Vandaag 100 jaar geleden vond in Messina de dodelijkste aardbeving uit de Europese geschiedenis plaats
Vandaag, 28 december 2008, is het precies 100 jaar geleden dat op 28 december 1908 in de Siciliaanse stad Messina de dodelijkste aardbeving uit de Europese geschiedenis plaatsvond.
Tussen 5u20 en 5u30 in de ochtend vond er in de straat van Messina, die Sicilië scheidt van Italië en waar de Afrikaanse plaat onder de Eurazië plaat glijdt, een aardbeving plaats die vandaag 7.5 op de schaal van Richter zou laten noteren.
De aardbeving werd gevolgd door een dodelijke tsunami met golven tot 12m hoog.
Over heel Sicilië werd melding gemaakt van naschokken.
Het aantal slachtoffers schommelt tussen de 60.000 en de 200.000 in Sicilië en Italië. Daardoor is het de meest dodelijke aardbeving uit de Europese geschiedenis. De bevolking van Messina werd van 150.000 teruggebracht tot enkele honderden. De meeste zuiditaliaanse steden verloren de helft van hun bevolking.
Messina zelf werd volledig met de grond gelijk gemaakt waarbij ook het grootste gedeelte van de antieke gebouwen werden vernietigd.
De stad werd nadien opgebouwd volgens een regelmatig stedenbouwkundig plan.
Daarbij werd er voor gezorgd dat de gebouwen beter tegen aardbevingen zouden bestand zijn.
Tijdens de wederopbouw werd de lokale bevolking over gans Italië verspreid.
850 overlevenden vertrokken in 1909 met het schip "Florida" vanuit Napels naar New York in de Verenigde Staten.
Na twee weken kwam het schip in dichte mist in aanvaring met het luxepassagiersschip de "Republic". Aan boord van de Florida kwamen drie mensen om het leven. Er brak paniek uit op het schip en kapitein Angelo Ruspini moest zelfs enkele malen in de lucht schieten om de wanhopige passagiers terug tot bedaren te brengen.
Uiteindelijk konden de overlevenden van de aardbeving én de scheepsramp voet aan wal zetten in de haven van New York en aan een nieuw leven beginnen.