Voor de komst van de Islam
De Berbers Over de vroegste geschiedenis van Marokko is weinig bekend.
Tegenwoordig noemt men de oorspronkelijke bevolking van Noord-Afrika Berbers. Voor de Romeinen waren alle niet- Romeinen barbari, afgeleid van het Griekse woord barbaroi (baarddragenden, vreemdelingen), volgens anderen is het woord afgeleid van de Arabisch stam
ba-ra-ba-ra (stotteren, stamelen).
De Feniciërs
Vanaf 700 v. Chr. drongen de eerste handelsexpedities vanuit Carthago door tot de kusten van Marokko. Het waren de Feniciërs die als eerste informatie over de streek op schrift stellen.
De Romeinen
In 146 v. Chr. werd Carthago door de Romeinen met de grond gelijk gemaakt.
In het huidige West-Algerije en Noord-Marokko (oa. in Volubelis) ontstond toen een bloeiend koninkrijk, Mauritanië. Dit onder de leiding van de door Rome afgevaardigde koning Juba II
De dynastieën van Marokko
De Berber dynastieën (700- 1440) In de 9de eeuw vestigde een nazaat van de Oemajjaden een dynastie in Marokko, wat het begin betekende van Marokko als onafhankelijke staat.
Onder de drie Berber dynastieën (de Almoravieden, de Almohaden en de Marinieden) kwam Marokko tot grote bloei. Opvallend is dat alle drie de dynastieën hun oorsprong vinden in de periferie van het Rijk: de Almoravieden ver in de Sahara, de Almohaden in de bergen van de Hoge Atlas en de Marinieden in de oostelijke steppen langs de grens met Algerije.
De Idrissieden (786-920)
In 786 ontsnapte Idris I aan de massamoord door de Abbasieden op zijn familie en vluchtte naar Marokko.
Hoewel hij in 791 alsnog door de Abbasieden-kalief in Bagdad vergiftigd werd, wist zijn zoon Idris II de eerste onafhankelijke dynastie te vestigen. Hij wist de verschillende Berberstammen te verenigen en verlegde de grenzen ver naar het zuiden. Fès (met de grootste moskee van Marokko: de Kairaouïne) werd de hoofdstad van het nieuwe Marokko. Na zijn dood viel het rijk uiteen in kleine vorstendommen.
Ondanks hun korte heerschappij worden de Idrissieden beschouwd als de grondleggers van het onafhankelijke Marokko en tevens de ware verspreiders van de Islam daar.
Het graf van Idris I in Moulay Idriss is nog steeds een van de belangrijkste heilige plaatsen in Marokko.
De Almoravieden (± 1040-1140)
Een nomadenstam uit de westelijke Sahara slaagde erin zijn macht in snel tempo uit te breiden. In 1060 stichtten zij Marrakech als de nieuwe hoofdstad van het Almoravidische rijk, dat zich op zijn hoogtepunt uitspreidde van Noord-Spanje tot aan de Sahara.
Voor het eerst in de geschiedenis van de islam waren de heersers van een groot islamitisch rijk niet van Arabische oorsprong. De Berbers hadden duidelijk gemaakt dat zij de vitale kracht waren in deze regio. Marrakech was hun hoofdstad. De nieuwe hoofdstad zou vanaf nu de rivaal zijn van Fès, dat altijd een meer Arabisch karakter heeft behouden.
De Almohaden
De Almohaden richtten zich bij de uitbreiding van hun rijk niet zozeer op Andalusië, maar meer op de gebieden ten oosten van Marokko. Nadat zij heel Marokko onder controle hadden gebracht en ze na de inname van Marrakech de zoon van laatste sultan van de Almoravieden hadden vermoord, verjoegen zij de Normandiërs uit Iffriqiya (het huidige Tunesië).
Voor het eerst sinds de Romeinen was heel Noord-Afrika weer verenigd onder één bestuur. In Rabat werd de Hassan toren opgericht, in Marrakech de Koutoubia moskee. Echter, de Almohaden bestuurden de veroverde gebiedsdelen niet als volwaardige provincies, maar als wingebieden en al vrij snel begon het te rommelen.
Na de dood van Jaqoed al-Mansoer in 1199 brokkelde het gezag van de sultan in Marrakech snel af. Tunis verklaart zich onafhankelijk en in Spanje stichtten allerlei lokale potentaten eigen rijkjes.
