De Gentse Floraliën: een klassieker palmde de stad in! Een dynamisch en interactief bloemen- en plantenfestival in het kunstenkwartier van Gent met ruimte voor florale kunst, inspiratietuinen, kunsten, natuurprojecten en tentoonstellingen.
In 2016 schudden de Floraliën de term expo van zich af. Het basisidee? 4 sites, 4 thema's. Elke site heeft een eigen programma dat ons onderdompelde in een florale en groene beleving. Bloemen en planten treden in een harmonieuze dialoog met pretigieuze stadslocaties: het mooie Citadelpark, het bruisende Sint-Pietersplein, de eclectische Leopoldskazerne en de culturele Bijlokesite.
De Neos-verenigingen van Brugge en Oostkamp hebben een steentje bijgedragen in de strijd tegen Alzheimer als steun voor de 'Stichting Alzheimer Onderzoek', waarvan Herman Van Rompuy peter is.
Beide verenigingen deden dit op een originele wijze: speciaal voor hen ontwierp stand-upcomedian KOEN DEWULF
'KWIJT', een voorstelling over dementie.
De voorstelling werd ingeleid door Johan Dierkens, ere-voorzitter en bestuurslid van Neos Brugge.
In het midden vooraan Eddy Gilté, voorzitter Neos Brugge.
Van 28 september 2015 tot 05 oktober 2015 bezochten wij LA PALMA.
La Palma, het mooiste en groenste eiland van de Canarische Archipel. Het eiland met de eeuwige lente.
Eigenlijk is het eiland het domein voor de geoefende wandelaars: terplaatse worden begeleide wandeltochten georganiseerd.
Volgende wandeltochten worden er georganiseerd:
- naar de lavastroom van de vulkaan San Juan (1949) met afdaling naar de Llano de Tamanca (proeven van de typische tapas en de lokale wijn inbegrepen).
- naar de noordelijke kraterrand van de Caldera, met het spectaculaire uitzichtpunt 'El Time' met afdaling naar de haven van Tazacort.
- afdaling tot de bodem van de krater: de Rio Taburiente, met onderweg een prachtig uitzicht over het nationale park 'Caldera de Taburiente' en verder langs de Reventonkam, Don Aguas en verschillende bergbeekjes.
Niet doorwinterde/doorzomerde wandelaars vinden terplaatse ook hun gading: er worden busreizen (rondreizen) georganiseerd naar het noorden van het eiland en naar het zuiden van het eiland.
Met het openbaar vervoer kom je gemakkelijk in de hoofdstad terecht en in verschillende typische dorpjes.
Vienne is een stad en gemeente in het Franse departement Isère (regio Rhône-Alpes) en telt 29.975 inwoners (1999). De plaats maakt deel uit van het arrondissement Vienne.
De oppervlakte van Vienne bedraagt 22,7 km², de bevolkingsdichtheid is 1320,5 inwoners petr km². De stad is gelegen aan de Rhône.
De Vercors (Massif du Vercors) is een plateau in de Franse departementen Isère en Drôme in Oost-Frankrijk. Het behoort tot de Franse Voor-Alpen. Het ligt ten westen van de Dauphiné Alpen, waarmede het begrensd wordt door de Drac en de Isère. De klippen in het oosten liggen vlak, bij Grenoble. Het gebied bestaat uit harde kalksteen en is door de steile wanden een moeilijk toegankelijk gebied. Het omvat verschillende stations voor langlaufski en voor alpineski.
Avignon is een stad in het zuiden van Frankrijk, in het departement Vaucluse. De stad ligt niet ver van Orange. Avignon telt 92.454 inwoners (2006), die Avignonais worden genoemd.
Avignon heeft de bijnamen 'Babylon aan de Rhöne', en 'Provençaalse Pausenstad'.
Het historisch centrum is omgeven door een hoge stadsmuur van 4,2 km lang met 7 poorten. Het centrum staat sinds 1995 op de Werelderfgoedlijst van Unesco.
