THEODOOR DE MULDER
Theodoor De Mulder nam op 10 april 1912 in Southhampton(G-B), als passagier 3e klasse, de Titanic voor de oversteek van de Atlantische Oceaan, met bestemming Detroit (Michigan -USA). Voor de reis betaalde hij 9 Engelse pond en 10 shilling. Na het zinken van de Titanic werd hij opgevist door een ander schip : de Carpathia. Hij kwam toe te New York op 18 april 1912. Theodoor was één van de vier Belgische mannen welke de ramp met de Titanic overleefde, samen met onder andere Jules Sap en Jean Scheerlinck. Hoe ze de ramp overleefden blijft tot heden een mysterie, verschillende verhalen doen de ronde, het ene nog straffer dan het andere. Een tijd na hun aankomst in New York, traden Thedoor, Sap en Scheerlinck op in verschillende "shows" en vertelden hun verhaal over hun redding van de Titanic. Ook kregen ze hulp van het Amerikaanse rode kruis. Theodoor ontving 300 US Dollar en voor de verloren gegane bagage nog eens 200 US Dollar. Met uitzondering van William Demessemaeker, verbleef Theodoor De Mulder het langst op het Amerikaanse continent. In Detroit werkte hij bij Ford maar een paar jaar later kocht hij een boerderij in Canada. Inmiddels had Theodoor zich laten naturaliseren tot Amerikaans staatsburger. In 1921 kwam zijn echtgenote Maria Joanne D'Hondt met zijn 2 zonen ook naar Canada. Het echtpaar kreeg nog 2 zonen en een dochter, allen geboren in de Verenigde Staten. In 1931 kwam de familie terug naar Belgie. Hij opende er de herberg "In den overblijvende van de Titaniek". Wegens wegeniswerken werd de herberg in 1951 afgebroken. Twee van zijn 5 kinderen leven (leefden) in de VS en twee andere in Canada. Enkel Edmond De Mulder bleef in Belgie, te Aspelare. In 1912 bouwde de echtgenote van Theodoor, een kruisbeeld als dank dat Theodoor de ramp overleefde. Het kruisbeeld staat er nog steeds.
|
Julius Albertus De Mulder of Joseph Raymond Dalton met echtgenote Harriet Elisabeth Bird
|