LEESKRING EN POBS BEERSE, VOSSELAAR, TURNHOUT EN OUD-TURNHOUT
Simon Vestdijk: Rumeiland
1. Leven en werk: (Harlingen, 17 oktober 1898 Utrecht, 23 maart 1971)
Simon Vestdijk werd geboren in Harlingen op 17 oktober 1898. Hij was de zoon van de extraverte gymnastiekleraar Simon Vestdijk, en de beminnelijke, artistiek aangelegde Anna Mulder. Vestdijk groeide ook op in de Friese stad Harlingen - in een aantal van zijn boeken zal het stadje figureren als Lahringen. Simon ging er naar de HBS, waar zijn vader, een strenge man, gymnastiekleraar was. Na drie jaar ging hij naar de Rijks-HBS in Leeuwarden. Vestdijk was een brave, goede en serieuze leerling, maar vond weinig aansluiting bij zijn leeftijdgenoten. De verlegen, dromerige simon had vanaf zijn zeventiende regelmatig last van depressies. Iets waarmee hij in zijn verdere bestaan zal blijven worstelen en wat bijna jaarlijks terugkwam. Zijn jeugdjaren in Harlingen en Leeuwarden beschreef hij later in de zogenaamde Anton Wachter-cyclus. Van jongsaf aan logeerde hij regelmatig bij zijn grootouders in Amsterdam, waar hij zich in 1917 aan de Universiteit van Amsterdam inschreef als student in de medicijnen. Tijdens zijn studie die van 1917 tot 1927 duurde, leerde hij (de latere schrijver) Jan Slauerhoff kennen, die in die jaren dezelfde studie volgde. In 1918 debuteerde hij met een stukje proza,'Gestileerde waarnemingen', in een Amsterdamse studentenalmanak. In 1926 nam voor het eerst een literair tijdschrift gedichten van hem op. Tezelfdertijd overwoog Vestdijk in de muziek door te gaan en nam hij een half jaar lessen in harmonie en contrapunt. In 1927 deed hij zijn artsexamen, waarna hij tot 1932 als arts in praktijken doorheen heel Nederland werkzaam was. Nog steeds niet zeker van zijn roeping studeerde hij in 1928 in Leiden korte tijd filosofie met als hoofdvak psychologie. Ook hield hij zich bezig met astrologie. Net als Slauerhoff was hij korte tijd scheepsarts. Na 1932 wijdde hij zich geheel aan de literatuur. In 1932 volgde zijn officiële schrijversdebuut met de uitgave van de bundel Verzen in De Vrije Bladen. Doorslaggevend voor Vestdijks uiteindelijke keuze voor de literatuur is zijn ontmoeting in 1932 met Eddy Du Perron en Menno ter Braak. Deze ontmoeting had als resultaat dat hij redactielid werd van het tijdschrift Forum. Later (van 1936-1941) werkt hij ook voor het blad Groot Nederland. Kort daarop, in 1933, wordt zijn eerste novelle, De oubliette, uitgegeven. In hetzelfde jaar schreef hij Kind tussen vier vrouwen, dat eerst (door zijn lengte) geweigerd werd door uitgevers, maar later de basis zal vormen voor de eerste drie delen van de Anton Wachter-romans en uiteindelijk postuum wordt gepubliceerd. Als eerste van die cyclus wordt in 1934 Terug tot Ina Damman uitgegeven door uitgeverij Nijgh & van Ditmar. Deze uitgever en vanaf 1946 uitgeverij De Bezige Bij zullen tot Vestdijks overlijden in 1971 zijn totale romanoeuvre uitgeven. Vanaf 1936 woont Vestdijk samen met Ans Koster-Zijp tot aan haar overlijden in 1965. Van februari 1938 tot juni 1939 is Vestdijk redacteur kunst en letteren van de Nieuwe Rotterdamse Courant. In dezelfde periode wordt hem de C.W. van der Hoogt-prijs toegekend voor zijn roman Het vijfde zegel. Van 4 mei 1942 tot eind februari 1943 werd Vestdijk door de Duitse bezettingsmacht vastgehouden als gijzelaar in Sint Michielsgestel en Scheveningen. Van 1945 tot 1948 was hij redactielid van Centaur en criticus voor Het Parool. In 1949 werd hij redactielid van Podium en medewerker van Het Algemeen Handelsblad. In 1951 ontving Vestdijk de P.C. Hooftprijs voor zijn in 1947 verschenen roman De vuuraanbidders. In 1955 werd hij Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en ontving hij de Constantijn Huygens-prijs van de Jan Campertstichting voor zijn gehele oeuvre, dat op dat moment zo'n 80 titels telde. In 1957 werd hij voor het eerst door het PEN-centrum voor Nederland voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Literatuur, die hem echter nooit werd toegekend. In 1964 verleende de Rijksuniversiteit Groningen hem een ere-doctoraat in de letteren.