De Marinieden
De Marinieden waren Berber nomaden in Oost-Marokko. Geleidelijk gingen zij echter ook stedelijke centra in het gebied besturen, in 1248 veroverden ze Fes en in 1269 slaagden zij erin om Marrakech te veroveren.
De dynastie van de Marinieden werd echter gekenmerkt door interne twisten en halfslachtig bestuur. Ze zijn ook nooit zo machtig geworden als hun voorgangers. Onder de Marinieden heeft Marokko definitief haar aanspraken op de oostelijke delen van de Maghreb en Spanje opgegeven.
Tijdens de middeleeuwen (1400-1650)
Marokko speelde gedurende de Middeleeuwen een belangrijke rol op het Iberische schiereiland. Grote delen van Andalusië maakten lange tijd deel uit van het Marokkaanse rijk. Daarnaast vervulde Marokko een spilfunctie in het handelsverkeer tussen zwart Afrika en Europa.
Na 1400 deden zich enkele belangrijke veranderingen voor.
In 1492 viel Granada. Portugal en Spanje drongen Marokko in het defensief. De meeste havens langs de Atlantische en Middellandse Zeekust werden bezet (Tanger, Essaouira en Agadir).
Langs de oostgrens nestelde zich het Ottomaanse Rijk definitief als buur. Het zwaartepunt van de handel verplaatste zich van de Middellandse Zee naar de Atlantische Oceaan.
Marokko valt uiteen in verschillende rijken, maar de sultan in Marrakech blijft voor de Europeanen de belangrijkste gezaghebber. Als de sultans niet genoeg weerstand boden aan de Europese invloed vulden religieuze broederschappen (zawia's) en kapers het machtsvacuüm op.
Marokko onder de Alaouïeten (1660-1820)
Vanaf 1650 wist een nieuwe dynastie uit Zuid-Marokko het land onder een centraal gezag te brengen en de meeste kustplaatsen op de Europeanen te heroveren. De dynastie der Alaouïeten heeft haar gezag tot op de dag van vandaag weten te behouden. Natuurlijk deden zich nog wel opvolgingstwisten voor, maar deze bleven binnen de familie.
Moulay Ismail (1672-1727), die Meknes tot sultanstad maakte, wordt in Marokko gezien als de grootste sultan die de Europese bezetters grotendeels wist te verdrijven en de rust in het land herstelde. De basis van zijn gezag was een goed georganiseerd leger, bestaande uit 15000 zwarte Afrikaanse ruiters. Daarnaast wist hij de nog steeds invloedrijke zawia's aan zich te binden en trok hij de controle over de kaapvaart naar zich toe, voordat deze uiteindelijk door hem ontmanteld werden.
Onder de heerschappij van Moulay Ismail floreerde de buitenlandse handel. Na de dood van Moulay Ismail brak een periode aan van anarchie.
Marokko in de 19de eeuw
Toen in Europa in de loop van de 19de eeuw de industriële revolutie op gang komt en Europese kooplieden wereldwijd op zoek gaan naar nieuwe afzetmarkten en grondstoffen, werd Marokko langzaam maar zeker het slachtoffer van de Europese expansiedrift: na economische en commerciële penetratie door de Europese mogendheden en het opbouwen van een torenhoge schuldenlast werd het land onder curatele gesteld en verliest het tenslotte zijn onafhankelijkheid.
De opdeling van het Afrikaanse continent begon eigenlijk met de verovering van Algerije door Frankrijk in 1830. Toen een Algerijnse emir de sultan verzocht deel te nemen aan de heilige oorlog tegen de Fransen, kon deze niet weigeren. Het Marokkaanse leger leed echter een pijnlijke nederlaag en de militaire zwakte van Marokko kwam in 1844 dan ook duidelijk aan het licht.
De internationale conferentie van Madrid in 1880 betekende het definitieve einde van de Marokkaanse onafhankelijkheid: Europeanen kregen nu ook het recht om land te bezitten.
In 1912 werd Marokko verdeeld in een Spaans (in het N) en een Frans (in het Z) protectoraat.
Het protectoraat (1912-1956)
Marokko werd geen kolonie, maar een protectoraat.
Dit kwam er op neer dat de Marokkaanse soevereiniteit in naam werd gerespecteerd, evenals de positie van de sultan, en dat Frankrijk en Spanje als beschermheren optraden die het land zouden begeleiden bij het moderniseringsproces.
De weerstand was vanaf het begin groot, het duurde ruim dertig jaar alvorens Marokko daadwerkelijk gepacificeerd was.
