toch geen waar zijn zekerst.
De man vroeg zelfs of ze ons beneden niet hadden ingelicht en nee daar hadden ze niks over gezegd en straffer nog ze hadden ons wel 39 aangerekend om alles te voet te doen blijkbaar.
-Et alors?
Vroeg ik de man nog die blijkbaar wat verveeld zat om ons de weg naar St-Francois uit te leggen.
We hadden keuze uit twee verschillende trajecten een moeilijk of een iets makkelijker.
Ik weet niet wat zij onder moeilijk of makkelijk verstaan maar toen we de makkelijkste weg genomen hadden bleek deze al vlug zeer moeilijk te zijn.
Het pad was wel redelijk breed maar steil en met stenen bezaaid.
We flitsten af en toe onze miserie weg met een groene lach en wat zwarte humor tussen de bruine koeien die we op ons pad kruisten en ook door fotos te nemen en af en toe een adempauze in te lassen.
Ondertussen stonde de zon hoog boven de bergtop en leek het wel alsof we ze konden aanraken.
Terug hetzelfde als daarnet dachten we na elke bocht dat we er waren en er leek geen einde aan te komen.
Onze benen stonden gezwollen de ruggen deden pijn en onze mond plakte tegen het gehemelte omdat onze drinkflessen leeg waren en we nu toch al 5uren onderweg waren.
Maar blijkbaar zou onze miserie nog niet ten einde zijn want toen we na een heuvel zicht kregen op het onderliggende gedeelte bleek dat we helemaal niet in St-Francois zaten maar op de Col de La Madeleine zelf vanwaar het nog 5km was tot aan ons appartement.
Boven op de col besloten we eerst iets te drinken en dan onze laatste moed bij elkaar te schrapen.
Mijn lief droeg ondertussen een paar blaren mee op haar voeten mijne jongste snotter had het al uitgeschreeuwd dat het morgen rustdag zou zijn en ik hoopte maar dat die 5km vlug voorbij zouden zijn met mijn schoenen waar de rook uitkwam.
Na een drankje besloten we de weg te volgen en zo kwamen we na een wandeling van meer dan 6 uren aan het appartement aan en vielen we uitgeput in de zetel alvorens een zeer kalme avond aan te vatten.
Nee, we hebben die avond niet meer naar de kaart gekeken om de volgende wandeling te plannen en besloten maar om het de volgende dag wat kalmer aan te doen.
Dat ze ons daar goed liggen hadden om de lift te betalen om meer te voet dan zittend te doen kwam nog vaak over onze lippen maar anderzijds hadden we weer een avontuur achter de rug en avonturen kunnen nu eenmaal vermoeiend zijn hé.
s Anderdaags bleek de wandeling wel heel wat mooie fotos opgeleverd te hebben en daar konden we het dan mee stellen.
Echt lang zijn we die avond niet opgebleven en als marmotten hebben we het eerste deel van de nacht doorgebracht.
Zoals elke dag liep ik s morgens achter brood en een krant en de dag kondigde zich zeer warm aan.
Ja, om hier een Vlaamse krant te vinden ben je best bij de eerste klanten om de eenvoudige reden dat ze er maar één exemplaar van binnenkrijgen.
Och zelfs hier klinkt het nieuws niet anders dan dat we het bij ons zouden lezen.
Een paar ontsnappingen omdat gevangenen nu ook éénmaal graag op vakantie willen of nog een paar politieke geschillen, in feite niks om nog van te verschieten of van verwonderd te zijn.
Nee de krant was er gewoon om ons een beetje op de hoogte te houden van het nieuws van bij ons maar dan ook niet meer dan dat en soms waren we meer met het kruiswoordraadsel bezig s avonds dan met het nieuws zelf.
Omdat we ook een paar uitstappen gepland hadden leek dag vier ons daarvoor geschikt.
Onze benen een dag rust gunnen zou zeker geen kwaad kunnen en met de voorspelde hitte konden we beter iets opzoeken waar er ook wat schaduw te vinden was.
We besloten dan maar naar Annecy te rijden ongeveer 125km van ons logement.
Onderweg was het al genieten van het landschap en in de Alpen is het zo dat men tijdens wandelingen om de tien meter een ander zicht krijgt en dat met de wagen om de kilometer de bergen een ander uitzicht krijgen.
Na enige tijd reden we aan de oevers van het meer van Annecy dat ons zou gidsen tot in Annecy zelf.
Het was ook rond dit meer dat een tijdrit van de Ronde van Frankrijk werd gereden en zo waren er niet alleen de namen van renners die er nog geverfd stonden op de weg maar ook de vele geverfde fietsen die er langs de weg stonden als versiering.
In Annecy zelf was het een plaatsje zoeken voor de wagen te parkeren en dat leek makkelijker gezegd dan gedaan.
Blijkbaar waren we niet de enigen die naar deze stad waren afgezakt en dus zochten we maar een plaats in een ondergrondse parking.
Eens terug bovengronds liepen we naar de oude stad van Annecy en al vlug wist deze stad ons te bekoren.
Het was er juist markt en dus prijsden de marktkramers de streekproducten aan waar je hun waren kon ruiken.
Het kraam met olijven, worsten of kazen geurde door de massa die langzaam door het oude centrum trok.
Op zeker moment trokken we van de massa weg en liepen we een oud pad naar boven dat ons tot bij een kasteel zou brengen.
Maar het was ons vooral te doen om de kleine steegjes er rond waar de kleine huisjes tegen elkaar stonden en waar je boven op de top een prachtig uitzicht had over Annecy maar vooral over de daken die als paddestoelen tegen elkaar waren geplakt.
De huisjes en steegjes leken ons voor ogen zijn geschreven als in een sprookje en met mijn lief aan de ene hand en mijne kabouter (die groter is dan mij) aan de andere hand was het ook een sprookjesdag onder een zon die het volk deed puffen.
We slenterden terug naar beneden en het was heerlijk wandelen en vooral genieten van het uitzicht op de kleine oevers van de rivier die zich een weg baande door het oude centrum.
De terrasjes zaten overvol en daar waar wij om 14u30 de afwas al zouden gedaan hebben begonnen ze hier pas aan het middagmaal.
Wij trokken op zeker moment naar het meer en zoals je bij ons een waterfiets kan huren kon je hier een echte motorboot huren.
Tientallen kraampjes aan het water met telkens een paar personen die je vriendelijk begroetten en tevens vroegen of we het niet leuk zouden vinden van een bootje te huren.
Voor iets meer dan 40 kon je zelf al kapitein spelen en met een paar euro meer kon je zelfs de luxe bepalen van de boot.
Ja, ik moet zeggen dat er een paar prachtexemplaren bijlagen.
Maar we zouden de zeeziekte niet gaan opzoeken en besloten maar aan land te blijven en de terugweg aan te vatten via de andere oever van het meer.
Een meer met een lengte van om en bij de 14 km en waar je 38km op de teller hebt als je volledig rond bent gereden.
Met een gemiddelde diepte van 41m en op het diepste punt zelfs 80m moet je al een goede zwemmer zijn om hier de oversteek te wagen.
We hadden een goede keuze gemaakt want deze oever was veel mooiere met schilderachtige dorpjes.
Eén van die dorpjes wasTalloir waar we even zouden halt houden om nog eens op verkenning te gaan.
Kleine straatjes met romantische namen en gevels gidsten ons tot aan het meer waar we plots ondergedompeld werden in een zekere luxe.
Prachtige villas wisselden af met een oud klooster dat als restaurant fungeerde en ook de hotels mochten er zijn.
Zoals elk jaar gingen we onze nieuwsgierigheid ook dit jaar loslaten op de prijzen die de gewone of ongewone mens moet betalen om hier te logeren.
Dat we hier 5 voor een pintje zonder schuim moeten betalen verwonderd ons al lang niet meer en daarom zijn we ook overgestapt naar de wijn.
Ook een klein brood van 4,50 is normale kost, vooral als ze je zeggen dat er in de bakkerij geen snijmachine staat en dat je dus verplicht bent van eerst een broodmes te gaan kopen.
Maar bon dat zijn nu eenmaal de prijzen en geen haan die er hier over kraait om ze te veranderen.
Ja, nu we toch over hanen bezig zijn kom ik tot onze nieuwe vondst wat de prijzenslag betreft.
Aan een chick hotel tegen de oevers van het meer leek het ons leuk om eens naar de prijzenkaart te gaan kijken.
Omdat het geen uitgebreide kaart was hadden we vlug een overzicht en was het prijzenrecord gesneuveld bij het eerste gerecht.
Men kon er een Forel krijgen voor 40 en toen dacht ik plots dat je voor deze prijs bij ons twee vislijnen bij kon krijgen.
Maar toen we onze ogen lieten zakken stegen de prijzen.
-Poulette de Bress100
-Carré dAgneau100
Ik wil nog wel geloven dat les poulets de Bresse wereldberoemd zijn in Frankrijk maar 100 voor een kieken vonden we toch aan de prijzige kant.
Opgelet het was wel voor twee personen en je kreeg er ook een takje estragon bij
Ook het lamsvlees werd aan dezelfde prijs geserveerd en dan dacht ik al vlug in oude Belgische franken en stelde mij de vraag wat ik nu voor wijn zou nemen bij een kieken van 4000Bf.
Natuurlijk zal het wel in orde geweest zijn en gaat niet iedereen kamperen.
Waarschijnlijk zal er wel een ober in zwarte rok en wit hemd naast u staan met een servet voor moest uw kiekenbil uit uw handen springen.
Het was in elk geval een mooie locatie en een prachtig decor en ook dat zal betaald moeten worden.
We slenterden nog even door het mooie dorpje en na twee witte wijnen en een frisdrank begaven we ons terug naar de wagen.
Via de oever van het meer reden we terug richting Albertville en het was ons al opgevallen dat er tientallen deltavliegers in de lucht hingen.
Een paar kilometer verder landen ze juist naast de weg en besloten we ook daar een kijkje te gaan nemen.
Fabuleus hoe de mens zich van de bergen gooit en vrij als een vogel meters vliegt en zich laat gidsen met de wind.
Sommigen dalen en anderen stijgen en lijken maar puntjes in het blauwe luchtruim.
Alleen of met twee landen ze minuten later om hun vleugels op te plooien en iets later te herbeginnen.
Maar wij hielden de voeten en de wielen op de grond en zo reden we na een zeer warme dag terug richting St-Francois waar mijn lief iets lekker zou klaarmaken en waar ik veel minder in mijn portefeuille zou moeten tasten dan voor dat kieken dat ginder op het menu stond.
Ja, ook dag vier was geslaagd en moe maar voldaan kropen we s avonds in bed nadat we de gordijntjes hadden dichtgetrokken over het massief van de Alpen.
Morgen zou het waarschijnlijk terug een wandeldag worden en dus waren we maar best uitgerust.
Het opstaan op de derde dag verliep niet anders dan de vorige dagen en telkens was het ontwaken met een zonbeschenen berg met in de verte de besneeuwde top.
Maar elke dag ontdekten we wel iets nieuws en zo was het ons ook opgevallen dat hier op 1650m hoogte enorm veel zwaluwen aanwezig waren.
Ja, als we er bij ons nog twee zien kunnen we al van veel spreken maar hier ging het over honderden.
Vooral s morgens kwamen ze de jongeren voeden in de nesten en was het een speciaal beeld van ze zien aan en af te vliegen naar het appartement rechtover ons.
Iets verder in het dorp zaten ze soms met honderd of meer op de reling van een appartement of gewoon naast elkaar op de rand van de dakgoot.
Maar we waren niet alleen gekomen om de rondvliegende zwaluwen te zien we wilden ook de rest van de prachtige natuur verkennen en dus trokken we op de derde dag terug onze wandelschoenen aan om daarna op de wandelkaart een route uit te kiezen.
De wandelroutes zijn aangegeven in kleuren zoals de skipistes om de moeilijkheidsgraad aan te duiden met het enige verschil dat je op skis altijd naar beneden glijd en dat je al wandelen heel wat te stijgen hebt.
Groen en blauw stonden als makkelijk aangeduid en rood en zwart voor moeilijk tot zeer moeilijk.
We zouden de eerste dagen onze benen nog wat proberen te sparen en dus besloten we maar voor een blauwe wandeling te gaan.
le sentier des paquiers, iets verder dan het appartement begon de wandeling via een klein smal pad dat ons iets later door het bos zou gidsen.
Onderweg liepen we ook langs een avonturenpark waar veel jeugdigere snotapen over kabels van boom naar boom kropen en zo een gans parcours aflegden waar ja alvast geen hoogtevrees mocht voor hebben.
Ons pad kronkelde zich een weg tussen de verschillende soorten bomen waar we regelmatig één of ander bergriviertje ontdekten waar het ene al vlugger stroomde dan het andere.
In feite bracht de wandeling ons van St-Francois 1650 naar St-Francois 1450 en ja wat is nu 200 m hoogteverschil hé.
Ter hoogte van het laagst gelegen dorpje klauterden we het bos uit en stonden we oog in oog met les Demoiselles Coiffées.
Opgelet het waren geen juffrouwen die juist naar de kapper geweest waren maar in feite de benaming die de montagnards hier aan een zeer speciaal natuurfenomeen gegeven hadden.
Een paar steile rotsen die na erosie als hoge schouwen zijn blijven rechtstaan en waar bovenop een grote steen is blijven in evenwicht liggen.
De hoogste juffrouw was niet minder dan 38m hoog en droeg een hoedje in de vorm van een rotsblok van 6x 35m en zo maar 130 ton.
Ja, het kan tellen als ge dat op uwe teen krijgt en vroeg of laat zal door het afslijten ook de steen wel naar beneden komen.
Na onze resem fotos te hebben genomen en onze boterhammen naar binnen te hebben gespeeld konden we onze wandeling verder zetten en dus van 1450m terug naar 1650m gaan.
Wie had er hier juist gezegd dat 200m niks leek.
Amai mijne frak,hoewel we de terugkeer op een brede weg konden afleggen voelden we stap na stap onze benen opstijven.
Gelukkig hadden we tijd en oog voor alle details en zo stopten we af en toe om de vele vlinders of soorten sprinkhanen te fotograferen en zo even op adem te komen.
Waar we ook naar uitkeken waren de marmotten hoewel we deze in ruiger gebied dienden te zoeken en we waren nu al nieuwsgierig of we er ook dit jaar zouden zien zoals we ze soms met tientallen zagen verleden jaar.
De brandende zon die ons op onze wenken had bediend omdat we toch achter goed weer hadden gevraagd deed de zweetdruppels op ons lichaam parelen en af en toe moesten we wel even stoppen om toe te geven dat onze fysiek niet meer was wat het geweest was.
Och na een paar dagen zouden onze benen wel terug in vorm zitten en om onze wandeling te zegenen besloten we maar na aankomst om het eerste beste terras uit te kiezen om ons lui in een stoel te laten vallen en ons te laten bedienen met een sangria.
Ja, sangria was nu wel geen specialiteit van de Savoi maar om daar direct een Génepi of twee naar binnen te kappen daar was het echt te warm voor.
Moe maar voldaan lieten we ons daarna terug afzakken naar het appartement waar we ons nog op een glas witte wijn trakteerden en waar mijn lief met volle moed aan het eten begon.
Lange avonden zouden het hier alvast niet worden.
In feite konden we het zeer goed stellen zonder tv en computer en was het vooral de vermoeidheid die ons naar bed lokte.
Lang duurde het meestal niet dat de bergen de echo van ons gesnurk weergalmden op weg naar de volgende morgen.
Na een rustige en volgesnurkte nacht trokken we onze gordijnen van de slaapkamer open en hadden we zicht op een zonovergoten bergdal aan de ene kant en de groene bergweiden aan de andere kant waar de koeien en op de top aan het grazen waren.
Och in Deftinge hadden we ook wel zicht op de koeien en de weiden maar hier was het totaal anders.
Nadat we ons uitgerokken hadden en de longen gevuld met zuivere lucht op het terras konden we aan het ontbijt beginnen en beslissen hoe we onze dag zouden indelen.
Het leek ons interessant van het dorp eerst te gaan verkennen en zo geschiede het ook nadat we ons aangekleed hadden.
Op 1650m hoogte was een short en een T-shirt zonder mouwen meer als voldoende en zo trokken we de straten van het dorp in.
Leuke winkeltjes allerhande die nog de solden aanprijsden en er was buiten onze verwachtingen ook een apotheker.
De sportwinkels zullen waarschijnlijk in de winter te doen hebben want het skimateriaal was alom zichtbaar.
Maar het dorpje herbergde in de zomer heel wat wandelaars en dus leefden de meeste sportwinkels ook op geoefende of niet geoefende wandelaars.
Waar we vaak halt hielden waren de vitrines waar de lokale specialiteiten te vinden waren.
De verschillende soorten saucissons deden ons al watertanden en we waren nog maar goed één winkel ver als ze ons daar al lagen toe te lachen.
Je kan het zo zot niet bedenken of ze maken er hier saucissen van.
Van geiten, runderen,varkens en zelfs ezels en bij deze laatste voelde ik mij plots bedreigd.
En dan waren er nog de verschillende smaken met noten, peper, tartiflette, Genepi en nog zoveel andere aromas die men hier voor het smaken krijgt.
En dan waren er nog de kazen zoals een Tome de Savoi of de Reblochon waar men zelfs de Alpen en de koeien in ruikt.
Lang zou het allemaal niet duren voor we met worst en kaas naar het appartement zouden trekken en ons tegoed doen aan de lokale geneugten bij een fles witte wijn uit de streek die ons eerder wat zuurder leek dan andere jaren.
Na ons bezoek aan het dorp en de toeristische dienst besloten we om de wagen te nemen en tot op de Col de la Madeleine te rijden die niet verder lag dan 5 km van waar we logeerden.
We hoorden er vaak over spreken in de Ronde van Frankrijk en dus besloten we maar even te gaan kijken naar dat monument waar menig coureur zijn kuiten op stuk beet.
Maar ook nu reden we verschillende renners voorbij die het blijkbaar plezant vonden om hier komen af te zien.
Onder een drukkende zon en met temperaturen van om en bij de 30 graden gingen ze de strijd aan met de berg.
20km klimmen zonder ook maar één stuk plat, laat staan dat we stukken vals plat zouden ontdekt hebben.
Nee, het ene stuk al steiler dan het andere waar zelfs bij de geoefende renner de zweetparels met stromen op het hete asfalt vielen.
We waren zelfs mee aan het zuchten in de wagen als we ze bezig zagen.
Een paar nog redelijk vlot maar bij de meeste ging bijna het licht uit en zwalpten ze zigzaggend naar boven.
Eens boven op de col viel het ons op hoeveel wagens er geparkeerd waren en ook hier stonden verschillende kraampjes met lokale producten waar de toerist wel oog voor had maar waar de renners aan voorbijreden.
De meeste stopten wel op de top om hun fiets aan het bord van de Col de La Madeleine te plaatsen en er tijdens de rustpauze een foto van te nemen voor ze de afdaling zouden aanvatten en hun leven op het spel zetten tijdens een afdaling tegen hoge snelheid over smalle en kronkelende wegen waar het richting Moutiers zelfs moeilijk is om met twee wagens te kruisen.
Maar wij besloten om op de Col de La Madeleine onze eerste wandeling te beginnen.
Achter een café met terras liep een kronkelend pad naar boven en hoe verder we liepen hoe smaller het werd.
Onze fysiek liet zich al vlug voelen en de kuiten van een chauffeur lieten al vlug weten dat je hier niet teveel gas moest geven om buiten adem te geraken.
Ook mijn lief pufte met kleine longinhoud naar boven terwijl mijne jongste snotter als een berggeit naar boven huppelde.
Och ver zouden we niet geraken want de hoogtevrees begon mijn lief parten te spelen en ons pad liep van smal naar smaller en van steil naar steiler waar we op zeker moment een schoon zicht hadden op de afgrond maar waar mijn lief liever rechtsomkeer maakte.
Via dezelfde weg trokken we dan voorzichtig naar beneden en belanden zo op het terras van het café waar we ons wat moed zouden indrinken met een lokaal wijntje.
Maar hoewel de Euro voor iedereen gelijk is zagen we toch nog een prijsverschil.
Met de warmte waren niet alleen hun glazen gekrompen maar vonden we de wijn een beetje aan de zure smaak.
We zouden de col later nog wel tegenkomen en dus besloten we maar om terug naar beneden te rijden.
Tussen de top en ons appartement konden we de wagen parkeren en we besloten om daar nog even te gaan wandelen.
Via een breed aarden pad kwamen we aan een splitsing waar we plots op een veel smaller paadje liepen en waar we na enige tijd een kabbelend bergriviertje moesten oversteken.
Om de vijf meter hadden we een ander panorama en dus was het vaak stoppen om op een paar meter tijd tientallen fotos te trekken.
De sprinkhanen sprongen voor onze voeten in een landschap waar de rust zich liet horen.
Ja, een bloem zag er hier anders uit dan bij ons en vooral de achtergronden waren spectaculair.
Vlinders vergezelden ons van bloem naar bloem en zo liepen we het bergpad af in dalende richting om op zeker moment aan een splitsing te komen waar juist een dame aankwam lopen en waar we in ons beste Frans de weg konden vragen.
-Euh bonzour madam, par ou va le chemin?
-Si vous aller tout droit vous pouvez rejoindre St-Francois en par lautre coté il vous faut 2 heures pour rejoindre le lac.
Euh...die twee uren dat boezemde ons wat schrik in voor de eerste dag en dus besloten we maar om verder te stappen naar St-Francois.
Prachtige vergezichten en een overdonderend natuurschoon vergezelden onze moegestapte benen en zo kwamen we na een vermoeiende beklimming terug ons dorp.
Straffer was dat de wagen er nog een heel eind vandaan stond en dat ik daar nog eens achter kon om hem terug naar onze locatie te brengen.
Maar de start was alvast gegeven voor een mooie wandelvakantie hoewel ieder van ons zeker wist dat de fysiek zou moeten bijgewerkt worden.
Terug thuis was het koken en vlug in bed om de nacht aan te vatten naar een volgende dag.
Na een slechte en korte nacht was het om drie uur opstaan geblazen en kon onze jaarlijkse vakantie eindelijk beginnen.
Op vrijdag 24 juli hadden we pak en zak gepakt en ook de wagen geladen.
Het is telkens een zenuwachtige bedoening en toch kijken we er elk jaar naar uit.
Van uit de keuken wordt er naar de badkamer geroepen van hebt ge dat niet vergeten en hebben we de papieren mee en moeten we de friteuse niet meenemen en, en .
Elk jaar opnieuw gaan we minder meenemen en elk jaar opnieuw stel ik me bij het laden de vraag of ik beter geen grotere wagen zou kopen.
Om 3uur loopt de wekker af en is het startschot gegeven richting Frankrijk en meer bepaald Saint-Francois-Longchamp een bergdorpje gelegen op 1650m hoogte en volgens de brochure gelegen op de col de la Madeleine die beter bekend is in het wielermilieu.
Normaal gezien trekken we al jaren naar dezelfde plaats maar dit jaar was alles al volgeboekt en boekten we residence du mont blanc.
In feite was dat mijn eerste vergissing omdat ik dacht dat alles wat met de Mont Blanc te maken had ook daadwerkelijk in de omgeving lag en dus aan de voet van de Mont Blanc in Chamonix maar eens terug thuis zag ik al vlug mijn vergissing in toen mijn lief mij de vraag stelde of ik toch nog iets op de kop had kunnen tikken.
-En bolleke hebt ge nog iets kunnen reserveren?
-Ja ja, we gaan naar de Mont Blanc.
-Ha, naar Chamonix?
-Euh ja zekerst wacht ik zal eens kijken op het papier,ha hier staat het residence du Mont Blanc
-Och dat gaat tof zijn zo aan de voet van de hoogste berg van Europa.
-Euh maar wacht eens ik zie hier nergens Chamonix vermeld staan.
-Hoe?
-Euh nee, de residentie noemt zo maar
-Zeg manneken t zal toch weer geen waar zijn zekerst want u kennende, laat mij eens kijken.
-Euh
-Maar kieken residentie Mont Blanc ligt in Saint-Francois-Longchamp!
-Euh dat zal daar dan dicht tegen liggen zekerst!
Toen we op de kaart van Frankrijk gingen kijken zagen we rond de Mont Blanc geen Saint-Francois liggen en moesten we al 120 km verder kijken om het bergdorpje te vinden.
Ja lap nu stonden we daar schoon.
Maar bon zoals met al mijn avontuurlijke vergissingen zouden we er ook hier het beste van maken.
Het zou alvast een goedkope vakantie worden want we betaalden 370 voor twee weken.
Ja, u leest het goed, voor twee weken en dat deed bij mij een beetje de schrik naar boven komen dat we of in de aap zouden gelogeerd zijn of in een boerendorp waar vijf huizen stonden.
De reis verliep vlot en het was pas in de laatste kilometers dat ik me nog van weg vergiste terwijl ik de weg al 20 jaar had afgelegd.
Maar geen probleem want het waren mooie kilometers langs schilderachtige dorpjes.
Na meer dan 930 km zagen we eindelijk het bordje staan naar Saint-Francois-Longchamp en dat was tevens de beklimming van de Col de La Madeleine.
Kronkelende wegen die ons van La Chambre (en dan bedoelen ze niet de kamer van volksvertegenwoordigers) van 450m boven de zeespiegel naar 1650m hoogte zouden brengen.
Mijn lief versteef bij elke bocht en telkens er ons een auto voorbij moest in tegenovergestelde richting sloot ze de ogen om met een ongekende kracht mijn armleuning af te breken.
Ja, als ge u wilt ontspannen moet ge eerst wat gespannen zijn en dus was ze goed bezig.
Na bijna een half uur klimmen zagen we voor ons het vakantieoord opdoemen en het leek op het eerste zicht best mee te vallen.
