Biographie: Oskar Kokoschka, 1886-1980xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Oskar Kokoschka
Schilder, graficus, dichter
1886
1 Maart :Oskar Kokoshka wordt geboren in Pöchlarn (Niederösterreich) als zoon van een Praagse familie van goudsmeden
1905-1909
De Familie verhuist naar Wenen.
Kokoschka is eerder lui van aard, wil eigenlijk wetenschappelijk studies doen, maar dat vraagt teveel energie van hem.
Hij studeerd in de Kunstgewerbeschule in Wenen. Hij is sterk beinvloed door de werken van Gustaf Klimt en Vincent van Gogh.
Zijn werk gaf heel veel controversen en hij werd uit de school gezet.
1910
Kontakt met de kunstenaars van de "Neuen Secession" in Berlijn en samenwerking aan Herwarth Waldens (1878-1941) tijdschrift "Der Sturm" waar Kokoshka een zelf - geillustreert drama "Mörder, Hoffnung der Frauen" openbaart.
1911-1914
Hij neemt het Duitse staatsburgerschap aan en wordt assistent aan de Wiener Kunstgewerbeschule, de school waar hij eermaals werd buitengegooid.
1911
Het begin van zijn relatie met Alma Mahler, (weduwe van de componist Mahler).
Kokoschka stelt met Kandinsky en Franz Marc ("Der Blaue Reiter") in Berlijn tentoon. In 1912 geeft hij het lesgeven op en stelt tentoon bij de Sonderbond tentoonstelling in Keulen, waar de hele Duitssprekende avangardisten verzameld werden samen met Die Blaue Reiter in Munchen.
1913
Hij reist met Alma Mahler naar Italië waar hij de Tintoretto werken gaat bewonderen.
Deelname met de tentoonstelling Ersten Deutschen Herbstsalon in Berlijn
Er ontstaat een groep religieuse beelden en tekeningen.
Zijn relatie met Alma begint de eerste tekenen van aftakeling te vertonen
Op een van hun gezamelijk reizen bezoeken ze een aquarium te Napels .
Kokoschka ziet een vlieg op een vis, de vis wordt verlamd door de steek van de vlieg en hij legt een vergelijk in de relatie met de vrouw naast hem.
1914
De scheiding met Alma Mahler . Na het einde van deze relatie komt Kokoshka in een diepe depressie.
Hij laat een pop maken naar het beeld van Alma Mahler . De naaister moet steeds weer opnieuw beginnen tot de levensgrote pop naar de zin is van Kokoshka.
Hij neemt deze pop overal mee, ook naar het theather en op café.
Hij geeft zich op als oorlogsvrijwilliger bij de Cavallerie.
Hij heeft een hoofdwond en een wonde aan zijn longen en reist naar Stockholm om door een beroemd neuroloog te worden geholpen.
Zijn ziekte is zowel lichamelijk als mentaal.
Zijn obsessie voor de levensgrote pop die hij overal meezeult moet worden verholpen.
1916
Op grond van zijn ziekte verlaat hij het leger en leert uiteindelijk Rainer Maria Rilke en Hugo Hofmannsthal kennen
1919-1931
Kokoschka wordt professor aan Kunstakademie in Dresden.
1922 wordt hij geinviteerd om deel te nemen aan de Bienale te Venetië.
1924 geeft hij zijn job als professor op door simpelweg een briefje af te geven aan de portier van de school.
Een periode van reizen volgt hierop, waarop hij Munchen als uitvalbasis houd om dan rond te reizen over heel Europa , Noort Afrika, Egypte, Turkije en Palestina.
1931 is een succesjaar voor Kokoschka ondanks de duistere politieke horizon stelt hij tentoon in de Kunsthalle te Mannheim.
Alhoewel hij door dit succesj een ander conflict kreeg: hij vraagt meer onafhankelijkheid van zijn dealers, zij daarentegen willen hem niet laten gaan.
Kokoschka breekt met hen en er volgen vele kwade brieven over en weer in een Frankfurtse krant.
1931
Kokoschka keert terug naar Wenen.
Hij neemt weer deel aan de Bienale in Venetië maar de ontvangst is stormachtig.
Mussolini laat blijken dat hij de kunst van Kokoschka verafschuwt en de pro-Nazistische pers neemt de gelegenheid te baat om hem aan te vallen.
1933
Zijn financien worden erg beknot en hij verlaat Parijs en trekt naar de provincies en daarna naar Wenen om bij zijn moeder te zijn.
Na de dood van zijn moeder en onder druk van het rechtsradikale bewind emigreert Kokoshka naar Praag terug, en laat zich daar terug nationaliseren.
Het Oostenrijkse goevernement probeert hem terug te lokken door hem het directeurschap voor de Kunstwerbeschule aan te bieden.
1937
De Nationalisten kenmerken Kokoshka als een" ontaarde schilder" en nemen 417 werken van hem in beslag.
1938
Kokoschka vlucht voor het Nazi regime naar Londen.
Hij neemt ook het Engelse brugerschap aan.
Hier is hij praktisch onbekend., en verschrikkelijk arm. Hij verhuist naar Cornwall waar hij aan de kost komt met akwarellen van de landschappen aldaar. Het volgende jaar trekt hij terug naar Londen waar hij zich stierlijk verveelt omdat hij niet aan zijn trekken komt als artiest.
1943 - 1945
Kokoschka wordt hoofd van de "Free German League of Culture".
Zodra de oorlog voorbij is krijgt hij weer een beetje meewind en krijgt een eerbetoon in het door de oorlog geteisterde Wenen.
Hij deelt een tentoonstelling met Klimt en Schiele, die beiden al lang overleden zijn.
1947
Er is een grote retrospectieve in Bern van het werk van Kokoshka, maar hij wil liever niet in Wenen blijven waar hij zoveel vernedering gekend heeft..
1952-1953
Hij krijgt een ruimte in de Bienale van Venetie die gewijd is aan zijn oeuvre
1953-1963
Kokoschka leidt "Schule des Sehens" aan de Salzburger Sommerakademie en herstelt zo de banden weer met Oostenrijk waar zijn carrière als artiest is begonnen..
Zijn manier van werken wordt heden ten dage nog steeds gebruikt door verschillende hedendaagse artiesten.
Hij vertrekt richting Villeneuve aan het meer van Genève
Nu is hij gekend als een gevierd en gerespekteerd artiest .
1980
22. Februar: Oskar Kokoschka sterft in Montreux.
|