Het Franse bestuur, onder de Franse resident- generaal Lyautey, maakte Rabat tot nieuwe hoofdstad en bouwde nieuwe wijken in de steden. Zodoende zijn de oude stadsdelen (medina) gespaard gebleven.
In 1944 werd de onafhankelijkheidspartij Istiqlalpartij opgericht, gesteund door sultan Mohammed V. Overleg met de Franse regering leverde niets op. De spanningen liepen inmiddels hoog op. In 1953 werd de sultan Mohammed V zelfs gevangen genomen en door de Franse verbannen. Dit pikte het Marokkaanse volk echter niet. Er brak een volksopstand uit en de nationalisten namen hun toevlucht tot aanslagen. Buiten Marokko groeide vanaf dat moment de steun voor de nationalisten en het verzet van tegen het Franse optreden.
In 1955 deed de Marionettensultan (die daar door de Fransen was neergezet) afstand van de troon en keerde Mohammed V terug.
Op 16 november 1955 riep hij de onafhankelijkheid van Marokko uit.
Op 2 maart 1956 was het afgelopen met het Franse protectoraat.
"God, het vaderland en de koning"
Na de onafhankelijkheid verwachtte de Istiqlalpartij dat zij een belangrijke rol zou gaan spelen in een nieuw democratisch Marokko. Dat pakte echter volledig anders uit.
Zowel Mohammed V als Hassan II (zijn zoon, die zijn vader in 1961 opvolgde) toonden weinig bereidheid om de macht te delen. Mohammed V kon hierbij nog gebruik maken van zijn prestige als leider van de strijd voor onafhankelijkheid, maar onder Hassan II ontwikkelde Marokko zich tot een autoritaire staat.
Om zijn verloren prestige te herwinnen, mobiliseerde koning Hassan II de bevolking rond de Westelijke- Saharakwestie: bij de Groene Mars op 6 november 1975 trokken 350.000 ongewapende Marokkanen de W Sahara binnen. De Spanjaarden moesten hun kolonie prijsgeven: het N van de W Sahara kwam in Marokkaanse handen en het Z deel van de W Sahara werd een deel van Mauritanië.
Na een langdurige woestijnoorlog (tegen het Polisario, een bevrijdingsbeweging uit Algerije bestaande uit gevluchte W Sahara bewoners) bezette Marokko in 1979 ook dit Z deel van de W Sahara. Een tweede middel om zijn absolute macht te rechtvaardigen, vond de koning in zijn titel: 'Vorst der Gelovigen' (Amir al- Moeminiem).
Het symbool bij uitstek van zijn religieuze leidersfunctie werd de immense Hassan II moskee in Casablanca (na de moskee van Mekka, is dit de grootste van de wereld), die hij liet bouwen.
De huidige koning Mohammed VI volgde in 1999 zijn vader op. Hij wordt in het Westen wel beschouwd als een van de representanten van een nieuwe lichting jonge moderne staatshoofden die in het Midden-Oosten modernisering en democratie teweeg kunnen brengen. Of dat ook werkelijk zal gaan gebeuren, moet de toekomst uitwijzen.
Brussel - Agadir vlucht FQ 6938 vertrek 09.50 aankomst 11.30 (lokale tijd) transfeer naar het hotel " Dyssee Park Hotel " http://www.hotel-odyssee-park.com
AGADIR
Betekenis
Het woord agadir is in feite een Berbers woord: het betekent 'versterkte opslagplaats of vesting', deze agadirs vinden we in het zuiden in talloze dorpen en in de Atlas. Ook in het Marokkaans Arabisch wordt dus dit woord gebruikt.
De stad Agadir is een regionale hoofdstad en bovendien het handelscentrum voor landbouwproducten uit het rijke Sous-dal en een belangrijke industriestad van visverwerking en levensmiddelen.
Ontstaan
In de 12de eeuw werd deze agadir in gebruik genomen door een Berberse stam. In de 13de en 14de eeuw leefden er Portugese zeelieden van de visvangst (en wapensmokkel).
In 1505 bouwde een Portugees edelman een fort aan de voet van de heuvel bij de rede. Door de koning van Portugal werd dit fort gekocht en verder uitgebreid, een garnizoen werd er ondergebracht: goud en slaven werden er verhandeld.