Maar omdat onze reizen steeds een avontuurlijk en vaak ongewild tintje hebben wou het toch wel lukken zekerst dat ze residence Mont Blanc in residence les 4 vallées hadden omgedoopt.
Maar bon, wie zoekt die vindt en zo kwamen we eindelijk op het goede adres terecht en begaven we ons naar de balie van het vakantieoord.
-Bonjour monsieur.
-Bonzour madam je viens en vacances avec ma fiancé et mon jongste snotter.
-Ha, vous étes Belge ?
Ongelooflijk hoe die mannen u direct herkennen hé.
We kregen de sleutels en eens we de deur van het appartement openden was het een hele opluchting en viel de stress van mijn schouders.
Veel beter dan ik had verwacht en dus waren we niet verplicht van te kamperen.
Mijn lief begon met alle kasten open te trekken terwijl mijn zoon en ik de wagen begonnen uit te laden.
Na een uurtje was de klus geklaard en daar stonden we op ons terras met uitzicht op een paar bergen waarvan één nog een wit deken van sneeuw droeg en de anderen als een grijs en groen gebit getand boven het dal uittoornden.
Het was tijd om het dorp even te verkennen en het viel ons al vlug op dat onze weinig getrainde spieren het hier zwaar te verduren zouden krijgen in een dorp waar ze geen vlakke wegen kennen.
Naar de bakker was het eerst dalen en dan terug klimmen en ook voor een fles wijn of de krant zou het dalen en klimmen worden.
Om nog maar te zwijgen dat de wandelingen meestal nog andere koek zijn langs paadjes waar Jezus pas de dag ervoor langs geweest is om het gras plat te trappelen.
We ontdekten de winkeltjes en we waren nog geen uur ter plaatse of we vonden toch al een winkel waar ik blijkbaar goedkoop aan een paar skis zou geraken voor de volgende vakantie die in de winter zou gepland zijn.
Wat ons opviel waren de vele fietsers die de Col de La Madeleine wilden temmen en vaak leek het andersom.
Bij elke pedaaltrap parelde bij mij het zweet op het voorhoofd, juist van die mannen te zien afzien.
Jawadde, ge moet er veel goesting voor hebben dachten we luidop terwijl sommigen zwalpend over de kronkelende wegen reden met gelaatsuitdrukkingen die alles vertelden.
Op onze verkenning gingen we ook even aankloppen bij de toeristische dienst en die mannen verkochten ons een kaart met alle mogelijke wandelingen in het gebied waarvan sommigen voor zeer geoefende wandelaars zouden blijken.
Ja, in het hooggebergte telt men niet per kilometer maar in uren en dat hangt dan vooral af van hoe snel je stapt want den dienen die de kaart ontworpen had was blijkbaar een goed wandelaar.
Buiten konden we nog even het weerbericht nalezen en ook daar waren we met ons gat in de boter gevallen want de zon zou ons de ganse week vergezellen.
Ons appartement lag volledig bovenaan het dorp en tegen dat we terug thuis waren hing onze tong al tot aan onze knieën en moesten de wandelingen in feite nog beginnen.
Maar bon laventure cest laventure en dus zouden we na een lange rit vroeg in ons bed kruipen om de volgende morgen echt op verkenning te trekken.
De donkere nacht omhulde de bergen waar een halve maan knipoogde naar drie Belgen met een plattekaasvel en waar de sterren flikkerden om ons te verwelkomen.
Maar ja, eens in een ander bed is het soms moeilijk de slaap te vatten en als ge op 1650m hoogte logeert is het best van er niet uit te vallen hé.
Maar bon, we doken de nacht in op weg naar de volgende morgen.
Vergeetachtigheid, ik dacht er geen last van te hebben en toch
Ze hadden mij altijd gezegd dat het vergeten te linken was aan de ouderdom en dus dacht ik maar, ik heb nog tijd.
Maar wanneer ben je nu oud en vooral oud genoeg om te vergeten?
Ik ben nog geen 50 en gisteren vergat ik iets op de werkvloer.
Och het kan gebeuren.
Maar nu ik er aan denk, verleden week was ik ook al een paar zaken vergeten en zelfs de week ervoor.
Ik herinner me zelfs dat ik verleden jaar verschillende zaken op het programma of in mijn agenda staan had die ik totaal vergeten ben.
En zelfs verder in de tijd vergat ik niet van iets te vergeten.
Naar het schijnt vergat ik zelfs mijn huiswerk te maken in t school en vergat ik thuis zelfs te luisteren naar mijne pa.
Ja, als ik zover moet terugkeren in de tijd dan wil dit zeker zeggen dat ik al oud was op jonge leeftijd.
Och het compenseert dat ik me vandaag zoveel zaken herinner die ik vroeger vergeten ben.
Hoewel, vandaag is het te laat en vergeten is vergeten.
Te laat om nu nog te doen of te hernemen wat al veel vroeger moest gedaan zijn.
Ja, ik moet toegeven dat ik al gans mijn leven wreed vergeetachtig ben.
In feite is het de weekopdracht die mijn vergeetachtigheid in beeld brengt want anders had ik er misschien nooit aan gedacht.
In feite zet het mij aan het denken en stel ik mij de vraag of ik sommige zaken nu echt vergeten ben of dat het bewust gewist was uit mijn geheugen.
Ik hoor het de meester in t school nog zeggen chauffeurke ge moet echt een kieken zijn om voor de vijfde maal uw huiswerk te vergeten deze week!
Als hij gelijk had was ik inderdaad een kieken wat het huiswerk betreft maar van beesten wist hij dan weer niks af want kiekens kunnen niet vergeten en dus was de vergelijking niet in de juiste context geplaatst.
Misschien was het wel een vergeetachtigheid van de leraar die niet meer op de naam van een dier kon komen dat zodanig veel verstand had dat het kon vergeten.
Nee, ik denk dat ik niet echt vergat!
Integendeel, ik wist zeer goed dat ik een pak straf zou krijgen en er thuis nog eens een pandoering bovenop.
Uren zat ik te denken aan wat ik niet vergeten was maar bewust wou overslagen.
Straffer nog, vandaag zit ik nog steeds te denken aan wat ik vroeger zogezegd vergeten was.
Zo zal ik later misschien denken over wat ik vandaag wil vergeten.
En toch is er geen zekerheid want wie weet vergeet ik straks of later wel echt.
Twijfelen, vergeetachtig, vergeten en totaal niet meer weten, ze hebben er een woord voor uitgevonden dementie!
Mijn grootmoeder was dement en volgens de dokter was dit een ernstige ziekte.
Maar mijn grootmoeder kon het blijkbaar niet schelen dat ze dement was want ze vergat dat ze ziek was.
Ze vergat zelfs dat haar dochter overleden was en soms vergat ze wie ik was als ik naast haar bed stond.
Ja, dat was pas vergeten, niet meer weten van welke planeet je bent.
En soms stel ik me de vraag of ik ook zo zal worden.
Ga ik binnen een paar jaar nog weten naar wie ik schrijf of ga ik gewoon vergeten van te schrijven.
Wie weet binden ze mij wel vast in een bed met op het voeteinde de diagnose van mijn dementie.
De mens rond mij zou mij dan helpen van niks te vergeten.
Ze zouden niet vergeten van mij te wassen en van mijn pilletjes te brengen en van mij eten te geven en met mij te gaan wandelen tot voor het raam.
Ja, in feite zit ik er zo aan te denken .
Vergeetachtig zijn is helemaal niet erg want dan denkt er een ander wel aan in je plaats.
Stel je nu voor dat ik deze tekst zou vergeten te schrijven zijn dan zou er waarschijnlijk wel iemand anders aan gedacht hebben.
Hoe meer ik er zit aan te denken hoe meer ik besef dat vergeten niet bestaat.
Als men iets vergeet is dat men er vroeg of laat terug aan denkt en dus is men het niet helemaal vergeten hé.
En herinnert men zich helemaal niets dan is het er misschien nooit geweest en hoeft men nog geen schrik te hebben van iets vergeten te zijn.
En toch twijfel ik soms .soms denk ik mijn verstand draait op volle toeren om mij toch iets te herinneren dat ik misschien had moeten doen.
Maar nee er komt niets en blijkbaar ben ik het dan echt vergeten?
Nee ik noem dit niet vergeten, en zolang ik het niet zeker wet of mij kan herinneren noem ik het twijfelen of onzekerheid.
Ik kan dus besluiten dat men zeker niet mag twijfelen of onzeker zijn wil men echt vergeetachtig zijn!
Toen ik begin april mijne nonkel Gerard tegen het lijf liep na bijna veertig jaar ben ik in feite wreed beginnen nadenken over het leven en het begrip tijd.
Ik was een week thuis met het Paasverlof en dus had ik in feite tijd genoeg om na te denken.
Volgens wat er op mijn ziekenboekske en ook op mijn identiteitskaart staat zou ik geboren zijn in april 1959.
Potverdekke zeg toen ik daar op onze almanak plots 2009 zag staan heb ik rap mijn telraam genomen om alles eens uit te rekenen volgens de universitaire studies die ik in Gemeldorp had gelopen en ik kreeg daar het getal 50 voor ogen.
50 jaar stel u voor!
Hoewel ik nooit mijn eigen verjaardag vier uit principe en nog een paar andere redenen was ik er toch wreed van verschoten.
De mensen spreken altijd iets meer over bepaalde jaartallen en 50 is er zo één.
Ja, onlangs had er mij nog iemand gevraagd van welk jaar ik was en dienen mens had geantwoord dat ik dan in de helft van mijn leven zat.
-Euh in de helft?
-Ha ja chauffeurke 50 is de helft van 100 hé.
-Euh jamaar dan moet ik al 100 jaar worden.
-Awel dat is toch geen probleem voor u, ge ziet er nu al 90 uit.
Ja, in feite was t meer om te lachen dan dat hij dat serieus vertelde en hij zal ook wel geweten hebben dat er nog niet teveel zijn die 100 kaarsen kunnen uitblazen zonder dood te vallen.
Nee eerlijk gezegd zie ik mij ook geen 100 worden en dus ben ik sinds deze week aan het aftellen.
Elke dag verschuif ik een bolletje van het telraam des levens en ik zie wel hoever ik kom.
In feite was het tijd om aan mijn 50ste een retrospectieve van mijn leven te maken maar dan had ik De beiaard moeten vragen om een speciale editie te laten drukken.
Ik was tijdens al mijn nadenken begonnen bij het begin en ik moet zeggen dat ik een wreed goed zwemmer was.
Ja, nadat ik negen maanden gezwommen had in warm water zag ik daar in 1959 het licht van een paar tl lampen in het hospitaal van Opbrakel.
Den doktor had mij daar direct een paar lappen op mijn billen gegeven om mij aan mijn toekomst te laten wennen.
Maar mijn moeke verzorgde mij met de beste zorgen en zo werden we allebei uit het hospitaal ontslagen.
De eerste maanden van mijn leven hadden ze mij op mijne rug in een wieg gelegd om mij niet te moe te maken voor wat er mij te wachten stond en zo groeide ik langzaam tussen het eenvoudige leven van vroeger en de goede zorgen van mijn ouders.
Al vlug kon ik zelf op mijn korte beentjes staan en eens aangekleed met korte broek en klak op mijne kop trok ik op avontuur in de contreien van Deftinge.
Maar de tijd vloog zo snel dat het binnen de kortste keren tijd was om naar t school te gaan en daar had ik van de eerste dag een wrang gevoel bij.
Mijn ouders waren ondertussen naar Brussel vertrokken en daar zat ik nu onder omas vleugels en bompa zijne blauwe overall die me om beurten naar de universitaire kleuterschool van Gemeldorp brachten.
De liefde en de zandbak van juffrouw Magda maakten veel goed en zo kwam ik daar na enige tijd met grote onderscheiding buiten.
Maar dan werd ik daar op een dag ontvoerd van Deftinge naar Brussel en zou mijn leven een andere wending krijgen.
Van de één op de andere dag moest ik naar de grote school waar broeders in lange zwarte kleren mij stonden op te wachten.
Uren heb ik tijdens de lessen zitten denken aan mijn Deftinge en mijn vrienden terwijl ondertussen de lessen voorbijgingen en de straffen zich opvolgden.
Ik was verplicht om tijdens het eerste schooljaar al een paar weken ongeleerd verlof te nemen en mij een paar weken op de ziekenkas te zetten.
Om nog maar te zwijgen dat ze in Brussel de deftige taal van Deftinge niet kenden en dat ik daar verplicht was om een hete patat in mijne mond te steken om tegen die mannen ginder te kunnen klappen.
Oui oui,t was er allemaal in t Frans te doen en de enige Frans die ik kende was onze buurman op de hoek van de Elleboogstraat in Deftinge.
Och goede raad kreeg ik genoeg!
-Maar manneke ge moet zelf Frans spreken want anders gaat ge het nooit leren!
Hoe kunt ge nu Frans spreken als ge amper Vlaams kunt klappen en u zelfs daar nog verstuikt over sommige woorden.
We woonden op een laan met bomen maar het landschap zag er totaal anders uit dan de plaats die ik had verlaten.
In Deftinge kon ik mij al eens op straat leggen naast onze kat en dan was het wachten tot een boer met paard kwam aangedraafd om op het laatste moment weg te springen maar dat moest je in Brussel niet proberen.
Af en toe zag ik er zelfs een kat liggen die wat te lang had gewacht met springen.
Autos vlogen er voorbij en voor onze deur sprongen mensen gehaast op de tram.
Nee, het rustige Deftinge lag 45km verder en ik zou er nog juist in het weekend de rust vinden.
Zo groeide ik op in de schaduw van de brouwerij Wielemans en aan de andere kant het sportpaleis van Vorst waar ik heel wat uren sleet op de ijsbaan om mij wat af te koelen.
Ja, en zo volgden de dagen zich op met ups en downs zoals ze bij velen onder ons te beleven zijn.
De dagen die elkaar opvolgden en waar ik mijn jaren sleet zoals ook anderen ze sleten.
Na 50 jaar zit je dan te denken wat je is bijgebleven en ik moet zeggen dat de dood van bepaalde personen mij steeds in gedachten is gebleven.
Mijn grootouders langs beide kanten maar ook bepaalde tantes en nonkels waar ik mee verbonden was en zeker mijn moeder die me hier op deze wereld heeft gezet.
En dan zijn er nog die vrienden die het zolang niet mochten trekken en waarvan ik van sommigen al op zeer jonge leeftijd moest afscheid nemen.
Natuurlijk waren er ook de leuke momenten waarvan ik ze niet allemaal kan opnoemen.
Maar in feite was mijn leven niet echt anders en liep ik door de jaren om hier nu over mijn 50ste zitten na te denken.
Ik zou bladzijden kunnen schrijven en misschien zouden er zich wel velen in herkennen.
Om een juist beeld te geven van mijn leven ben ik beter van elke week een stuk te schrijven en alles in detail uit te leggen.
De jaren moet ik indelen in maanden en de maanden en weken om zo bijna dag na dag op papier te zetten.
Allé neem nu de periode van Pasen!
Ja, ook bij ons was het vroeger Pasen en misschien kan ik er deze dag al eens uitnemen om een beeld te schetsen van één van die dagen uit mijn 50jaar dat ik hier al rondloop.
Er was eerst witte donderdag en waarschijnlijk noemden ze dat zo omdat mijn overgrootvader die dag de kelder witte terwijl mijn overgrootmoeder de Paaskuis deed.
De dag erna was er goede vrijdag en of die dag nu beter of slechter was dan anderen zou ik echt niet weten.
Meestal kreeg ik op goede vrijdag ook een paar lappen op mijn oor maar ze zullen dan misschien Heiliger geweest zijn.
Och ja er was ook nog de vastentijd in die periode waar men moest afzien en scheel zien van de honger.
Geen karamellen, geen ijsjes, geen chocolat niks!
Zelfs tijdens de gewone malen zat er verschil op, geen boterhammen met centimeters dik gekapt op of ook geen trippen als ontbijt.
Maar dan kenden ze chauffeurke nog niet want als iedereen zijne rug had gedraaid dan liep ik soms met bolle wangen rond.
Maar mijne pa den dienen zag dat allemaal en dus kreeg ik een paar Heilige lappen op mijne kop en kon ik nog eens naar de kerk om te gaan biechten.
Ppfff ik was potverdekke verplicht van te liegen in dienen biechtstoel om wat geloofwaardig over te komen.
En dan was er Pasen!
De dag waar we s morgens opstonden en dat opa mij meenam naar het raam.
-En chauffeurke zijt ge braaf geweest?
Dezelfde vragen als deze die ze stellen om Sinterklaas en de kerstman te laten verschijnen.
-Ja ja gisteren ben ik zeer braaf geweest.
-Kom we zullen eens gaan kijken of de klokken geweest zijn.
Omdat we thuis geen mand hadden zoals alle kinderen er mee afgebeeld staan op fotos of postskaarten kreeg ik de zinken emmer mee om mijn paaseieren in te leggen.
-Goed zoeken hé chauffeurke!
Daar liep ik dan als een paaskieken zonder kop van struik naar struik van boom naar boom.
Maar de paasklokken in de vorm van mijnen bompa hadden er werk van gemaakt om ze zeker niet snel te vinden.
Ja, bompa wist zelfs hoeveel eieren de klokken hadden gebracht en af en toe nam hij mij bij de hand om me te gidsen tot dicht tegen de plaats waar het ei in één of andere bloempot verstopt lag.
En omdat ik toch nog maar een kleine snotter zonder zoekervaring was mocht ook onzen Blackie helpen zoeken.
Onze Blackie was onze hond, een echte Duitse scheper, hoewel het een herder moest zijn.
Ja, onze Blackie had een fijnere neus dan ik en dus kwam hij daar binnen de kortste keren met een paasgeschenk af.
Euh t was maar toen hij naast ons kwam staan dat we zagen dat hij een paaskuiken in zijn muil had en dat opa zijnen bril eens moest goed zetten en dat ik al bleiten terug naar binnen liep omdat de hond het rapper gevonden had dan ik.
Het enige zwarte kuiken dat ik op de markt had gekozen tussen de honderden gele en t was al klaar voor de pan voor het een kieken was.
Maar omdat ge juist op Pasen achter eieren mocht zoeken moest de zoektocht verder gaan.
Ik sleepte de zinken emmer achter mij en af en toe vond ik een ei of een stuk chocolat dat zeer goed leek op de stukken chocolat dat grootmoeder meebracht als ze met bompa eens op café geweest was.
Na wel een half uur zoeken was het zowel voor mij als voor bompa tijd om iets anders te doen en dus kreeg ik wat hulp.
Fier mocht ik de emmer gaan tonen aan ma en pa en ook oma keek even naar mijn vondst maar niemand leek echt verwonderd.
Het was alsof het de normaalste zaak was dat de klokken in onze hof waren geland.
-Pa mag ik nu een ei eten?
-Nee gij, ge gaat eerst een boterham eten!
En toen mijn boterhammen met choco op waren stelde ik de vraag nog eens opnieuw.
-Pa mag ik nu een ei ete. .?
-Zeg manneke ge gaat toch niet om de vijf minuten zagen op een paasdag hé, we gaan eerst naar de kerk zoals iedereen.
Zo trokken we in stoet naar de kerk en in plaats van een ei moest ik daar een hostie gaan eten aan het altaar die dan nog een half uur tegen mijn gehemelte bleef plakken.
Toen de mis gedaan was kwam de pastoor van iedereen afscheid nemen en ons een zalige Pasen wensen en toen hij mij over mijn haar wreef met zijn handen vol wierookgeur vroeg hij nog of ook de klokken bij ons gekomen waren.
-Ja ja ze zijn geweest!
Met een snok aan mijne arm wist ik dat mijn antwoordt niet goed was.
-Ja wie ?
-Ja meneer pastoor.
Mijne pa liet mij de eerste vijf minuten niet meer los en met gans de familie moesten we ons ook even laten zien in het café aan de kerk.
De mannen zaten allemaal met een pint voor hunne neus en de vrouwen met een limonade of een stuk chocolat.
De kleine snotters die liepen daar rond met een ei dat er hun kaken bruin van zagen.
-Pa krijg ik nu een ei?
-Zeg manneken begin niet te zagen hé, we gaan straks naar huis en daar kunt ge eieren eten tot ge zwart ziet!
Na een uur gingen we naar huis en daar stond de emmer.
Mijn hand nam er het grootste ei uit omdat ik al lang moeten wachten had.
-Awel wat gaat ge doen?
-Euh awel een ei eten hé pa.
-Leg dat eens rap terug want we gaan eerst eten en als ge nu weer chocolat gaat eten hebt ge weer geen honger mee en heeft bomma haar paasspruiten voor niks gemaakt.
Ppfff in mijn eigen hoopte ik dat de klokken volgend jaar ergens zouden in panne vallen en dat ze bij ons mochten overvliegen want Pasen beelde ik mij totaal anders in.
s Avonds voor tv schoot het mij weer te binnen dat ik nog een emmer eieren had en dus moest ik ervan profiteren voor het straks kerstmis zou zijn.
-Pa mag ik nu een
-Zeg manneke pak u een ei als ge goesting hebt maar stop ne keer met zagen want het nieuws is juist bezig en straks heb ik er helft van gemist.
Voorzichtig deed ik er het gekleurde papier van rond en daar zat ik braaf in de zetel met het chocolatten ei.
Mijn tanden beten er een gat in en langzaam werkte ik het naar binnen.
Pasen was wel bijna voorbij maar ik had toch een ei kunnen eten en zo had ik er ook nog iets aan hé.
-Zeg manneken wat is dat daar ?
-Euh waar?
-Potverdekke t zal toch geen waar zijn zekerst?
-Euh..
Pa kwam mij een beetje helpen om uit de zetel te geraken en wreef mij met mijne neus op twee bruine plekken.
-Miljaar,miljaar een plek op uwe pyjama en dan nog een plek op den overtrek die dient om bomma hare zetel niet vuil te maken!
-Maar pa ik
-Ge moet gij just niks naar uw bed moet ge gaan en ge moet niet meer zagen achter eieren want t zijn uw laatste geweest.
Ja, meestal liep ik een ganse morgen te zoeken om één ei te eten en de rest zouden de grote mensen wel naar binnen spelen.
Ja nu komen de klokken bij de bakker en brengen ze chocolat in alle vormen.
Een paashaas of een ei in een kartonnen doos met een schone strik rond.
Het is een kost die een mens maar ene keer moet doen want als ge er niet van eet kunt ge elk jaar dezelfde doos buiten zetten.
Ja na een paar jaar begint de chocolat wel wat wit uit te slaan maar ik heb mij laten wijsmaken dat chocolat nooit slecht wordt.
Och na zeven jaar is het misschien tijd dat we de doos toch eens openen als er volk komt.
Weet ge wat als er eens volk komt geef ik het bij de koffie en kunnen we eens klappen over andere zaken die me tijdens die 50 jaar zijn bijgebleven.
Ja, de communies komen eraan, april, mei klinken al Heiligen maanden hé
Ja, mijn communie heb ik moeten doen met de nadruk op moeten.
Sommige van die kleine snotters stonden te springen om hun communie te doen maar eerlijk gezegd voelde ik mij al heilig genoeg.
Ja, thuis waren we zo katholiek dat ik op zeker moment dacht dat we familie waren van Jezus of dat die twaalf apostels allemaal nonkels waren van mij.
t Was nog niet genoeg dat ik in mijn kinderjaren mijn slaap of speeltijd moest onderbreken om met oma naar de mis te trekken dat ze mij later nog bij de broeders in t school gestoken hebben waar ik bijna drie jaar misdienaar ben geweest (ook van moeten).
Had ik daar op het Belgisch kampioenschap offeranderinkelen of wijn inschenken mijn uiterste best niet gedaan om te mislukken was ik nu waarschijnlijk pastoor geweest of wie weet misschien al kardinaal met een lange euh lange arm.
Natuurlijk moest ik ook mijn communie doen ppfff.
Mijn eerste communie om te trainen en daarna mijn plechtige communie om alles plechtig te laten verlopen hé.
Voor de familie bleek het wreed voornaam te zijn en het kwam er op aan van vooral de anderen de ogen uit te steken met schone kostuums en dus liep iedereen maar bij de kleermaker en bij de coiffeur om er op zijn paasbest uit te zien in mei.
Jawadde die mannen hadden nogal wat over voor mij, hoewel ik in feite maar een onderdeel leek te zijn want het leek al vlug dat de samenkomst van de familie veel belangrijker was om de voeten onder tafel te schuiven en dat ik gewoon de reden van hun samenkomst was.
Mijn plechtige communie herinner ik mij nog alsof het gisteren was.
Dat moest allemaal tot in de puntjes geregeld zijn en er mocht zeker niets fout lopen op de weg naar het heiligdom en dus moesten we op retraite.
Een paar weken voor we onze communie gingen doen moesten we met een paar man onze woensdagnamiddag opofferen om daar stijf bij één of ander madam te gaan zitten die ons dan wegwijs maakte in alles wat we nog niet wisten van mens en bijbel.
Potverdekke zeg het kwam er vooral op aan van ons daar wakker te houden.
Eén keer zijn we ook met broeder leo op reis geweest en ook dat maakte deel uit van onze retraite.
Leren omgaan met zijne medemens en onze naaste waar we nog niet goed op den bus zaten en elkaar al in de haren vlogen om te zien wie er nu juist vooraan of achteraan mocht zitten.
En dan is er de dag van de communie.
Voor mijn plechtige communie moest ik dan achter een schoon en spiksplinternieuw kostuum en het schoonste van al was dat we er een lang wit kleed moesten over aan trekken zodat er van dat kostuum niks meer te zien was.
Iedereen had plaats genomen in de kerk en op psalm ik weet niet meer hoeveel moesten we twee aan twee onze intrede doen.