In 1309 zette paus Clemens V de Babylonische ballingschap van de pausen (1309 - 1376) in, waardoor de pauselijke residentie van Rome naar Avignon werd verplaatst. De pausen hadden de heerschappij over Avignon in 1348 gekocht en samengevoegd met het eerder verworven comta Venaissin. Dit bleef een pauselijke staat tot de Franse annexatie in 1791. Avignon is dus strict genomen nooit een Franse provincie geweest; die waren een jaar eerder, in 1790, afgeschaft en vervangen door departementen. Toch hoort Avignon thuis in de lijst van de voormalige zelfstandige staten op het grondgebied van het huidige Frankrijk.
De Camarque is een moerasgebied in de Zuid-Franse Rhônedelta (departement Bouches-du-Rhône). Het ligt aan de Middellandse Zee en beslaat de volledige Rhônedelta.
Er lopen nog maar weinig grijswitte Camarquepaarden en zwarte stieren in het wild rond: ze werden ondergebracht in kwekerijen.
Arles is een stad in het westen van het departement 'Bouches-du-Rhône' in de regio 'Provence-Alpes-Cote d'Azur' in Frankrijk.
De stad heeft een zeer rijk verleden dat goed bewaard is gebleven. Arles bloeide in de Romeinse tijd en dankt aan deze periode een prachtige Romeinse Arena, een Romeins theater, overblijfselen van thermen en een museum met archeologische vondsten. Een andere reden om Arles te bezoeken is het feit, dat Vincent van Gogh hier gewoond heeft.
Saint-Omer is een stad in het noorden van Frankrijk (departement Pas-de- Calais), op de grens tussen Frans-Vlaanderen en Artesië (Artois), gelegen aan de rivier de Aa en het Canal de Neufossé. De stad heeft een oppervlakte van 16,59 km² en telt 15.000 inwoners. Saint-Omer (Sint-Omaars) is een regionaal verzorgings- en cultuurcentrum (met scholen, markt, musea) met enige industrie (o.a. textiel, voedingswaren, glas, machines).
Met het graafschap Artesië kwam de stad in 932 in het bezit van de graven van Vlaanderen, en in de 12de en 13de eeuw bloeide er de lakenindustrie.
Sint-Omaars ging door het verdrag van Pont-à-Vendin op 25 februari 1212 voor Vlaanderen verloren en werd één van de hoofdplaatsen van het nieuw opgerichte graafschap Artesië.
In 1384 kwam Sint-Omaars onder de hertogen van Bourgondië, maar bij de Vrede van Nijmegen (1678) werd de stad aan Frankrijk afgestaan.
De Maltese archipel, bestaande uit de eilanden Malta, Gozo en Comino, is een veelzijdige bestemming voor een vliegvakantie.
Voor duikers is Malta een waar paradijs, want bij het eiland bevinden zich de beste duiklocaties van de Middellandse Zee.
Ook voor natuurliefhebbers heeft een vliegvakantie naar Malta het een en het ander te bieden. Bijvoorbeeld de grillige kustlijn met een natuurlijke brug, genaamd 'Azur Window', en de inlandse zee van Gozo.
Malta biedt veel historische bezienswaardigheden uit diverse tijdperken. De Arabische, Italiaanse en Engelse invloeden zijn nog sterk terug te vinden.
De baai van Mellieha met het populaire zandstrand.
De jaarlijkse festa van Mellieha wordt officieel gevierd ter ere van Maria, maar in de praktijk herdenkt en viert men de overwinning van de Maltezen op de Ottomanen in 1565.
Van deze overwinning wordt vaak beweerd dat ze de redding van het christendom in Europa betekende.
DE WANDELBOULEVARD VERBINDT MARMARIS MET ICMELER ... een prachtige wandeling langs de zee.
Als je deze richting volgt, belandt je tenslotte in Içmeler.
In het 1ste deel wandel je in de zon, onbeschermd, met aan de rechter zijde de achterkant van vele hotels.
Daarna volgt een lange zone waar de hotels verder van het strand gelegen zijn en hun gasten slechts langs kleine poortjes toegang krijgen tot het strand dat hier heel wat dieper ligt. De hotelgasten liggen dan ook op aangelegde terrasjes ... soms palend aan het strand.
Ook het therapeutisch dolfijnen zwembad ligt langs dit gedeelte.