In 1541, na een heilige oorlog die zes maanden duurde, werden de Portugese indringers verdreven door de Saadische sultan Mohammed ech-Cheikh. Zijn zoon bouwde 30 jaar later de kasba op de heuvel. Na herhaalde twisten tussen de Berbers, de Saadiërs en de Alaouïten werd in 1760 de haven van Agadir gesloten door de sultan van de Alaouïten, dit als 'straf' voor de opstandige bevolking!
Pas in 1911 werd Agadir terug uit de 'vergetelheid' ontrukt door de Duitse keizer Wilhelm II die het oorlogsschip Panther naar de Marokkaanse kust stuurde om zijn aanspraken op dit gebied te laten gelden. Na een akkoord tussen Frankrijk en Duitsland trokken de Fransen in 1913 Agadir binnen: de stad telde toen amper duizend inwoners!
Tot aan de onafhankelijkheid van Marokko in 1956 werden, onder Frans bewind, de stad en de haven verder uitgebouwd, landbouw en visserij werden hervat.
De ramp van 1960
Op 29 februari 1960 trof een zware aardbeving, gevolgd door een vloedgolf, de stad Agadir: men telde ruim 15.000 slachtoffers. De stad werd compleet verwoest.
Onder koning Mohammed V werd in 1962 begonnen met de heropbouw van de stad, nu 1,5 km meer ten zuiden gelegen. In het N werden wegen tussen haven- en industriegebied aangelegd, langs het 10 km lange strand woonwijken en hotels.
De avenue Mohammed V loopt als hoofdader door de stad van N naar Z: aan één zijde het moderne stadscentrum, langs de andere zijde de toeristische zone aan zee.
Heden Agadir heeft heden een aantal troeven die het tot een toeristische topper maakt in Marokko : een 'beschermende baai' met een fijn zand strand van 6km. en geschikt voor alle watersporten
300 dagen zon per jaar (voornamelijk in de winter - in de zomer kan de voormiddag 'mistig' zijn!)
met een cap. van 20.000 bedden de grootste hotel accommodatie van Marokko
brede wandellanen met talloze shopping- en eetgelegenheden
casino, nightclubs en dancings...
goede uitvalsbasis voor trips naar het interland vb. Taroudant, Marrakech enz. mooie vissershaven en panoramisch zicht van op de heuvel met de oude kasba
eigen luchthaven
In de medina staan in de smalle straatjes vele in wit en blauw geschilderde huizen die doen denken aan Griekenland... In de ochtend krioelt het hier van straatverkopers en 's avonds van artiesten. Ook artisanaal heeft Essaouira heel wat te bieden: de vele juweliers verwerken uitsluitend zilver. Zéér bekend zijn de vele voorwerpen die door houtbewerkers worden vervaardigd: het betreft hier allerhande voorwerpen gemaakt uit het wortelhout van de thyja bomen en ingelegd met citroenboom-, ebbe- en notenhout, vaak verder versierd met paarlemoer, koper en zilverdraad.
tussen Essaouira en Safi
SAFI
Industrie om en rond Safi Eén van de drie grootste sardinevisserij havens van Marokko bevindt zich in Safi. Bij Safi zijn een 30- tal conservefabrieken die voor 90% bestemd zijn voor de export van sardines. Gans Marokko heeft een jaarlijkse sardinevangst van 300.000 ton! Tussen Casablanca en Safi staat de erg vervuilende industrie voor het verwerken van fosfaten: per jaar exporteert Marokko 16.000.000 ton ruwe fosfaten en maakt het tot 's werelds grootste exportland voor fosfaten (75% van de wereldproductie). Pottenbakkerijen, ten noorden van de stad, leveren veelkleuriger aardewerk af dan Fès dat in hoofdzaak 'blauw- wit' van kleur is. In Safi maakt men gebruik van plaatselijke klei die van een uitzonderlijk hoge kwaliteit is. Goed om weten: het was vanuit Safi dat de Noor Thor Heyerdahl met zijn Ra de overtocht maakte van de Atlantische oceaan.
Na diverse heersers die de stad heeft gekend, met oa. Yacoub el- Mansour, was het Mohammed III die in 1750 opdracht gaf alle heiligdommen, moskeeën, poorten, kasba's en medressen in heel Marokko te restaureren, die geheel of gedeeltelijk waren verwoest.
Marrakech bleef 25 jaar lang de Alaouïten hoofdstad van Marokko.
In 1873 werd Moulay Hassan de sultan van Marrakech.