De jongens rechts en de meisjes links.
Strafste was dat er bij ons geen meisjes zaten en we die dus van haar of pluimen kenden.
Een lang wit kleed dat beter aan dat vrouwvolk stond dan aan mezelf want om de vijf voet moest ik opletten van mij niet te verstuiken over den boord van mijn kleed dat extra lang was door mijn korte beentjes.
Op onzen buik droegen we een groot houten kruis aan een koordje en onze handen moesten we in bidhouding gevouwen houden en tevens schoon recht voor ons kijken.
En serieus dat al dat volk daar in de kerk zat.
Wel vier of vijf pastoors en er was ook een hogere in graad die zeker al kolonel of generaal van de pastoors was want dienen had ook een ander kleur van rok aan.
En daar zaten we dan op onze knieën zoals ik vaak als straf al op mijn knieën had gezeten maar dan zonder rok aan.
Op zeker moment moesten we dan allemaal vooraan voor het altaar gaan staan en daar gingen we gezalfd worden.
Jawadde dat had ge moeten zien!
Daar liep daar zo nen heilige met een kommeke zalf en iedereen kreeg op zijn voorhoofd een kruis getekend met die zalf.
Voila nu waren we ingeënt tegen de mazelen en tegen de pokken en ook tegen al het kwaad dat ons heilig lijf ook maar zou proberen te betreden.
Na de zalving mochten we rechtstaan en op ritme van psalm ik weet nog niet hoeveel achter onze communiekaars gaan die we gratis en voor niks kregen omdat onze ouders ze al hadden afbetaald.
Dat had ge daar moeten zien!
Door het zweten liep dat vet van uw voorhoofd en als ge voor het ongeluk geboren waard liep het juist op uw kaars waardoor de vlam groter werd en uw coiffure binnen de kortste keren zwartgebrand was.
Nadat iedereen aandachtig naar de preek had geluisterd over goed en kwaad en dat we onzen buik hadden dik gegeten met het lichaam van Christus mochten we eindelijk naar buiten waar de familie u ronde de nek vloog met felicitaties en waar ge verplicht waard van te lachen tegen elke tante die met u op de foto wou.
Meneer pastoor werd nog eens hartelijk bedankt voor zijn goede zorgen en voor de twee strepen vicks die hij op uw voorhoofd had gezet en dan moesten we ons haasten om rap in de auto te zitten zodat de familie niet te lang moest wachten op de aperitief.
In feite was dat het interessantste moment van de dag want het was dan dat ik de geschenken kreeg.
Miljaar zeg ppffff.
Mijn eerste horloge waar er werd bij gezegd dat ik ze juist op zondag mocht dragen want daarom was het ook een zondagshorloge.
En dan kreeg ik daar twee schone doosjes, één met een vulpen omdat ik niet graag schreef in t school en één met een armband met mijn naam in gegrift.
De vulpen heb ik maar twee keer meegedaan want als ge dat niet gewoon zijt van met verse inkt te schrijven en ge daar te lang op zit te zabberen al nadenken die zien uw lippen binnen de kortste keren blauw en de meester dacht dat ik daar met de blauwtong opgescheept zat.
Dienen armband dat was om met mij een beetje te lachen denk ik want op mijn jonge jaren kon ik wel nog mijn naam onthouden hoor.
Ik moet zeggen dat ik daar iedereen hartelijk bedankt heb voor de wreed schone cadeaus omdat mijne pa het mij al zes keer herhaald had maar echt veel had ik er ook niet aan.
Och ja er waren natuurlijk ook nog de centen die we verstopt in een schone wenskaart kregen.
100Fr van tante Iréne,50 fr van nonkel Frans,75fr van tane Maria en een supplement van 25fr van hare man om het af te ronden naar 100 en zeker niet de 20fr vergeten van tante Amandine die als een klok op haar centen zat te broeden.
Tegen s avonds had ik daar een schoon pak centen in mijne zak en het was op dienen moment dat mijne pa ze kwam halen voor op mijn spaarboekske van Foertis te zetten en dus stond ik daar weer platzak.
Maar bon ze kwamen om aan tafel te zitten en het was al opgevallen dat ze bij ons in de familie niet wilden onderdoen voor elkaar.
Dus was het ook voor mijn communie grote chique.
Een lange tafel waar ik als eregast in het midden moest zitten tussen ma en pa.
Ma was er vooral om mij te zeggen welke lepels en vorken ik moest gebruiken bij de ingewikkelde gerechten en mijne pa zat ernaast om mij een paar lappen te verkopen als ik daar teveel zat te brosselen.
De gerechten droegen allemaal ingewikkelde en moeilijk uitspreekbaren namen maar t klonk wel schoon in t Frans.
Coquilles saint-Jaques en dat terwijl we helemaal geen jaak in de familie hadden.
Och voor mij was het niet meer dan een teloor soep en een kleine teloor met wat sla en speciale dinges waar mijne pa mijn vieze lip af en toe rechttrok.
En omdat al die andere kleine snotters waarvan een paar die hun communie nog niet hadden gedaan omdat ze of te klein of te socialist waren hun daar ook wreed zaten te vervelen had nonkel Isidoor gezegd dat zijne kleine buiten mocht gaan spelen waarop de anderen hun ook gingen recht zetten en schampavie waren.
Ik dacht hetzelfde maar een eregast mag zomaar niet de tafel verlaten en t was maar na veel zagen dat mijn ma mij het goed vond tegen de zin van mijne pa.
Opgelet voor ik buiten was kreeg ik daar den tweede preek van den dag dat ik moest opletten en mijn kostuum niet vuil maken en zien dat we niet te ver liepen en dat we voorzichtig moesten zijn en dat ik vooral niks verkeerd meer mocht doen omdat ik nu in Gods kringen was opgenomen.
Ja, ik kan nog uren tetteren over mijn communie en binnen een paar weken moeten we terug naar een communiefeest waar het er waarschijnlijk anders zal aan toegaan.
De kinderen hebben wat meer in de pap te brokkelen en of ze hun er later nog iets van zullen herinneren is nog de vraag.
Ik heb op zolder zelfs nog de foto staan waar ik als Heilig chauffeurke opsta met dat kruis op mijnen buik en waar mijn haar zesendertig keren gekamd is dienen dag.
Ja, zoals ik zei het was van moeten want ik was in blijde verwachting van al mijn heiligkennis.
Ik weet één ding zeker toen er voor mijn kinderen ook sprake was van hun communie te doen ben ik daar ook met mijn verhaal naar boven gekomen en iedereen buiten de pastoor kon er wreed mee lachen.
Toen mijne kleine naar huis kwam met duizend vragen was er één vraag die ik kon beantwoorden.
-Pa wat ga ik moeten aandoen want mijn vrienden gaan mij daar toch niet uitlachen met een middeleeuws kostuum hé.
-Nee manneke ik zal u tonen hoe ge er gaat uitzien op uw communie.
Ik ben naar boven getrokken en heb daar het kleed van mijn Tante Amelie zaliger (dat we gehouden hadden voor karnaval) over mijne kop getrokken en met het kruis dat boven ons voordeur hing en met een Heilig en rimpelloos gezicht en met mijne serieuste kant voor hem gaan staan.
-Voil!
-Hoe..?
-Ja manneke ge moet u dat kleed inbeelden zonder bloemen maar in t wit en dat koperen kruis zal in t hout zijn en als ge wreed braaf zijt krijgt ge nog een grote kaars in uw pollen voor als het licht uitvalt en nadat ze u daar gezalfd hebben krijgt ge een horloge en een vulpen.
-Euh pa ik heb al een horloge en een vulpen!
-Ha ja dan moet ge uw communie niet meer doen hé manneke als ge alles al hebt.
Voila dat spel was daar vlug opgelost.
Ja, de communie is prachtig maar eerlijk gezegd heb ik liever dat het anderen overkomt.
Allé had ik mijn communie niet gedaan dan had ik het nu ook niet kunnen navertellen héJ
Toen ik deze morgen voor het raam stond was de winter langsgekomen.
Het kwik was al zo kwik niet meer dan gisteren en het was terug dicht bij elkaar gekropen in het kleine bolletje met nog een klein streepje achter te laten waar ik kon lezen dat het bijna 0 graden was.
Ik heb in t school altijd geleerd dat 0 gelijk stond met niets en dus is er volgens mij ook geen temperatuur als het nul graden is.
In elk geval was het landschap volledig veranderd en was de weide omgetoverd met een wit gras tapijt.
Een spinnenweb hing aan onze druivelaar op het terras en ook de tuinmeubels en het terrashout was prachtig wit.
En iets verder zag ik het kerkhof liggen, ook iets witter dan gisteren.
En zoals meestal s morgens zat ik te denken en vragen te stellen voor mezelf waar ik dan meestal tegen mezelf moet klappen om antwoorden te geven.
-Zou een dode ook kou hebben of zouden het juist de nabestaanden zijn die met de kilte van het verlies blijven zitten?
-Zou de hemel en de hel wel bestaan en wat zou er het warmst zijn met zon weer?
-En dan is er nog het vagevuur en zouden ze dat wel kunnen brandend houden in deze crisis?
Tientallen vragen schieten dan door mijne kop en met een warme tas koffie in de hand waarvan het aroma in de vorm van een stijgende wasem me voor de ogen stijgt verdwijn ik in mijn fantasie.
Ja chauffeurke, hebt ge er al eens bij stilgestaan waar ge het liefst zou naartoe trekken na uw dood?
Potverdekke t was een vraag die ik mij nog niet te dikwijls had gesteld maar met zon weer had ze precies meer impact op mij.
Stel dat ze mij toch Heilig zouden verklaren en dat ik als engel zou mogen rondfladderen ginder boven dan zal het waarschijnlijk niet te warm zijn.
Ik heb al vaak horen zeggen door gasten die het vliegtuig nemen dat het ginder wreed kan vriezen en als ge dan juist gekleed zijt met een wit laken en een paar vleugels dan zal ik toch niet zweten denk ik.
Met zo een weer zou een mens de neiging hebben om naar warmere oorden te trekken en dan zat ik plots te denken aan de hel.
Opgelet t is ook maar van horen zeggen en van te lezen dat ik weet dat het ginder wreed warm kan zijn want ik heb nog niemand in mijn kenniskring die er mij verslag van komen brengen is.
Mijnen bompa wist mij vroeger te zeggen dat iedereen die iets uitgestoken had of wreed stout geweest was naar de hel zou gaan en dat de duivels u daar een ganse dag zouden het geroosterd vlees van onder uw nagels pesten.
Zijn verhalen over de hel waren soms afschuwelijk, dan weer lachwekkend, soms tegensprekend maar in welke vorm van verhaal dan ook het bleek er steeds wreed heet te zijn.
Ja, te heet moet het nu ook niet zijn en in feite was er nog het vagevuur waar ik zoveel over hoorde vertellen.
Naar het schijnt een plaats tussen hemel en aarde waar ge op de rooster gelegd wordt om de zonden die u nog niet vergeven zijn en waar ge na boetedoening toch nog naar de hemel kunt.
In feite zo dit voor mij de perfecte oplossing zijn.
In de winter naar het vagevuur en in de zomer naar de hemel.
t Is maar na een slok van de koffie te nemen dat ik mijn lippen verbrande en dat ik daar terug wakker schoot uit al mijn fantasie.
Denkend dat eens ik dood zal zijn niks te kiezen zal hebben.
Ja, begraven in koele aarde of gecremeerd dat kunnen de twee temperatuurverschillen zijn na mijn leven waar ik waarschijnlijk niets meer zal van weten.
Geef mij dan maar het kerkhof waar ik mijn zerk zal dragen zoals vele anderen.
De laatste maanden heb ik er heel wat naar hun laatste rustplaats vergezeld en straks brengen we ze terug een bezoek.
Een bezoek vergezeld met vragen en vooral die ene vraag waarom.
Waarom het leven zo plots wordt afgebroken op weg naar .
Naar de warme herinneringen die ik van sommigen in mijn hart hou en die misschien wel het vagevuur zijn dat ik brandend wil houden.
Naar de hemel, omdat ik ieder van ons daar een plaats gun zonder echt te weten wat het is maar omdat hij steeds zo schoon beschreven is.
En de hel daar zou ik langsgaan om het mensdom te verwarmen door het kwade op te stoken.
Maar ja ik zal wel met vragen blijven zitten en misschien stap ik straks eens tot aan het kerkhof, t is weeral een tijdje geleden dat ik nog een bezoekje bracht aan mijne goeie vriend Rogéke die ginder boven waarschijnlijk naar mij zit te lachen.
De betekenis van een dier in een huisgezin is hedendaags totaal anders dan vroeger.
De tijden dat men een hond had om te helpen is vervlogen tijd en vandaag komt het er vaak op aan van een hond of wat dan ook te hebben.
Het kleine salonhondje is ondertussen uitgegroeid tot de volwassen Deense dog die uit de zetel puilt of de Yorkschire die de voeten warmt.
De hond weerspiegelt vaak het imago van het baasje, maar het baasje is vaak in de dierenliefde de betekenis van het woord baasje vergeten.
De laatste weken hebben we ons vaak bedenkingen gemaakt bij het woord baasje en ook bij het woord hond .Soms denk ik dat het baasje de hond is en dat de hond het baasje vervangt.
Toen we onlangs (ik en mijn lief) rustig zaten te genieten van een zomerse dag op een bank aan de gavers keken we ook naar de voorbijgangers en hun huisdier.
Ja, want het maakt nu deel uit van het landschap en dan kan je er niet naastkijken hé.
Vooral wanneer het storend is.
Wat dacht je van de hond die aan de lange leiband liep en tot aan onze bank kwam om gewoon zijn poot op te heffen tegen de bank waar de urine tot op mijn broek en schoenen spuitte.
Toen ik mij wegtrok trok ook het baasje aan de leiband en haalde de hond wat dichter met de sussende woordjes van wat doe je nu, terwijl de rest van het gezin de lach op het gezicht kreeg van het had toch iets leuks en het zou passen in een programma van de verborgen camera.
En ik, ik keek gewoon met boze blik om niet te hervallen in mijn verleden want anders had ik de hond waarschijnlijk een stamp tegen zijn kl..en gegeven het baasje zou waarschijnlijk een duik in de gavers genomen hebben.
Maar nee, ik hield mij koest zoals het een hond ook zou aangeleerd moeten zijn.
Natuurlijk zijn alle honden de braafste en zijn alle baasjes de beste.
Ik stel mij juist de vraag wat koest nog voor betekenis heeft als het baasje gewoon zijn ding doet.
Toen we onlangs op het strand liepen (waar honden verboden zijn of op bepaalde plaatsen aan de leiband moeten gehouden worden) viel het ons op hoeveel honden er vrij liepen.
Het was makkelijk te tellen want er liep geen een aan de leiband.
Eerst dachten we nog dat aan onze Belgische kust de Bruine dolfijn zijn intrede had gedaan, maar in feite was het niet meer dan de zoveelste str..t die tussen de schelpen lag en waar de vliegen zich tegoed aan deden.
Och we kunnen ons ongenoegen eens uiten en de zaken van op afstand bekijken.
In feite is het zoals vele zaken, iedereen betekent voor zijn huisdier wat hij wil en het huisdier is voor velen het perfecte huisdier als men de ogen sluit voor wat niet kan.
Iedereen is dan baas en elke hond blijft hond.
Moet men nu de baasjes gaan opvoeden om de hond uit te laten?
Nee hoor, want ik ken er verschillenden die naar school gaan om te leren.
Ik bedoel dan wel de hondenschool hé, en deze haalt blijkbaar niet veel uit als het over de mentaliteit van de mens aankomt.
Nee, laat de mens zijn ding maar doen en ook de huisdieren passen zich wel aan bij de mentaliteit van zijn baasje.
Ik ben ondertussen naar t school geweest om te leren hoe ik met bepaalde zaken moet omgaan.
Heel eenvoudig .ik zwijg en probeer met mijn ogen mijn ongenoegen te uiten.
Ja, stel je voor dat ik iets zou willen zeggen, dan zou ik terug naar t school moeten om te weten tegen wie ik iets zou moeten zeggen.
Tegen de hond?
Tegen het baasje?
Tegen de twee?
Och ik heb geleerd van te relativeren en te filosoferen en onlangs kreeg ik te horen dat het trappen in een hondenstront geluk brengt op financieel gebied.
Wel ik heb deze morgen staan springen in een str..t voor mijn deur voor ik mijn lottoformulier heb binnen gedaan.
Ik hoop maar juist dat hij groot genoeg was, want anders zal ik het baasje eens moeten aanpakken om te vragen of hij zijn hond geen grotere kan laten sch....n want mijn financiele toekomst hangt er toch maar vanaf héJ)).
Niet dat we iets speciaals in huis hadden hoor en meestal is het ontbijt beperkt door wakker te worden aan de keukentafel en elkaar aan te kijken met slaperige ogen terwijl ik in een boterham met hesp of choco bijt en mijn lief haar kommetje ontbijtgranen uitlepelt.
Maar onlangs kregen we zon soort keukenrobot cadeau.
Ge kent dat wel, een spel dat iedereen wil maar waar ze na een paar jaar op moe gekeken zijn.
Of teveel werk om het in elkaar te zetten of teveel werk om het af te kuisen of te ingewikkeld.
Mooi op papier en prachtig als ge de verkoper op de markt er mee aan het werk ziet.
Het lijkt wel of de keukenrobot je leven zal veranderen en vereenvoudigen.
Deze morgen deed mijn lief ook die doos eens open en we zouden eens vers appelsiensap persen.
Een plastiek spul met 36 aparte stukken.
Je kon er niet alleen appelsienen mee persen maar ook vlees mee malen en komkommers mee schillen en aardbeien mee ontpitten en puree mee maken en fruit mee pletten en en allé teveel om op te noemen.
Met de handleiding te nemen kon ik eraan beginnen en ik moet zeggen dat er na vijf minuten knutselen een appelsienpers voor mijne neus stond.
Nog juist de prise in het stopcontact steken en iets onder de tuit steken om het sap op te vangen.
Omdat er geen opvangbeker bijzat namen we dan maar onze maatbeker maar die was iets te groot en dus moesten we hem er schuin onder steken wat al niet evident was.
Op de zijkant stond een knopje on en eens dat ingedrukt konden we beginnen persen.
Toen dat spel daar aan het draaien was duwde ik de halve appelsien op het toestel en plots begint dat daar te draaien dat de maatbeker er vanonder schuift en dat het toestel rare kronkels maakt.
Het sap vloog niet in de beker maar op het aanrecht, de vloer de muurtegels en het elektrische vuur.
Amai mijne frak!!
-Awel bollie wat steekt gij hier allemaal uit.
-Euh t is hier precies wat uit mijn handen geschoten!
-PPfff ja, weer een man in de keuken ja!
-Jamaar da spel draait langs alle kanten en ik
-Ja ja kom laat mij maar doen!
Mijn lief plaatste de maatbeker terug en ging op haar beurt ons ontbijt voorzien van vers geperst appelsiensap.
Ook zij duwde op on en eens ze de appelsien op de keukenrobot duwde vloog het sap niet alleen op de grond maar ook op mijne vers gestreken pyjama en in mijn plat geslapen haar.
Potverdekke zeg het sap liep daar van onze benen terwijl we in de maatbeker nog maar twee druppels hadden opgevangen.
Er zat niet anders op dan dat er één persoon de robot vast hield en de andere de maatbeker.
We moesten dan nog wel de kleine gaan wakker maken om op het knopje on te drukken en om de appelsienen op het toestel te duwen.
Ja, nu hebben we het verstaan.
In feite dient zon toestel om allemaal samen aan het ontbijt te zitten en met minstens drie man te gebruiken om geen ongelukken te hebben en niet verplicht te zijn na het persen van twee appelsienen om je keuken te herbehangen of te verven.
Allé..we hebben een schoon en lekker ontbijt gehad waar we met drie aan een half glas appelsiensap zitten slurpen hebben.
Morgen ga ik ontbijten op ouderwetse wijze en de appelsienen met de hand persen ver van het modernisme.
Gelukkig dat we het automatische toestel voor onze boterhammen te smeren niet hebben boven gehaald of we hadden nog niet gegeten.
Allé ik wens ieder van u een mooie dag toe en vooral lekker en eenvoudig eten toeJ)
De laatste jaren zit ik er ook aan te denken dat mijn tijd zal komen en dat ik in de periode van het aftellen zit.
De vraag is of ik mij zou willen laten cremeren of begraven.
Het liefst zou ik mij laten invriezen maar nadat ik inlichtingen had genomen kreeg ik van
O Cool en van den Aldi geen toestemming.
Nee ik kreeg geen laatste rustplaats tussen de diepvrieskiekens en dus kon ik deze wijze alvast begraven.
Maar de vraag bleef of het crematie of begraven zou worden.
Wel ik zou het liefst begraven worden.
Mensen hoeven daarvoor niet voor mij stil te staan aan het graf maar wel zou ik ze graag iets geven om over na te denken tijdens hun leven als ze voor de dood staan.
Het liefst zou ik een tekst op de grafsteen laten zetten of er een draaiboek leggen waar ieder zijn levenservaring in kwijt kan.
Allé toch iets speciaals hé.
Nee een crematie vind ik maar niks want ik kan zo al niet goed tegen de warmte.
Voor de rest zal ik het mij niet teveel moeten aantrekken want het zullen toch de achterblijvers zijn die zullen beslissen of ze mij op de brandstapel leggen of gewoon aan de pieren geven.
Het doet er mij alvast aan denken dat ik straks eens naar het kerkhof ga bij mijne goeie vriend Rogéke.
Het slechte weer kluistert mij aan het klavier en ik zit zo even te denken aan wat ik zou schrijven.
Straks nog een epistel voor andere oorden maar eerst warm ik mijn vingers wat op binnen de groep van ons seniorennet.
Och laat ons klein beginnen, toen ik deze nacht ben opgestaan om mijn winterhorloge te vervangen door een zomeruurwerk zat ik zo te denken aan het begrip tijd.
Geen oog heb ik nog toegedaan en nu zit ik met die tijd in mijn hoofd.
Misschien dat ik hem maar in pojeezievorm op papier zet.
Vandaag ben ik opgestaan zoals ik tijdens een normale vrije dag zou opstaan.
Geen werkverplichting en dus hoefde ik mij ook voor niets te haasten.
Langzaam om van s morgens vroeg geen stuik te pakken daalde ik de trap af en in de keuken kuste ik mijn lief voor de eerste maal vandaag.
Terwijl ze de koffie opgoot bladerde ik aan de keukentafel even in het weekblad en steeds viel het mij op hoeveel roddels de tv paginas voorafgaan.
Het aroma van verse koffie streelde ondertussen mijn reukorgaan en iets later kon ik mijn lippen zetten aan de tas waarmee ik het lichtbruine goedje naar binnenwerkte.
Buiten was het nog donker en van de sneeuw was al helemaal niets meer te zien.
Toen mijn lief vertrokken was keek ik nog even door het raam en besloot eerst de dagelijkse dingen te doen die ik op een vrije dag doe.
De mails .
Ja, de pc stond nog aan en dus zou ik eerst de honderden mails opkuisen.
361, het viel nog mee!
De meeste afkomstig van het seniorennet en van een paar schrijversgroepen en nog een paar anderen met virtuele reclame waar zelfs onze facteur niets van afweet.
Vlug een paar mailtjes beantwoorden en schrijven zou ik later wel doen.
Maar eerst moest ik naar de gemeente en naar de post en daarvoor had ik de wagen van mijne pa nodig.
Dus belde ik vlug even of ik de wagen kon lenen.
-Driiiiiiing ..driiiiiiiiiing
-Hallo pa?
-Knars bonk tling
-Pa zijt gij dadde?
-Hallo
-Ja, met mij
Omdat het modernisme op mijne pa geen vat heeft duurt het steeds even eer hij aan de lijn is want meestal vergist hij zich van toets op het toestel of houd hij de telefoon averechts aan zijn oor.
-Ja voor wat ist.
-Awel om te zien of ik de auto kan lenen.
-Wanneer?
-Awel zo rap mogelijk.
-Ja, t is goed ik kom af.
-Ja wanneer ????
-tuut tuut tuut
Lap mijne pa legt ook de telefoon vlugger af dan zijn schaduw en dus moest ik maar gokken wanneer hij hier voor de deur zou staan.
Meestal is het direct en ik had goed gegokt want vijf minuten later stond hij hier.
-Waar moet ge zijn?
-Euh gaat ge mee?
-Ha vaneigens of denkt ge dat ik hier buiten ga staan wachten tot ge terug zijt?
-Ik moet eerst naar het gemeentehuis.
74 Jaar is hij en ik moet af en toe bijsturen als hij aan het babbelen is en met zijn rechterwiel de netels in de graskant platrijd.
-Pa..kijkt eens voor u!
-Ja zeg ik zie wel waar ik rij en de baan is toch breed genoeg.
-Ja t is waar als ge rechts in de graskant rijd hebt ge links nog veel plaats.
Iets later stonden we aan het gemeentehuis.
In een klein dorp zijn er meestal geen lange wachttijden, ook omdat de helft van de bevolking op het gemeentehuis werkt.
-Ha wie we daar hebben, chauffeurke, hoe is dat nog met u.
-Euh hoe zie ik er uit?
-Ha goed.
-Ha dan zal het goed zijn met mij hé.
-t Is lang geleden zeg ne mens zou geld geven om u nog eens te zien.
-Euh serieus?
-Ja vaneigens!
-Euh ik heb nog van niemand geld gekregen dus zullen ze mij toch zo graag niet zien komen.
-Allé t is goed voor wat ist?
-Euh awel ik mocht achter de pasport van mijne kleine komen.
-Ha ja hebt ge uw papier mee?
-Euh nee ik heb mijn papier naar het containerpark gebracht.
