In hun camperreisverslag Oost-Europa herontdekt bezoeken de auteurs vroeger bezochte locaties en becommentariëren de veranderingen. Het werd een aangenaam weerzien met vrienden, wrevel tot hilariteit met vervelende grenscontroles, problemen met vignetten, de tot op het bot versleten Oekraïense wegen, het ongewenste Romavolk en getolereerde strandnaaktloperij, woede over de corrupte regeerders van het Nieuwe Europa (euro’s si, Europa no!) de ontwapenende glimlach van een kind, de eerbied voor de welzijnswerkers, een lange winter, een te hete zomer en het vrije camperleven met regels, die moeten gerespecteerd worden
Zoals men weet (of niet weet) is Roemenië gekend voor zijn vreselijke vampiers. Na de zoveelste bloedhete dag hadden we met de auto wat schaduw opgezocht langsheen de weg onder bloeiende lindebomen. Bij ons zouden we het de ‘Welriekende Lindedreef’ kunnen noemen.
Enkele zigeunerjongens waren in de bomen geklommen en ernstig op los de takken aan het afzagen, waarbij anderen snel de buit verzamelden en er mee vandoor gingen. Een kleine, ik schatte hem +/- 5 jaar en met geen tang van vuiligheid vast te pakken, was achtergebleven en sprong verwoed omhoog naar de voor hem te hoge takken om ook wat buit te bemachtigen.
Toen ik naar hem keek had hij twee bloesems in zijn vuile handjes. Vanuit de auto kon ik wat takken grijpen en de bloesems plukken. Alles werd in een plastieken zakje gedaan. Met een losse tak kon ik nog wat hoger hangende takken naar beneden trekken. Met een halfvolle zak verdween de knaap al wuivend met zijn buit.
In de koele zwoele avondlucht en de heerlijke geur van de linden besloot ik Sloeber nog even uit te laten. Nog voor ik het in gedachte had stond de hond al blij met kwispelende staart klaar. Hondse telepathie?
Na een honderdtal meter met de nodige sanitaire stops, pootje omhoog tegen een boom, tegen bloemen en hekkens, draaide hij zich om….!
Van zijn muil tot aan zijn hals bemerkte ik dat zijn vacht en voorpoot met bloed besmeurd was. Paniek. Terug naar de auto. De hond werd volledig geïnspecteerd op verwonding. Geen oorzaak van waar het bloed afkomstig was. Alles leek gaaf. Geen wonde of wat dan ook te bekennen.
Het met bloed besmeurde plakkerig haar was onmogelijk schoon te krijgen. We stonden daar nu met een vreselijk griezelig dorstig uitziende vampierhond. Wat nu? ’s Avonds laat geen dierenarts te consulteren.
’s Morgenvroeg had Sloeber nog altijd een kleverige rode vacht. Bij het uitlaten kregen moeders met schoolgaande kinderen de hond in de mot. In grote paniek sloegen ze naar orthodox gebruik drie kruisjes en sleepte ze hun kroost achter zich aan en renden de straat over, weg en in veiligheid voor het bloeddorstige beest. Kan zijn dat ik mij vergis, het kon ook zijn omdat ze de verder gelegen kerk voorbij moesten. Terug in de auto werd Sloeber nog eens van kop tot teen grondig onderzocht. Ook geen verf te bespeuren! Mysterie.
Terug op weg, zigzaggend over de met grote gaten bezaaide banen, besloten we na enkele uren even een stop te houden. Probleem was een schaduwrijke parking vinden. We vonden een plaats waar naar Oost-Europees gebruik een soort garagebrug stond waarop een vrachtwagen was opgereden, en zo de trucker de mogelijkheid bood om onderaan zijn vrachtwagen de eventuele opgelopen schade op te nemen, en een noodreparatie uit te voeren.
Onder ons klein tafeltje staat een vierkante curverbak met een open zijde met flessen. Door wat naar rechts hellen van de auto, zag ik tot mijn verbazing de bak tot aan de open rand gevuld met een nogal vieze dikke bloederige brij. We keken als zot
Tijdens het uithalen van de flessen, flitste het door mijn hoofd: ‘de Kozakkenfles’. Zorgvuldig stond deze geklasseerd tussen onze waterflessen, tegen het breken. Op de versleten Oekraïense wegen hadden we de 1,5 liter wodkafles helemaal vergeten. Gegraveerd met een kleurrijke Kozak, een afscheidsgeschenk gevuld met eigen brouwsel: een siroopachtige wijn van onze vriend Slavik. De fles stond nog mooi recht, maar was wel in drie stukken gebarsten. Waarschijnlijk al de dag eerder, tijdens de zware opdoffers in de vele putten, moet al een gedeelte op Sloebers tapijtje terecht zijn gekomen. Door de rode kleur van het tapijt hadden we niets in de mot; de hond lag er al de ganse namiddag op te slapen en was zo ongewild veranderd in ... je kunt het raden!
Het met wijn doordrongen tapijtje was goed voor de vuilnisbak. Sloeber zou zich met de tijd wel terug schoon likken.