In 1912 verloor, onder Frans protectoraat en door toedoen van generaal Lyautey, Marrakech definitief de status van hoofdstad van Marokko.
De indrukwekkende, uit leemmortel en kalk bestaande vestingmuren met een lengte van 10 km, dateren uit de 12de eeuw en werden voltooid in de 18de eeuw.
De muren zijn 8 tot 10 m hoog en omvatten tientallen poorten in Spaans- Moorse stijl.
Menara
De soek
Marrakech was een pleisterplaats voor de karavanen op hun reisroute naar de Sahara.
Vandaar dat de eerste soeks per gilde geordend waren opgesteld.
Heden zijn deze niet meer van elkaar te onderscheiden en vanaf het Jemaa- el- Fna plein begint dan ook de wirwar van straatjes, vaak overdekt met oa. riet ter bescherming tegen de zon.
Van zowat alle artisanale ambachten zijn hier producten te koop... de 'ijzerbewerking' laat u ter plaatse hun vaardigheden bewonderen!
De medresse Ben Youssef
Het is zonder meer één van de mooiste gebouwen van Marrakech.
Opgericht in de 14de eeuw maar door sultan Moulay Abdallah in 1565 geheel verwoest.
De prachtige versieringen vertonen Andalousische invloeden vooral in het marmer en cederwerk: de 'hoefijzervorm' ontbreekt hier In de mihrab plaatst men zich, richting Mekka, met zijn aangezicht naar de binnenkant gekeerd... wegens de goede akoestiek is de salaat zéér goed te horen over het binnenplein.
Jemaa- el- Fna esplanade
Van oudsher was dit plein dé plaats waar boeren en kooplui uit de Sous, de hoge Atlas en het diepe zuiden elkaar ontmoetten.
's Morgens zijn hier fruit- en specerijen handelaren te vinden.
In de namiddag nemen dansers, muzikanten, slangenbezweerders, apentemmers en verhalenvertellers het plein in bezit. Deze trekken een halqa, een denkbeeldige, door een heilige gezegende cirkel, waarbinnen zij hun optreden verzorgen.
's Avonds zijn er de talrijke verlichtte eettentjes...
Koutoubia moskee
Een van de grootste moskeeën, en tevens dienst doende als koranschool, van Marokko.
Ze is het symbool van de Berberstad.
De 77 m hoge minaret is opgetrokken uit roze steen en werd voltooid onder sultan Yacoub el- Mansour in 1199.
Kenmerkend is de juiste verhouding van de minaret: een breedte/hoogte verhouding van 1/5.
Vier koperen bollen, ook in sterk geometrische verhoudingen, bekronen de lichtkoepel.
De onderste is klein en vanaf de grond niet te zien. De tweede heeft een diameter van 2 m. De derde en vierde zijn respectievelijk de helft en driekwart kleiner dan de tweede.
Volgens de legende zouden de bollen van puur goud zijn, gemaakt uit de sieraden van de echtgenote van Yacoub el- Mansour. Dit als boetedoening omdat zij het vasten tijdens de ramadan drie uur had onderbroken...
Voorheen was in 1147 hier reeds een moskee gebouwd, maar deze werd afgebroken... omdat zijn qibla foutief was.
Rechts van de huidige moskee zijn de oude fundamenten nog te zien.
"Chez Ali"
Wens je 'een avondje uit' met een aantal typisch Marokkaanse elementen: een avondmaal in een kaïd tent, een spetterende "fantasia", folkloristische dansen en kledij... dan is een bezoek aan "Chez Ali" een goede keuze...
De fantasia is een soort spiegelgevecht dat de traditionele krijg nabootst: een aantal gewapende ruiters komen in razende galop aangesneld, waarbij zij zich klein maken in het zadel. Dan gaan zij in de stijgbeugels staan, nemen de strijdhouding aan en vuren allen gelijk hun geweren af... het moet als één schot klinken!
Reeds in de 10de eeuw v.C. hebben Berberse vissers zich komen vestigen op de heuvel ten Z van de stad. De vondst van een Romeins galeischip voor de kust bewijst dat de Romeinen rond 15 v.C. deze stad aandeden.
In de 7de eeuw n.C. vestigden Berbers zich in de ganse vruchtbare vlakte en stichten er een eigen koninkrijk en kozen Anfa (heuvel) als hun hoofdstad.
Nadat de stad in 1068 was verwoest werd ze in de 14de eeuw weer opgebouwd, inclusief een medresse waardoor de islamitisering was begonnen.
