Ik ben Leon Lissens
Ik ben een man en woon in Vilvoorde (Belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 12/01/1956 en ben nu dus 68 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Muziek, PowerPoint, Wandenlen, TV kijken.
Op een kille dag midden in de winter stopt een vrachtwagen voor een rood verkeerslicht. Achter deze wagen rijdt een dom blondje. Zij stopt achter de vrachtwagen, stapt uit, klopt op de deur van de vrachtwagen en roept: "Meneer, ik ben Peggy en u verliest uw lading!" De vrachtwagenbestuurder wil wel antwoorden, maar net op dat moment wordt het licht groen en rijdt hij door. Bij het volgende licht begint het blondje opnieuw met het hele gedoe. Maar ook deze keer vertrekt de vrachwagenchauffeur, zonder zelfs maar te letten op het domme blondje. Hij heeft echter geen geluk, want ook de volgende lichten staan op rood. Het blondje, ondertussen behoorlijk op haar tenen getrapt, stapt opnieuw uit, gaat voor de vrachtwagen staan en roept heel luid: "Meneer, ik ben Peggy en u verliest uw lading!" Waarop de man geïrriteerd zijn raampje opent en tegen het blondje roept: "Mevrouw, ik ben Eric en ik strooi zout!"
Twee weken na de invoering van het rookverbod slaan veel eetcafés in ons land alarm. Ze zeggen ruim een derde minder inkomsten te krijgen dan gemiddeld. Sommige eetcafés zeggen zelfs de helft minder omzet te boeken. Veel niet-etende stamgasten gaan naar de gewone cafés waar wel gerookt mag worden, luidt het bij verschillende uitbaters.
Discriminatie Uit de rondvraag van Het Laatste Nieuws blijkt ook nog dat veel eetcafés roken sluiks of zelfs openlijk toelaten. Een uitbater overweegt een klacht in te dienen tegen de Belgische Staat, "wegens discriminatie van de eetcafés tegenover de gewone cafés". Voor Horeca Vlaanderen is het nog te vroeg om al conclusies te trekken. De federatie blijft het rookverbod verdedigen.
De Filippijnen (Filippino: Republica ñg Pilipinas; Spaans: República de Filipinas; Engels: Republic of the Philippines) is een republiek in Zuidoost-Azië. Het land is een archipel en bestaat uit 7107 getelde grote en kleine eilanden in de Grote of Stille Oceaan, waarvan er ca. 1000 permanent of tijdelijk worden bewoond. Het overgrote deel van de eilanden zijn niet meer dan onbewoonde zandbanken en rotsachtige riffen; heel veel van deze eilandjes hebben nog niet eens een naam! De totale landoppervlakte bedraagt ca. 300.000 km2 en de Filippijnen zijn daarmee ca. 7,5 keer zo groot als Nederland. De totale kustlengte bedraagt ongeveer 34.500 km. De Filippijnen strekken zich in noord-zuidelijke richting uit over een lengte van 1850 km, en in oost-westelijke richting over een lengte van 1060 km. Opmerkelijk is dat de hoofdstad Manilla met een oppervlakte van 636 km2 een van de meest uitgestrekte steden ter wereld is. Ongeveer tweederde van de totale oppervlakte wordt ingenomen door de eilanden Luzon (104.700 km2; noord-zuid 830 km, oost-west maximaal 240 km2) in het noorden en Mindanao (94.600 km2) in het zuiden. De eilanden die tussen de twee grootste eilanden in liggen, worden de Visaya-eilanden of Visayas genoemd. Andere grote eilanden zijn (in volgorde van grootte): Palawan (14.896 km2), Panay (12.327 km2), Mindoro (10.245 km2), Samar (9.949 km2), Negros (9.225 km2), Leyte (6.268 km2), Cebu (5.088 km2), Bohol (4.117 km2) en Masbate (4.047 km2). De Filippijnen, genoemd naar Filips II van Spanje, liggen ten zuiden van Hongkong, Taiwan (op 150 km), Japan en Zuid-Korea; ten noorden van Brunei, Maleisië (Borneo op 25 km), Indonesië (op 60 km) en Singapore; ten oosten van Vietnam (op 960 km), Thailand en de Zuid-Chinese Zee; ten westen van de Grote Oceaan.