-Maar nee gij kieken uw papier voor de identiteitskaart.
-Ha ja dadde ja dat heb ik hier.
-Kom dan maar binnen.
Terwijl ze daar achter de kaart zocht en het administratief gedeelte aan het vervullen was keek ik rond mij om te zien hoe die andere charels hun tijd invulden.
Ik let meestal op de details en het viel mij op dat ze iets verder met twee naar één scherm van een pc aan het kijken waren.
-En wie is er aan het winnen?
-Euh wablief chauffeurke.
-Wie er aan het winnen is?
-Waar aan het winnen.
-Awel ja, ge zit daar met twee voor één scherm zijt ge geen spelleke aan het spelen op de pc?
-Bah nee gij, we zijn hier serieus aan het werken.
Ondertussen was de dame daar met de kaart en was het administratieve gedeelte afgesloten.
-Voila chauffeurke ge kunt weeral voort.
-Allé dat ge bedankt zijt dat weet ge hé.
-Ja allé tot nog eens hé.
-Ja, ik zal eens wat meer verhuizen dan kan ik wat meer achter ne pasport komen hé.
-Ja
-Ha nog iets!
-Zijt ge nog iets vergeten?
-Ja, ik heb gezien dat de fontein voor het gemeentehuis wreed aan het schuimen is, is dat normaal?
Plots waren alle ogen daar op mij gericht.
-Nee dat is niet normaal en we zijn op zoek naar den dader.
-Den dader hahahahaha hoe ?
-Ja, we hebben ze moeten afzetten want het schuim vloog hier tot tegen de ruiten!
-Ha hahahahahahahaaha dat is een goei.
-Zeg gij zit daar toch voor niks tussen hé?
-Euh ikke ge zijt gij niet goed zekerst!
-Ja ge zou niet durven zekerst?
-Euh t is niet omdat ik nog niet erkend ben door het vaticaan dat ik geen Heilige ben hé!
-Ja ja
-Jamaar ik heb da spel niet doen schuimen hoor want wij hebben thuis zelf een wasmachine.
Potverdekke die mannen verdachten mij daar toch wel van daar die fontein te doen schuimen zekerst!
Met de ogen in mijn rug ben ik dan maar rustig al fluiten naar buiten gestapt naar de wagen waar mijne pa zat te wachten.
-Euh ik zou ook nog in de post moeten zijn.
-Ja, ik zal daar eens stoppen zeg hebt ge al gezien dat die fontein hier aan het schuimen is?
-Ja ja geef maar gas want ze denken dat wij daar onze was gedaan hebben.
Meer dan een glimlach verscheen er niet op zijn lippen en begon al te twijfelen of hij daar zijne was niet zou gedaan hebben.
In de post stond er wat volk maar ook dat gaat in een boerendorp nog redelijk vlug want meestal komen ze er niet meer halen dan een postzegel.
Aan het ene loket zat een bekende en aan het andere iemand die ik nog nooit had gezien.
-Dag meneer met wat kan ik u van dienst zijn?
-Euh amai gij kunt schoon klappen en het is vandaag de eerste keer dat ze mij meneer noemen.
De persoon aan het loket ernaast glimlachte en vertelde haar dat ze mij chauffeurke mocht noemen.
Maar blijkbaar drong die rare naam niet direct door en buiten een beleefde glimlach bleef ze ook in haar woorden wreed beleefd.
-Awel mamaselleke ik zou hier twee brieven willen versturen.
-Ja meneer.
-Ge zult ze eens moeten wegen want dienen ene is wat zwaarder en dus zal ik dienen facteur meer moeten betalen zekerst?
-Euh de ene verzending is aan het normale tarief en de tweede zending weegt inderdaad iets meer.
-Euh .een zending?
-Ja die twee zendingen hier bedoelt u toch.
-Een zending dat was vroeger als ik een stuk van ons varken bij de pastoor moest brengen maar daar moest geen tember op zenne.
De persoon aan het andere loket schoot daar in een lach terwijl de juffrouw grote ogen trok en niet echt realiseerde dat ik maar wat wou zwanzen om de dag goed te beginnen.
-Euh zou u nog iets willen meneer?
-Euh ja ge moogt mij den overschot van die tembers op dat velletje meegeven want we hebben nog een paar zegels tekort op een spaarkaart van de gb.
Zonder echt haar hoofd op te richten sloeg ze haar ogen in mijn richting.
-Dat is dan 5 en 60cent.
Nadat ik in mijne portemoné had zitten zoeken legde ik het bedrag in de doorgeefschuif en na even vlug geteld te hebben bedankte ze mij met een vlugge dank u wel.
Ik zag dat ze gehaast was om de volgende klant te ontvangen of wou ze mij liefst zo vlug mogelijk buiten werken.
-Dag mamaselleke.
-Dag meneer.
Ik wierp nog een blik naar het tweede loket.
-Dag Marc.
-Dag chauffeurke en ge moet wat meer komen dat die nieuwe u ook ne keer leren kennen hé.
-Awel t is goed ik zal in plaats van tien zegels te kopen tien dagen achter één zegel komen.
-Ja..doet dat.
Toen ik wou buiten gaan en de juffrouw klaar was om de volgende klant te ontvangen liep ik nog even voorbij haar loket.
-Euh juffraake ik ben nog iets vergeten te zeggen.
-Ja meneer?
-Ja, die twee brieven dat is voor twee verschillende adressen hé.
-Euh ja en..
-Awel ge moet tegen de facteur zeggen dat hij dat niet in dezelfde bus moet steken hé.
-Euh
-Dag uffraake.
Iets later stond ik terug buiten en zou mijne pa mij terug voeren.
Voila, daar stak ik terug de sleutel in het sleutelgat en was ik terug van waar ik vertrokken was.
Ja, wat zou ik nu zoal eens doen tijdens mijn vrije dag.
Awel ik zou eerst eens iets schrijven en daarna de stofzuiger pakken terwijl ik de soep opwarm.
Ja, wat de namiddag zal brengen weet ik nog niet maar zelfs al doet een mens niets dan ook gaat de dag voorbij hoorJ
Toen ik deze morgen voor het raam stond was de winter langsgekomen.
Het kwik was al zo kwik niet meer dan gisteren en het was terug dicht bij elkaar gekropen in het kleine bolletje met nog een klein streepje achter te laten waar ik kon lezen dat het bijna 0 graden was.
Ik heb in t school altijd geleerd dat 0 gelijk stond met niets en dus is er volgens mij ook geen temperatuur als het nul graden is.
In elk geval was het landschap volledig veranderd en was de weide omgetoverd met een wit gras tapijt.
Een spinnenweb hing aan onze druivelaar op het terras en ook de tuinmeubels en het terrashout was prachtig wit.
En iets verder zag ik het kerkhof liggen, ook iets witter dan gisteren.
En zoals meestal s morgens zat ik te denken en vragen te stellen voor mezelf waar ik dan meestal tegen mezelf moet klappen om antwoorden te geven.
-Zou een dode ook kou hebben of zouden het juist de nabestaanden zijn die met de kilte van het verlies blijven zitten?
-Zou de hemel en de hel wel bestaan en wat zou er het warmst zijn met zon weer?
-En dan is er nog het vagevuur en zouden ze dat wel kunnen brandend houden in deze crisis?
Tientallen vragen schieten dan door mijne kop en met een warme tas koffie in de hand waarvan het aroma in de vorm van een stijgende wasem me voor de ogen stijgt verdwijn ik in mijn fantasie.
Ja chauffeurke, hebt ge er al eens bij stilgestaan waar ge het liefst zou naartoe trekken na uw dood?
Potverdekke t was een vraag die ik mij nog niet te dikwijls had gesteld maar met zon weer had ze precies meer impact op mij.
Stel dat ze mij toch Heilig zouden verklaren en dat ik als engel zou mogen rondfladderen ginder boven dan zal het waarschijnlijk niet te warm zijn.
Ik heb al vaak horen zeggen door gasten die het vliegtuig nemen dat het ginder wreed kan vriezen en als ge dan juist gekleed zijt met een wit laken en een paar vleugels dan zal ik toch niet zweten denk ik.
Met zo een weer zou een mens de neiging hebben om naar warmere oorden te trekken en dan zat ik plots te denken aan de hel.
Opgelet t is ook maar van horen zeggen en van te lezen dat ik weet dat het ginder wreed warm kan zijn want ik heb nog niemand in mijn kenniskring die er mij verslag van komen brengen is.
Mijnen bompa wist mij vroeger te zeggen dat iedereen die iets uitgestoken had of wreed stout geweest was naar de hel zou gaan en dat de duivels u daar een ganse dag zouden het geroosterd vlees van onder uw nagels pesten.
Zijn verhalen over de hel waren soms afschuwelijk, dan weer lachwekkend, soms tegensprekend maar in welke vorm van verhaal dan ook het bleek er steeds wreed heet te zijn.
Ja, te heet moet het nu ook niet zijn en in feite was er nog het vagevuur waar ik zoveel over hoorde vertellen.
Naar het schijnt een plaats tussen hemel en aarde waar ge op de rooster gelegd wordt om de zonden die u nog niet vergeven zijn en waar ge na boetedoening toch nog naar de hemel kunt.
In feite zo dit voor mij de perfecte oplossing zijn.
In de winter naar het vagevuur en in de zomer naar de hemel.
t Is maar na een slok van de koffie te nemen dat ik mijn lippen verbrande en dat ik daar terug wakker schoot uit al mijn fantasie.
Denkend dat eens ik dood zal zijn niks te kiezen zal hebben.
Ja, begraven in koele aarde of gecremeerd dat kunnen de twee temperatuurverschillen zijn na mijn leven waar ik waarschijnlijk niets meer zal van weten.
Geef mij dan maar het kerkhof waar ik mijn zerk zal dragen zoals vele anderen.
De laatste maanden heb ik er heel wat naar hun laatste rustplaats vergezeld en straks brengen we ze terug een bezoek.
Een bezoek vergezeld met vragen en vooral die ene vraag waarom.
Waarom het leven zo plots wordt afgebroken op weg naar .
Naar de warme herinneringen die ik van sommigen in mijn hart hou en die misschien wel het vagevuur zijn dat ik brandend wil houden.
Naar de hemel, omdat ik ieder van ons daar een plaats gun zonder echt te weten wat het is maar omdat hij steeds zo schoon beschreven is.
En de hel daar zou ik langsgaan om het mensdom te verwarmen door het kwade op te stoken.
Maar ja ik zal wel met vragen blijven zitten en misschien stap ik straks eens tot aan het kerkhof, t is weeral een tijdje geleden dat ik nog een bezoekje bracht aan mijne goeie vriend Rogéke die ginder boven waarschijnlijk naar mij zit te lachen.
Donderdag 2 oktober was een dag om in de analen te schrijven.
Ja, dan kwam de koning en de koningin naar Geraardsbergen en het zou naar het schijnt 29 jaar geleden zijn dat er hier nog eens een koning geweest was in de vorm van Koning Boudewijn.
Prinsen zoals Prins protocollair Olaf van de broederschap van Manneken-Pis ziet men er regelmatig opduiken maar die heeft naar het schijnt niet echt blauw bloed.
Nee nee, we hadden de eer en het genoegen zonder vriesweer de echte vorst te mogen verwelkomen.
Natuurlijk zijn het die momenten waar chauffeurke een beetje zit op te wachten om te zien hoever ik als chauffeurke daadwerkelijk kan gaan.
Omdat ik altijd al gedroomd heb van journalist te worden van plezante dingen was nu het ogenblik aangebroken om mijn kunsten te laten zien.
Nadat ik een perskaart had kunnen bemachtigen kon ik mij begeven onder de zwaarbeladen journalisten van media allerhande die zeulden met schrijfgerief, camera of fototoestel.
Opgelet ge moet niet denken dat ge daar direct een interview van Albert of Paola gaat afnemen hoor.
Alles begon met een briefing in de raadzaal waar de aanwezige pers vergast werd op koffie en mattentaarten.
Ik moet zeggen dat ik in het vervolg op zon dagen niet meer ga ontbijten want als ge daar bij uw vier boterhammen met choco nog drie mattentaarten moet steken dan loopt ge wel een ganse tijd met een volle maag rond hé.
Maar allé t is maar om te zeggen dat we wreed gesoigneerd geweest zijn.
Wat mij direct opviel is dat de meeste hun schoonste kostuum hadden aangetrokken en als iedereen in maatpak loopt weet ge op den duur niet meer wie wie is hé.
Op zeker moment liepen er daar een paar mannen tussen waar niet alleen het kostuum schoon gestreken was maar ook hun gezicht!
Amai azo serieus dat die daar rondliepen terwijl ze wreed curieus waren en iedereen in de gaten hielden.
Het was mij opgevallen dat een paar van die mannen een draadje in hun oor zitten hadden en ik dacht nog dat het slechthorende waren.
Om die mensen daar niet aan hun lot over te laten was ik naast één van hun gaan staan en wat contact gezocht door goed te roepen zodat ze mij zeker zouden horen.
-Ze hebben sjance met t weer hé !!
De persoon had mij toch direct gehoord en hield het bij een eenvoudige ja
Iets later werd het woord genomen door de persattaché en de woordvoerder van het paleis om ons wegwijs te maken in wat we mochten en niet mochten.
Omdat ik altijd wreed veel op details let en hij niet gezegd had dat het verboden was ik al wreed op mijn gemak.
Alles was tot op de minuut gechronometreerd en ik versta nog niet waarom ik nooit mijn aankomst op een half uur na kan plannen als ik van Brussel kom terwijl die mannen hier op het uur stipt kwamen aangereden.
Op het marktplein stond al heel wat volk en ook veel jonge snotters die een dag amnestie hadden gekregen in t school om de koning en de koningin te zien.
De Belgische driekleur wapperde onder een zonnige hemel en om 10u40 stipt kwam een escorte aangereden met een schone blinkende wagen die als nummerplaat nummer 1 droeg.
Potverdekke ik moest mij daar direct als journalist gedragen en omdat ik wat ervaring heb met hoogwaardigheidsbekleders rond te voeren wist ik ook wie waar zat in de wagen en was ik één van de enige die langs de goede kant stond toen de koning uitstapte.
Ik flitste daar direct met mijn kodakske en ik kon zelfs het hele gezelschap op de foto krijgen met Manneken-Pis op de achtergrond.
Koning en koningin werden ontvangen door burgemeester De Chou en de Gouverneur van Oost-Vlaanderen Denys en allebei hadden ze schoon hun haar gekamd want de komst van de koning maakt ge niet alle dagen mee hé.
Chayenne Wauters een meisje van 5 jaar mocht de bloemen afgeven en waarschijnlijk zal ze door al het geflits maar later beseffen wat er die dag allemaal gaande was.
Ik had direct gezien dat de koning ook wreed op details lette en dat hij wel zal gemerkt hebben dat Geraardsbergen de stad van de unalit en de vezelplaten was daar ze goed zichtbaar aanwezig waren bij de verbouwingen van een café en de toeristische dienst op de markt.
Maar bij zon bezoek van het vorstenpaar mag er niet teveel getreuzeld worden en moet het uurrooster nauwlettend gevolgd worden.
Zo ging gans het gezelschap naar de trouwzaal waar ze het gulden boek zouden tekenen en ik kan u verzekeren dat het vechten was als je een foto wou nemen.
Och ik heb de paparazzi al aan het werk gezien en weet dat die mannen altijd wreed schone en unieke fotos trekken.
Vroeger kon je nog het filmrolletje uit de kodak van dienen voor u halen en dan had ge ook fotos waar ge niet teveel werk mee had maar met al het digitale gedoe moet ge er zelf voor werken hé.
Met mijn lens onder hun oksels en tussen hun benen kon ik toch heel speciale beelden maken.
Maar zoals ik al schreef het zijn vooral de details die ik observeer.
Zo weet ik nu dat de koning één klontje suiker neemt in zijn koffie en een vleugje melk.
Terwijl zijne majesteit omringd werd door het schepencollege die voor de gelegenheid hun mooie tricolore buiksjaal hadden aangetrokken, den deken, de brandweercommandant, de chef van de politie en de stadssecretaris gaf de burgemeester wat toelichting over Geraardsbergen.
Iets later moest de pers zich terug naar buiten haasten waar het koningspaar een volksbad zou nemen en dat zijn vaak de mooiste momenten.
Terwijl één van de mannen van de veiligheid onze koningin er attent op maakte dat ze moest opletten van haar hakken niet te breken op één van de trappen wuifden beiden de massa toe.
Elk apart gingen ze hun weg gevolg door de fotolenzen en terwijl de koning eerst de oud-strijders ging begroeten begon de koningin met het vele handen schudden en de geschenken in ontvangst te nemen.
Ja Sire er zijn nog Belgen!
Terwijl het protocol op de werkvloer me er steeds op wees dat ik geen vragen mocht stellen aan koning of koningin trok de gewone mens er zich niet teveel van aan en werden sommigen zelfs beantwoordt.
-Mevrouw hoe is het met de Filip en Mathilde?
-Hoe is het met de kleinkinderen?
-Hoe is het nog met Fabiola?
-Doe ze de groetjes uit Geraardsbergen.
Telkens ze de handen schudden hing er wel een vraag of een groet aan vast en steeds getuigde ons koningspaar van zeer veel beleefdheid en tact.
Nu ik er zelf zo dichtbij stond had ik al de tijd om ze te observeren en vond ik dat in feite twee wreed schone mensen.
Een klein halfuur hebben ze daar handen geschud en de mensen te woord gestaan om daarna hun eigen weg te gaan.
De koning ging het bedrijf New Line Compagny bezoeken en de koningin zou op haar beurt een bezoek brengen aan het natuureducatief centrum de Helix.
De pers kon het hele gezelschap volgen met bussen maar persoonlijk zou ik het anders oplossen.
Ik bleef tot de pers vertrokken was en begaf me daarna te voet naar de oudenberg waar ik wist dat ze ook even zouden komen en waar veel minder pers en volk zou zijn omdat het eerder incognito was.
Nadat ze het panorama even hadden bewonderd zouden ze nog even de kapel bezoeken en trok ondertussen de pers naar de andere locatie waar ze werden verwacht.
Maar ik besloot te blijven en ze op te wachten tot ze de kapel terug zouden verlaten.
Daar stond ik dan met een handvol mensen die de kapel hadden bezocht en toen ze naar buiten kwamen en plaats namen in de wagen zag ik mijn kans schoon om ze nog een paar keer in te zoomen.
Beiden namen plaats in de wagen en omdat de stoet niet onmiddellijk vertrok deed de koning zijn raampje naar beneden.
Daar stond ik dan bijna moederziel alleen oog in oog met onze koning en nog geen meter verwijderd van de wagen.
-Mooi toestel, klonk het plots.
Potverdekke t was de koning in levende lijve die mij daar aansprak en daar staat ge dan.
Ge moet u natuurlijk altijd voorstellen alvorens antwoord te geven maar ik voelde al vlug dat dit overbodig zou zijn.
-Ik ben chauffeurke uit Deftinge
Twee namen waar de vorst nog nooit van gehoord had.
-Euh Ja Sire ik ben er wreed content van.
-Nu kan je onmiddellijk zien of ze gelukt zijn op het digitale scherm.
-Ja Sire veel gemakkelijker dan altijd die rolletjes te ontwikkelen hé.
-En werkt u voor de schrijvende pers?
Lap, dat was de vraag waar ik niet veel tijd had om over na te denken en ik kon hem moeilijk vertellen dat ik als chauffeur rechtover zijn deur in Brussel werkte en speciaal was thuisgebleven voor zijn komst.
-Euh ik ben hier als freelancecursiefschrijverjournalist voor de beiaard
Het was op dat moment dat de wagen vertrok en dat hij nog nazwaaide.
Alles ging zo vlug dat dienen mens nu waarschijnlijk denkt dat ik beiaardier ben of zoiets.
Ja, ik zou nog een paar bladzijden kunnen schrijven over het officiële gedeelte maar het zijn die gewone dingen die me bijblijven en het leven zo schoon maken.
Als doodgewoon chauffeurke in gesprek met de koning.
Ik vond het spijtig dat ik mijn visitekaartje niet heb kunnen afgeven want ik denk dat we elkaar nog veel te vertellen hadden.
Maar weet ge wat, als ik nog eens voor zijn deur passeer steek ik de beiaard in zijn bus en zo blijft dienen mens ook een beetje op de hoogte van onze streek.
Ik stuur hem met Nieuwjaar alvast een kaartje en twee gratis inkomstkaarten voor Het spelleke van Lierde en wie weet zie ik hem vlugger terug dan verwacht.
We zijn terug overgeschakeld naar het winteruur en naar het schijnt mag je dan een uurtje langer slapen.
Ja dat zal wel!
Ik heb die uitvinders van het winter of het zomeruur nooit begrepen.
We moeten onze wekker van 3u naar 2u zetten en dan stel ik mij de vraag waarom juist in het midden van de nacht?
Toen ik gisteren ben gaan slapen heb ik dus mijne wekker gezet om zeker wakker te zijn om 3u.
Als ik s nachts moet opstaan slaap ik altijd heel nerveus en dan duurt het soms lang eer ik in slaap val.
Maar bon, rond middernacht moet ik dan toch in slaap gevallen zijn en voor ik de kans had het menu van mijn dromen te raadplegen ging daar om 3u de wekker af.
Potverdekke azo een spel dat dit allemaal teweeg brengt.
Ik draaide de wijzer van mijne wekker van 3u naar 2u en ik zat even te denken in mijn bed hoe het nu juist zat.
Ja, ik had tussen 2 en 3 al geslapen en nu ik de wekker had verzet stond hij terug op 2u.
In feite lag ik daar nu met een uur waar ik niets kon mee doen want ik had het uur op zich al meegemaakt en met het terugdraaien van de wijzer was ik een uur terug in de tijd gekeerd.
Nu ik mijn wekker had teruggedraaid moest ik er rekening mee houden dat hij niet opnieuw om 3u zou bellen mits ik hem al had verzet en ge dat maar ene keer kunt doen want anders zou je blijven terugkeren in de tijd.
Toen ik het licht terug had uitgedaan vielen mij plots de fluorescerende wijzers van mijn polshorloge op die nog steeds op 3u stonden.
Potverdekke, ik moest niet alleen mijne wekker verzetten maar ook al de rest!
Mijn polshorloge verzetten is een werk op zich en dat nam even tijd in beslag.
Maar ik moest ook nog eens mijn sloffen aantrekken want ook beneden was er nog werk.
In de keuken was het de muurklok in de salon het klokje op de schouw en in de veranda moest ik de koekoek wakker maken om hem te vertellen dat hij ook een uur moest achteruitvliegen om straks terug 3u te koekoeken terwijl hij dat juist had gedaan.
Ppfff azo n en uitleg eer diene vogel dat verstaan had zeg!
Bij onze staande klok daar moest ik een uur lang diene slinger vasthouden zodat 2u de 3u kon inhalen waarop ik de slinger dan terug mocht loslaten.
Nadat ik dan nog het uur op de gsm, de radio, de tv en ook in de wagen had aangepast stonden we al een tijd verder en was de nacht bijna gedaan.
Ja, waarschijnlijk is het daarom dat een mens langer mag slapen, omdat hij gewoon een uur bezig is met alles te verzetten midden in de nacht.
Ja, en dan kunt ge zien dat ge niets vergeet want ik had deze morgen al prijs.
Ik had aan alles gedacht behalve aan de automatische instelling van de koffiezet en de oven.
Ja, ik stel het uur van opstaan in zodat als ik uit de badkamer kom nog juist de koffiezet en de oven moet afzetten en mijn koffie en eitje met spek klaar en warm zijn.
Ja, als ge hem natuurlijk de dag ervoor programmeert weet dienen oven niet dat hij een uur moet wachten alvorens hij kan starten hé.
Miljaarde .mijn ei was echt Vlaams geworden, een geel randje met in het midden alles zwart.
Het spek kon je alleen nog eten met hamer en beitel.
Een uur langer slapen noemen ze dat.
Ja, ze kunnen een mens nogal wat aandoen met al hun stoten.
Straks krijgen we waarschijnlijk nog het lentekwartier en de herfst uren om daar ook nog wat te staan draaien midden in de nacht.
Och ik versta er niks van nu we een uur langer hebben mogen blijven liggen terwijl we geen oog toegedaan hebben had ik eens naar mijne chef gebeld of ook hij zijne wekker achteruit gezet had en of ik dan ook een uur later mocht komen werken.
Volgens mij heeft diene mens niet dezelfde horloge als ik want hij had zijne wekker wel achteruitgezet maar toch mocht ik geen uur later komen.
Nee, voor mij hoeft het niet en als ze mij komen vertellen dat we met een uur terug te keren in de tijd geld besparen moeten ze mij eens uitleggen hoe want daar waar ik anders gewoon de nacht in het donker doorbreng met mijn ogen toe heb ik nu alle lichten moeten aansteken om overal het uur te verzetten en dus zal de factuur wel op tijd in de bus vallen.
Ja, ik loop er al een ganse morgen nerveus van en dus ga ik mij nu maar even op de zetel leggen om de tijd in te halen die ik verloren heb met de tijd te verzetten.
Als jonge snotter en nu soms nog stelde ik mij veel vragen in het leven.
Eén van die vragen was hoe een blinde nu juist door het leven ging.
Och vroeger probeerde ik het allemaal uit en zo kon ik als jonge gast perfect een dove nabootsen door in elk oor een wijsvinger te steken als mijne pa mij iets zei.
Maar mijne pa kon binnen de kortste keren mijn stoppen in mijn oren verwijderen met een stamp onder mijn gat.
Maar blind zijn is nog iets anders en ge kunt moeilijk met uw handen voor uw ogen lopen want telkens ge onraad ruikt piept ge al eens door uw vingers daar waar een blinde helemaal niet kan door de vingers kijken.