In 1468 werd de stad door de Portugezen platgebrand en door hen 100 jaar later weer opgebouwd. Na de aardbeving van 1755 verlieten zij de stad.
In 1770 werd de stad en een moskee herbouwd en kreeg de Arabische naam Dar el- Beïda (huis van de witte vrouw). Na 1781 werd het gebruik van de Spaanse naam Casa Blanca (wit huis) vrij algemeen.
Na 1912, onder Frans protectoraat, werd de stad en de haven verder uitgebouwd en verfraaid. Getuige hiervan de mooie art deco voorgevels die er nog te zien zijn.
Casablanca werd de economische hoofdstad en is huidig de grootste agglomeratie van Marokko.
De Hassan II moskeeKoning Hassan II gaf opdracht tot de bouw van deze moskee die "in het uiterste Westen van de islamitische wereld een symbolische waarde moet zijn voor Noord- Afrika zoals het Vrijheidsbeeld dat is voor Noord- Amerika".
In 1980 begon de bouw van de moskee op een schiereiland voor de kust.
Ontwerper was de Franse architect Michel Pinceau.
De moskee werd in 1993 voltooid
De wanden zijn bedekt met fijn geciseleerde pleisterkalk en mozaïekwerk. Het gebouw rust op granieten zuilen met prachtige kapitelen.
Het dak bevat een aantal bewerkte cederhouten koepels. Het geheel omvat een oppervlakte van 20.000 m². De minaret is 200 m hoog en een 35 km ver zichtbare laserstraal geeft de kibla aan.
De gebedsruimte kan 25.000 gelovigen bevatten en op het voorplein kunnen zich nog eens 80.000 pelgrims verzamelen. De helft van de financiering werd gedragen door een nationale heffing.
In 1912, na de ondertekening van het protectoraatsverdrag in Fès, werd Rabat de hoofdstad van Marokko. Het was generaal Lyautey, de eerste resident- generaal, die zich in Rabat vestigde en er meteen nieuwe wijken liet bouwen. Hij had daarbij de volledige scheiding van de Europese en van de oude wijken voor ogen.
Door de onafhankelijkheid van Marokko in 1956 werd Rabat automatisch de definitieve hoofdstad.
Paleis van koning Mohammed VI
Het paleis dateert van 1864.
Tegenover het paleis staat de Mohammed V universiteit met bijna 20.000 studenten.
De Chellah, necropolis van de Mariniden
Deze dodenstad staat op de plek waar in de Romeinse oudheid de stad Sala lag.
Deze welvarende stad werd in de 9de eeuw verlaten, waarna de bouwwerken tot ruïnes zijn vervallen.
In de 14de eeuw stichtten de Mariniden er een groot kerkhof. De necropolis werd verwoest in 1755 door de aardbeving. Het gebied is heden begroeid met een weelderige vegetatie van palmen, hibiscus, banaan- en vijgenbomen.
In het Mariniden heiligdom staat de 13de eeuwse Abou Youssef moskee, genoemd naar de eerste sultan die in de Chellah begraven ligt. Verder zijn er nog slechts ruïnes van de zaouia waar volgens de legende Mohammed heeft gebeden.
In de schaduw van de bomen ligt de "Bron van de heilige palingen": hierin leven witte palingen die steriliteit zouden kunnen genezen!
De Hassan toren
In 1196 werd begonnen met de bouw van de Hassan- moskee.
Sultan Yacoub el- Mansour ("de Overwinnaar") wou er een van de grootste moskeeën van de Islamitische wereld van maken.
Na zijn dood in 1199 bleef het bouwwerk echter onvoltooid: de minaret had 80 m hoog moeten worden.
Huidig is de toren slechts 44 m hoog en omgeven door een plein met de resten van 200 zuilen: in 1755 werd het geheel namelijk verwoest door de aardbeving.
In de 14de eeuw kreeg het gebouw de naam Hassan (Goedheid).
Het Mausoleum
Het mausoleum staat tegenover de Hassan toren.
Het werd gebouwd in tussen 1961 en 1969 door de Vietnamese architect Vo Toan als een huldebetoon aan de sultan die in 1956 Marokko de onafhankelijkheid bracht
De sarcofaag in onyx is zo gepolijst dat het lijkt alsof het op een turkooizen wateroppervlak drijft.
Dag en nacht wisselen theologen elkaar af om vlak bij de sarcofaag hardop uit de koran te lezen.
