De laatste etappe voor de tweede rustdag, het sluitstuk van een zwaar drieluik in het noorden van Spanje, was behoorlijk pittig. Onderweg werden de 167 overgebleven renners geconfronteerd met liefst zeven beklimmingen. In de finale stonden de Alto de la Cobertoria (eerste categorie) en Alto Ermita de Alba (buitencategorie) op het menu. Deze cols hebben een gemiddeld stijgingspercentage van respectievelijk 9,4 en 11,3 procent. De Alto Ermita de Alba kent bovendien stroken van meer dan twintig procent stijging. Het peloton deed het dan ook rustig aan in de aanloop naar de finale. Vrijwel direct na het startsein kregen vijf man de zegen van het pak voor een ontsnapping. Het ging om bolletjestruidrager Omar Fraile (Caja Rural), Carlos Verona (Etixx-Quick Step), Pierre Rolland (Europcar), Frank Schleck (Trek) en Rodolfo Torres (Colombia). Zij kregen later gezelschap van nog eens vijf renners: Moreno Moser (Cannondale-Garmin), Larry Warbasse (IAM Cycling), Cyril Lemoine (Cofidis), George Bennett (LottoNL-Jumbo) en Tsigabu Gebremaryam (Lampre-Merida). De tien leiders bouwden een maximale voorsprong op van meer dan 22 minuten. De marge liep in het tweede deel van de etappe wel terug tot een minuut of tien, maar de vluchters mochten het vooraan uitvechten. Tijdens de beklimming van de Alto de la Cobertoria werd de kopgroep rap uitgedund, uiteindelijk bleven alleen Schleck en Torres over. De twee daalden samen naar de voet van de Alto Ermita de Alba en hielden elkaar ook op de eerste helft van de angstaanjagende klim in bedwang. Op een strook van 21,67 procent stijging ging Schleck er echter vandoor en hij bleef vooruit tot de streep. Zodoende boekte de Luxemburgse renner zijn eerste internationale zege sinds het Criterium International in 2011. Torres werd op 1.10 minuut tweede. Omdat alle klassementsmannen de tijdrit van Tom Dumoulin vrezen, werd rekening gehouden met een pact van de andere teams tegen de Nederlander. Op de Alto de la Cobertoria hield de Nederlander evenwel heel eenvoudig stand en dat was lange tijd ook het geval op de slotklim. Op de Alto Ermita de Alba werd de favorietengroep aangevoerd door Mikel Landa. De ploeggenoot van Fabio Aru leek wel harder te kunnen, maar zijn kopman had het lange tijd moeilijk. Dat was een voordeel voor Dumoulin, die immers bij kon blijven tot de laatste kilometers. Toen ging het tempo toch omhoog. Rodriguez plaatste een versnelling om Aru uit het rood – het verschil tussen de twee bedroeg één seconde in het voordeel van de Italiaan– te krijgen. Zijn Astana-rivaal vond echter nog een tweede adem en reed nog naar de Katusha-renner toe, maar kwam achteraf twee tellen tekort. Hierdoor gaat Rodriguez nu aan de leiding in de Vuelta, met één seconde voorsprong op Aru. Op 1.35 minuut staat Rafal Majka op de derde plek. Op karakter liet Dumoulin het verschil naar de concurrentie niet te groot worden, waardoor hij woensdag als nummer vier van het algemeen klassement met een achterstand van 1.51 minuut op Rodriguez aan de race tegen de klok begint.
http://www.wielerupdate.nl/