Even verderop ontdek je, verscholen tussen bomen, een ijspiste. Zelden heb ik er een schaatser of schaatsers gezien ... zuivere energie verspilling.
Als je Içmeler nadert dan dagen de 1ste terrasjes op en kun je zonodig je dorst lessen en je honger stillen. Deze terrasjes zijn aftands, maar geven wel een mooi uitzicht op de baai.
De meeste commentaren bij de foto's zijn afkomstig uit het boek: 'SAGALASSOS. DROOMSTAD IN DE BERGEN' van Marc Waelkens, Jeroen Poblome en Patrick De Rynck (Ed)
De Bovenste Agora, links van de Pronkfontein. Op de voorgrond, achter de noordoostelijke toegang tot het plein, de ca. 13 m hoge erezuil voor één van de 4 aristocraten die het plein heraanlegden en plaveiden (ca. 14 n.Chr.)
Op de achtergrond het Noordwestelijke Heroön.
Linksboven op een hoger gelegen terras, het atrium (vroegere Bouleuterion) en zijn monumentale trappentoegang van op het plein
Op de Bovenste Agora een kleine filmploeg
die allicht een Romeinse gebeurtenis in scène wilde opnemen.
Een zicht vanop de Bovenste Agora naar het hoger gelegen gedeelte.
Vele toeristen laten zich fotograferen aan de restanten van een Ionisch kapiteel op het plein.
Velen lieten zich fotograferen vòòr dit prachtig kapiteel. Zo ook deze gekende dame.
De Boog voor Caligula die in 43 n. Chr. opnieuw werd opgedragen aan keizer Claudius
en zijn overleden broer Germanicus, in de linker bovenhoek van de Bovenste Agora.
Beeld van Asklèpios uit een heiligdom voor deze god in de stad;
in de 4de - 5de eeuw gerecycleerd in een tabernakel van de fontein.
Ik liet mij vereeuwigen aan dit beeld.
De panoramische ligging van het macellum vanuit het noorden.
Rechts de westportiek met een teruggeplaatste zuil uit blauwzwart marmer van Dokimeion.
Rechts, de Alexanderheuvel. "De Sagalasiërs wachtten de komst van de Macadoniërs af op de heuvel voor hun stad, omdat dat een even sterke positie was voor de verdediging als de stadsmuur" ... schreef de historicus Arrianos aan het begin van zijn korte beschrijving van het verloren gevecht dat de Sagalassiërs in 333 met het leger van Alexanderde Grote leverden. De heuvel staat nu bekend als de Alexanderheuvel.
(ca.10 v.Chr. - 10 n.Chr.) uit regionale kalksteen gebouwd.
De opname (uit het zuidwesten) toont hoe het monument ca. 400 n.Chr. als een toren naast de noordwestelijke poort in de nieuwe stadsmuren werd opgenomen.
Het centrale deel bevat de bijna levensgrote danseressenfries.
De meest rijkelijk versierde pronkfontein van Sagalassos werd gebouwd tijdens de regering van Marcus Aurelius (161-180 n. Chr) en staat aan de noordkant van de bovenste Agora. 'Staat', want sinds 2010 is dit 'Antonijnse Nymphaeum' opnieuw opgericht.
De 'Antonijnse keizers' zijn Antoninus Pius, Marcus Aurelius en Commodus. Zij regeerden van 138 tot 192 n. Chr.
De fontein is een voorbeeld van de boeiende interpretatieproblemen waar archeologen voor staan als monumenten een lange en complexe biografie hebben, zoals in Sagalassos vaker het geval is.
Dit bouwwerk telt slechts één verdieping, maar is toch een kleine acht meter hoog en maar liefst 27 meter lang. Het heeft de vorm van een Griekse letter 'pi', met een lang centraal stuk en aan de zijkanten tabernakels met vier zuilen die naar voren uitsteken. Daartussen bevonden zich vier kleinere tabernakels met twee zuilen.