Af en toe probeerde ik mij even in de plaats te zetten door de ogen te sluiten en dan door de woonkamer te lopen en toen de tweede vaas op de grond lag vroeg ook moeder of ik blind was.
Nee ik speelde het maar zonder echt stil te staan bij wat blindheid is.
Soms verlengde ik de tijd van het ogen sluiten omdat één minuut niet lang was.
Vandaag heb ik niet alleen een blinde collega op het werk maar ook hier in de mailgroepen zitten mensen die blind zijn.
Euh versta me niet verkeerd als ik zeg dat ik een collega heb die blind is wil dat niet zeggen dat hij chauffeur is hé.
Nee nee hij zit aan de telefooncentrale en het is ongelooflijk wat voor een geheugen die man heeft.
Vandaag zou ik over blindheid schrijven en dan moet ik mij terug even in de plaats stellen hé.
Alles begon deze morgen toen ik besloot van mijn ogen niet te openen en te proberen om zo ver mogelijk te komen als niet ziende.
Tot aan het uiteinde van het bed ben ik geraakt alvorens ik daar met mijne witte teen tegen de bedpoot stootte.
Ja ik kan u verzekeren dat ge dan rap uw ogen opentrekt.
Maar daar begon ik al te denken van hoe doet een blinde het bij pijn.
Ja die mensen zullen bij pijn waarschijnlijk heel anders omgaan dan wij.
Op de tast moeten ze voorwerpen en dingen ontwijken.
Ik nam het zekere voor het onzekere en begaf mij met open ogen naar de badkamer waar ik ze terug sloot.
Potverdekke ik was beter eerst naar het toilet geweest en zeker niet blijven rechtstaan om te plassen want daar krijgt ge natte voeten van.
En dan begon het af en toe had ik de neiging te willen kijken omdat ik onzeker was maar een blinde mag niet onzeker zijn en dus besloot ik maar de oogleden gesloten te houden.
Met gesloten oogleden kon ik blijkbaar wel onderscheid maken tussen kamers waar er licht was en deze waar het donker was maar meer niet.
Op de tast begaf ik mij tot aan de lavabo en daar stond ik dan.
Ik kon zelfs niet zien of ik wakker was of niet want ik zag mezelf niet staan.
Hoewel ik hoefde dan ook niet te schrikken van mezelf.
Op de tast ging ik naar mijn scheergerief en liet water in de lavabo lopen.
De tube met scheergel was nog makkelijk te openen en ook het water laten lopen en stoppen viel blijkbaar nog mee.
Mij inwrijven met de gel was al een ander paar mouwen.
En daar waar ik anders vlug het scheermesje tegen mijn kaak zette was ik nu veel voorzichtiger.
Langzaam trok ik het naar beneden en wist al niet waar ik de tweede en de derde maal moest inzetten omdat ik niet zag waar ik begonnen en geëindigd was.
Alles afspoelen ging dan weer wel vlot tot ik op zoek moest gaan achter een handdoek die eerst een onderbroek en daarna een T shirt bleek te zijn.
Na het wassen gin ik op de tast naar de kleerkast en daar begon de miserie!
Ik hoefde niets te assorteren want ik zag potverdekke de kleuren niet maar ook niet wat er lag.
Ja ik denk dat men als blinde eerst en vooral veel orde moet hebben.
Toen ik daar eindelijk iets aan mijn lijf had probeerde ik de trappen af te gaan en ook daar heb ik een tijd over gedaan.
Natuurlijk had ik mijn ogen kunnen openen en kijken waar ik liep op moeilijke momenten maar dat is voor een echte blinde niet weggelegd en dus wou ik in de boosheid volharden en het nog wat langer volhouden.
Ik besloot maar dat ik geen ontbijt zou nemen en zeker geen koffie zetten met kokend water want daarvoor was ik niet blind genoeg.
Ik zou beginnen met de dagelijkse dingen en op de tast vond ik de pc.
Hoe vaak hoort men mensen die kunnen zien niet zeggen dat ze blind kunnen typen wel ik kan u verzekeren dat ik het niet kan en dat daar mijn blindheid moest stoppen.
Geen brailleklavier want dat kon ik ook niet lezen en blind typen al evenmin.
Ik besloot dan maar eerst even aan paar andere zaken te doen zoals de post uit de bus te gaan halen.
Het was een raar gevoel de buitendeur te openen en de wind te voelen zonder hem te zien.
Ik hoorde de bomen en het verkeer en de vogels maar ik zag ze niet.
De wind voelde precies harder aan als anders maar dat hadden ze voorspelt.
Op de tast liep ik langs de muur en veel moest ik mij niet aantrekken van de omstaander want ik wist zelfs niet of er andere mensen op straat waren.
Iets verder stopte de muur en was ik op mezelf aangewezen en nog geen vijf stappen verder wist ik dat ik te zelfzeker was toen ik daar in de struiken dook.
Maar toch vertikte ik het van mijn ogen te openen en die struik gaf mij een idee.
Ja ik zou opzoek gaan naar een tak en deze gebruiken als witte stok.
Nadat ik er een gevonden had kon ik verder op zoek naar de brievenbus maar door de val was ik mijn oriëntatie kwijt en het was alsof ze de brievenbus verplaatst hadden.
Op de terugweg verstuikte ik mij nog op de stoep maar dat was niet zo uitzonderlijk omdat ik dat als ziende ook wel eens voorheb.
Maar op zeker moment stond ik blijkbaar ver van alles!
Mijn stok raakte geen muur meer en ook niets anders en het was pas na enige tijd dat ik terug iets aantikte met mijnen tak.
Mijne stok gleed langs een hard oppervlak en nadat ik een paar keer hard met mijne witte tak tegen het oppervlak had getikt om te raden wat het was zou ik er mijn handen voor gebruiken om het te betasten.
Potverdekke t zou toch geen waar zijn zekerst!!
Nee ik moest de ogen openen want er schoot plots een gedachte door mijn hoofd waar ik geen rekening mee gehouden had.
Langzaam opende ik de ogen en ja ppffff.
Miljaarde ik was daar met dienen tak toch wel tegen de auto van mijne gebuur aan het kloppen zekerst!
Nu stond ik daar schoon met mijne witte stok nog vol met bladeren en de omstaander zou mij zeker zot verklaren.
Ja als men echt blind is kan men soms nog op hulp rekenen hoewel ook dit niet altijd het geval is hé.
Ik besloot maar mijn blindheid te stoppen en een verhaaltje te schrijven over blind zijn.
I feite zou ik moeten beginnen met te schrijven dat niemand vraagt om blind te zijn.
Af en toe zeg ik wel eens ik zou willen blind zijn voor het geweld en de miserie in deze wereld maar dat is dan maar bedoeld om een beeld te schetsen van wat men ziet.
Nee ik zie mij niet (als ik deze woorden mag gebruiken) blind te zijn.
Mijn respect is vandaag nog gegroeid omdat ik er even ben blijven bij stilstaan hoe moeilijk het is bij zaken waar we gewoon niet aan denken omdat voor de gewone mens alles zo normaal is.
Laat ons er even bij stilstaan dat we gewoon boodschappen zouden moeten doen.
Hoe gaat men naar de winkel.
Hoe zoekt men de producten
Hoe weegt men het fruit
Hoe betaalt men.
Natuurlijk zullen die mensen er wel leren mee omgaan door de jaren maar ik zie het niet onmiddellijk gebeuren voor mezelf omdat ik soms zo al een klungel ben.
En toch verleggen ook zij hun beperkingen.
Over een paar jaar hoorde ik mijn collega zeggen dat hij meegedaan had aan de gordel.
Ik vroeg hem nog hoeveel kilometer hij gewandeld had want dat vond ik op zichzelf al een ganse prestatie hoewel ik wel dacht dat hij zou begeleid worden.
-Ik heb niet gewandeld chauffeurke ik heb gefietst.
-Euh hoe..gefietst toch niet met één hand en aan de andere kant uwe witte stok.
-Nee op een tandem hé.
Ik stond er zelf niet bij stil en hoe meer ik erover nadenk hoe meer vragen er in mij opkomen en hoe meer respect ik heb voor de mens.
Straks ga ik te voet naar Geraardsbergen en ik zal zeker aan ze denken als ik langs de weg loop en de kruispunten over moet.
Misschien doe ik wel even de ogen dicht om te horen wat zij horen.
In feite zou ik nog uren voorbeelden kunnen schetsen waar we niet bij stilstaan omdat wij als ziende een totaal ander beeld hebben.
Ik heb deze morgen alvast ondervonden door gewoon mijn ogen te sluiten hoe moeilijk het was.
Ja ik moet zelfs zeggen dat ik straks bij de kapper moet door mijn blind zijn.
Toen ik mij aan het scheren was had ik niet alleen de tandpasta gebruikt in plaats van de gel maar was ik wat te hoog begonnen aan de ene kant en wat teveel achteraan aan de andere kant.
Nee soms zijn er de woorden niet om alles perfect in beeld te brengen en zouden we zelf eens op zoek moeten gaan naar voorbeelden allerhande van situaties waar we niet mee vertrouwd zijn.
Ik kan alleen maar zeggen dat ik enorm veel respect heb voor de mens die als blinde door het leven stapt als ook voor alle anderen die met minder capaciteiten door het leven gaan.
Maar vergis u niet denk niet dat een blinde minder kan!
Het is niet omdat wij ons verstuiken of vergissen terwijl we onze twee ogen gebruiken dat ook een blinde dit doet.
Nee nee ik zou er een term willen voor vinden maar ik kan het niet onmiddellijk verwoorden.
Laat me het zo stellen dat het gewone mensen zijn die iets meer kunnen dan wij gewoon omdat zij alles blind (blindelings) doen.
Vele groetjes chauffeurke
Ps.
Ik wil hier nog even de nadruk leggen dat deze tekst geschreven is om een beeld te schetsen van zaken waar we niet genoeg bij stilstaan en zeker niet om te kwetsen.
Maar deze die niet willen blind zijn zullen hem zeker verstaanJ)
Ik draag deze tekst dan ook op aan de twee blinde personen die ik ken.
Het speelde zich af begin het jaar 2000 toen er rechtover mijn deur een café was.
Toen ik er op een dag binnenstapte zat er aan een tafeltje een man alleen met voor zijne neus een groot glas duvel.
Ik ging zoals gewoonlijk op mijn plaats aan de toog hangen en als je maar met twee in een café zit geraak je vlug in gesprek.
Het was in feite de cafébazin die ons aan elkaar voorstelde.
-Dat is nu chauffeurke van hier rechtover zie.
-Ha..aangenaam.
-En dat chauffeurke dat is nu de pastoor zie.
-Euh de pastoor van waar.
-Ha hier van Deftinge .
-Awel meneer pastoor t is den eerste keer dat ik u zie en ik moet zeggen dat het mij wreed plezier doet dat ge ook uw schapen komt bezoeken in t café.
Vanachter zijn matte brilglazen keek hij mij aan en af en toe wreef hij een lok haar weg die was aangetast door de wierrook van de laatste mis.
-En wat doet gij zoal chauffeurke?
-Pppfff in feite niet veel ik werk aan de staat en ge weet hoe dat gaat hé.
-Nee ik weet niet hoe dat gaat maar leg het eens uit.
In feite had ik dit antwoord niet verwacht en nu kon ik daar beginnen biechten over wat ik zoal deed en vooral wat ik niet deed.
-En zijt ge getrouwd chauffeurke?
-Amai gij zijt ne curieuze!
-Ik weet graag alles van mijn parochianen.
-Ik ben getrouwd geweest maar nu ist af.
-En hebt ge kinderen?
-Ja ne grote en ne kleine snotter bij twee verschillende vrouwen.
De pastoor zette zijn glas duvel aan zijn lippen en leek niet verwonderd van mijn antwoorden.
-En woont ge hier graag chauffeurke?
-Awel nu ik weet dat ik in t café kan komen biechten woon ik hier nog liever hahahahaha.
Ik ging mij bij hem aan tafel zetten en bestelde nog iets voor ons twee.
Hij zou niet afwijken van zijn geloof en dus bestelde hij maar terug een duvel.
-En meneer pastoor hoe is uwe naam of moeten we u altijd met pastoor aanspreken of hebt ge ginder op t Vaticaan ook een nicknaam gekregen?
-Nee ik noem André.
Dat kwam al gans anders over en plots had ik een mens rechtover mij zitten zonder titel.
André dronk tussen elk antwoord en elke vraag even aan zijn glas en al vlug werd een volgende duvel aangebracht en moet ik zeggen dat hij zoveel duvels dronk als ik pinten.
Naarmate het bier in de man was werden ook andere vragen gesteld en volgens mij antwoordde meneer pastoor er eerlijk op want God zag ons zitten hé.
Zolang het over de kerk ging noemde ik hem André en als de vragen wat meer naar het privé en het dagelijkse plezier gingen sprak ik hem aan met meneer pastoor.
-En meneer pastoor hoe zit dat nu met het celibaat?
-Hoe ?
-Awel ja ge weet wel ge gaat gij s middags toch ook eten in t klooster zoals alle pastoors veronderstel ik?
-Ja natuurlijk.
-Awel t loopt daar toch schoon vrouwvolk tussen die zusters zeker hahahahaha
Hij dacht iets langer na dan anders maar aan de glimlach te zien stoorde de vraag hem niet.
-Chauffeurke als ik mijn pij over de haag zou smijten zou het zeker geen uit t klooster zijn.
Ik verschoot van zijn antwoord want van een pastoor had ik dat zeker niet verwacht.
Het is maar achteraf dat ik te weten kwam dat het niet echt boterde tussen het klooster en meneer André.
Ja, wat wilt ge een pastoor die op café duvel drinkt daar moeten ze nog een nieuw reglement voor uitvinden.
Ondertussen volgden de duvels elkaar op en zat er ook al wat meer volk in t café.
Iedereen had ondertussen wel een vraag voor meneer pastoor, waar hij ook rustig op antwoordde en af en toe zijn antwoord onderbrak voor een verwijzing naar één van zijn dorpsfiguren die er om de vijf minuten zat te vloeken.
-Willy ge moogt niet vloeken jong de lieve Heer ziet u ginder boven zenne!
-menier de paster ze kunnen ginder boven mijn kl
-Willy jong ge gaat gij nooit in de hemel geraken!
-Awel menier de paster da es moar goed uk want mijn liere (ladder) es toch ni lank genoeg.
De twistgesprekken hadden iets volks en ik zag zo een tafereel uit de witte van zichem of van pastoor campens zaliger van Ernest claes.
De gesprekken gingen door tot laat in de avond en zelfs toen het volk al verdwenen was zat ik er terug alleen met de pastoor en mijne goeie vriend Rogéke.
Ik hoefde maar de straat over te steken om naar huis te gaan maar meneer pastoor moest nog een stuk rijden tot aan de pastorij.
-Menier de paster ziet dat ze u ni doen bloazen onder de boane!
En met een dubbel tong wist hij nog te zeggen dat hij beschermd was op Gods wegen.
Een paar dagen later zat hij er terug en zo kwamen we regelmatig in contact met elkaar.
-Zeg chauffeurke ik kom nu naar u toe maar wanneer gaat gij eens naar mij komen?
-Awel omdat t voor u is zal ik eens een efforke doen en vergeet niet dat ik nog misdienaar geweest ben in mijn jonge jaren.
-Wie gij misdienaar?
-Ja ja, t was van moeten thuis en drie jaar heb ik daar de Heilige kerk gediend.
-Awel een reden te meer om eens af te komen.
-Awel t is goed ik zal eens binnen springen zeg mij maar wanneer de uren zijn.
Hij gaf mij de uren en ik beloofde hem dat ik de volgende zaterdag zou langskomen.
-Euh menier de paster er es doar toch iet te drinken hoop ik?
-Als ge te communie komt kan ik u iets te eten geven maar drinken doe ik alleen in de kerk.
-Awel ge zijt ne schone ik zal u nog ne keer trakteren
De gesprekken verliepen steeds in een zeer ontspannen sfeer en in feite was het elkaar een beetje treiteren zonder elkaar te kruisigen.
We groeiden zelfs naar elkaar toe en ik vernam heel wat van hem tijdens zijn biecht tegenover mij zoals hij ook zaken van mij vernam.
Zo ging ik ook die zaterdag naar de mis en hij verwelkomde de personen aan de ingang van de kerk.
Met een stevige handdruk keek hij mij aan.
-Ik ben blij dat ge eens gekomen zijt!
-Zoals beloofd hé meneer pastoor.
Toen ik in de middengang naar mijn plaats liep waren de ogen op mij gericht en hoorde ik zelfs fluisteren bij de aanwezige kerkgangers.
Meer dan twintig personen waren er niet aanwezig en toen de mis begon deed André zijn werk.
Hij verkondigde het woord Gods en op bepaald moment stelde ik mij de vraag of hij het deed uit geloof of gewoonte en diezelfde vraag stelde ik mij bij de aanwezigen.
Toen het tijd was om het bloed van Christus te drinken en ook zijn lichaam op te eten ging bijna iedereen van de twintig man ter communie.
Ik stapte dan maar ook naar voor en met de plechtige woorden het lichaam van Christus legde hij de hostie in mijn hand waarop ik fluisterde tot straks bij Rita.
Rita was de cafébazin en daar zagen we hem later ook verschijnen.
-Awel André..ik vond het een schoon mis ik peis dat ik af en toe eens zal binnen springen.
-Dat moet ge doen chauffeurke.
-Maar azo weinig volk dat daar zat!
-Ja wat wilt ge.
-Weet ge wat moest ik nu eens als lector komen en daar af en toe ne keer een verhaaltje komen vertellen van dienen schrijnwerker en over de klokken van Rome en over de maagd Maria en over
-Ja wie weet hé.
Maanden zaten we samen aan tafel van elkaar de biecht af te nemen en eindelijk kon ik ook ontdekken dat sommige pastoors niet alles achter gesloten muren doen maar ook naar buiten komen.
Op een dag was de mengeling van duvel en miswijn hem slecht bekomen en heb ik hem thuis in de pastorij afgezet.
Toen ik hem s anderdaags ging bezoeken zaten we in de pastorij aan een lange tafel elke met een glas rode wijn die potverdekke zeer goed was.
Maar André kwam niet echt uit zijn woorden en hij was ook niet echt duidelijk in zijn gesprek.
Hij sprak vooral met veel raadsels.
-Ja ja chauffeurke t leven is niet altijd wat men verwacht hé.
-Allé André gij als pastoor hebt toch meer als ene engel op uwe schouder zitten!
Het was pas een paar weken later dat hij in t café kwam vertellen met de tranen in de ogen dat hij Deftinge zou verlaten.
En wij wij zaten met een mond zonder woorden en ook bij ons stonden de tranen in onze ogen.
De smid, de metser, de chapper, de duivenmelker en al die anderen die nooit een voet in de kerk gezet hadden waren plots getroffen door de Heilige geest die als een bliksem was ingeslagen.
Hij zou zijn volk missen zowel deze van in als buiten de mis en wijn zouden onze pastoor missen omdat we wisten dat niemand hem zou kunnen vervangen.
Nee de volgende zou zeker niet onder de mensen komen.
Waarschijnlijk zou de volgende gewoon pastoor zijn en ook niet meer dan dat.
Dat had ik toen ook in de krant geschrevenen iets later werd ik uitgenodigd op het klooster.
In het gesprek kreeg ik te horen dat ze daar liever een andere pastoor zagen komen en dat het daar zou bij blijven want een pastoor die duvel dronk klonk niet al te best.
Met heel wat klanten gingen we pastoor André uitwuiven en het was een leuke maar ook emotionele bedoening.
Maar ik kreeg ook een uitnodiging van de gemeente om de nieuwe pastoor in te huldigen.
Een Nederlander !
Tijdens de voorstelling en de kennismaking met mens en dorp ging ik ook het gesprek aan met de nieuwe herder.
-En chauffeurke wat doe jij zoal?
-Ikke ni veel en in feite teveel om uit te leggen maar weet ge wat kom eens naar t café molenhof ik zal daar eens biechten hahahahaha.
Aan zijn reactie en gezicht te zien wist ik onmiddellijk wie ik voor mij had.
Een echte pastoor gebonden aan de kardinaal en het vaticaan en aan de klokken van Rome.
Maar op een dag kwam hij toch het café binnen.
Eén maal is hij er geweest en ondertussen ben ik al twee maal naar zijn mis geweest wat wil zeggen dat hij bij mij in het krijt staat.
Vriendelijk groeten we elkaar op straat en zo loopt hij me vaak snel voorbij.Ja ik zeg wel lopen want het is een sportman buiten zijn uren.
Geen duvel voor meneer pastoor maar loopschoenen en een fiets!
Ja, zo draait Deftinge verder en stel ik me nog vaak de vraag André wanneer komt ge nog eens de biecht afnemen?
Toen mijn jongste zoon hier onlangs binnenstapte zag ik dat er precies iets scheelde.
Gebukt en met afhangende schouders sleepte hij iets achter zich wat wreed op een boekentas leek.
Sinds ik bijna 33j geleden de school ben ontvlucht had ik gezworen dat er nooit meer een boekentas in huis zou komen en nu komt mijne kleine daar mee binnen ppfff.
-Awel, wat is dat daar?
-Mijn boekentas pa.
-Euh ge gaat dat hier toch niet in de weg komen zetten en ge weet dat ik allergisch ben voor boekentassen en alles wat van ezelsleder gemaakt is.
-Maar pa ik moest van moeder bij u komen studeren van t weekend want het zijn examens.
-Potverdekke zijn dat weeral examens ppfff.
Vroeger zou ik zijn boekentas weer buiten gezwierd hebben maar de tijden zijn veranderd en naar het schijnt moet ik hem motiveren om te studeren.
Ik kon niet anders dan eens wreed na te denken over hoe ze mij vroeger motiveerden en dus ging ik direct van start.
-Euh zet u daar maar aan tafel en begin maar te leren dat de stukken eraf vliegen.
Ik nam dezelfde strenge en luide stam aan als deze die ik vroeger boven mijne kop hoorde waaien en ik moet zeggen dat ik er potverdekke moeite mee had.
Wat kon het mij schelen of hij nu wist waar China lag, om de drie weken gingen we bij de Chinees eten en verder dan Geraardsbergen was dat niet.
Met een half oog keek ik af en toe over zijn schouder en las een paar vragen om mij een beetje in te leven.
Nee, er is nog niets veranderd!
Wie exporteert het meeste koffie en van waar komen onze rijstproducten?
De mijne komen van de Aldi of van de GB en ik hoef ook niet te weten waar de anderen hun "marchandise" kopen.
Maar naar het schijnt zal de jeugd dat later allemaal nodig hebben, zeker nu de koopkracht achteruit gaat en ze misschien later geen koffie of andere zaken meer zullen kunnen kopen.
Het ventje zat daar aan tafel met het hoofd steunend op zijn hand en bladerde druk in zijn boeken.
Af en toe hief hij het hoofd naar omhoog en keek even de kamer rond en dat was het moment dat ik als vader moest ingrijpen.
-Euh héla ge moet naar uw boeken kijken en niet naar de vliegen op het gordijn hé.
-Jamaar pa ik
-Nee nee niks te maren ge moet studeren want als ge niet studeert dan euh euh
-Ja, wat dan pa?
Potverdekke dat was een moeilijke vraag want tot over een paar jaren kon men nog dreigen dat hij in de koolmijnen of de hoogovens zou moeten gaan werken als hij niet goed studeerde maar die mannen hebben ondertussen ook hun liften en deuren gesloten.
-Euh awel als ge niet goed leert zal het uwen beste dag niet zijn zal ik u moeten aan uw oren trekken en in de hoek zetten en u een paar lappen op uw oor geven.
-Zeg pa gij praat precies nog gelijk over dertig jaar.
-Ja ja, kijk maar in uw geschiedenisboeken hoe de opvoeding vroeger was en ge zult wel zien hoe het vroeger was.
-Jamaar pa nu is het verboden van de kinderen te slaan hé.
-Ha ja?
-Ja ja, volgens artikel 19 van de kinderrechten moeten kinderen beschermd worden tegen geweld.
Amai mijne frak mijne kleine begon daar een litanie te houden over de rechten van het kind dat ik daar stond met een halve mond tanden.
-Zeg manneke, ge zou beter wat leren in plaats van mij de wetten voor te lezen hé.
Maar mijn woorden waren nog niet koud dat ik rillingen kreeg van mijn eigen aanpak.
Ik moest mijn zoon motiveren en dat dreigen zou niets uithalen.
Anderzijds stelde ik mezelf de vraag waarom ik hier iemand zou dwingen in iets waar ik zelf nooit een klop heb voor gedaan.
Ik besefte plots dat die examenperiode niet alleen zwaar was voor het kind maar ook voor de ouders die om de toekomst van hun kind gaven hoewel ik mij de laatste tijd veel vragen stel over de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen.
De toekomst zat daar voor mij aan tafel met zijn ogen gericht op een atlas waar een wereldkaart stond in afgebeeld.
Hij was opzoek naar hoofdsteden en grenzen en zijn jonge ogen voerden zijn denken in een minimum van tijd over zeeën en oceanen daar waar mijn fantasie mij heel andere avonturen deed beleven en waar ik piraten zag daar waar er geen waren.
-Kijk pa, hier ligt Thailand en Indonesië waar de tsunami geweest is en hier ligt Los Angeles waar verleden jaar in mei die grote bosbranden waren.
Met zijn vinger reisde hij de wereldkaart af en wist mij een paar landen aan te duiden die door rampen getroffen waren.
Ja, het zijn zaken die bijblijven en die men onthoud.
Omdat ik niet als een dom kieken wou doorgaan liet ik ook mijn vinger reizen over de wereldkaart en stopte bij Irak met de vraag of er daar vandaag al iets ontploft was want een dag zonder geweld was er ondertussen ook geschiedenis geworden.