In een andere hoek van de zaal ligt het graf van de zoon van Mohammed V.
De twaalfzijdige koepel is samengesteld uit gebeeldhouwd mahoniehout.
Onder de koepel hangt een kroonluchter met een diameter van 2,3 m en weegt 1,5 ton.
Oudaïa Kasba
In het noorden van de Medina kan je niet naast de Oudaïa Kasba kijken. Deze ommuurde vesting werd gesticht in de twaalfde eeuw. De constructie moest de stad beschermen tegen aanvallen. Je kan het versterkte fort binnentreden via de grote of de kleine poort in de stadsmuren.
Eens binnen tref je aan je rechterkant het Oudaïa museum aan. Je kan hier een aardige collectie sieraden, aardewerk en tapijten bezichtigen. In het verlengde van dit museum ligt de Andalusische tuin. Wie in deze buurt is, moet beslist eens langsgaan in het charmante café maure. Tijdens een wandeling zullen de wit-blauwe huisjes ongetwijfeld je aandacht trekken.
Nabij Moulay Idriss liggen de overblijfselen van de stad die gesticht
is in de pré- Romeinse tijd. Destijds was Volubilis een van de hoofdsteden van
Juba II in Mauretania en zeer welvarend. Eind 3de eeuw namen Berberstammen de
stad onder bezetting tot in de 8ste eeuw. In 789 werd Idriss I benoemd tot imam
van de stad.
Tijdens de aardbeving van 1755 werd de stad volledig verwoest.
Naast de basiliek, het forum en de triomfboog zijn het voornamelijk de
mozaïekvloeren van de woningen die zéér mooi zijn en nog in goede staat.
Wegens het aanwezige stof zijn de rijke kleurschakeringen niet zo goed te zien:
een weinig water over een stukje vloer laat echter de rijkdom oplichten...wij hadden geluk het regend.
Meknès
Deze stad is prachtig gelegen op een heuvel aan de wadi Bou
Fekrane in de vruchtbare vlakte van de Saïs.
Het was de hoofdstad van Moulay Ismaïl, een tijdgenoot van Lodewijk XIV.
Moulay Ismaïl, de sultan van de Alaouïten dynastie, liet in 1672 de oude
Mariniden- kasba en een deel van de oude stad afbreken en richtte de
stadsmuur met omringende poorten op.
Bovendien een aantal moskeeën, kasba's, voorraadschuren en
paardenstallen.
Door de aardbeving van 1755 kende Meknès een groot verval.
Rond 1920, onder Frans protectoraat, werden het oude deel en de moderne stad
herbouwd.
Het Mausoleum van Moulay Ismaïl
het plafond is van prachtig bewerkt cederhout en in de graftombe van hem en
zijn vrouw staan twee grote klokken. Deze waren een geschenk van de zonnekoning
Lodewijk XIV. Het 'zonnesymbool' is op diverse plaatsen terug te vinden in de
versieringen.
De voorraadschuren
hierin bevond zich een volume aan voedsel dat voldoende moest zijn voor de
ganse stad en dit voor een periode van 20 jaar!... meters dikke muren en een
doordacht ventilatiesysteem zorgde voor een afdoende bescherming.
De paardenstallen
deze ruimte was voldoende groot voor de 12.000 paarden van de sultan!
De omwalling van Meknès is 40
km lang en drie muren breed. Ze omvat drie monumentale
poorten:
Bab Berdaïne, gebouwd in de 17de eeuw, in opdracht van Moulay Ismaïl.
Naast de poort staan twee vierkanten bastions versierd met groene faience
tegels. Binnen de poort (N ingang van de medina) staat de Berdaine moskee. Bab el- Khemis is de belangrijkste toegangspoort tot de stad en de mellach,
eveneens uit de 17de eeuw.
Tenslotte Bab Mansour, een van de mooiste poorten van Marokko. Ook deze
is gebouwd in opdracht van Moulay Ismaïl en wel door een christen architect die
tot de islam was bekeerd. De zigzag doorgang door de poort was een extra
barrière voor de aanvallers van de stad!
De stad Fès is de oudste keizerstad van Marokko.
Ze is niet alleen een bekend productiecentrum voor de kunstnijverheid, maar ook
de religieuze, intellectuele en artistieke hoofdstad van het land. Deze stad
wordt ook wel "het Athene van Afrika" genoemd, deels omdat ze een
universiteit heeft die vroeger werd gesticht dan de Sorbonne van Parijs.