Landschap
Het landschap van de Filippijnen bestaat voor een groot gedeelte uit bergen en heuvels. Ca. een derde van de archipel bestaat uit laagland. Van noord naar zuid loopt over het eiland Luzon de belangrijke Cordillera Central met als hoogste bergtop de Pulog (2928 m). Ten oosten hiervan ligt aan de kust de Sierra Madre met als hoogste top de Anacuao (1850 m). Tussen beide bergmassieven stroomt de langste rivier van de Filippijnen, de Cagayan (354 km). Centraal-Luzon wordt ingenomen door de Central Plain, waar een groot deel van de bevolking woont en waar zich een belangrijk rijstteeltgebied bevindt. Op het eiland Luzon ligt ook het grootste meer van de Filippijnen, Laguna de Bay (922 km2); het grootste meer van Mindanao is Lake Lanao (357 km2). In het zuiden liggen nog enkele vulkanen, waarvan de Mayon de bekendste is (2421 m). Het landschap van de Visaya-eilanden en van Palawan is op een kuststrook na, heuvel- en bergachtig. De hoogste top is hier de vulkaan Kanlaon (2465 m). Ook het eiland Mindanao is bergachtig, maar heeft ook twee grote en vruchtbare laaglandgebieden, de Angus-vallei en de Cotabato-vallei. De Cotabato-vallei wordt doorsneden door de Mindanao of Rio Grande de Mindanao, een rivier met een omvangrijk stroomgebied. De Filippijnen tellen 132 korte, snelstromende rivieren die over het algemeen onbevaarbaar zijn. De kusten worden gekenmerkt door de aanwezigheid van veel baaien en zijn grotendeels omzoomd door koraalriffen.
Aardbevingen en vulkanen
De eilandenreeks van de Filippijnen maakt, net als Taiwan en de eilanden van Japan, deel uit van een breukzone die loopt van Kamtsjatka in het hoge noorden tot Nieuw-Zeeland in het diepe zuiden. Langs al deze eilanden lopen ook nog een aantal zeer diepe troggen in de oceaan. Ten zuidoosten van het Filippijnse eiland Leyte bevindt zich de 1800 km lange Mindanao-trog met een diepte van 10.497 meter. In dergelijke breukzones zijn aardbevingen en vulkanisme een normaal verschijnsel, en ook de Filippijnen hebben hier regelmatig onder te lijden en behoren tot een van de geologisch onrustigste gebieden ter aarde. De laatste grote aardbeving dateert van 1990, toen grote delen van de Noord-Filippijnse stad Baguio verwoest werden en er meer dan duizend doden vielen. De Filippijnen-archipel telt 37 vulkanen, waaronder de hoogste berg van de Filippijnen, de werkende vulkaan Mount Apo (2954 m), gelegen in het Apo-massief op Mindanao. Van deze vulkanen zijn er minstens 18 nog actief en de laatste zeer grote vulkaanuitbarsting dateert van juni 1991. Toen spuugde de op Luzon gelegen vulkaan Mount Pinatubo ca. 5 miljard ton rotsgesteente en 19 miljoen ton zwaveldioxide de lucht in tot een hoogte van meer dan 20 km. Ongeveer honderd mensen vonden de dood, velen werden vermist en er waren bijna één miljoen daklozen. De Taal is een van de gevaarlijkste vulkanen van Zuidoost-Azië; sinds de komst van de Spanjaarden is hij al zon dertig keer uitgebarsten.
Klimaat
De Filippijnen, gelegen net boven de evenaar, hebben een tropisch klimaat met een hoge luchtvochtigheid (gemiddeld meer dan 70%) en met veel tot zeer veel regenval.
