Het Bayerische Wald
Voor onze jaarlijkse vakantie trokken we dit jaar de wandelschoenen aan om het Bayerische Wald te verkennen. Op een tiental kilometer van de Tsjechische grens, in Lohberg, vonden we het Arber Wellnesshotel. De eerste avond al leerden we er onze Duitse vrienden Martina en Herman uit Duisburg kennen. Dat was meteen het begin van enkele oergezellige avonden, overgoten met liters bier.
Op onze eerste wandeldag werd de omgeving rond Lohberg verkend. De volgende dag volgde het grote werk. Met het ,,treintje'' werd naar de kleine Arbersee gereden. Van daaruit ging het te voet, puffend en hijgend, naar de grosse Arber. Met zijn 1456 meter hoge top torent hij boven het Bayerische Wald uit wat hem de bijnaam ,,koning van het Beierse woud'' oplevert. Na een fikse klauterpartij, bemoeilijkt door steenslag, bereikten we de kleine Arber. De hoogste tijd om in de ,,Hütte'' wat op adem te komen. Volgens de gerante was de tocht naar de grosser Arber ,,nicht so schwer''. Ik weet niet wat ze verstaan onder zwaar, maar voor ons althans viel de laatste honderden meters dik tegen. Via een schots en scheef aangelegde trap, sommige treden lagen ongev. een halve meter uit elkaar, bereikten we het hoogste punt van het Beierse woud. Tot overmaat van ramp lag de top gehuld in een dik mistgordijn. Gelukkig voor ons trok bij het dalen de mist op en zagen we de mooiste vergezichten.
's Avonds werd nog druk nagekaart over onze tocht en besloten we om samen met Martina en Herman 's anderendaags opnieuw het treintje te nemen en vanuit de kleine Arbersee te voet naar Lohberg te gaan. Het werd een van onze mooiste wandelingen. In het meer liggen een drietal eilandjes. Een ervan is een drietal meter dik en is voortdurend in beweging. Het zwemt letterlijk heen en weer. Na rond het meer te zijn gewandeld, ging het vlot naar beneden. Aan de brug sloegen we rechts een zeer smal wandelpad in. Het werd een van de mooiste wandelingen die we ooit hebben gedaan. Honderden meters liepen we langs tientallen watervalletjes en fotogenieke plaatsjes.
Op donderdag ging het richting grosser Osser. Volgens een wandelaar is de afdaling ervan een van de hachelijkste ondernemingen die je in het gebied kunt doen. De zeer steile weg naar Lohberg lag bezaaid met grote en kleine stenen. Toen we een glimp van de zandweg zagen, haalden we opgelucht adem. We waren blij dat we het er zonder kleerscheuren vanaf hadden gebracht.
Onze laatste wandeling ten slotte ging naar de Steinen Kopf. Opnieuw werd het een fikse klauterpartij. Door de regenval van de vorige nacht ontstonden spontaan tientallen beekjes. Soms was het letterlijk pootjesbaden, maar we hadden het er graag voor over. Het panorama die we ten aanschouwen kregen, was overweldigend. Op deze krachttoer mogen we terecht fier zijn. Volgens een van de obers zijn er heel wat Lohbergers die nog nooit aan de Steinen Kopf geweest zijn. Het was meteen de apotheose van een fijne vakantie.
Beieren
|