Pater Arnold (Nol) Driessen Montfortaan naar Afrika
Op de dag van de Eerste H. Mis van Arnold Driessen, woonde hij met zijn ouders aan de Steenweg (Maaseikersteenweg) het Ouderhuis staat er nog.
Arnold Driessen werd op 21 juli 1894 te Stein (Nl) geboren.Van 1908 tot 1915 volgde hij middelbaar onderwijs aan de apostolische school Ste Marie der Paters Montfortanen te Schimmert.
Na een jaar noviciaat te Meerssen werd hij op 15 augustus 1916 Montfortaan.Van 1916 tot 1922 studeerde hij filosofie en theologie te Oirschot en hij werd op 10 juni 1922 te Den Bosch door Monseigneur Diepen tot priester gewijd.
Hij werd benoemd voor de Shire-missie in Nyasaland (tegenwoordig Malaƫi).
Hij werkte achtereenvolgens op de volgende missieposten:
1922: Nguludi1924: Nankhunda1926: Neno1927: Mwanza 1929: Nguludi, leraar aan de normaalschool: 1931: Nguludi, raadsheer van Mgr. Auneau en directeur van de normaalschool
Hij overleed op 25 januari 1937 te Blantyre en werd te Nguludi begraven
bron. dagboeken Pater Driessen uitgegeven door Pater Montfortaan H. Kleikers
Pater Driessen zijn eerste H. Mis voor zijn vertrek naar Afrika
Sedert 1892 werd de St Jozefparochie zelfstandig. Tot dan toe was de kapel succursaal en dus ondergeschikt aan de hoofdkerk St. Ursulla van Lanaken. In 1920 en 1922 gingen twee Smeermazerzonen als Missionaris naar een Missiegebied, dit waren Pater Jan Pelssers in 1920 en Pater Arnold Driessen in 1922. In hetzelfde jaar dat Pater Driessen naar zijn missiegebied ging, vertrok eveneens een zuster missionaris nl. Maria (virgine) Pelssers een zus van Jan Pelssers naar de missie. Jan Pelssers was Scheutist en ging naar de Phlippijnen in het onherbergzame gebied van de bergprovincie Luzon, zijn zus Maria (Virgine) ging naar de hoofdstad Manilla. Arnold Driessen ging naar Afrika in het huidige Malawi. Missionarissen kwamen enkele malen terug in hun gemeente en klooster op een soort retraite en om de batterijen op te laden. Niet enkel de batterijen want in hun missiegebied hadden ze ook centjes nodig voor hun werking. Dus deden ze mee aan evenementen ingericht door de plaatselijke bevolking. Ook deden ze missen en gingen ze preken in hun eigen en omliggende gemeenten. Als ze terug gingen naar hun Missie waren ze gepakt en gezakt met hulpgoederen. Voor de Missie van Pater Pelssers waren kleren altijd welkom dat was minder belangrijk voor de Afrikaanse missie van Pater Driessen. Beide Missionarissen bouwden in hun gebied een kapel