Flappie
Wij woonden nog pas heel kort in ons dorp
en waren druk bezig met het landleven, eigen groentetuin, eigen kippen en ook
ons eigen zuivere vlees, daarvoor hadden wij mesthanen genomen, die je zelf kunt
vetmesten, het is in wezen allemaal zielig, maar wij wilden gezond leven, dus
gingen wij het toch maar proberen. Fruitbomen stonden er al in de tuin, genoeg
voor jam en ook voor eigen fruit, de tuin gonsde van activiteit en zo werden al
onze plannen langzaam verwezenlijkt. Maar ja, er komt een moment dan moeten de
mesthanen geslacht worden, dat ging ons een straat te ver om het zelf te doen,
dus iemand opgezocht en gevonden in Zierikzee, die alles slachtte wat los en
vast was in een hele grote enge vieze schuur, die ook daar allerlei soorten
beesten had voor zijn eigen consumptie en om te verkopen, een grote lugubere
schuur, met grote balen stro en overal hokken, vooral met veel konijnen, terwijl
ik daar angstig door heen liep, kwam er ineens een grote grove man, een wat
sinistere figuur op ons af, met een echte boeventronie, die zeker bereid was
onze mesthanen te slachten en tegen een heel redelijke prijs. Terwijl Willem
alle mesthanen uit de auto laadde, liep ik wat rond in de donkere schuur en keek
wat er allemaal in de hokken zat en ineens zag ik een heel lief klein konijntje
zitten met een heel mooi wit angora vachtje, snoezig beestje en ik vroeg wat
doet u met haar,"o, die, die moet lekker groeien en die slacht ik dan voor de
Kerst". Ik keek naar het schattige beestje en vroeg hoeveel kost het, als ik
haar koop, Willems blik sprak boekdelen, maar ik kon tenslotte nu een beestje
sparen, een goede daad doen en ik had een leuk konijntje, dat gaf mij in die
lugubere schuur weer een warm goed gevoel en zo landde onze kleine Blanche in
een door Willem gemaakt heel leuk hok, zij had ruimte genoeg. Blanche groeide
geweldig, te geweldig, ze werd gigantisch groot en heel snel, vaak liet ik haar
door de tuin lopen, aangezien wij drie honden hadden was de tuin helemaal goed
afgezet en kon ze nergens weg, de honden vonden haar prachtig en zij en de
honden renden door de hele tuin, speelden met elkaar, een geweldig gezicht, ze
waren heel lief met haar en zij ook met hun, een vredelievend en leuk gezicht,
na een paar uurtjes dollen zo met elkaar ging zij dan weer het hok in. Wij
kregen wat problemen met haar vacht, ik belde de slachter op en vroeg hem wat
moet ik er aan doen, hij begon smakelijk te lachen en zei mevrouw, het is een
angora konijn en ook een Vlaamse reus, zoveel buitenmensen waren wij nog niet,
dat wij wisten wat dat betekende, maar dat werd ons in de volgende maanden heel
duidelijk, het haar was steeds moeilijker te ontklitten en zij groeide zo hard,
dat het hok te klein werd, er moest een ander hok komen voor onze Blanche,
zoiets kost even tijd. In die tijd hadden wij de buren leren kennen en op een
zondagmiddag kwam de buurvrouw met haar man even langs om naar het konijn te
kijken en een praatje te maken, zo maar. Ze zag het konijn in zijn hok en
zei,"dat hok wordt veel te klein voor het beest," ja, dat wisten wij al.
"buurvrouw ik heb een schitterend groot hok in mijn grote schuur, daar mag zij
wel zolang in tot Willem een nieuw hok heeft gemaakt," ik vroeg waar heb je dat
hok dan","in de schuur bij ons". "Maar dan kom ik haar eten geven als je dat
goed vind". Natuurlijk, kom maar gerust langs. Ik keek naar Willem en het leek
ons even een geweldige oplossing. En zo verhuisde Blanche gedragen door de
buurman naar de buren, leuk vond ik het niet, maar ik wist dat Willem het nieuwe
hok heel gauw zou maken, dus zou het nooit voor lang zijn. Opgewekt liep ik 's
middags met haar eten in een zak naar de buren, de buurvrouw zei: "dat heeft ze
niet meer nodig", oke, zij had haar dus eten gegeven. Wij kwamen in de grote
schuur, maar nergens zag ik een hok, ik keek rond, "waar is ze dan", "kom maar
mee" en ze liep naar een hele grote witte diepvrieskist, deed het deksel open en
daar lag Blanche, onze Blanche, helemaal bevroren en dood, ik schrok zo erg dat
ik dacht flauw te vallen en rende naar huis totaal overstuur en het heeft dagen
geduurd alvorens ik daar over heen was, het zijn nog steeds onze buren, maar wij
spreken elkaar nooit meer, ik denk dat iedereen dat wel zal begrijpen. De tuin
is nu weer een prachtige bloemen en plantentuin en wij kopen gewoon weer
kippenvlees, ik denk toch dat je voor dat leven geboren moet zijn en de lugubere
man die alles slachtte wat er gebracht werd, is er inmiddels niet meer, Dinkie.