Het bassin, waar het water zich vanuit een centrale halfronde nis als een waterval in stortte, heeft een capaciteit van 81 kubieke meter. Via twee trapjes kon je de rand van de balustrade van het bassin en het water bereiken. (Bron: Sagalassos Droomstad in de bergen. Auteurs: Marc Waelkens, Jeroen Poblome, Patrick De Rynk Ed)
Het gebogen gevelveld van het 'tabernakel' (kapel gevormd door vooruitspringende zuilen)
rechts van de centrale nis met haar waterval in het Antonijnse Nymphaem (160-180 n.Chr.)
op de Bovenste Agora van Sagalassos.
Twee van de zes muzen op de sokkel van de laat-Hadrianische pronkfontein.
De meest rijkelijk versierde pronkfontein van Sagalassos werd gebouwd tijdens de regering van Marcus Aurelius (161-180 n. Chr.) en staat aan de noordrand van de Bovenste Agora. 'Staat', want sinds 2010 is dit 'Antonijnse Nymphaeum' opnieuw opgericht.
Dit bouwwerk telt slechts één verdieping, maar is toch een kleine acht meter hoog en maarliefst 27 meter lang. Het heeft de vorm van een Griekse letter 'pi', met een lang centraal stuk en aan en aan de zijkanten tabernakels met twee zuilen. Het bassin, waar het water zich vanuit een centrale halfronde nis als een waterval in stortte, heeft een capaciteit van 8 kubieke meter.
In het zuidwesten van Turkije, iets meer dan honderd kilometer ten noorden van de kustplaats Antalya, ligt Sagalassos. De antieke stad, thans een deel van de provincie Burdur, bevindt zich in het Taurusgebergte, met in het zuiden de Middellandse Zee en aan de noordkant de hoogvlakte van Anatolië. Sagalassos was eeuwenlang de belangrijkste stad van het antieke Pisidië, het binnenland van het huidige zuid-west Anatolië. Ze ligt op een berghelling die naar het zuiden is georiënteerd, op een hoogte van 1450 tot 1600 meter. Aan haar oostkant bevindt zich de top van de indrukwekkende Akdağ, 2271 meter hoog.
Zo beschreef Marc Waelkens in zijn boek 'Sagalassos, droomstad in de bergen'. (Het verhaal van de ontdekking van Sagalassos - 1706 tot 1982).
Marc Waelkens schreef in de aanvang van zijn boek het volgende:
"Het eerste bezoek aan Sagalassos haalde mijn leven overhoop en lag aan de basis van alle 'gelukkige' en 'tragische' ogenblikken die ik sindsdien heb beleefd. Die laatste werden gecompenseerd door de vele magische momenten, zoals toen een arend, amper twee meter voor onze minibus ons tot vlak voor Ağlasun begeleidde. Het was alsof we reden onder de bescherming van Zeus zelf. Of neem die valavond, toen ik het intacte hoofd van de 'kleinere' Dionysos uit het Antonijnse Nymphaeum omdraaide en de god mij glimlachend aanstaarde. Hij leek dankbaar dat hij na veertien eeuwen weer het daglicht zag."
Het boek werd geschreven met de medewerking van Jeroen Problome en Patrick De Rynck (Ed).
Persoonlijk beschouw ik het als een prachtige weergave van hun levenswerk.
Er was nog zoveel te zien in de binnenstad ... smalle straatjes, gezellige terrasjes met zicht op de zee. Helaas om 18 uur moesten we weeral de bus in.
Op 03 september kwamen we vrij laat aan in ons hotel in Antalya. 's Anderendaags stonden verschillende bezoeken op het programma: een bezoek aan een fabriekje waar edele metalen zoals goud en zilver werden verwerkt tot prachtige sieraden, een bezoek aan een fabriekje waar lederwaren werden geproduceerd, een bezoek aan het Kursunlu waterval Natuurpark van Antalya en tenslotte een bezoek aan het centrum van de stad.
Op 03 september verlieten wij Cappadocië en reden naar Antalya. Onderweg bezochten wij een Caravanserai: een ruime beschermde 'herberg' waar reizigers en kooplui de nacht door brachten met hun koopwaar en met hun vervoermiddelen, meestal kamelen en/of paarden.
Vele Caravanserai lagen langs de 2500 km lange 'zijderoute'.