Maar hoe meer we onze vingers lieten reizen over de wereldkaart hoe meer we van het studeren verwijderd waren en hoe meer we op avontuur trokken.
Ik speelde Robinson op een verlaten eiland terwijl mijn zoon vrijdag was en zo spoelden we na enige tijd terug aan op het strand van Blankenberge.
-We zijn terug in België pa.
-Ja jongen, kijk eens of ge Deftinge of Lierde niet ziet liggen.
Nee, het was te klein en te landelijk om zich te meten met de wereldsteden en misschien maar een geluk ook.
Een paar bladzijden verder stond Europa en ook daar was Lierde niet zichtbaar.
Het is potverdekke straf dat een mens moet leren over wat kilometers van hem vandaan is terwijl onze eigen mooie streek zelfs niet vermeld wordt.
Uit de kast nam ik een stafkaart waar Lierde wel te zien was met omliggende dorpen en stad we konden zelfs onze straat terugvinden en zelfs de beken en veldwegen stonden er op.
-Wat is die blauwe kronkel hier pa?
-Dat is de Dender en ge kunt dat een beetje vergelijken met het Panama kanaal maar dan zo recht niet en met groen water.
En dat kleine streepje is de Watermolenbeek waar uwe pa stekelbaarsjes ging vangen.
-En wat is dat klein kruisje hier pa.
-Awel dat is de kapel aan de muizenholstraat die juist hersteld is en dat bruin rechthoekje is de boerderij en hier staat de kerk en daar het klooster en hier in Gemeldorp ligt mijn vroegere school.
-Is dat daar dat ge zo wreed gestudeerd hebt pa hahahahahaha.
-Euh ja lach maar, hadden ze daar universitaire diplomas uitgereikt had ik er waarschijnlijk ook ene gehad.
-En wat is dat hier met al die kruisjes naast elkaar pa?
-Ja,..dat is het kerkhof jongen en daar komt iedereen ooit terecht of ge nu gestudeerd hebt of niet!
Van sommige plaatsen op een kaart kan men wreed stil worden en we besloten de boeken maar toe te doen.
-Weet ge wat, we zullen eens naar het kerkhof gaan en daarna zal ik u Aardrijkkundige les geven over Lierde en deze avond gaan we eens naar Griekenland.
-Euh naar Griekenland maar pa ik heb maandag wel examen hé.
-Ja natuurlijk maar ik bedoel bij de Griek in Geraardsbergen hé hahahaha.
Het weekend was zo voorbij en als vader stelde ik mij vragen hoe het nu zou lopen op zijn examen.
Och ongerust maak ik me niet omdat ik weet dat we samen zoveel leren van het leven en ik vindt het jammer dat men geen punten of diploma krijgt voor de les des levens.
De natuur heeft momenteel haar groenste kleed aangetrokken en de mode wil, dat er ook af en toe een schoon motiefke opstaat.
Ongelooflijk hoeveel gele boterbloemen men terug in de weide ziet daar waar ik ze enige tijd heb moeten missen.
Sommige weiden staan er vol van en de koeien grazen alsof het nooit anders is geweest.
Ik ben er zeker van dat er jaren waren waar er veel minder waren.
Maar ook de madeliefjes en de kamillebloemen hebben terug plaatsgenomen in het veld en op de bermen.
Ja, zelfs de Flanders field poppy staat terug vredevol tussen het koren.
Duizenden gele boterbloemen wiegen heen en weer als herinneringen in de wind en het is alsof het gisteren was.
Potverdekke ik zie mij daar nog liggen veertig jaar geleden, op mijn rug in het gras tussen de boterbloemen met een geplukt margrietje tussen de lippen.
Had mijn haar een ander kleurtje gehad was ik zo kunnen doorgaan voor De witte van Zichem hoewel het in mijn geval dan Deftinge zou geweest zijn.
Zonder zorgen lag ik met mijn handen achter mijn hoofd in het zachte gras met de blauwe hemel als plafond.
Af en toe druk zwaaiend naar een wesp of een strontvlieg die mijn jeugdige rust kwam verstoren.
Boven mij vlogen de zwaluwen met de meest ongelooflijke capriolen, gevolgd door een veel tragere bosduif die op weg was naar haar nest.
En ik ik droomde weg tussen het hoge gras omgeven door een wereld van fantasie.
Ik ging zodanig op in al mijn fantasierijke avonturen dat de stengel van het madeliefje tussen mijn tanden gemalen werd.
Telkens ik de stengel tussen mijn lippen had plat geknabbeld werd hij vervangen door een grassprietje of iets anders met bittere smaak.
Uren kon ik naar de hemel staren waar de wolken als grillige figuren figureerden in mijn verhalen.
Goudgeel brandde de zon op mijn wit vel en af en toe scheen ze zo fel dat ik haar de rug moest keren en zo op mijn buik ging liggen met mijn hoofd steunend op mijn handen.
Mijn ellebogen stonden als steunpalen in het gras en na enige tijd hadden de grassprietjes hun afdruk gezet in mijn schoon vel.
Soms keek ik ver voor mij uit met een dromerige blik en wel duizend vragen.
Hoewel misschien was het maar gewoon mijn blik die zich vragen stelde want echt veel vragen hoefde ik mij niet te stellen op jonge leeftijd.
Ja, ver weg van de schoolbanken hoefde ik geen vragen te stellen en er nog minder te beantwoorden.
Op een bed van zacht gras ontsnapte ik uit de realiteit om volledig wakker weg te dromen in mijn eigen fantasie, een fantasie waar ik als snotter precies al een grote was.
Ge moest mij daar zien liggen hebben met een geplukt madeliefje waar ik één voor één de blaadjes plukte met de woorden ik hou van jou, ik hou niet van jou, ik hou van jou, ik hou niet van jou en dat tot er maar een paar blaadjes meer overschoten en ik schrik begon te krijgen dat ze niet van mij zou houden en dat terwijl ik potverdekke nog geen lief had.
Af en toe kwam er een vlieg op één van de bloemen zitten en het was een kunst om ze te vangen maar het lukte mij aardig.
Voor mijn wetenschappelijk onderzoek trok ik dan één of meerdere vleugels uit en daar liepen ze dan op mijn naakt been dat uit mijn korte broek stak.
Gelukkig had ik in die tijd nog geen beenharen en konden ze zonder hindernissen over mijn verbrand vel lopen.
Ja, toen lag dienen Van den Bossche van G.A.I.A nog niet op de loer want hoewel ik geen vlieg kwaad zou doen had hij mij waarschijnlijk een proces aangedaan.
Hoe schoon is het niet als een kind kan opgroeien in de schoot van moeder natuur?
Het was niet alleen op avontuur trekken maar tevens een leerzame reis waar ik al vlug wist dat men geen klaprozen moest plukken om een boeket te maken want binnen de kortste keren waren ze verslenst.
Bompa had mij zelfs verteld dat ze van papavers opium maakten en dat drugs het slechtste was wat de mens te wachten stond.
Volgens zijn uitleg kon men na het eten van drugs zelfs roze olifanten zien.
Omdat we toch niet zo vaak naar de zoo gingen had ik ook maar eens van zon papaverbloem geproefd en ik moet zeggen dat ik nooit een olifant in welk kleur dan ook heb gezien maar dat er precies een mierennest in mijn darmen zat en er na enige tijd wel kleurverschil in mijn roze onderbroek was.
Ook de drinkbak voor de koeien was een plaats waar ik vaak vertoefde.
De kikkerdril die ik elders ging vangen groeide in de drinkbak uit tot waardige dikkoppen.
Minuten kon ik op de rand zitten met mijn blote voeten in het water terwijl dikkoppen gevolgd door een zwarte staart tussen mijn benen zwommen.
De koeien gaapten mij wel aan alsof ik als een stoomtrein door het leven stapte maar wakker liggen van mijn zweetvoeten in hun water deden ze niet.
Het was een prachtige tijd waar ik onverstoord tussen het bloemenbehang van de natuur mocht lopen zonder regels of wetten.
Maar meestal was het een stem die mij terug naar huis riep en waar er wel wetten gelden voor kleine snotters zoals ik.
Uit het achterpoortje galmde mijn naam de natuur in waar in het vlakke landschap geen echo was om de stem te kopiëren.
Meerdere malen dienden familieleden hun keel open te zetten om mij terug weg te halen bij moeder natuur zodat ik terug de realiteit moest binnenstappen.
Vlug plukte ik nog een boeket madeliefjes en boterbloemen dat ik schoon met wat grassprieten versierde als vergiffenis dat ik niet direct geantwoord had op de stem aan het achterpoortje.
Het verschil was groot!
Nadat ze het boeket uit mijn handen snokten omdat er geen tijd te verliezen was om aan tafel te gaan werd ik geïnspecteerd van onder tot boven.
Ik moest naar de pomp lopen om mijn groene handen en voeten te wassen en met hetzelfde washandje werden ook nog eens mijn oren, neus en mond rood gewreven om zeker geen restanten van mijn avontuurlijke uitstap mee aan tafel te brengen.
In een glas met helder pompwater had moeder mijn boeket boterbloemen geplaatst en in de ogen van mijn bompa kon ik lezen dat het goed was.
Maar het waren de anderen die de wetten lieten gelden, zelfs tantes en nonkels van wie ik de zoon niet was deden hun wetten gelden.
-Chauffeurke zet u eens schoon aan tafel, hoe hangt ge daar weer!
-Doe eens uw hand van onder uwe kop!
-Chauffeurke zwijgt en eet!
-Chauffeurke t is naar uw bord dat ge moet kijken, buiten is er niks te zien!
Niets te zien, dacht ik bij mezelf ze moesten het eens weten hoe schoon het buiten is onder een blauwe hemel tussen de boterbloemen.
Af en toe keek ik naar bompa of moeke en meestal knipoogden ze even zodat ik wist dat zij mij wel begrepen.
Moeder en bompa zijn er niet meer om de herinneringen te delen maar de boterbloemen staan er terug.
Ja, straks leg ik er mij misschien nog eens tussen met een madeliefje tussen de lippen op weg naar vroeger.
Als ik zo tijdens mijn uitstappen kerken of kapelletjes ga bezoeken denk ik niet alleen terug aan het verleden maar stel me soms de vraag of sommigen nu voor het geloof komen of aan godsdiensttoerisme doen.
In Parijs hadden ze mij gezegd van de twee grote kerken te gaan bezoeken, de Notre Dame en de Sacré Coeur wat ik dan ook heb gedaan.
Het plein voor de Notre Dame zag zwart van het volk en je moest in een rij gaan staan om een ganse tijd aan te schuiven om naar binnen te kunnen.
Bij de ingang hing een bord met een paar verbodstekens dat het verboden was fotos te nemen, verboden te eten, verboden te drinken, verboden radios aan te zetten en nog een paar zaken die helemaal niet bij de stilte van het bidden hoorden.
Eens we binnen waren stond er een massa volk te drummen om een zicht te krijgen door de middengang en tot onze grote verbazing was er juist een eucharistieviering bezig.
De massa verplaatste zich naar de zijbeuken van de kerk en op het ritme van de duizenden slenterende voeten liep je mee voorbij de Heiligen die ons sereen en sommigen vragend bleven aankijken.
Het was al een ganse kunst om uit de rij te ontsnappen om een kaars te doen branden omdat we het zo beloofd hadden aan iemand die de kracht niet meer had verre uitstappen te doen.
Onze Lieve Vrouw, Sint-Antonius en onze Lieve Heer keken al lang niet meer op van de drukte aan hun sokkel en zullen het al moeilijk genoeg gehad hebben om te zien wie nu wel of niet betaalde om een kaars aan te steken.
Anderzijds stelde ik mij de vraag hoelang een noveenkaars hier wel brandde als ik zag dat er plaats te weinig was om de honderden kaarsen te plaatsen.
Volgens mij moeten sommigen gedoofd worden om s anderdaags plaats te maken voor de volgende meute die hier binnenstroomt.
Of het nu de Notre Dame of de Sacré Coeur is het fenomeen is hetzelfde.
Maar je kunt er de gelovigen wel uithalen, hoewel sommige gelovigen hun ook wel zullen bezondigen aan het nemen van een foto terwijl het verboden is, ontdek je ze op een andere manier.
Natuurlijk moet er een foto genomen worden om in onze moderne maatschappij een bewijs te kunnen voorleggen aan de thuisblijvers dat ze wel ter plaatste zijn geweest.
In aparte zijbeuken kon je even plaats nemen om je te richten tot de Heilige die er waakte en daar zat al veel minder volk.
De massa stroomde verder over de zwarte stenen, halsreikend kijkend naar de middenbeuk waar velen de mis volgden alsof het een uitstervend ras was.
En ik ik was ontsnapt en had even plaats genomen op één van de houten banken waar je zowel kon zitten als knielen.
En terwijl ik dacht dat knielen uit de mode was zat ik naast een paar mensen die de traditie in ere hielden en hun knieën hadden geplaatst op de harde houten bank.
Steunend met hun armen op het bovenste deel waren hun handen samengevouwen waar de bolletjes van de paternoster de verbinding maakte naar een mooi kruisje.
Ja, dat waren de echte gelovigen die zich niets aantrokken van het voorbijtrekkende godsdiensttoerisme en die stil of fluisterend een gesprek hadden met de Heilige die hier waakzaam zijn Heilig hart toonde.
Ik was het niet gewoon een kerk te betreden met zoveel volk en mijn aandacht werd soms afgeleid door allerhande zaken.
Ik stelde mij de vraag wie die echte gelovigen nu waren en van waar ze nu juist kwamen en met naar de taal te luisteren kon je al veel ontdekken.
Daar waar ik zat leek Spaans de meest gesproken taal en aan het uiterlijk te zien was het een mengeling van Spanjaarden en Mexicanen die van veel verder gekomen waren dan ons landelijke Lierde.
Maar ook Italianen en Filippijnen maakten hier deel uit van de biddende gelovigen.
Natuurlijk zullen er wel gelovigen zijn die niet uit de rij ontsnapten en verder slenterden om hun plaats of tijd niet te verliezen.
Er komt zoveel volk langs dat we zelfs onze buren zouden mislopen indien ze hier aanwezig zouden zijn.
Ja, sinds ze daar de eerste steen van Notre Dame hebben gelegd in 1163 is er blijkbaar al heel wat veranderd en maakt het toerisme nu deel uit van deze plaats.
Waarschijnlijk zullen velen meer weten over het boek dat Victor Hugo schreef in 1831 over de Klokkenluider van Notre Dame dan over de Relikwieën van Christus die hier bewaard zijn zoals de doornkroon een stuk uit het kruis en één van de nagels waar hij mee gekruisigd is.
En ook als je naar de Sacré Coeur klimt heb je eerst 237 treden achter de rug waar onze kapel van den oudenberg maar klein bier tegen is.
Buiten adem flitsen de fototoestellen dan tegen de maagdelijke witte gevel en ook hier komt het erop aan een souvenir mee naar huis te nemen zonder echt te weten dat de bouw van dit mooie monumentale gebouw werd gestart naar aanleiding van de 58.000 doden die vielen tijdens de Frans Duitse oorlog (1870-1871).
Ja, de bouw duurde tot 1914 en dan was het potverdekke terug oorlog ppfff!
Vandaag liggen de Notre Dame en de Sacré Coeur er vredig bij hoewel de concurrentie bij de souvenirverkopers welig tiert.
De doodgewone toerist probeert nog af te bieden op een sleutelhanger bij één van de straatverkopers terwijl de gelovige op geen Euro kijkt om een paternoster of een schapulierke of ander aandenken te kopen die hij thuis zal koesteren.
En ik ik heb er ook een paar zaken gekocht omdat een persoon die slecht te been was het had gevraagd.
Ze zal niet moeten aanschuiven in de massa van het godsdiensttoerisme en ik laat het haar ook niet betalen omdat we toch al dachten van een souvenir te kopen omdat ook dit grote mode geworden is van iets mee te brengen.
Wie weet zal het geschenk haar sterkte, moed en kracht geven en zal ze de oude paternosterbolletjes nu wisselen voor de nieuwe die haar op de weg van haar geloof vergezellen.
Ja, wie weet zal ze zelfs aan ons denken tijdens haar bidden.
Terug thuis weg van de toeristische massa stop ik straks misschien wel aan den oudenberg of ga ik wel eens kijken naar de renovatie van de kapel aan ten muizenhole.
Och ik weet wel, het is ook een soort van godsdiensttoerisme,alhoewel ik het eerder uit ongerustheid doe en met schrik dat iets zou verdwijnen.
Met een paar kletsen op mijn billen ben ik wakker geworden in de stamboom van mijn leven.
Moeder had afgezien om mij daar aan één van die takken van de stamboom te hangen maar zoals alle echte moeders had ze het er voor over.
En daar liep ze dan met mij in de armen en vertroetelde mij een leven lang.
Als een kuiken liep ik onder haar vleugels en zelfs als ik al eens wet verder vooruit liep keek ik steeds achter mij om te zien of moeke wel volgde.
Aan haar hand stapte ik door het leven en de plaats in haar handpalm werd steeds kleiner naarmate ik groeide.
Ja, op zeker moment waren onze handen even groot!
Moeke was er steeds, ze was er toen ik ging vervellen en mijn babyvel ruilde voor dat van een kind.
Moeke hielp mij door de kinderziektes en sommige nam ze zelfs van mij over.
Moeke gidste mij van mijn puberteitsjaren naar mijn publiciteitsjaren.
Moeke vocht aan mijn zijde tijdens mijn legerdienst.
Moeke stond mij zelfs af tijdens mijnen trouw en moeke nam mij daarna terug binnen.
Moeder hielp mij aan werk.
Moeder gaf mij een leven zoals ik het niet anders kon dromen.
Zelfs met de allernieuwste wekker stond ze onderaan de trap om mij te wekken en dagelijks op de goede weg te zetten.
Vandaag sta ik onderaan de trap en roep dat ze nog wat mag blijven liggen omdat het moederdag is.
Ze hoeft niet op te staan in de drukte van het leven, nee, ik stap straks wel zelf naar haar toe.
Rustig slaapt ze verder onder een deken van zwarte graniet.
Een bed naast andere moeders die er vandaag rustig maar sommigen eenzaam zullen bijliggen.
En ik ik weerspiegel straks mijn tranen in haar glimlach van vroeger.
Mijn boeket witte rozen zal klein zijn tegenover de kleurrijke herinneringen die ze mijn schenkt.
Duizend vragen zal ik mij weer stellen voor haar graf.
Negenhonderd keer zal ik al vragen waarom en de honderd anderen zijn persoonlijk van kind tot moeder.
Een gesprek dat ik elk jaar opnieuw voor haar grafsteen voer en waar ik vandaag zoveel te zeggen heb, daar waar ik vroeger zweeg.
Soms een twistgesprek tussen mijn geweten en mijn moeke.
Slenterend stap ik over de kiezels naar haar graf en tuur ik in de verte om te zien of alles nog goed is zoals ook zij vroeger al van in de verte naar mijn thuiskomst keek.
Sneller en sneller stap ik dan om terug bij haar te zijn.
En daar sta ik dan met die eerste minuut van stilte waarna ik mijn gesprek met haar aanvat.
-Dag ma.
-Dag jongen.
-Hoe is dat hier nog?
Bij mijn eerste vragen krijg ik niet altijd antwoord omdat ik de antwoorden in haar plaats moet geven en de krop in mijn keel het verhindert.
-t Is schoon weer hé ma.
-Ja jongen.
-Euh ma ik heb wat bloemen mee voor uwe moederkesdag.
-Dat had ge niet moeten doen, ik ben al blij dat ge gekomen zijt.
-Och t is een kleine moeite en de bloemen die er nog liggen moesten toch vervangen worden hé.
Het mandje met verslenste bloemen verwijder ik van het graf en met mijn zakdoek wrijf ik de steen schoon daar waar het regenwater een paar bruine ringen op de zwarte graniet heeft nagelaten.
Met mijn hoofd naar beneden en met gevouwen handen zoek ik verder achter mijn woorden en vooral naar haar antwoorden om niet om de vijf minuten in tranen uit te barsten.
Ik had al zo graag gehad dat ze mij zelf een paar vragen zou stellen, maar waarschijnlijk had ze dat vroeger gedaan en heb ik er ook niet direct op geantwoord.
Ja, het kan stil zijn naast die tak van mijn stamboom die hier afgebroken ligt.
Och de zon schittert ondertussen op haar zwarte steen alsof ze nog eens haar schoonheid in het spotlicht wil zetten en een zwarte schaduw onderstreept het jaar 2000 dat dat van haar overlijden was.
Ppfff herinneringen vliegen voor mijn ogen alsof het gisteren was en af en toe stoppen ze even bij haar graf om er mij aan te herinneren waar ik vandaag sta.
Het is een afwisseling van lachen en tranen.
En plots zal het gesprek veranderen en zullen de vragen van haar komen zoals het de laatste jaren het geval is.
Zij zal mij de vragen stellen zoals ze ze vroeger stelde.
-Hoe is het nog met uwe pa jongen?
-Euh veel beter van als ze hem geopereerd hebben, ze hebben er iets ingestoken van een jong veulen denk ik want hij hinnikt weer als vroeger.
Ja, moeke sinds hij in jouw tijd zijn haar verloren heeft is hij vandaag nog geen haar veranderd.
Moeder wist dat ze vroeger op niet teveel ernstige antwoorden moest rekenen omdat de ernst makkelijker te aanvaarden is met een ludiek tintje.
-En hoe is het nog met uw lief jongen?
-Euh awel daar ga ik u nu ne keer serieus op antwoorden zie, wreed goed met de nadruk op wreed omdat we ons vandaag nog liever zien dan gisteren.
-En hoe is het met de kinderen?
-Euh ook wreed goed, ge kent dat wel t is met zijn vallen en opstaan zoals in mijnen tijd hé ma.
Naarmate ik het gesprek voer tussen moeder en mezelf met mijn eigen woorden is het de stilte die ondraaglijk is als ik zelf te lang wacht met antwoorden.
Mijn tranen vallen lauw op de zwarte graniet waar ze als kwik uit elkaar spatten.
Ze banen zich een weg door de stoflaag om de grafzerk naar beneden te rollen en aan mijn voeten te drogen.
Nog twee woorden wil ik haar zeggen maar het wordt moeilijker omdat de krop in mijn keel toeneemt en zelfs in mijn borst een klemmend gevoel brengt.
Ik sta hier terug als een klein kind van 49 jaar dat staat te huilen op zoek naar de hand van zijn moeder.
Op zoek naar de rok waar mijn kleine handjes aan trokken telkens ik iets nodig had.
Op zoek naar haar ogen die mij zoveel rust brachten.
Op zoek naar haar stem die vandaag de mijne is geworden.
Nog twee woorden wil ik haar zeggen en mijn stem stokt en schokt tussen de tranen.
Acht jaar al, achtervolgt het zelfde fenomeen mij.
Het zou een dag van feest moeten zijn maar ja
Nog even diep adem halen en mijn tranen vegen aan mijn mouw om toch die twee woorden gezegd te krijgen waarvoor ik gekomen ben.
-Gelukkige moederdag
Het blijft stil geen antwoord.
Moeder zal niet thuis zijn denk ik dan voor mezelf, ik kom volgend jaar nog wel eens terug.
Langzaam keer ik terug met mijn schoenen die de kerkhofkiezels doen kraken.
Links en rechts van mij de graven van andere moeders en af en toe zie ik een kind staan.
De bloemen liggen op het graf en de tranen vegen ze aan hun mouw.
Ja, moederdag is blijkbaar voor iedereen gelijk.
Ik wil via deze weg een gelukkige moederdag wensen aan al de moeders en vooral aan deze die het vandaag wat moeilijker hebben!
Ja, de laatste tijd smijten ze hier wat binnen hé!
Valt het u ook op, dat er zoveel uit Azië komt de laatste tijd?
De Chinese restaurants zijn al een vertrouwd beeld in de straat, maar nu staat er op alles en nog wat "made in China"
Chinese wagens bollen weldra op Europees grondgebied, en veel textiel is met gele breiwol gemaakt.
We moeten toegeven dat die mannekens van aanpakken weten hé.
Ja, ge moet ze eens bezig zien in die restaurants, awel daar mag Piet Huizenpruik een puntje aan zuigen zenne.
Ik was ooit in een Chinees restaurant, waar een wok-Chinees aan het werk was.
Jawadde zeg, dat was niet alleen een restaurant, maar ook nog een deel circus.
Ja ja, den dienen kon goochelen met mes en vork, dat er uwe mond van open viel.
Awel op dat moment smeet hij met een palet een brok gelakte eend, recht in uwe opengesperde mond.
Ja, er waren er altijd die niet konden blijven stilzitten, en waar de zoetzure saus van hun voorhoofd liep of waar de scampi's achter hun oren hingen.
Maar het was een prachtig schouwspel dat alleen kon aangeboden worden door Chinezen of Japanners.
Ja, ik moet zeggen dat die mannen veel verder staan dan wij.
Allé, neem nu die gok-Chinees!
Hoe er daar bij ons nog niemand is opgekomen, dat versta ik niet zenne.
Hier bij ons geven ze miljoenen om ne speler te kopen, waarvan ze denken of hopen dat hij op nen bal kan shotten.
Waarvan achteraf blijkt dat hij meer naast de goal schupt dan er in.
Awel dienen gok-Chinees, den dienen had dat anders aangepakt!
Hij betaalde veel geld aan de spelers om de wedstrijden te verliezen.
In feite gaf hij miljoenen uit aan spelers om ze laten naast de bal te schuppen.
Natuurlijk zitten er bij de voetbalbond ook van die gasten die ahter alles direct het verkeerde of het kwade zien hé.
