De Dendermondse Schilderschool
Inhoud blog
  • Firmin Verhevick
  • Herman Broeckaert
  • Retrospectieve te Dendermonde
  • Maurits Vander Cruyssen
  • Florent Crabeels

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Tussen 1860 en 1944
    15-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Théodore Baron

    Théodore Baron (Elsene, 19 augustus 1840 – Saint-Servais/Namen 4 september 1899) was een Belgisch realistisch landschapschilder.

    Standbeeld van Théodore Baron (1903) in Namen door Charles Van der Stappen

    Biografie

    Hij kreeg zijn opleiding in academische stijl bij verschillende leermeesters: eerst bij Hippolyte de la Charlerie (1827-1867) aan Sint-Lucas in Brussel en vervolgens bij Louis Dubois (1830-1880), Guillaume-Victor Van der Hecht (1817-1891) en de neoclassicistische schilder François-Joseph Navez (1787-1869).

    Hij kwam reeds in 1860 naar het kunstenaarsdorp Genk, waardoor hij gerekend wordt tot de Genkse School.

    In 1863 verkende hij, samen Louis Artan de landelijke of bosrijke omgeving rond Brussel en kwam er in contact met de schilders in Tervuren. Hier kreeg hij een voorliefde om te schilderen in realistische stijl in de vrije natuur.

    Théodore Baron verbleef een tijdje in Barbizon. Na zijn dood bevonden er zich verschillende studies van het woud van Fontainebleau in zijn nalatenschap.

    Kalmthoutse heide (1866)

    Tussen 1865 en 1868 verbleef hij in Kalmthout en legde zich toe op het schilderen van de typische desolate landschappen, vennen, duinen en bossen in de Antwerpse Kempen. Hier ontmoette hij gelijkgestemde kunstenaars zoals Jacques Rosseels, Isidore Meyers, Adrien-Joseph Heymans en Florent Crabeels. Zij worden ook wel samen de Kalmhoutse School genoemd. Théodore Baron heeft deze schilders sterk beïnvloed. Hij wordt dan ook, samen met Adrien-Joseph Heymans tot de voornaamste schilders van deze groep gerekend. Hij heeft toen overwegend doeken gemaakt van troosteloze landschappen met bruingrijze tonaliteiten en met gebruik van zware tinten, die het het kenmerk waren van dit Vlaamse pleinairisme

    In 1868 keerde hij, samen met Heymans, terug naar Brussel en hernieuwde zijn banden met de schilders in Tervuren. Hij vormde aldus een schakel tussen de Kalmhoutse School en de School van Tervuren. Hij werkte ook een tijdlang in Hoeilaart. In Oudergem maakte hij verschillende doeken van de oude vijvers van het Rood-Klooster. Hij woonde toen in de nabijheid van het Rood-Klooster.

    In hetzelfde jaar werd hij medestichter van de kunstenaarskring Société Libre des Beaux-Arts in Brussel.

    Nog in 1868 vertrok hij naar de Maasvallei en de Lesse waar hij schilderde langs de oevers. In die periode had hij ook contact met Félicien Rops (1833-1896) en Octave Maus in de herberg “Au repos des Artistes” te Anseremme. In 1870 verbleef hij, samen met de kunstcriticus Camille Lemonnier, in de Maasvallei nabij Profondeville. Hij maakte een degelijke indruk op Lemonnier, die hem dan ook “schilder van de Maas” noemde.

    In de volgende jaren reisde hij naar Nederland, Frankrijk en Italië. Théo van Rysselberghe nam in 1881 het vroegere atelier van Théophile Baron over dat gelegen was in de Lakenweversstraat 52 in Elsene.

    Baron werd in 1882 leraar aan de Academie van Namen, in opvolging van Ferdinand Marinus. Hij werd er in 1894 tot directeur benoemd en bleef er tot aan zijn dood. Een van zijn bekende leerlingen is Désiré Merny (1865-1947), die later ook leraar zou worden aan deze academie.

    Er bevindt zich werk van hem in de musea van Antwerpen, Bergen, Elsene, Gent, Luik en Namen.

