De organisatoren hertekenden volledig hun parcours voor deze 90e editie. De renners werden onder andere over onverharde wegen, grindpaden en kasseistroken gestuurd. Een kruising dus tussen Parijs-Roubaix en Tro Bro Leon. Mede door de regenval kwam een wagen van de wedstrijdjury in de problemen waardoor deze zich vastreed in de modder en door een tractor moest geholpen worden. De jury nam daarop de beslissing de wedstrijd helemaal te neutraliseren. Na een kort oponthoud werd de koers weer op gang geschoten. Meteen vormde zich een kopgroep met zestien renners. Dat waren Edward Theuns, Tim Declercq, Jelle Wallays, Robin Stenuit, Oliver Naesen, Tim Merlier, Wout Van Aert, Bartosz Huzarski, Ralf Matzka, Lukas Postlberger, Dimitri Claeys, Ludwig De Winter, Wouter Mol, Tanzou Tokuda, Tim Ariesen en Gorik Gardeyn. Voor laatstgenoemde ging het voorin veel te snel en hij moest zijn metgezellen laten rijden. Jelle Wallays en Robin Stenuit gingen dan versnellen en sloegen een kloof. Ludwig De Winter en Tim Declercq reden naar de twee leiders toe. Wallays versnelde opnieuw en begon alleen aan de laatste vijftig kilometer. Met nog 25 kilometer voor de boeg werd Wallays ingelopen. Het sein dan voor Oliver Naesen en Robin Stenuit om het te proberen. Zij trokken de laatste twee plaatselijke ronden, van elk 8 kilometer, in met een voorsprong van 0:35 op een groepje met negen waar Tim Declercq, Jelle Wallays, Tim Ariesen, Wouter Mol, Wout Van Aert, Tim Merlier, Dimitri Claeys, Dylan Groenewegen en Joeri Stallaert deel van uitmaakten. Bij het aansnijden van de laatste plaatselijke ronden hielden de twee leiders daar nog 0:25 van over. De achtervolgers kwamen nog fiks opzetten maar de twee mochten toch sprinten voor de eindzege. Oliver Naesen begon van ver op kop en werd geremonteerd door Stenuit waardoor de stagiair bij Wanty-Groupe Gobert het haalde.