Op de Filippijnen heerst een gemiddelde jaartemperatuur van 27°C. Ondanks de grote noord-zuid afstand van 1800 km, ligt de gemiddelde temperatuur in het noorden maar 2°C lager dan in het zuiden. Ook de gemiddelde temperaturen in de warmste en koudste maanden liggen niet meer dan 5°C uit elkaar. Dit komt ook de ligging aan zee, die zorgt voor een behoorlijke tempering van hoge en lage temperaturen. Echt koud wordt het nooit, zeker niet in de laaggelegen gebieden. Daar kan het in januari, de koudste maand, overdag nog regelmatig bijna 30°C worden en s nachts 20°C. Alleen in de hoger gelegen bergstreken kan de temperatuur wel eens onder de 10°C zakken.
Gemiddeld valt er in de Filippijnen zon 2400 mm neerslag per jaar. Verschillen in regenval zijn er wel degelijk, zowel in de loop van het jaar als op de verschillende eilanden van de archipel. Zo staan de kustgebieden aan de westkant van de eilanden sterk onder invloed van de zuidwestmoesson of habágat, die in de periode juni-oktober heel veel regen kan brengen. De periode december-mei is hier de droge periode, met van februari tot april de minste neerslag. Aan de oostkusten van de Filippijnse eilanden is het weer wat gelijkmatiger met in alle seizoenen regenval. De meeste regen valt in de maanden november tot en met januari onder invloed van de noordoostmoesson of amíhan. De droogste gebieden liggen in de regenschaduw van de bergen, bijvoorbeeld de Cagayan-vallei in Noord-Luzon, waar maar 890 mm per jaar valt. De meeste regen heeft Catanduanes voor de zuidkust van Luzon, met 5461 mm; de hoofdstad Manila komt tot 2083 mm.
Elk jaar hebben de Filippijnen te lijden onder ca. 30 tyfoons of bagyó. Gecombineerd met vloedgolven, overstromingen, aardverschuivingen en windsnelheden van meer dan 300 km per uur, richten ze vaak veel schade aan en eisen regelmatig slachtoffers. De kans op deze hevige stormen is het grootste in de periode juli-begin december, met pieken in september. De kuststreken langs de Grote Oceaan, met name Leyte en Samar, eilanden in het oostelijke deel van de Visaya-groep, en Oost-Luzon, behoren tot de gebieden met het hoogste risico op deze allesvernietigende natuurverschijnselen. Het westelijk deel van de Visaya-groep, Palawan en een groot deel van Mindanao, hebben veel minder kans op tyfoons.
Planten en dieren
De plantenwereld van de Filippijnen is met alleen al meer dan 10.000 boom-, struik-, en varensoorten zeer rijk en gevarieerd. Het weinig overgebleven primaire oerwoud telt tussen de 2500 en 3000 boomsoorten, waarvan veel endemisch. In totaal zijn er ca. 6000 boom-, struik- en bloemsoorten endemisch. Op de vruchtbare hellingen van de vulkanen groeit onder andere de narra, de nationale boom, en verder woudreuzen als molave, apitong en rode lauan. Aan die bomen hangen armdikke lianen en op de grond groeien boomvarens en doornige rathaniastruiken. Dit bostype, met een grote variatie aan boomsoorten, noemt men het dipterocarpe regenwoud. Veel van de hier voorkomende grote boomsoorten behoren namelijk tot de Dipterocarpaceae-familie. In de hoger gelegen gebieden van het centrale bergland van Luzon vindt men dennenbossen (o.a. Benguet-pijnboom), eiken en rhododendrons. Op de Filippijnen groeien meer dan 900 soorten orchideeën, waaronder de zeer bijzondere waling-waling. Fraai om te zien zijn verder vuuracacia, hibiscus, bougainvillea en frangipani. Cultuurplanten zijn rijst, maïs, suikerriet, abaca, tabak, kokospalmen en rubberbomen; fruitsoorten als mango, doerian, ananas, cacao, koffie en bananen.
Het tropische regenwoud op de Filippijnen is zeer kwetsbaar. De bodemlaag in de Filippijnse oerwouden is erg dun, zodat de bomen maar een ondiep wortelsysteem hebben. Als er dan een stuk bos gekapt wordt, heeft de dunne bodemlaag al snel te lijden van erosie en verarmt in een rap tempo. In de periode na de Tweede Wereldoorlog heeft er op grote schaal ontbossing plaatsgevonden en is het bosareaal sterk geslonken.