    Zowel in Oudergem als in Namen is er een straat naar hem genoemd. Op recente veilingen worden er hoge bedragen betaald voor zijn werken. Het doek “Het hooien” bracht in 2001 € 4.500 op en het doek “Ardennen, landschap met rivier” € 3.200 bij een veiling in Brussel.

    Stijl

    Men mag Théodore Baron beschouwen als een der belangrijkste Belgische realistische landschapschilders uit de 19de eeuw. Na de jaren 1880 neigde hij langzamerhand over naar de grens van het impressionisme.

    In zijn werken vindt men een zekere vorm van verlatenheid en melancholie die steeds terugkeren in zijn weergave van licht en schaduw op desolate plekken. Hij gebruikt een krijtachtig bruin, oker en grijs palet op doek gezet met zware toets bij het weergeven van herfst- en wintergezichten.

    Externe links

    Reageer (1)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adrien-Joseph Heymans

    Adrien-Joseph Heymans

    Hemel bij maanlicht (1907)
    Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel

    Adrien-Joseph Heymans (Antwerpen, 11 juni 1839 - Brussel, december 1921) was een Belgisch landschaps- en genreschilder, die ook zeegezichten schilderde, en aquarellist. Hij wordt beschouwd als de geestelijke vader van de Kalmthoutse School en was ook een toonaangevend Belgisch impressionistisch schilder.

    Levensloop

    Hij was het zesde kind van Gaspar-Petrus Heymans, een handelaar in vensterglas, en Elisabeth Wouters. Na het overlijden van zijn vader in 1846 werd hij verder grootgebracht bij zijn oom, de burgemeester Wechelderzande, een klein dorpje in de Antwerpse Kempen. Hier groeide zijn liefde voor de natuur

    Hij volgde in 1853 les aan de Antwerpse academie bij de landschapschilder Jacob Jacobs. Hij leerde hier zijn mede-leerling Isidore Meyers kennen. Later schreef hij zich ook in aan de Academie van Brussel. Maar toch was hij in hoofdzaak een autodidact.

    Hij werd sterk beïnvloed door zijn verblijf, samen met Meyers, in Parijs van 1855 tot 1858. Om aan de kost te komen beschilderden zij er gordijnen. Hij had hier contact met Théodore Rousseau, Camille Corot, Charles-François Daubigny en Jean François Millet, allen behorend tot de School van Barbizon. Onder hun invloed, en vooral van Corot en Daubigny, zette Heymans zich van dan af tegen het academisme in de landschapschilderkunst.

    Bij zijn terugkeer in België, beoefende hij in eerste instantie in zijn landschapsinspiratie en kleurgebruik dezelfde stijl als de Barbizonschool. Maar hij evolueerde vlug in de richting van een pre-impressionistische eigen stijl. Dit kwam duidelijk tot uiting bij zijn deelname aan het Brussels Salon van 1860, waar het licht en kleur in zijn doeken een belangrijker rol begon te spelen. Ook in zijn zeegezichten hield hij van het samenspel van het vluchtig licht van de zee en de lucht. Hij wordt dan ook beschouwd als een van de zeldzame Belgische impressionisten.

    Dit deed hem vanaf de jaren 1860 verder evolueren naar een zeer persoonlijk luminisme. Hij verhuisde naar Wechelderzande, waar hij opgegroeid was. Hij begon er schilderen in de open lucht in de omgeving van Kalmthout en Wechelderzande. Ook andere kunstenaars kwamen hun inspiratie zoeken in de weidse natuur tussen de Kempische vennen, duinen en bossen. Sommigen onder hen woonden tijdelijk in woonwagens op de heide om toch maar niets van het spel van het licht gedurende de dag te missen. Rond deze trend in het plein-airisme ontstond aldus de Kalmthoutse School met Isidore Meyers, Théodore Baron (1840-1899), Jacques Rosseels (1828-1912) en Florent Crabeels (1835-1896). Men noemt hen ook de “Grijze School” doordat zij bij voorkeur grijze en zilverachtige tinten gebruikten. Heyman ontmoette er ook Henry Van de Velde, die hij trouwens later als schilder zou aanbevelen in een brief aan Octave Maus, oprichter van de kunstkring Les XX.

