een van zijn dagelijkse plichten is het plegen van gedichten zodra hij achter zijn kompjoeter kruipt wacht hij tot zijn muze hem besluipt maar bij gebrek aan inspiratie doet hij het met transpiratie en dan kakelt hij orakelt hij vanuit zijn ivoren toren hoe het met zijn navel gaat of hoe het staat met zijn prostaat
edoch het valt te vrezen dat slechts weinigen hem lezen en daarom worden dichters zelden rijk van hun rijmelend gezeik
|