De grotten werden destijds heel functioneel uitgehouwen ... ruimte voor mens en dier, opslagplaatsen voor voedsel, drinkbaar water, bier, wijn en speciale putten voor septische afval van mens en dier.
Luchtkokers zorgden voor frisse buitenlucht en voor de afvoer van de rook van verwarmingsbronnen.
Met grote stenen konden de verschillende ingangen op verschillende plaatsen afgesloten worden om de vijand de toegang te beletten.
In de grotten heerst een constante temperatuur van 14° - 16°.
De oorspronkelijke bewoners van Cappadocië zochten bescherming en afzondering in dit landschap tegen de overvallen door de Arabieren en de geloofstrijd binnen de Kerk.
In 1907 ontdekte de Franse geestelijke Guillaume de Jerphanion opnieuw hun ondergrondse kloosters en kerken. In de 4de eeuw begon de bouw van deze ondergrondse kloosters. Dit gebied werd in de hieropvolgende duizend jaar het centrum van de Grieks-Orthodoxe Kerk, dat ook veel bedevaarders aantrok. De monniken vestigden zich aanvankelijk in het dal van Göreme. In dit dal bevinden zich 350 grotkerken.
Helaas kregen wij niet de kans zo'n grotkerk te bezoeken. We bezochten enkel de bovengrondse bizarre stenen torens die in vrediger tijden ook bewoond werden. Slechts een paar bovengrondse kapellen mochten wij bezoeken. Ook in deze kapellen zagen we nog restanten van wellicht mooie muurschilderingen.
Thans noemt men Cappadocië alleen nog maar de smalle landstreek tussen de zoutmeren en Kayseri Cappadocië - een gebied dat vroeger was bedekt met de lava en het as van de vulkanen Erciyes en Hasan Daği.
Het vulkanisch sediment vormde de zachte tufsteen, die door de erosie van duizenden jaren bizarre vormen kreeg: een landschap van abrupt steil, wit gesteente dat oker kleurt zodra de zon boven de horizon verschijnt.
Midden op de Anatolische hoogvlakte, en ten zuiden van Ankara, ligt de stad Konya, één van de oudste en conservatiefste steden van Turkije. Midden in de stad staat het 'Mevlanamuseum' dat in het voormalig klooster van de Orde van de Dansende Derwisjen is gehuisvest. Deze orde werd gesticht door Roemi, één van de beroemdste soefimistisi.
In de nabijheid van Konya staan de autofabrieken die vroeger bij ons en in Europa waren gehuisvest.
Tegen een dergelijke concurrentie kan noch België, noch Europa op: de fabrieken krijgen de gronden voor vele jaren in bruikleen en betalen praktisch geen belastingen. Daarenboven werken de Turkse arbeiders aan een zeer laag loon ... sociale zekerheid en vakbonden bestaan er niet. Een paradijs voor de multinationals en de ondergang van ons Europees democratisch kapitalistisch systeem, met veel werkloosheid en stijgende armoede tot gevolg.
Een weinig aantrekkelijk vooruitzicht voor onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen !!!
Na het bezoek aan de kalksteenterrassen van Pamukkale en de ruïnes van het antieke Hierapolis, reden we naar Hotel HERAKLES.
Het hotel lag volledig afgelegen en sommige kamers kon je zeker en vast het label -* geven.
Over een buitenzwembad beschikte het hotel wel en over een stukje groene tuin.
Het dorpje lag op het einde van de straat. De ene straat van het dorpje was volledig verlicht en de plaatselijke bevolking was volop aan het winkelen. Eigenlijk niet te verwonderen aangezien het gedurende de dag zeer warm was (± 35°).
In die ene straat heb ik aan een kraampje een kopje heerlijke granaatappelsap gedronken.
We bezochten eerst Dalyan met zijn beroemde Carische rotsgraven (4de eeeuw v.C.) en het schildpaddenstrand Iztuzu. Dit is het uitgelezen paargebied van de zeldzame zeeschildpad 'Caretta Caretta'.