Hadden ze dienen Chinees nu eens laten doen, dan had dienen mens bij alle clubs kunnen aankloppen, en waren alle spelers uit China gesponsord.
Temeer dat als hij alle ploegen zou omgekocht hebben, de competitie weer gelijk zou geweest zijn hé.
De meesten zouden dan zoals ze al vaak doen naast de bal stampen, en de goede spelers waarvan de club's nu miljoenen investeren zouden dan nog eens op het voorplan kunnen treden.
Maar ik peis dat die Chinezen veel slimmer zijn dan wij denken.
In feite profiteren ze een beetje van onze goedgelovigheid.
Wij maar denken dat alles eerlijk verloopt,terwijl we met onze ogen toe in de Chinese voetbalval lopen.
Ge kunt nu toch zelf wel denken, dat het verdacht gaat lijken als een ploeg uit eerste devisie met vetbetaalde spelers teveel gaat verliezen hé.
Natuurlijk komt dat bij grote club's vlug aan het licht als er zo iets gebeurd.
Ik ken wel niets van voetbal, maar ben toch eens naar de uitslagen van de ploegen uit de streek gaan kijken.
Awel, ge hebt hier in de streek ook een paar ploegen die af en toe eens verliezen zenne.
Bij een klein ploeg kunt ge het verlies makkelijker verklaren, en valt dat zo niet op hé.
Die grote ploegen zijn aan regels gebonden, en de spelers moeten fit en monter op het veld staan.
Maar als ge hier in de streek een ploeg ziet verliezen, kunnen ze dat altijd steken op de mosselsoupé of de kaas en wijnavond van de dag ervoor hé.
Ja, en voor wat die mannen betaald zijn in 3de provinciale, voor die prijs moogt ge al eens verliezen hé.
Ik stond er niet echt bij stil, maar onlangs was ik naar 't stad eens gaan "Chinezen".
Ja, dat is een ander woord om in een Chinees restaurant te gaan eten hé.
Awel, ge gaat mij niet geloven, maar ik heb daar mijn ogen opengetrokken zenne.
Ik trok die menukaart open, en wat zie ik daar staan.....allemaal nummers.
Ja, dat waren waarschijnlijk de nummers van de spelers die al eens een "klapke" hadden gedaan mer Mr Ye hé.
Onder elke nummer kon je lezen wat die mannen graag aten.
Ik had daar de nummer 16 besteld.
Awel merci, dienen zwaluwennest was precies gemaakt van veters uit die mannen hun voetbalschoenen.
Jamaar, we kunnen er eens mee lachen, maar de laatste keer dat ik naar de voetbal hier ben gaan kijken, liepen er daar op het plein toch een paar rond met een zoetzuur gezicht, en dat valt enorm op.
Och.....we maken ons druk om dienen gok-Chinees, en dat terwijl ze ons nu van ginder bestoken met de vogelgriep.
Ja, stel dat ze de helft van de voetbalploegen hadden moeten schorsen, dan lagen al die voetbalpleinen daar voor niets hé.
Awel, nu moeten we er zelfs geen kiekens meer laten op lopen, want die mannen hebben ginder een ganse kudde dode eenden naar Europa gestuurd met de vogelgriep.
Ja ja, die Chinezen zijn ons aan het pluimen denk ik.
In elk geval heb ik gehoord dat dienen Chinees zich gaat terugtrekken uit het voetbal, en hem gaat bezig houden met het wielrennen.
Hij zou pakken geld beloofd hebben aan al die grote coureurs als ze niet bij de 50 eersten rijden.
Ja, er zijn er zelfs die al jaren gepensioneerd zijn en die terug willen gaan koersen.
Wedden dat Merckx misschien het record van Armstrong in de ronde van Frankrijk zal verbeteren.
Ja, de dag van tegenwoordig moet ge van niets meer verwonderd zijn.
Ik ga mij in elk geval haasten naar het gokkantoor, want misschien valt er toch nog iets te rapen voor alles opgedoekt is hé.
Allé, als La Louviere zou zakken in de voetbalcompetitie dan doe ik volgende weddenschap.
Ik ben zeker geen Hugo Claus lezer maar het doet mij steeds iets als een pen wezenloos achterblijft zonder hand om ze te gidsen.
Vele grootmeesters van de literatuur zijn hem al voorgegaan maar Claus verkoos zelf zijn sterfdatum te kiezen.
Nu de tranen van het
verdriet van België stilletjes aan het drogen zijn wist Claus ook na zijn dood de mens aan het denken te zetten.
De schrijver koos voor euthanasie en plots nam de gewone mens de pen op om zijn mening op papier te zetten.
Voor en tegenstanders schreven elkaar naar de haren en zelfs met Pasen verwees de katholieke kerk naar de dood van Claus en de manier waarop hij afscheid had genomen van deze wereld.
Zijn eigen wereld had Claus zo vaak beschreven en keer na keer bleek het de lezer te boeien.
Lezersogen lazen en herkenden letter na letter en woord na woord.
De boeken werden gedrukt, gekocht, geleend en heruitgegeven tot ze in een boekenkast belanden of op een plaats waar elke bezoeker de naam Hugo Claus duidelijk zou kunnen lezen, al was het maar om aan te tonen dat ook daar een bekende schrijver op één of ander boekenplank huisde.
De sterkte van een schrijver ligt vaak in uitspraken waar de lezer van opkijkt, nadenkt of zelfs gechoqueerd is.
Ja, Claus kon hemel en aarde uitdagen en toch was hij voor velen een genadige schrijver.
Naast de boekenkast van Claus zal waarschijnlijk een prijzenkast gestaan hebben om de vele prijzen die hij mocht ontvangen onderdak te geven.
Als men zelfs genomineerd wordt voor de Nobelprijs is er vaak plaatstekort in de prijzenkast.
Maar Claus was ook eigenzinnig en hij nam niet zomaar een prijs in ontvangst, hij kon ze ook weigeren.
Een karaktermens die zijn eigen kijk op de wereld had en deze was soms nogal controversieel.
Ja, zoals zijn leven was, zo was ook zijn dood.
Claus wist zich vaak in de kijker te werken en ook zo zal ook zijn manier van sterven nog lang besproken worden.
Euthanasie is al jaren een hekelpunt en voor sommigen onbespreekbaar en toch stel ik er mij soms vragen bij.
We trekken ons van de maatschappij en de mensen rond ons minder en minder aan tot op het ogenblik dat we over andermans dood kunnen, mogen of moeten beslissen.
Persoonlijk heb ik mijn moeder zien aftakelen en weet zeker dat ze het liever anders had willen zien.
Haar lichaam was de dood al tegengekomen en geestelijk was de vlam aan het uitdoven.
En wij wij stonden de dood op te wachten om haar uit haar lijden te zien verlossen.
Dokters hadden ons gewaarschuwd dat het op zijn einde liep en dus was het nog even afzien.
In feite is het de persoon om wie het te doen is die afziet en pijn lijd, de anderen willen gewoon de trieste periode van het verlies zo lang mogelijk uitstellen.
Soms stel ik mij de vraag of we niet wat egoïstisch zijn op dat gebied.
In elk geval is de dood van Claus niet ongemerkt voorbijgegaan en is het misschien wel een vorm van reclame om het naslagwerk nog een nieuwe uitgave te geven.
Hoewel ik zelf geschrokken ben vond ik het een mooie dood en men hoeft niet altijd een vreselijk beeld over te houden aan de dood van een geliefde of mens.
Vaak wordt ons gezegd van ons niet te moeien met andermans leven, tot men aan de dood komt en de kritieken en wetten ziet verschijnen.
Ik heb het er soms moeilijk mee mensen te zien lijden en dan stel ik mij de vraag als iemand uitgeput is van de pijn hoeveel pijn er nog bijkomt als men niet de stap mag zetten naar die eeuwige rust die ze ons allemaal gunnen.
Natuurlijk is de pijn niet voor iedereen gelijk zoals ook elke ziekte of handicap verschillend wordt gedragen van mens tot mens.
Vandaag stel ik mij de vraag of Claus als mens euthanasie heeft laten plegen of dat het de pen van Claus was die op een controversiële manier afscheid wou nemen.
Claus was ziek en schrijven was zijn leven, als het lichaam aftakelt, zal ook de geest en de pen wel haperen na zekere tijd en dat zal Claus wel willen voorkomen hebben.
Onlangs las ik een artikel van Kardinaal Daneels en ook daar stelde ik mij vragen bij.
Monseigneur liet verstaan dat we geen eigenaar zijn van ons leven maar beheerder.
Als ik het lijden van mijn moeder zag wist ik dat ze door de jarenlange pijn en strijd haar leven had afbetaald.
Ja, of het nu Claus of andere schrijvers zijn, iedereen heeft zijn manier van denken en zo verdedigt iedereen zijn standpunt.
Soms versta ik de mensen en hun kritiek niet, er wordt al dagen geschreven over de euthanasie van Claus terwijl er hem zo velen zijn voorgegaan.
Nee, voor sommigen kan en mag een kunstmatige dood niet, terwijl over een kunstmatige verwekking van leven helemaal niet moeilijk meer wordt gedaan.
Ik denk dat Hugo Claus misschien wel verwachtte dat de inkt niet te vlug zou drogen en nu de lezer zelf in de pen kruipt om voor en tegenstand te beschrijven is hij waarschijnlijk nog in zijn opzet geslaagd.
Toen ik toevallig in Antwerpen was en het rouwregister ging tekenen nam ik een paar rouwberichten door die verwezen naar het grote verlies van iemand die veel meer was dan een schrijver.
Een kunstenaar was het die het leven kunstzinnig zag en in zijn opzicht zal de stap om uit het leven te stappen wel een kunst geweest zijn.
We hebben het vaak over waardig sterven en persoonlijk zou ik ook graag een mooie dood hebben.
Democratie en vrijheid zijn twee sleutelwoorden die vaak in de mond genomen worden door het lange of korte leven dat we te leiden en voor sommigen te lijden hebben.
Ja, over de laatste stap van het leven wordt soms moeilijk gedaan en soms stel ik mij de vraag hoe moeilijk het moet zijn in een periode te komen waar men door ziekte en pijn zijn lichaam moet laten uitdoven naast het leven van de administratie.
Pijnlijk als je gekneld zit tussen de hemelpoort waar je nog half leeft en half dood bent.
Als medische hulp nog alleen kan aangerekend worden aan de nabestaanden en het leven letterlijk aan dat ene draadje hangt waar het touwtrekken tussen leven en dood onevenwichtig is geworden om nog menselijk uitgedrukt te worden.
En zeggen dat we sommigen naar het hiernamaals verwensen terwijl we onze ogen sluiten voor het echte leed.
Nee, Claus is niet dood!
Velen zullen zijn meesterwerken koesteren en anderen zullen zijn dood beschrijven en de pen terug laten vloeien.
Morgen zullen er anderen sterven op dezelfde manier, maar daar zal de pen waarschijnlijk stil de rouwbrieven schrijven zonder verhaal.
In stilte vertrekken dagelijks mensen die geen naam gemaakt hebben, lezers die nooit schrijvers zullen zijn.
Ja, het is weeral een tijdje geleden dat ik de pen liet vloeien maar tijd en gezondheid spelen vaak een rol als ik mijn hand moet laten gidsen.
Het was verleden woensdag dat ik mij moest gaan aanbieden in het hospitaal van Aalst met een mond vol tanden om met heel wat minder terug te komen.
Ja, de tandarts vond het nodig om twee kiezen te laten trekken en dus stuurde hij mij maar naar het hospitaal om daar de trektang in mijn mond te steken.
Ik had een afspraak om 13u30 en om op dat uur stipt kwam een verpleegster in witte schort mij halen uit de wachtzaal.
-Bent u chauffeurke?
-Euh ja.
-Volg mij maar de dokter verwacht u.
Ik volgde haar en een paar stappen verder stond ik in een plaats waar een bureau stond waar de dokter achter zat en temidden van de zaal stond een stoel met erboven een grote lamp.
Naast de stoel een tafeltje met een paar dozen in steriele verpakking en aan de andere kant een kleine spoelbak.
-Dag chauffeurke,zet u.
-Dank u
Ik gaf hem de brief die de tandarts mij meegegeven had en na het openen las hij even het protocol en keek naar de foto van de twee te trekken tanden die was bijgevoegd.
-Ok ik ga u eerst verdoven op de plaats waar de tanden moeten getrokken worden en dan gaan we nog een foto nemen om zeker te zijn.
Ik nam plaats in de stoel die langzaam achterover helde en binnen de kortste keren zag ik zijn hand met de spuit naar mijn mond komen.
-U mag de mond openen!
Langzaam trok ik de lippen van elkaar en daar dook de spuit mijn mond in.
Iets later verdween de spuit terug uit mijn mond om terug gevuld te worden en zo ging het drie maal na elkaar.
-Ok..u mag mij volgen we gaan eerst een foto nemen.
Ondertussen voelde ik mijn mond langzaam in slaap vallen en dat is steeds een raar gevoel.
Het is precies of het slapende gedeelte zijn eigen weg gaat en of je er geen controle meer over hebt.
Ook het praten wordt moeilijk als de helft van je gezicht aan het slapen is en gevoelloos is.
Nadat een soort scanner rond mijn hoofd gedraaid was verscheen op een pc scherm mijn volledig gebit en het was precies of ik daar tegen mijn eigen stond te lachen.
-Wel chauffeurke, als ik die twee kiezen trek dan zit ge daar nog met een wijsheidstand die tot niets dient en binnen de kortste keren kunt ge terugkomen om ook deze te laten trekken.
-Euowh bwat moegt er dan gebweuven?
-Het beste is dat ik ook die tand trek nu ik toch bezig ben en je toch onder verdoving bent.
-Weuh thenkt ge?
-Volg mij maar u mag terug plaatsnemen in de stoel.
De verpleegster liet de stoel terug zakken en legde dan een groen laken over mij waarna ze een mondmasker in dezelfde kleur voor haar mond bracht.
De dokter trok van die handschoenen aan zoals deze waarmee mijn lief de grote kuis doet en ook hij trok zijn mondmasker en een overhangende groene muts aan.
Potverdekke t waren er precies twee in een groene burka die mij daar gingen onder handen nemen.
-Slaapt het al een beetje?
-Bwaiekdenkgetvel.
-Als het pijn doet zeg je het maar.
Ja, dat is makkelijker gezegd dan gedaan met uw mond vol gereedschap!
-Doet dit pijn?
-Wvnee
-Ok dan kunnen we beginnen.
Af en toe werd ik verwittigd dat het een beetje zou kraken maar ik moest mij niet ongerust maken.
Af en toe verwijderde hij iets uit mijn mond en na gewring, geduw en getrek zegt de verpleegster plots dat ze het gingen opkuisen en dat ze nog juist de wonde moesten dichtnaaien.
Na een paar kruissteken en een paar zeemansknopen was het achter de rug en langer dan 20 minuten heeft de operatie niet geduurd.
Ik dacht dat ik er s anderdaags zou last van hebben maar alles ging goed tot gisteren.
In feite had ik geen pijn tot gisteren de pijn begon op te steken.
Een pijn die te vergelijken is met tandpijn, maar dan zonder tanden.
Van juist onder mijn oor tot aan mijn hoektand ben ik genaaid en dat is nu een pijnlijke zaak aan het worden.
Ik dacht dat het zou verbeteren en dat de pijn zou wegtrekken maar blijkbaar is dit niet zo.
Sinds gisteren neem ik pijnstiller na pijnstiller en is het zelfs moeilijk om mij te concentreren op mijn klavier.
Maar bon, een mens moet kunnen afzien in het leven en dus zal ik dit ook maar ondergaan.
En zeggen dat ik helemaal geen pijn had aan die tanden maar nu ik ze kwijt ben zoveel te meer ppfff
Maar in feite heb ik geen reden tot klagen want ik zit hier ook aan anderen van verschillende groepen te denken, Poetslap, Rogier en nog een paar anderen die het niet makkelijk hebben dezer dagen.
Ik wens al deze mensen dan ook veel beterschap toe.
We zitten al half maart en zoals elk jaar begint het bij de sporters terug te kriebelen om naar buiten te komen.
Ook het wielerpeloton trekt zich terug op gang en straks malen de blinkende spaken terug hun kilometers in onze contreien.
Ja, het is een terugkerend fenomeen hoe de fietsen van de haak worden genomen en hoe die sportievelingen hun in het zweet rijden.
Sommigen zitten elke zondag in het zadel en anderen smeren de benen meermaals per week in om naar buiten te komen.
Je hoort ze niet, maar je kunt ze van ver ruiken omdat die mannen van die speciale zalf hebben om hun kuiten in te smeren hé.
Sommigen rijden hun kilometers alleen maar anderen verkiezen om als wielertoerist zo dicht mogelijk aan te sluiten bij het professionele peloton.
Ja, je moet ze dan maar juist voor jou rijden hebben als je op zondagvoormiddag bij de bakker moet of als je een uitstap gepland had.
De kleurrijke truitjes met reclame allerhande laveren naast en achter elkaar en jij zit er dan achter met je boterkoeken die aan het afkoelen zijn van bij de warme bakker.
Och ik kan er mij al eens druk in maken en dat komt waarschijnlijk omdat ik zelf geen sport meer doe.
Als kleine snotter was ik ooit zelf wielerterrorist bij sport en nering en elke zondag maalde mijne pa met zijn vrienden hun kilometers en moesten mijn kleine beentjes proberen te volgen zonder dat mijn tong tussen mijn wielen draaide.
Maar dat is verleden tijd, vandaag beperk ik mij door naar de sport te kijken.
Allé, dat was zo tot ik mijn lief leerde kennen want die was wel wreed sportief.
Als man wilt ge natuurlijk niet onderdoen en probeert ge u van uwe sportiefste kant te laten zien hé.
Maar mijn lief had haar conditie onderhouden terwijl mijn peil al ver onder het zadel gezakt was.
Op een dag werd het stalen ros toch buiten gehaald en smeerde ik mijn benen in met olijfolie om alles een beetje echt te laten lijken.
Mijn lief wist een tof parcours en dus reden we van Deftinge naar Geraardsbergen waar ze gelukkig de muur links liet liggen en waar we het platte gedeelte namen langs de Dender.
Ik moet zeggen dat het leuk en gezellig rijden was onder een stralende zon.
De vogeltjes floten boven onze kop en het groene water kabbelde rustig tussen de oevers met af en toe een dode vis op het wateroppervlak.
Omdat ik nooit ver van huis ga had ik ook geen drinkbus meegenomen en na een paar kilometer was mijne mond aan het plakken en kreeg ik de vliegen nog moeilijk doorgeslikt die we waren tegengekomen.
Maar geen nood mijn lief wist een tof terrasje iets verder en daar zouden we even stoppen.
Dat iets verder zijn termen van mensen die regelmatig trainen en zo stonden we daar na enige tijd op de markt van Ath!
Ik had altijd horen zeggen dat de echte coureurs een trappist achterover sloegen om op krachten te komen en dus had ik er mij daar ook ene besteld.
Mijn kuiten stonden wreed gespannen en zagen zwart van het ongedierte dat in die olijfolie was blijven plakken maar de trappist maakte veel goed zolang ik aan het tafeltje zat.
Wat een mens vaak vergeet is dat hij de gereden kilometers naar een punt ook nog moet afleggen in de andere richting.
Awel, wat ze vertellen over dienen trappist dat zal waarschijnlijk maar tellen als je echt beroepsrenner bent want bij mij had dat precies een averechts effect!
Toen ik terug op de fiets stapte kon ik bijna niet meer neer zitten van de zeer aan mijn gat en mijn benen die voelden als lood op pedalen die waarschijnlijk niet genoeg gesmeerd waren om nog soepel rond te draaien.
Met vierkante bewegingen probeerde ik de trappers rond te krijgen en al vlug borrelde de trappist op mijn voorhoofd in dikke druppels.
Zonder echt te demarreren reed mijn lief al vlug een paar honderd meters voorop en telkens nam ik als uitvlucht dat ik van het landschap genoot en dat ik niet gehaast was.
Natuurlijk laat ge als man niet zien dat uw pijp uit is en eens thuisgekomen spreekt ge vol lof over uw uitstap en over het mooie landschap die ik in de laatste kilometers troebel voor ogen zag.
Maar in feite zou ne mens beter zwijgen want met al mijnen uitleg had mijn lief verstaan dat ik ervan genoten had en dus namen we de volgende week terug de fiets van stal.
Eerst sprak ik mezelf nog wat moed in door te denken dat met de training van de week voordien alles beter zou draaien maar blijkbaar moesten mijn benen meer dan een week in de olijfolie marineren!
Omdat dienen trappist niet het nodige effect had gehad waren we nu Ath voorbijgereden en mijn lief zou mij het mooie landschap van onze Waalse buren laten ontdekken.
We reden en reden en er kwam daar geen einde aan dat Waalse landschap ppffff.
Op zeker moment zagen we een bord staan met in grote letters Beloeil vous souhaite la bienvenue, wat niet meer wil zeggen als Beloeil heet u welkom.
Plots kwam het in mij op dat we ook deze afgelegde kilometers in tegenovergestelde richting zouden moeten afleggen en begon ik de kleuren van een echte wereldkampioen te krijgen.
Ja,ge kent dat wel, wit met alle kleuren van de regenboog!
Omdat zo een fietstocht toch ook een beetje genieten moet zijn stopten we nog even eer we de terugweg gingen aanvatten om even op krachten te komen.
Ze zouden mij zeker niet meer liggen hebben met die verhaaltjes uit het peloton over trappisten en dus koos ik maar voor een Duvel die vlot naar binnen liep.
Omdat mijn lief geen gierige is wou ze ook eens trakteren en om zeker niet te mengelen bestelde ik nog eens hetzelfde.
De terugweg ga ik hier niet beschrijven om de zondagse fietsers niet te ontmoedigen maar naar het schijnt kan ik wreed goed surplaccen en het scheelde ook niet veel of ze konden mij daar van tussen die dode vissen komen halen in den Dender ppfff!
Een geluk dat het in de zomer langer klaar is en dat we zo nog voor het donker thuis waren hoewel voor mij het licht toch al een tijdje uit was.
Zoals ik al schreef, het stalen ros wordt terug van stal gehaald en verleden week had mijn lief het waarschijnlijk ook gemerkt.
-Zeg chauffeurke, ge ziet terug al meer vélos in t straat hé.
-Euh ja veel te veel.
-Weet ge nog onze uitstappen met de fiets verleden jaar dat was nogal eens plezant hé.
-Euh ja ja.
-Awel ik ga mij dit jaar eens een nieuwe fiets aanschaffen zo ene met "vitessen" om wat sneller te kunnen rijden.
Amai mijne frak ze ziet het precies goed zitten terwijl ik al zeer aan mijn gat krijg van eraan te denken.
Ik denk dat ik best eens een bezoekje breng aan de dierenarts om te zien of hij voor mij geen middeltje heeft die beter werkt dan die trappisten!
Het is ondertussen een tijdje geleden dat ik de pen ter hand nam, maar soms zijn er van die perioden waar men de tijd van schrijven door iets anders moet vervangen.
In de eerste fase hebben we die tijd hier doorgebracht met het hartinfarct van mijne pa en in de tweede periode hebben we die doorgebracht met snotteren en zakdoeken vullen.
Ja de snotvirussen waren ons goed gezind en zo zijn ze een tijdje bij ons komen wonen.
Sommigen vinden het hier blijkbaar leuk vertoeven want er zijn er zelfs die hun verblijf verlengen.
Ja, het snuiten en hoesten is nog niet echt voorbij en bij mijn lief was er deze morgen zelfs een opflakkering van neusloop.
Och het zijn de jaarlijkse kwaaltjes die hun kop opsteken hoewel ik hoop dat het hartinfarct van mijne pa geen jaarlijks fenomeen wordt.
Gisteren mochten we pa gaan halen in het ziekenhuis en omdat we hem met onze virussen niet wilden besmetten was het al een tijdje geleden dat we hem nog gezien hadden.
In de wagen op weg naar het ziekenhuis waren we nog tegen elkaar bezig dat hij nu wel zijn les zou geleerd hebben en dat hij het wat kalmer aan zou moeten doen.
Hij zou met zijn diabetes ook op zijn voeding moeten letten en om de cholesterol in te tomen zouden niet alleen de pilletjes moeten geslikt worden maar zou ook het vette voedsel verbannen moeten worden uit de keuken.
Toen we op het verdiep kwamen zagen we in de verte een schaduw wandelen in kostuum.
Een zwart hemd met bleke streep op een zwarte broek die iets tekort leek.
Ja, wie weet was mijne pa wel gegroeid tijdens de operatie en was daardoor zijn broek tekort geworden, ge hoort van alles in die hospitalen hé.
Toen we bij hem kwamen stak een bleek hoofd in fel contrast uit de zwarte hemdskraag.
Ik keek even naar mijn lief en veel hadden we niet nodig om te begrijpen dat pa op drie weken plots heel oud geworden was.
Ja, daar waar hij tot over een paar maand nog kon vertellen dat hij 65 was, toonde hij nu niet alleen zijn 75 lentes maar zelfs al een paar jaar meer.
Vader stapte voor ons uit naar de kamer en daar stonden zijn zakken al gepakt.
-Pa, ik heb hier een pull-over mee om aan te trekken want het is buiten koud en er is veel wind.
-Ik heb geen pull-over nodig, geef mij just mijn vest.
Zelfs toen mijn lief nog dezelfde raad gaf bleek hij aan die kant even doof als dat ze hem hadden binnengebracht.
Ja, blijkbaar was er aan zijn oren niets veranderd.
We stapten naar de lift met pa op kop.
Omdat ge toch over iets moet klappen hadden we het tussen de verdiepen over wat kalmer aandoen en over de voeding maar blijkbaar was de operatie en het hartinfarct van pa niet hetzelfde als al de andere mensen die ik erover hoor praten.