Na het overlijden van Ans Koster-Zijp in 1965 trouwde hij met Mieke van der Hoeven, met wie hij een zoon (1967) en een dochter (1969) kreeg. Op 20 maart 1971 werd hem de Prijs der Nederlandse Letteren toegekend, maar voor hij deze kon ontvangen overleed hij op 23 maart te Utrecht op 72-jarige leeftijd in het Academisch Ziekenhuis te Utrecht. Vestdijk was de auteur van ongeveer 200 boeken. Vanwege deze enorme productie noemde de dichter Adriaan Roland Holst hem 'de man die sneller schrijft dan God kan lezen'.
2. Waardering
De waardering voor het werk van Simon Vestdijk kende en kent hoge pieken en diepe dalen.
De verdedigers van zijn werk wijzen op het monumentale van Vestdijks oeuvre.
Weinig collegas wisten zon omvangrijke bibliotheek bijeen te schrijven in zoveel verschillende genres (de roman, de poëzie, het kortverhaal, het essay, de vertaling) en daarin zowel hoge toppen te scheren als een constant hoog niveau te behalen.
Zij raken in vervoering van zijn kunstige schrijfstijl en zijn intelligente vertelkunst.
Van 1973 af hebben zijn fans zich verenigd rond de Vestdijkkroniek, een blad waarin Vestdijks boeken grondig worden besproken. Tegenstanders van Vestdijk vinden hem dan weer een veelschrijver, die zijn boeken beter kritisch had gelezen en veel had moeten schrappen. De vertel- en schrijfstijl worden bekeken als nodeloos ingewikkeld en veel te psychologisch Omwille van die redenen zal iemand als professor Russische literatuur Karel van het Reve (broer van Gerard) in zijn inleiding tot de geschiedenis van de Russische literatuur vermelden dat persoonlijk het hele werk van Vestdijk wil ruilen tegen Doctor Vlimmen van Mr. A. Roothaert. In die optiek wijst van het Reve overigens ook het werk af van Fjodor Dostojewski. Die verschillende houdingen hebben er aan de ene kant toe geleid dat de naam Vestdijk een monument is geworden, een onderdeel van de canon ( hoewel niet meer in de recentste versie). Aan de andere kant wordt hij (zoals vele monumenten) niet meer of amper gelezen. Lezers onder de 40 jaar heeft Vestdijk amper (tenzij voor boekbesprekingen op school). Het feit dat Vestdijk zoveel (goede) boeken schreef, werkt nu vaak tegen hem. Want welk werk moet je nu gelezen hebben, met 10 à 25 toppers ? De keuze is moeilijk en wordt vaak niet meer gemaakt.Dat Vestdijk via het grote scherm mensen kan aanspreken bleek uit geslaagde verfilmingen als Pastorale 1943 (1978) en Het verboden bacchanaal (1981) van Vestdijkkenner Wim Verstappen. Maar ook op het kleine scherm verschenen in de jaren 90 Op afbetaling, De ziener, Ivoren wachters en Het glinsterend pantser.
Hoewel Vestdijk wat oubollig oogt, is heel wat van zijn werk verrassend fris en was het zijn tijd vooruit. De manier waarop hij in een werk als Pastorale 1943 op een ironische manier de heldendaden van het Nederlandse verzet beschrijft, getuigt van heel wat moed als je weet dat die oorlog amper achter de rug was. Ook vooruit op zijn tijd was hij in de beschrijving van liefde en seksualiteit. Hoewel Jan Cremer en Jan Wolkers verder gingen waar Vestdijk stopte, is Vestdijk toch een wegbereider geweest voor de twee Jannen en hun volgelingen. Vestdijk zelf steunde ook jongere schrijvers als Hermans en Reve, toen die in het begin van hun carrière mochten rekenen op bakken kritiek. Invloed ondergingen o.a. Willem Brakman, Maarten t Hart en Doeschka Meijsing
Over Vestdijk en zijn werken zijn de laatste jaren enkele interessante boeken verschenen:
Het gebergte. Hugo Brandt Corstius en Maarten t Hart herlazen voor NRC Handelsblad de 52 romans van Vestdijk en geven er hun persoonlijke commentaar op. Nijgh & Van Ditmar, 1996
Simon Vestdijk, een schrijversleven. Hans Visser schreef hiermee een eerste biografie. Kwadraat, 1987
Simon Vestdijk. Wim Hazeu schreef een biografie van 1000 bladzijden en waarschijnlijk is nog niet alles gezegd. De Bezige Bij, 2005.
08-02-2006, 19:37 geschreven door werner
|