    Heymans lag tevens aan de basis van de Dendermondse School, toen dezelfde schilders zich kwamen vestigen langs de oevers van de Schelde in de omgeving van Dendermonde. Hier maakte hij ook kennis met de Brusselse kunstschilder Emile Van Doren (1865-1949)

    Hij huwde in 1869 met Angeline Tezdie met wie hij vijf kinderen zou krijgen.

    Hij vestigde zich in 1869 in Brussel. Hij speelde er een vooraanstaande rol in diverse kunstkringen : Société Libre des Beaux-Arts en hij was later ook stichtend lid van de kunstkring Les XX.

    In de periode 1873-1874 maakte hij in Antwerpen kennis met de Nederlandse schilder en etser Louis Artan de Saint-Martin.

    Hij was één der oprichters van “L’Art Contemporain” en, samen met Emile Claus, van de kunstkring der luministen “Vie et Lumière” (1904) en in 1905 van de kunstkring “Kunst van Heden” (“L’Art Contemporain”). In de jaren 1890 vestigde hij zich opnieuw in Kalmthout. Zijn stijl ging nu over naar het neo-impressionisme. Maar op het einde van zijn leven keerde hij terug naar het realisme.

    Hij gebruikte in zijn werken brede en dunne toetsen naast heldere kleuren, zodat hij speciale lichteffecten kon oproepen. Dit geeft aan zijn doeken een zekere poëzie en melancholie, zodat Pol de Mont hem terecht “een dichter met het penseel” kon noemen. In zijn periode van het luminisme, gebruikte Heymans regelmatig de techniek van het pointillisme om het samenspel van licht en schaduw nog beter te accentueren.

    Toen in 1913 zijn gezondheid te ver achteruitging, moest Heymans noodgedwongen het schilderen opgeven.

    Hij heeft tentoongesteld in Brussel, Parijs en meerdere malen in Luik.

    Zijn werken hangen in de Musea van Schone Kunsten van Antwerpen, Brussel, Gent en Luik en in de musea van Namen, Elsene en Dendermonde

    Zijn werken behalen hoge prijzen op veilingen. In mei 2007 werd het doek “Koeien bij het water” geveild op €7500 in het veilinghuis Bernaerts, Antwerpen.

    Onderscheidingen

    Hij werd gedurende zijn leven zeer gewaardeerd als kunstenaar en ontving in binnen- en buitenland vele eretekens en medailles :

    • Brussel, 1865 : gouden medaille
    • Gent, 1878 : gouden medaille
    • St. Louis (VSA), 1904 : grote prijs
    • Buenos Aires (Argentinië), 1910 : eerste diploma.

    Hij werd in 1881 benoemd tot officier in de Leopoldsorde (samen met Louis Artan de Saint-Martin, Theodore Baron en Alphonse Asselbergs). Hij werd ook verheven tot ridder in het Franse Légion d'honneur in Frankrijk, een zeldzame eer voor een buitenlandse kunstenaar.

    Externe links

    Reageer (1)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De oorsprong van de Dendermondse Schilderschool








    Vanaf 1862 kwamen de voornaamste schilders uit de Kalmthoutse School zich langs de Scheldeboorden van de Dendermondse omgeving vestigen. Vooral het kunstenaarsdorp Vlassenbroek was trekpleister en geboortedorp van de Dendermondse School'.

    Het waren Isidore Meyers, Adrien-Joseph Heymans, Théodore Baron, Jacques Rosseels en Florent Crabeels die er de kunst van de Grijze School kwamen bevestigen. De bekende Vlaamse luminist Franz Courtens kreeg er zijn eerste academische opleiding van Isidoor Meyers en van Jacques Rosseels, terwijl de Gentse schilder-etser Albert Baertsoen, tussen 1885 en 1888, ook in de buurt van Dendermonde verbleef en er de invloed van voornoemden onderging.

    Er dient opgemerkt, dat kunsthistoricus Jean-Pierre De Bruyn, in zijn werk De Dendermondse Schildersschool, de kunstenaarsdynastie Verhas erkent als oorspronkelijke kernfiguren tot de Dendermondse School, terwijl ze als Grijze School eerder de voortzetting was van de Kalmthoutse School. Algemeen wordt Jan Verhas als stichter van de Dendermondse School gezien.

    Reageer (1)

    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!