Fès werd gesticht door Idriss I in het jaar 789.
De stad is onderverdeeld in twee delen:
- Fès el- Jedid of het nieuwe Fès en
- Fès el- Bali, het oude Fès.
Fès el- Bali
De medina
Deze ligt achter de grote toegangspoort uit de 13de eeuw.
De poort is aan één zijde versierd met blauwe (de kleur van Fès) geëmailleerde
faiencetegels en aan de andere zijde met groene (de kleur van de Islam) tegels.
Doorheen de poort is links de Karaouine moskee te zien en rechts de zaouia
van Moulay Idriss II.
De medina is door de Unesco uitgeroepen tot cultureel erfgoed van de
mensheid. Je kan er best verdwalen: ze bevat meer dan 1000 doodlopende
straatjes!
De smalle straatjes bieden enkel doorgang aan ezels voor het vervoer van
goederen. Het geroep van "ballach!" ("opgepast!") is dan
ook niet uit de lucht.
Ambachten
In en rond de soek kun je in Fès zéér goed de verschillende
artisanale ambachten bekijken:
links boven: het 'bewerken' van keramiek mozaïek tegels door met een
speciale hamer stukjes email weg te kappen om zodoende een mooi geometrisch
patroon te verkrijgen. Deze techniek noemt men "zellige".
Aardewerk siervoorwerpen worden, op een witte geëmailleerde ondergrond,
verder 'beschilderd' met de zo typische kobaltblauwe kleur van Fès.
De leerlooierswijk
Dit 'beeld' is zowat overal ter wereld bekend... en toch wordt deze
activiteit niet enkel toegepast in Fès! Het doel van leerlooien is om een
dierenhuid soepel en bestand tegen bederf te maken.
Het proces verloopt als volgt:
huiden van schapen,
geiten, runderen en dromedarissen worden eerst onthaard en ontvleesd
daarna in een kalkbad
ontkalkt en geweekt (voor de soepelheid) en gepikkeld in water met
zwavelzuur of zeezout
dan komt het echte
looien in stenen of houten kuipen met natuurlijke of chemische looistoffen
en drogen, daarna de zeemlooiing (om de vezels soepeler te maken) in een
vette oplossing
de huiden worden
daarna afgekrabd, gewalst en geschuurd (voor de glans)
dan komt het verven
met plantaardige stoffen en een beitsmiddel (om de kleur te fixeren)
tenslotte worden de
huiden gedroogd op gras of stro...
De medresse El- Attarine en de moskee van Karaouine
Deze medresse is de mooiste van Fès, ondanks zijn kleine afmetingen.
Ze is gebouwd in de 14de eeuw. De open binnenplaats is omgeven door prachtig
gesculpteerd cederhouten afdak en vensters, de wanden en zuilen uit marmer en
albast zijn rijkelijk versierd met kalligrafisch en geometrische motieven met
onderaan de mozaïek tegels.
De moskee (verboden voor niet- moslims!) is ingewijd in 933 als
vrijdagmoskee en verder afgewerkt in 1135. Veertien deuren leiden naar de
gebedsruimte, die uit zestien schepen bestaat. Het dak rust op 270 zuilen! Op
de grote binnenplaats met een bron en groot waterbekken voor de rituele wassing
staan twee paviljoenen met marmeren zuilen. Deze zijn een imitatie van het
Alhambra van Granada. Bovendien is hier het oudste centrum voor religieus
onderwijs gevestigd. Het is een van de grootste van de maghreb.
Fès el- Jedid
De moderne (nieuwe) stad is gebouwd tijdens het protectoraat.
Ze is gebouwd met een regelmatig stratenplan, maar mist elke charme.
Hier bevindt zich het koninklijk paleis (Dar el- Makhzen).
Het is niet voor het publiek toegankelijk en diende vroeger als paleis van de
sultan en voor zijn troepen.
Ook de mellach bevindt zich hier die overigens de grootste is van
Marokko.
Erfoud is één van de belangrijkste oases van Marokko.
Het water, dat zorgt voor de bevloeiing, is afkomstig van de wadi Ziz en
de wadi Rehris. De dadel is het symbool van de Tafilalet en elk jaar
wordt in oktober een groot dadelfeest gehouden in Erfoud.
In de streek rond Erfoud staan wel één miljoen palmbomen.
Vanuit Erfoud worden excursies georganiseerd naar de grote zandduinen van de
Sahara.