Kwiatkowski reed sinds de eerste dag van Parijs-Nice in de leiderstrui, nadat hij de beste was geweest in de proloog. Daarna volgden twee ritten in lijn, die gewonnen werden door Alexander Kristoff en André Greipel. Ook woensdag was het woord aan sprinters, maar wel aan een ander kaliber sprinters. De laatste honderden meters liepen namelijk licht bergop en dus was het woord aan de mannen 'met macht'. Wie voldoende power in de benen had om bergop te sprinten, kon voor de winst gaan. John Degenkolb leek een kanshebber en Giant-Alpecin wist dat de Duitser bij een goed resultaat, dankzij bonificaties, de leiderstrui over kon nemen van Kwiatkowski. En dus gaf de ploeg gas in de achtervolging op onder meer Philippe Gilbert, die vroeg in de etappe ten aanval trok om de benen te testen. In de finale ging ook Romain Bardet met Jan Bakelants in de aanval, maar ook deze aanval had geen kans van slagen. Naast Giant-Alpecin meldde namelijk ook Orica-GreenEdge zich voorin en de Australiërs verrichtten geen half werk. De manier waarop Orica de laatste kilometer domineerde, was indrukwekkend. Een trein van zes renners denderde richting finish, waarna Matthews de klus in de sprint overtuigend afmaakte. Hiermee verdiende hij tien bonificatieseconden, voldoende om de leiderstrui over te nemen van wereldkampioen Kwiatkowski. De Italiaan Davide Cimolai eindigde op de tweede plaats, Giacomo Nizzolo sprintte naar de derde plaats. Opmerkelijk was de klassering van Moreno Hofland. Hij werd voor de derde dag op rij zevende.