-Ja Georges, ge gaat het wat kalmer aan moeten doen en misschien niet meer op die hoge ladders kruipen hé.
-Nee nee, den doktoor heeft mij gezegd dat het niets met werken te zien heeft en het slechtste wat er is zou veranderen zijn.Ik moet gewoon blijven doen wat ik vroeger deed.
Daar stonden we met het eerste gesprek al met onze mond vol tanden, terwijl zijn vals gebit blijkbaar al tegen zichzelf aan het babbelen was.
-Euh pa ge gaat toch moeten zien dat ge wat op uw voeding let want
-Ik moet op niks letten want ik mag alles eten juist een beetje minder als anders!
Ik was blij dat de lift beneden was en dat de conversatie daarmee ook gestopt was.
Pa kroop in de wagen en zo reden we naar Deftinge waar we de wagen in de garage reden.
Veel was er niet uit te pakken, en terwijl pa voor ons naar de woonkamer liep plaatste ik de zak en de papieren van het hospitaal in de woonkamer.
Pa liep direct naar het televisietoestel en met een duw op de knop sprong het beeld op de wielerwedstrijd van de Omloop het volk wat nu terug Gent-Gent geworden is.
Hij nam zelfs de tijd niet om zijn vest uit te trekken en daar lag hij dan in kostuum met vest languit op de zetel.
-Kijk ze zijn met zes weg, en daar rijd Peter in de tweede wagen, en de wagen met het zwaailicht is den diene van impanis!
Pa was terug thuis en er was niets veranderd.
Of toch ik vond sommige antwoorden nogal agressief, maar bon dat had hij vroeger ook al af en toe.
-We zullen eens een tas koffie zetten zie.
-Blijf maar liggen Georges ik zal wel een tas koffie zetten.
Mijn lief en ik begonnen aan het koffiezetten en van in de woonkamer riep pa dat de koeken in de kast stonden.
Iets later slurpte pa aan zijn tas en vlug speelde hij twee grote koeken binnen alsof het precies iets was dat hij jaren had gemist.
Toen we iets later zijn zaken begonnen uit te pakken viel mijn lief haar oog ook op de papieren van het ziekenhuis en daar zat een enveloppe met alle uitleg over zijn voeding.
Diabetes stond er zwart op geel gedrukt alsof het een Vlaamse ziekte was.
Niks vet, niks suiker, niks .in feite mocht hij niks meer eten van wat hij vroeger naar binnen speelde.
Het was misschien goed om hem te confronteren met het papier en mijn lief toonde hem het gedrukt en geschreven papier waar de eetregels opstonden.
-Georges, ge gaat toch moeten opletten met uw eten want er zit hier een papier van het hospitaal en er staat dat ge niks moogt eten van .
-Ja ja, ik weet dat wel ik moet een beetje opletten, maar morgen ga ik een forel bakken in een beetje boter en ik mag alle soorten vis eten en ook wild en in feite moet ik niets gaan halen want mijnen diepvriezer zit nog vol van de jacht.
Ondertussen nam hij nog een koekje en knabbelde rustig verder voor tv.
We keken elkaar aan en ik weet dat mijn lief het goed bedoeld maar ik weet ook dat gesprekken met pa nutteloos zijn als iemand zijn gelijk wil halen zelfs met bewijzen in de hand.
Toen zijn vriendin aangekomen was vertrokken mijn lief en ik ook op zoek naar wat rust en het zou tot deze morgen duren voor ik pa terug zou zien.
Het was iets na half acht toen ik de oprit kwam aangereden en daar gaat plots de garagepoort open en verschijnt pa in nieuw kostuum met zijn lief achter hem.
-Ha dag pa, goed geslapen?
-Ja ja.
-Euh ge zijt al gekleed, waar gaat ge naartoe?
-Boodschappen doen!
-Euh maar gij mocht toch met de wagen niet rijden?
-Nee zet de wagen eens buiten dat mijn lief er nergens mee tegen rijd en zet uwe wagen weg dat we doorkunnen.
-Euh jamaar ik ga eerst de hond eten geven en .
-Ge moet just niks eten geven ik zal dat allemaal wel doen ik ben niet ziek hé!
-Jamaar als de hond op u sringt dan .
-Dienen hond springt niet op mij.
Ik keek pa even aan en zijn gezicht was niet alleen oud geworden het bleek precies ook agressiever geworden te zijn.
Pa kon heel hard zijn en dat was in het hospitaal blijkbaar aangescherpt.
-Kom zet die autos weg dat we doorkunnen want we krijgen straks volk over de vloer.
-Volk?
Zijn lief keek mij even aan en trok haar schouders op wat betekende dat ook zij hem niet in de hand had en dat pa toch zijn eigen weg zou gaan.
Toen hij naar de wagen stapte keek hij nog even naar de windwijzer die met de storm scheef was gaan hangen en dus zal hij een van de dagen wel terug zijn ladder nemen om naar boven te sloffen.
Maar eerst komt er volk, vandaag, morgen, woensdag .
Ja, sommigen komen eten en anderen komen op de koffie.
En ge weet hoe dat gaat als er volk komt hé!
Mijne pa opent nogal makkelijk een fles wijn of een fles champagne.
De pralines, taarten en koeken vergezellen de koffie en s avonds mag er altijd eentje blijven eten als de ambiance er inzit.
Wat zijn dieet betreft?
Als pa zegt dat hij alles mag eten dan zal dat niet tegengesproken worden want meestal inviteert hij geen dokters aan tafel.
Ja, het is vooral triestig voor de mensen die ermee begaan zijn want elke dag is een dag van ongerustheid.
In feite leeft pa nog zoals 60j terug en is het meer onwetendheid denk ik.
Maar allé, zijn blikjes cola staan op de keldertrap en straks komen de eerste bezoeken.
Toen hij in het hospitaal lag wist hij ons al te zeggen dat hij na de operatie veel beter zou zijn.
Vandaag zijn we zover en of hij beter is weet ik nog niet, maar koppiger dan vroeger is hij zeker.
Och het wordt al jaren gezegd we zullen hem niet meer veranderen.
Ja, waarom zou hij mij deze morgen nu gevraagd hebben waar de kettingzaag stond?
Geven ze volgende week goed weer om in de tuin te werken misschien?
Ja, wat ga ik als titel opgeven bij de blz van dit dagboekverhaal.
Af en toe maak ik mijn brievenbus leeg en zo kreeg ik laatst een oproeping om mijn identiteitskaart te laten vernieuwen. Ja, ook onze identiteit moet het modernisme volgen hé. Ik herinner mij nog dat mijn ouders naar het gemeentehuis moesten om een kaartje aan te vragen omdat ik mee zou mogen naar het buitenland. In feite was het niet meer dan een stukje wit karton dat ik met een lint rond mijne nek kon hangen. Meestal stak moeder of vader het ergens weg om het niet te verliezen en toen we dan op reis moesten was het maanden zoeken om dan toch maar achter een duplicaat te gaan omdat mijn identiteit waarschijnlijk ergens tussen het oude papier lag. Ik moet een jaar of twaalf geweest zijn dat ik een echte identiteitskaart mocht gaan halen. Nadat ik schoon gewassen was en mijn haar proper gekamd mocht ik bij de fotograaf een pasfoto laten trekken. Ja, ge moest er wat deftig opstaan want het was voor lange tijd. Bij mij thuis hadden ze er de nadruk opgelegd dat ik vanaf dan een grote jongen was en dat ik steeds mijn identiteitskaart zou moeten bij mij hebben om te kunnen bewijzen dat ik dezelfde was als deze die op de foto stond. Evident was dat niet als je schoolplichtig bent want waar steekt ge uwe pasport als ge naar de zwemles gaat? Vooral dat die kaarten van vroeger nog niet echt op punt stonden en dat het niet meer was dan een stuk karton dat niet waterbestendig was. Met de chloor dat ze in dat water deden ben ik verschillende keren terug naar het gemeentehuis moeten gaan voor een lifting te laten doen van mijn identiteit. Later evolueerde ook de administratieve wereld en werd onze identiteitskaart geplastificeerd; Een harde plastieken kaart waar mijn naam en mijn adres opstond. Maar ook mijn geslacht stond er op vermeld. In feite stond er alles op zodat ge zeker niet aan uw eigen moest twijfelen . Ja, er stond zelfs een vervaldatum op en bij mij was mijne pasport nog goed tot in 2011. Maar ondertussen kreeg ik dus een oproepingsbrief in de bus om mijn elektronische kaart te gaan bestellen. Nog van de oude stempel verstond ik niet goed wat de elektronica met een identiteitskaart te zien had. Ik begaf mij dus maar naar het gemeentehuis van Lierde en wachtte er geduldig mijn beurt af. Omdat er toch geen anderen voor mij waren was het vlug aan mij en kwam er een schoon ufraa aan het loket. -De goeiendag, kan ik u helpen? -Euh ja ik kom voor mijnen elektrieken pasport. -Uwe elektrieken pasport? -Awel ja ik heb hier een papier in de bus gekregen dat ik mij moest . -Ha ja ik zie het al, het is voor uw elektronische identiteitskaart. -Ja, als ge het zegt. -U mag mij volgen! Amai, ge moet daarvoor naar een apart bureau en daar zit ge dan oog in oog met de madam die uwe pasport van elektriek zal voorzien. Opgelet ge moet u daar nu niks bij voorstellen hoor omdat ze u daar apart in een bureautje zetten. Ik dacht eerst nog dat ik daar een aperitief zou krijgen omdat het bijna middag was of een streekgerecht om Lierde een beetje te promoten, maar nee nee, just niks. Ik lees de laatste tijd veel over stralingen en misschien zetten ze u daar apart om de anderen aan het loket niet te bestralen met uw elektronische dinges hé. Opgelet uw identiteit is iets wreed serieus en daarmee moet ge niet teveel gaan lachen. De foto moest met een witte achtergrond getrokken zijn en wat mijn gezicht betrof hadden ze liever dat ik niet teveel mijn tong uitstak of mijne neus naar omhoog krulde. Ik moet zeggen dat ik er nu eens wreed serieus zal opstaan en dus bijna onherkenbaar. -Euh madam, chauffeurke dat wordt met twee ff geschreven en zonder n vanachter. -Ja ja, dat weet ik wel maar ik moet ook vragen wat ge doet van werk. -Euh oei ik ben aanwezig. -Hoe aanwezig is dat een beroep? -Euh aan de staat wel naar het schijnt, maar ik kan u ook mijne volledige titel geven hoor. -Ja, doet dat zo zal er dan iets officieel opstaan! -Awel ik ben chauffeur, bediende, ambtenaar bij de kamer van Volksvertegenwoordigers in het federale parlement van België in Brussel". -Is dat alles uw identiteitskaart zal te klein zijn als ik dat daar allemaal moet opzetten. -Och ge moet daar niet teveel opzetten want t is zelden dat er iemand vraagt om mijne pasport als lectuur te mogen gebruiken. -Allé t is goed, als ge dan nog juist eens wilt een handtekening zetten op dit blad hier. Ja, dat was nog het moeilijkste van al want ik moet steeds de handtekening van mijne pa nadoen zoals ik het ook al deed voor officiële zaken in t school hé. -Voila, dat is dan geregeld ik moet u nu nog juist 12,50 vragen. -Hoe ik heb hier toch niks gegeten of gedronken? -Nee nee, dat is de prijs van uw elektronische identiteitskaart . Jawadde zeg, mijn oude is nog drie jaar goed en ik moet hier al een voorschot op mijn elektronische identiteit geven. Ja, de aansluiting op het modernisme mag wat kosten hé en in feite is het maar de aanloop naar de volgende stap van onze evolutie. Wie weet hoe onze identiteitskaart er binnen twintig jaar zal uitzien? Misschien krijgen we zoals mijnen hond allemaal wel een chip ingeplant met alle details op. Misschien krijgen we aan ons lichaam wel een aansluiting waarmee we op een computer kunnen aangesloten worden. Ik hoor het mijnen bompa nog zeggen, binnen 50jaar zijn we allemaal robotten en dat is ondertussen ook al meer dan 35 jaar geleden, awel dienen mens zal nog gelijk krijgen. Och we kunnen er eens mee lachen, hoewel we vijftig jaar geleden waarschijnlijk ook nooit zouden gedacht hebben dat de toekomstmuziek een serenade van elektronica zou geweest zijn. Och we kunnen niet anders dan met onze tijd mee te lopen hoewel de tijd steeds sneller loopt en onze benen een dagje ouder worden hé. Vandaag gaan we bij de dokter achter vitamientjes en wie weet lopen we binnen een paar jaar zoals dat konijn op de televisie met batterijen die langer meegaan. Ik weet het niet maar als ik mag kiezen kunnen ze mij best aansluiten op zonne-energie. In elk geval het doet niks terzake mijn identiteit zal waarschijnlijk niet meer veranderen of het zou moeten zijn dat ik mij laat opereren. Nee nee, laat mij maar chauffeurke blijven op mijn elektronische identiteitskaart want als Chauffeuse door het leven gaan zal ook niet alles zijn!
Is het u al opgevallen hoe vaak de mannen over hun legerdienst spreken als ze ergens herinneringen boven halen?
Onlangs zat ik zo met een paar mannen aan tafel en pint na pint gingen we een stap terug in het verleden.
Ja, waar is de tijd dat men nog opgeroepen werd voor de legerdienst?
Als men de oudgedienden hoort praten dan zijn er twee categorieën, deze die op hun lui gat gezeten hebben of de kans hadden gepistoneerd te zijn en deze die wreed afgezien hebben.
Ja, ik kon mij vinden in de laatste categorie en tussen al die wilde verhalen bracht ik ook even mijn verhaal.
Het begon allemaal toen mijne pa mij een brief van t leger onder mijne neus duwde en mijn moeder vertelde dat ik nu eindelijk een echte man zou worden.
Awel daar zat ik nu echt op te wachten zie!
Ik moest naar het klein kasteeltje om mijn drie dagen te doen, maar daarvan hadden ze er al twee van afgeschaft en dus stond ik s avonds terug thuis.
Ik had mij eerst goed laten opstoken door mijn vrienden die zelf niet meer afwisten van het leger dan de loden soldaatjes die in hun speelgoedkist lagen.
Het kwam er vooral op aan zich te laten afkeuren en als dat niet lukte een indruk van zelfvertrouwen achter te laten.
Voor de doktor was ik geslaagd met grote onderscheiding en toen ik bij ene met strepen moest passeren werden mij de moeilijkste vragen gesteld.
Vooral de vraag over wat ik wou worden of doen bij het leger leek mij de moeilijkste.
Je mag nog zelfvertrouwen tonen maar daar direct zeggen dat ge generaal wilt worden is ook niet goed.
Ik had dan maar geantwoord zoals ik thuis altijd deed met de woorden ik weet het niet.
Het was een vriendelijke mens achter het tafeltje en hij nam mijn medisch dossier ter hand om mij een beetje te helpen.
-Wel chauffeurke, wat zou je denken van paracommando?
-Euh oei..ik denk dat mijn moeder dat niet graag heeft.
Met een grijns op zijn gezicht keek hij mij aan en dat boezemde mij niet teveel vertrouwen in.
-Euh meneer de sergeant commandant luitegeneraal hebt ge zo niks als barman of chauffeur of tuinier?
-Dat zijn plaatsen die allemaal al ingenomen zijn, maar ik denk dat ik hier nog iets heb voor u als ge van de buitenlucht houd.
-Ha ja ik ben wreed graag buiten, daar bij ons in lierde kan ik uren genieten van het landschap.
-Wat zou je denken van stormfuselierte worden?
-Euh stormdinges ja dat klinkt wel goed.
Ge kunt niet op alles nee zeggen en dus nam ik dat maar aan met het gedacht dat het soldaten waren die maar juist buiten kwamen met stormweer om de boeren wat te helpen op het land.
We hadden al een paar warme zomers achter de rug en dus zou het allemaal wel meevallen.
Op een dag lag er terug een brief in de bus met alle gegevens op om de locatie te vinden waar ik echt man kon worden.
Mijne pa had altijd gesproken van een opleiding maar daar stond in de brief niks van vermeld.
Ik moest naar Turnhout en waar anderen normaal gezien één of twee maand verbleven als opleiding kreeg ik er juist mijn kleren in ontvangst en reden we in grote vrachtwagens na vier dagen terug naar Brussel-Noord om er de trein te nemen naar Duitsland, meer bepaald Soest.
Awel ik moet zeggen dat ze u waar voor uw geld geven, meer dan zes uren trein op houten banken.
Een compartiment vol met trieste ogen die aan hun familie waren onttrokken om het land te dienen en geen van allen die wist wat nu juist een stormfuselier was.
In Soest kropen we terug de vrachtwagen op en iets later reden we onze kazerne binnen.
Kazerne steenstraete we waren nog niet goed uitgestapt dat er ons daar ene kwam toespreken die dacht dat we doof waren.
Zo een geste manneke met een stokske onder zijnen arm die dacht dat hij daar alles te zeggen had.
Euh later bleek dat dienen daar inderdaad alles te zeggen had!
Hij riep uw naam af en de kamer waar ge uw legerdienst zou doorbrengen.
Chauffeurke kamer 64.
Van nu af was ik niet alleen stormfuselier maar ook grenadier in de 1e compagnie grenadiers te soest.
Het was om fier over te zijn en dat riepen ze elke dag in uw rechteroor eens grenadier steeds grenadier!
Al vlug hadden we verstaan dat het iets speciaal was en dat we niet alleen met storm naar buiten kwamen maar ook als het goed weer was.
Ik moet zeggen dat het echt iets is als ge van wandelen houd!
Ja, terwijl die anderen dik werden achter het stuur van een camion ,jeep of tank mochten wij gaan wandelen in velden die nog veel weidser en groter waren dan deze van Lierde en omgeving.
Hoewel ik mijn legerdienst vervulde in 1978 dienden we volgens sommigen nog steeds op ons hoede te zijn voor de vijand en dus hadden ze ons allemaal een geweer meegegeven.
Ik denk niet dat er in Lierde door de jagers al zoveel is geschoten zonder dat ze wild zagen dan dat wij schoten hebben gelost zonder de vijand te zien ppfff.
Af en toe mochten we dan toch eens tegen de vijand vechten door een lijf aan lijfgevecht aan te gaan hoewel dat dan nog meestal ene was van de kamer naast u.
Bont en blauw sloegen we elkaar want het moest echt lijken en s avonds gingen de gesprekken in bed dan vaak over de grote oorlog die we weer hadden meegemaakt.
Om de maand of zelfs iets langer mochten we naar huis en we konden niet anders dan de vragen van moeder te beantwoorden.
-En jongen valt het ginder wat mee en is het niet te zwaar?
-Och ma t is er elke dag oorlog maar we slaan er ons wel door.
-En hoe is het eten ginder?
-Soms is de vijand met ons eten weg en dan moeten we gaan vissen of stropen.
Mijne pa lachte af en toe want blijkbaar leek hij ook zijn legerdienst te herkennen hoewel hij het volgens mij een stuk makkelijker had.
Wat zeer eigenaardig was, ik was tegen mijn goesting binnen gegaan om het land te dienen, maar eens ik er was wou ik bijna niet meer terug.
Ik heb mij dan wreed moeten inhouden om niet voor een paar jaar bij te tekenen en zo waren er nog.
Och ja, dan zijn er nog van die wilde verhalen van; bij het leger leert ge roken en drinken.
Wel ik kan zeggen dat het niet waar is want ik rookte en dronk al toen ik naar t school ging om zo tijdens mijn opleiding niet teveel tijd te verliezen hé.
Nee, ik vond het een prachtige tijd;
In feite zou ik er uren kunnen over schrijven en wie weet schrijf ik er ooit wel een vervolg over.
Maar eerst ga ik eens naar het nieuws kijken, want blijkbaar heeft elke soldaat niet evenveel geluk als ik om in velden zonder vijanden te sluipen.
Elke periode van het jaar heeft zo zijn tradities en momenteel is de monarchie weer op stap.
Ja, de drie koningen schuimen weer de straat af om de kosten van een nieuwe hoed te helpen bekostigen door daar aan onze deur te komen zingen.
Gisteren was het weer zover!
Omdat ik dezelfde bel heb dan Samson moeten ze kloppen want de bel doet het niet.
Meestal denken ze daar niet aan en dan ben ik gerust, maar sommigen weten van aandringen en dan ben je best van open te doen om zelf niet moeten te gaan zingen voor een nieuwe deur.
Op zeker moment hadden ze daar al staan bellen en kloppen dat mijn klink er scheef van hing.
Ik haastte mij naar de deur en daar stonden twee snotters die helemaal niet op de drie koningen leken.
De ene verkleed in zorro en de andere in sneeuwwitje.
Ja, ook de klederdracht verandert door de jaren hé.
-Ja voor wat ist?
-We komen zingen meneer.
-Zingen ik heb hier ne radio staan hoor!
-Jamaar wij komen zingen voor een nieuwe hoed.
-Een nieuwe hoed sneeuwwitje draagt toch geen hoed en den uwe is precies nog spiksplinternieuw.
Op dat ogenblik komt de moeder van die twee snotters daar hun verdediging opnemen en mij daar ook wat op de rooster leggen.
-De kinderen komen eens zingen meneer ja hoe waren we zelf in onzen tijd hé.
-Euh in mijnen tijd mocht ik niet buiten, maar allé laat ze maar eens zingen.
-Driekoningen drie..jank koningen
breng mij jank een nieuwe hoed jank
miauw..de oude jank..is miauw ..versleten
amai mijn voeten azo vals ge kon horen dat ze de dag van vandaag meer Frans als les krijgen dan zangles.
Toen ze gedaan hadden met zingen staken ze beiden een washandje naar voren.
Ik dacht dat het bij de traditie hoorde om met dat washandje je oren uit te wrijven na dat gejank maar t was potverdekke om ne cent in te steken.
Ja, de spaarpotten zullen uitverkocht geweest zijn zekerst!
-Wilt ge ook een cent geven meneer?
De moeder nam terug de verdediging op om zeker te zijn dat ik mij niet van mijne gierige kant zou laten zien.
-Ze hebben toch schoon gezongen hé meneer.
-Schoon?????....euh ja vaneigens en wat moet dat kosten die serenade?
-Och ge geeft wat ge wilt hoor maar die kleine eurocenten die worden bijna afgeschaft zekerst?
Daarmee wist ik dat ik geen 1 of 5 cent moest geven.
-Ik ga eens kijken wat ik nog heb, want ik heb het nogal moeilijk op het einde van de maand.
-Hahahahaha ja maar het is nog maar het begin van de maand hé meneer.
-Ja ja, maar bij mij zijn het de laatste 30 dagen dat ik het moeilijk heb.
Ik trok naar binnen en zoals altijd wil het lukken dat ik niets van kleingeld in huis had.
Potverdekke er bleef mij nog juist een briefje van 5.
Ik stapte terug naar de deur en zwaaide tot groot genoegen met het briefje.
-Voila zie kijk eens wat de meneer hier geeft en schoon delen thuis hé.
-Wat zegt ge tegen meneer?
-Dank u meneer.
-Ja ja t is niks
hoewel er waarschijnlijk een tegen goesting in mijn stem klonk.
Ze stapten de oprit af en verdwenen naar de buren.
Potverdekke, nog geen half uur later wordt er daar weer op mijn deur gebonkt.
Ik loop terug naar de voordeur met het gedacht dat de koning iets vergeten was.
Geloof het of niet maar stonden er daar toch wel drie andere zekerst.
Zonder dat ik de tijd had van iets te zeggen trekken ze daar alle drie hunne mond wagenwijd open.
Ze waren iets ouder dan de vorige en volgens mij hadden ze naast de openhaard van de kerststal gestaan of anders wreed gepaft.
Hun zes ogen keken ook maar zoals de planeet jupiler en blijkbaar waren ze al goed op de lappen geweest.
-Drei keuninge hik drei keuninge
breng mij ne hik..nuue hoed.
De oude is
-ja ja ik weet het den oude is versleten zekerst?
-Euh ja meneer.
Zorro en sneeuwwitje zijn hier daarnet ook geweest achter een nieuw hoofddeksel.
-Ja..ze hebben ons naar hier gestuurd want ze hebben een schone cent gekregen.
-Jamaar héla dat groeit hier niet op mijne rug zenne.
-Maar we hebben toch schoon gezongen en
-Ja ja t is al goed ik zal eens kijken wat ik nog heb, maar ik denk dat ik nog juist 100 heb en dat ik geen kleingeld meer heb.
-Ha 100 is ook goed hoor.
-Zeg manneke gij denkt zekerst dat ge Helmut Lotti zijt!
Nadat ik daar wreed gezocht en gekrabt had vond ik toch nog 1,90.
-Voila zie kijk ne keer wat ik hier nog heb.
-Euh is dat per persoon?
-Hoe per persoon?
-Ja, die dat hier voor ons geweest zijn hebben 5 gekregen.
-Zeg manneke dat is het geld voor mijn brood te kopen dat ik u hier geef hé.
-Jamaar wij hebben toch ook schoon gezongen.
-Gij hoort niet goed zekerst, ik heb gene frank meer en straks kan ik zelf gaan zingen om een brood te gaan kopen.
Ze keerden hun rig en stapten precies niet al te goed gezind de oprit af.
Iets verder riepen ze dat ze aan iedereen zouden zeggen dat ze hier niet meer zouden moeten komen zingen.
-Ja doe dat ge gaat er mij plezier mee doen en doe de groeten aan prins Laurent.
Vandaag laat ik in elk geval de rolluiken af en doe ik voor niemand meer open.
Maar allé t is een schoon bijverdienste en zolang de dotaties niet worden afgeschaft zal het normaal zijn dat we iets geven aan de koningen zekerst!