Haaientanden en andere fossielen zijn miljoenen jaren oud. De oudste tanden die langs deze kust gevonden zijn, zijn zeker 60 miljoen jaar oud. In de Middeleeuwen dacht men dat een haaientand een middel was tegen koorts, betovering en vergiftiging. Nu gelooft men nog steeds dat een haaientand de vinder geluk brengt.
In de duinengordel staat een "uitvergroot kopie" van een haaientand.
Tussen 1870 en 1875 werd met kruiwagen, schop en veel goedkope mankracht het achter u liggende afwateringskanaal gegraven om het overtollige oppervlaktewater van de vruchtbare polders af te voeren. Een sluis met zware sluisdeuren was daarbij noodzaak om te voorkomen dat bij vloed de polders zouden overstromen. Bij eb staat het water aan de landzijde van de zeesluis hoger dan aan de zeezijde. Eertijds was het de taak van de sluiswachter bij eb de zware deuren open te draaien. Zo werd het overtollige water toen richting zee geloosd. Tegenwoordig wordt het water dat men teveel heeft via grote pompen in het gebouw achter u gewoon weggepompt en is men het ook kwijt en kan men het zonder sluiswachter stellen. Piet de Lijser, de laatste echte "sluuswachter vâ 't haeventje vâ Kezand", stond model voor het beeldje, vervaardigd door beeldend kunstenaar Guido Metsers. De "sluuze" was van oudsher een sociaal trefpunt waar de "kezantenaer" en de toerist elkaar treffen. Een praatje maakten, informeerden naar de temperatuur van het zeewater, naar het weer voor de komende dagen en als de mosselen dit jaar weer zo lekker waren als vorig seizoen. Kortom, men kende elkaar en had nog tijd voor elkaar. Tussen de begintijd van Cadzand-Bad als opbloeiende toeristenplaats zo omstreeks de vijftiger jaren van de vorige eeuw en het heden liggen vele jaren. Phanta Rhei, alles stroomt zoals het water door de "sluuze". Alles is in beweging, niets is bestendig. Zo ook Cadzand en haar bewoners en u, onze gast, die zich komt vermaken en ontspannen. Die tijd van toen komt nooit meer terug. De badplaats verandert gestaag maar wat blijft is de gastvrijheid, de aanspreekbaarheid en gemoedelijkheid van de "kezantenaer" en de tijd die we voor elkaar nemen. De laatste "sluuswachter vâ 't haeventje" staat hier voor u als symbool voor al die vroegere "oude kezantenaeren op de sluuze". Een kiekje voor het vakantiealbum, dat kon altijd wel en dat kan nog steeds, ga er maar naast staan!
Op 22 maart 2013 bezocht ik in groep het Historium. Perfect was het evenement niet, maar het gaf wel een beeld van Brugge in die tijden. Als ik goed geïnformeerd ben, werden nadien verschillende aanpassingen, ten goede, aangebracht. Hier een eerste reeks foto's van mijn bezoek:
Het buitenverblijf van keizerin Elisabeth van Oostenrijk en koningin van Hongarije ... beter gekend als 'SISSI' in de gelijknamige film met Romy Schneider in de hoofdrol.
's Morgens vertrokken we naar Rabat. Eerst stopten we in Casablanca. Voornaamste bezienswaardigheden: de Corniche aan de Atlantische Oceaan en de moskee van Hassan II.
Een familiefoto aan de Oceaan. Fotograaf van dienst: Dries.
De moskee bevindt zich in het noorden van de stad en domineert met zijn 200 m hoge minaret het stadspanorama. Hiermee is de moskee het hoogste religieuze gebouw ter wereld. Na Mekka is het eveneens de hoogste moskee van de wereld, met een gebedsruimte waar maar liefst plaats is voor 25.000 mensen. Naast een gebedszaal is er ook een museum, bibliotheek, een koranschool en badruimte. De bouw ervan was een geschenk aan koning Hassan II t.g.v. zijn 60ste verjaardag in 1989. Jammer genoeg was een bezoek aan de moskee niet mogelijk.
Eenmaal aangekomen in de luchthaven van Marrakech, duurde
het echt lang vooraleer wij met onze valiezen op de klaarstaande bus konden
stappen.
We verloren veel tijd aan de paspoortcontrole. Daarenboven was een valies van
twee medereizigers zoek.