Dieren
ALGEMEEN De vele biotopen in de Filippijnen hebben ertoe geleid dat ook de fauna een grote verscheidenheid kent. Bovendien komen er zeer veel endemische soorten voor door de geografisch geïsoleerde positie van de vele eilanden. De Filippijnen liggen in het overgangsgebied van het Zuidoost-Aziatische dierenrijk en het Australische dierenrijk. Er zijn dus soorten die afkomstig zijn van het vasteland van Azië, maar ook soorten met een Australische afkomst, bijvoorbeeld de Filippijnen kaketoe. Grote zoogdieren als olifanten, tijgers en neushoorns komen sinds de prehistorie al niet meer voor op de Filippijnen.
ZOOGDIEREN De meeste zoogdieren komen pas in actie tijdens de schemering of in de nacht, en zijn dus moeilijk waar te nemen. In het regenwoud leven ca. 230 soorten zoogdieren. Bijzonder is de zeldzame tamaraw, een alleen op het eiland Mindoro voorkomend dwergrund. De Filippijnse sambar, een hertensoort, komt daarentegen verspreid over de archipel voor. Zeldzaam is een ondersoort van het axishert en op het eiland Balabac kom de kantjil voor, een dwerghert. Alleen op Palawan komt het zeldzame dwerghert pilandok voor, een van de kleinste herten ter wereld, niet groter dan een haas. De landroofdieren in de Filippijnse bossen zijn allemaal niet veel groter dan een forse huiskat, onder andere de Bengaalse kat, de palmcivetkat, de tangalunga (soort civetkat) en de Filippijnse stinkdas. Op het eiland Palawan komen nog de binturong of beermarter en de dwergotter voor. Tot de apensoorten behoren de Filippijnse makaak en het kleine Filippijnse spookdiertje. Bijzonder zijn de vliegende maki of lemuur. Zeer zeldzaam is de koboldmaki of tarsius, die alleen nog voorkomt in de Chocolate Hills op het eiland Bohol. Tot de zoogdierachtigen behoren ook de vele soorten vleermuizen. In de Filippijnen komen zowel veel insecten etende als fruitetende soorten voor, waarvan ongeveer de helft endemisch is. De grootste is de goudkruinkalong met een vleugelspanwijdte van ca. 130 cm. In de Filippijnse wateren kunnen dolfijnen, grienden, vinvissen, potvissen en Brydes walvissen aangetroffen worden.
VOGELS Er zijn meer dan 700 soorten vogels geteld op de Filippijnen. De Filippijnse (apen)arend is een van de grootste arendsoorten ter wereld. De meeste paartjes leven op het eiland Mindanao, maar het is een zeer bedreigde soort. Andere opvallende roofvogels zijn de Filippijnse slangenarend de zeer kleine Filippijnse dwergvalk. In de archipel komen vijf soorten neushoornvogels voor, waaronder de rode neushoornvogel, de Sulu-neushoornvogel en de Palawan-neushoornvogel. Het eiland Palawan herbergt ook nog de zeldzame Palawan-fazant en de nergens anders ter wereld voorkomende Palawan fairy bluebird. Veel voorkomend zijn het Aziatische woudaapje, een reigersoort, en de ooievaarssnavel, een ijsvogelsoort. Een andere ijsvogelsoort die algemeen voorkomt is de witkraagijsvogel. Bijzonder onder de vele duivensoorten is het bloedend hartduifje en de bonte keizerduif. Interessante vogels zij de salanganen, een gierzwaluwensoort. Zij maken nesten waar de Chinezen hun beroemde vogelnestjessoep van bereiden. De mangrovegebieden vormen een leefgebied voor veel vogels, onder andere de kleine mangrovereiger, de rifreiger en de Sumatraanse reiger. Op de slikgebieden fourageren plevieren, ruiters, wulpen en strandlopers. In sommige kustgebieden komt de witbuikzeearend nog voor. Typische zeevogels zijn verschillende soorten sterns, genten of boebies en fregatvogels.
