HOE HET BEGON
Eigenlijk begon het ermee dat ik als 55-jarige door een fusie zonder werk viel. Dit zal velen wel bekend in de oren klinken, ook al moeten zij daar voor zichzelf een ander getal invullen. Na een zoveelste vruchteloze sollicitatie vond ik het nodig om uit te kijken naar vrijwilligerswerk, om niet zozeer mijn financiële toestand als mijn zelfvertrouwen wat op te vijzelen. Na wat rondkijken kwam ik al snel bij een lokaal initiatief dat tot doel had iets te doen aan de digitale kloof.
Toen hield dat nog niet veel meer in dan het openhouden van een atelier waar enkele computers met internetaansluiting gratis ter beschikking werden gesteld aan wie het ook maar nodig had. Maar enkele van de vrijwilligers die er werkten stelden dat dit niet volstond. Het gebrek aan toegang tot computers en internet was slechts één aspect, het gebrek aan kennis en vaardigheid was minstens even belangrijk.
Nu is het zo dat er al talrijke initiatieven waren die daaraan iets wilden doen, maar alle hadden zij hun beperken. De cursussen van VDAB zijn uitstekend, en kunnen ieder tot voorbeeld dienen, maar als je niet werkzoekend bent, of geen KMO, zijn ze behoorlijk of moet ik zeggen onbehoorlijk ? duur. Ook het tweedekans onderwijs Leerpunt biedt computerinitiatie, maar wie een diploma van hoger middelbaar had kon daar niet terecht. Zo waren er inderdaad verschillende doelgroepen die wel behoefte hadden aan vorming, maar nergens terecht konden.
Dus werd begonnen met een eigen cursus. In het begin ging het er nogal informeel aan toe, met het gevolg dat de sterkeren gingen klagen dat het niet vooruit ging, terwijl de zwakkeren al te snel bleken vergeten te zijn wat ze in de vorige lessen geleerd hadden. Zo raakte ik ingeschakeld om een behoorlijke cursus en een degelijk programma samen te stellen.
Nu is het zo dat bij ons de lat nogal hoog gelegd is, onder meer omdat een deel van het publiek te hoog geschoold was voor een ander lesaanbod. Het was ook de ambitie om jonge volwassenen (zeg maar de groep tussen 21 en 30 jaar) de kans te geven hun computerkennis bij te spijkeren, om zo sterker te staan op de arbeidsmarkt. Van deze ambitie is voorlopig nog niet veel terecht gekomen. De cursisten zijn voor drie vierden senioren (50+), met zeer uiteenlopende achtergronden, en nog meer uiteenlopende voorkennis.
De cursusnotas moeten iedereen de kans geven om de leerstof te herhalen. Wie thuis niet kan oefenen, of liever oefent onder begeleiding, kan terecht op de verschillende Open ateliers.
Het is natuurlijk zo dat de totale hoeveelheid leerstof voor velen nogal veel is om te verwerken, daarom is deze opgedeeld in drie blokken. Wanneer het wat te zwaar wordt kunnen de cursisten afhaken na het eerste of tweede blok, en terug invallen (bij een volgende sessie) wanneer ze denken voldoende vertrouwd te zijn met de vorige materie. Hiervan wordt veelvuldig gebruik gemaakt.
Toch blijkt een deel van de leerstof buiten de belangstellingssfeer van vele cursisten te vallen. Daarom wordt gewerkt aan een tweede cursus, waarbij de aandacht vooral gericht is op internet en wat daar rond hangt, en op eenvoudige tekstverwerking.
Het blijft natuurlijk waar dat de evolutie in de computerwereld zo snel gaat, dat ook deze cursus door de nieuwigheden voorbijgestreefd zal zijn vóór zowel leraar als leerlingen tevreden zijn over lesprogramma en lesmateriaal. Maar dat maakt de uitdaging des te interessanter.
|