Guido D.V. (63) Zoersel
Bij
problemen die zouden kunnen leiden tot faling of bij faillissement zou, na
onderzoek door een onafhankelijke commissie met inzichtrecht van alle
betrokkenen en na vaststelling en/of gerechtelijke veroordeling, de
verantwoordelijken voor de faling of voor de problemen moeten aangesproken
worden. Deze mensen zouden in eerste instantie de put moeten invullen met hun
vermogen, zowel roerend als ontroerend, al of niet verstopt in vennootschappen
allerhande.
Zij
hebben immers de zaak geleid, samen met het dagelijks bestuur. In tweede
instantie zou er bij de toezichthouders, de staat en de boekhouders die de
jaarrekeningen controleren, moeten nagegaan worden of die hun
verantwoordelijkheid hebben waargenomen. Bij fouten zouden zij persoonlijk of
gemeenschappelijk mee verantwoordelijk moeten gesteld worden en financieel
moeten bijdragen. Daarna zouden de institutionele beleggers dienen
verantwoordelijk gesteld te worden. Zij hebben immers door al of niet
vertegenwoordiging in de raden van bestuur een beter inzicht in de transacties
en solva
|