's Middags aten wij in een Marokkaans restaurant.
In de late namiddag werd ons een kamer toegewezen in Hotel
'The Golden Tulip Farah' in Marrakech.
Op 03 oktober 2006 werd op ons cruiseschip, de M/S Solitaire, een Egyptische avond ingericht ... met Egyptische muziek en dito dans en in de passende klederdracht:
Deze aan de valkgod Horus opgedragen tempel is één van de best bewaard gebleven tempels uit de tijd van de farao's.
Het werk aan de tempel begon in augustus 237 B.C. onder Ptolemaeus III en werd 180 jaar later voltooid onder Ptolemaeus XII, de vader van Cleopatra.
De gevel van de eerste pyloon (79 m hoog, 36 m breed) toont Ptolomeaus XII in de traditionele triomfhouding bij het verslaan van zijn vijanden. Twee granieten valken bewaken de ingang.
Een schitterende gevleugelde zon, één van de vele gedaanten van Horus van Edfu, siert het graveerwerk boven het portaal.
Via trappen en een stenen brug naar de ingang.
Pyloon van Ramses II, zijzicht.
Pyloon van Ramses II, voorzicht.
Een palmbladkapiteel.
In het 'allerheiligste', met de donkere, glinsterende kist, betreden we de mytische grens tussen hemel en aarde.
Een kopie van een boot werd in de kamer achter het 'allerheiligste' geplaatst.
Elke muur vertelt een verhaal over Horus en Hathor, die in Edfu als zijn echtgenote werd vereerd.
De fameuze granieten valk, met de dubbele kroon.
Een ander kapiteel, eveneens in de vorm van een gestileerde plant.
Tussen Luxor, waar we inscheepten en Aswan, het eindpunt van de tocht op de Nijl, liggen de sluizen van Ezna. Een echte trechter voor de scheepvaart, met vrij lange wachttijden.
Egyptische kooplui benaderen de toeristen met kleine roeibootjes om hun koopwaar, kledij en diverse prullaria, aan de argeloze toeristen aan te bieden. Onderhandelen over de prijs is, zoals elders in Egypte, een must.
Je vindt een ruim aanbod van cruiseschepen op de Nijl.
De standaardschepen, bijna alle met 5 sterren. Deze sterren hebben weinig waarde want onderling verschillen deze standaardschepen enorm van elkaar, gaande van heel sober tot sober. Hieronder zie je er één die ik beschouw als heel sober: weinig luxe, weinig comfortabel, zowel wat de kajuiten betreft als hoe de gemeenschappelijke delen zijn ingericht.
Op dit schip logeerde ik in oktober 2006.
*********
Natuurlijk varen op de Nijl ook zeer luxueuze schepen.
De keuze moet je zelf maken vóór je vertrek bij je reisagent.
Waaraan denk je het eerst als je het woord "EGYPTE" hoort? Bij de meesten zal dat ... "de Piramides" zijn.
De "Grote piramide van Gizeh', de piramide van Cheops of Khufu wordt beschouwd als de oudste broer van alle piramides ter wereld.
Deze piramide werd omstreeks 2560 BC in Khufu gebouwd. De bouw ervan duurde ongeveer 20 jaar. Aan de bouw werkten nagenoeg 100.000 man (slaven) in 3 shiften. De macht van deze farao moet enorm geweest zijn en de organisatie van het werk was, hoe kan het ook anders, subliem en 'genadeloos'. De piramide van 'farao Cheops' is 147 m hoog en heeft een basislengte van 230 m. Het totale gewicht wordt geschat op zo'n 59 miljoen ton. Eén van de zwaarste stenen weegt circa 50 ton. Was deze massa stenen gebruikt geweest voor de bouw van huizen, dan had men 120.000 gezinnen een onderdak kunnen geven.
In 2006 bezocht ik 2-maal het land van de farao's.
Beide reizen startten met een cruise op de Nijl: van Luxor naar Aswan en terug. Nadien bezochten we Caïro, Memfis, Saqqara, het plateau van Gizeh met de piramides en de Sfinx. Tenslotte brachten we een bezoek aan Alexandrië.