REPTIELEN EN AMFIBIEËN Onder reptielen en amfibieën in de bosgebieden bevinden zich verschillende vliegden of zwevende soorten, zoals het vliegend draakje, de vliegende kikker en zelfs de gouden boomslang kan door de lucht zweven. Indrukwekkend zijn de netpython (tot ca. 8,5 meter) en de giftige koningscobra (3-4 meter), terwijl ook de gewone cobra met zijn twee meter er mag zijn. In totaal leven er op de Filippijnen minstens 35 slangensoorten (inlusief zeeslangen), waarvan de helft giftig is. In Lake Taal op het eiland Luzon komt een zeldzaam soort slang voor, de Hydrophis semperi, behorend tot de familie der zeeslangen. Het is de enige zeeslang ter wereld die zich aangepast heeft aan het leven in zoet water en komt nergens anders voor. Langs rivieren zijn opvallende verschijningen de Indische varaan en de Filippijnse waterhagedis, beide prima zwemmers. De twee soorten krokodillen zijn in de Filippijnen zeer zeldzaam geworden en komen alleen nog voor op de eilanden Palawan en Mindanao. Kenmerkende dieren voor geheel Zuidoost-Azië zijn de gekkos, kleine hagedissen die ook vaak in de huizen van mensen vertoeven. Een verwant van de gekko is de ook algemeen voorkomende, en wat grotere tokeh, zo genoemd vanwege zijn doordringende roep. De pantserhagedis kan tot één meter lang worden.
INSECTEN Paradijsvlinders vallen op door hun prachtige kleuren en bereiken een vleugelspanwijdte van soms wel 20 cm. Van de nachtvlinders is de atlasvlinder de meest indrukwekkende. Kakkerlakken worden vooral door toeristen niet ze gewaardeerd. Ze zien er griezelig uit, maar zijn verder niet gevaarlijk voor mensen. De ruim 30 cm lange reuzensprinkhaan is het grootste insect ter wereld.
VISSEN EN SCHAALDIEREN De koraalriffen rond de Filippijnse eilanden zijn het woongebied van talloze (ca. 2000 soorten) vaak fraai gekleurde vissen en andere zeewezens. Een willekeurige opsomming: koraalduivel, markiezinnetje, maskerwimpelvis, oogvlekkoraalvlinder, stiervisje of gehoornd koffervisje, steenvissen, trekkervissen, papegaaivissen, rifbaarzen, anemoonvissen, octopus. Stekelhuidige dieren zijn o.a. zeelelies, slangsterren, zeesterren, zee-egels, zeekomkommers, Op de open zee zijn de vliegende vissen opvallende verschijningen. Ze kunnen seconden lang in de lucht blijven en daarmee tientallen meters overbruggen. Andere indrukwekkende zeedieren zijn de barracuda, de mantarog en de walvishaai. In het Buhi-meer leeft de nog geen 1 centimeter grote sinarapan, volgens de Filippinos de kleinste eetbare vis ter wereld.
De Filippijnse wateren herbergen veel soorten schaaldieren. Vooral de slakken zijn zeer goed vertegenwoordigd, en wat de schelp betreft zijn de kauries populair, met name de tijgerkaurie. Ook de giftige kegelslakken zijn populair bij de Filipinos. s nachts verschijnen de kokospalmkreeften of klapperdieven op de stranden. Typische dieren voor de mangrovegebieden zijn de slijkspringers. De mannetjeswenkkrab valt op door zijn enorme scharen en de soldaatkrabben kunnen zich bij onraad razendsnel ingraven in het slib. De Molukkenkreeft, een levend fossiel, wordt nog steeds gevangen door de vissers van Palawan.
Ik ben Ester Ancog, Ik kom van de Filippijnen , Tagbilaran ( Bohol )
Ik ben een vrouw en woon in Vilvoorde (Belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 08/01/1956 en ben nu dus 68 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Chatten , Muziek , TV Kijken en wandelen.
>