Dré werd geboren op 30 juni 1951 in de Gerard Doustraat in de Amsterdamse pijp.Hij groeit op in een niet al te bemiddeld arm gezin bestaande uit  kinderen, 4broers en 1 zus.De familie Hazes woonde letterlijk in een woning op drie hoog achter.Wanneer André op Bevrijdingsdag 1959 staat te zingen op de Albert Cuyp, wordt hij ontdekt door Johnny Kraaykamp. Niet veel later maakt de dan achtjarige André zijn TV-debuut in de allereerste Weekendshow van Johnny & Rijk. Samen met Kraaykamp zingt hij het duet Droomschip. Hoewel het daarbij blijft, heeft de kleine André zijn passie gevonden. In de jaren die volgen brengt André het spreekwoord twaalf ambachten, dertien ongelukken in de praktijk “Ik ging vroeg het huis uit ik heb van alles gedaan. Gevaren, bloemenbesteller, schoorsteenveger, slagersknecht, fietsenmaker, grondwerker, bouwvakker, sloper, marktkoopman en discjockey. Maar het allermooiste vond ik de horeca. Kelneren heb ik geleerd in een zaak aan de Nassaukade. Daarna werd ik barkeeper in De Krommert. Mooie tijden. Er hing daar een microfoon achter de bar. Als het effetjes druk was, pakte ik dat ding en zong ik van alles en nog wat.”
              
André’s passie blijft niet onopgemerkt. Heel Amsterdam kent ‘de zingende barkeeper’. Eind 1976 schrijft hij de tekst van Eeuwige Kerst. Op aandringen van Willy Alberti neemt André dit kerstliedje zelf op en scoort er vervolgens zijn eerste grote hit mee. Een album volgt maar André voelt zich niet gelukkig met het voor hem uitgekozen repertoire. “Ik moest een Nederlandstalige versie van Little Drummer Boy zingen. 1k woog toen 130 kilo! Hou op, hou op! Ik vond het helemaal niks, had genoeg van die pleurishandel...” André keert terug in de horeca. Pas in 1979 krijgt zijn zangcarrière een passend vervolg wanneer hij een platencontract krijgt aangeboden bij EMI. André wordt gekoppeld aan de jonge producer Tim Griek die al gauw zijn beste vriend wordt “Ik had een carnavalsliedje geschreven, iets van Bier, Bier, Een Glaasje Bier. Dat zou eigenlijk mijn eerste single bij EMI worden. Word ik voorgesteld aan ene Tim Griek. Zegt die gozer meteen: ‘ik heb een klotenmededeling voor je, je plaatje komt niet uit’. Ik zeg ‘hoe dat zo?’. ‘Nou, als je dat doet, word ik nooit je producer. Ik wil levenspop met je maken’. Ik was volkomen overdonderd. Achterafbekeken had Tim natuurlijk helemaal gelijk. Ja, hij was een echte gabber van mij. We deden alles met elkaar behalve naar bed gaan. Ik mis hem nog steeds” Met Griek neemt André de single ‘n Vriend op. Het liedje wordt een grote hit waarna de Hazesgekte in alle hevigheid toeslaat. Heel Nederland zingt mee met hits als ‘n Beetje Verliefd, Zeg Maar Niets Meer en Diep In Mijn Hart. De zanger krijgt nauwelijks meer rust.

“Het ging allemaal zo snel. Vijftien, twintig keer in de week optreden. Radio, TV, krant., toestanden, elke dag weer. Ja, wat moet ik nog meer vertellen. Alles wat ik sindsdien heb uitgebracht is goud geworden. Steeds weer opnieuw. Of ik een verklaring heb voor al dat succes? Ik zou het echt niet weten. Geen flauw idee, eerlijk waar. Ik ga me daar ook niet in verdiepen. Ik probeer het succes zo lang mogelijk vast te houden.”

Het succes verlaat hem nooit. Bij alles wat hij doet is succes zijn vaste maat. Zo is André te zien in verschillende succesvolle TV-comedies, zingt hij duetten met Herman Brood en Paul de Leeuw en deelt hij mee in de successen van het Nederlandse voetbalelftal. André’s voetbalhits Wij Houden Van Oranje en Oranje Bovenaan worden uit volle borst meegezongen, zoals in 2000 nog bleek in de Amsterdam ArenA waar hij optrad voor de erewedstrijd Het Oranje Van De Eeuw. Daarnaast treedt André regelmatig - en dodelijk nerveus - op in het Amsterdamse Concertgebouw en Ahoy’ Rofterdam. Dat z’n privé sores vaak breed worden uitgemeten in de media, kan André nauwelijks meer deren. “Ja, ik heb genoeg meegemaakt. Maar zo’n scheiding of een biertje teveel, ach dat zijn allemaal van die betrekkelijke dingen. In Nederland maken we ons daar veel te druk om. Dat is de grootste stommiteit die je kunt begaan, je druk maken om een ander. Kijk vanavond krijg jij pijn in je hoofd. En als je morgen naar de dokter gaat, dan stuurt hij je door naar het ziekenhuis. Daar zeggen ze dan dat je nog een maand hebt te leven. En dan? Dan moet je toch kunnen zeggen ‘ik heb geleefd’. Ja toch? Een kennis van me is arts in het Dijkzigt. Die zegt ‘Dré, ik ga je niet vertellen dat je niet mag roken. Ik ga je ook niet vertellen dat je niet mag drinken. Zorg alleen dat je voldoende vitaminen naar binnen krijgt want morgen ben jij misschien aan de beurt’. Die man heeft gewoon gelijk” Over de in 2000 uitgebrachte film over zijn leven, “Zij gelooft in mij”: “Kijk. ik had niet verwacht dat de film zo succesvol zou zijn. Eigenlijk had ik er zelfs een paar scenes uit willen halen. Ik bedoel, ik sta daar toch in m’n blote kont! Ja, ik vond dat ik te zielig overkwam. In werkelijkheid ben ik een stuk vrolijker. Maar ik moet eerlijk bekennen dat John Appel goed werk heeft geleverd. Dus voor mij geldt: schoenmaker blijf bij je leest. De film heeft mij zoveel goede pers opgeleverd. Een gekkenhuis gewoon! 1k kreeg zelfs positieve reacties van mensen die normaal niks van me moeten hebben...” Zijn laatste, door John van de Ven en Jacques Verburgt geproduceerde album Want Ik Hou Van Jou telt veertien tracks, waaronder titels als De Koning Van ‘t Plein, Eenzaam Zonder Jou, Vakantie Van De Eeuw en Voor Altijd Bij Jou, een bewerking van de countryklassieker Together Again van Buck Owens en bekend in hituitvoeringen van onder anderen Ray Charles en Emmylou Harris. “Geluk is voor iedereen anders. Maar het is onmisbaar. Ik ben een emotionele lul. Het komt allemaal recht uit m’n hart. Ik kan gewoon niet anders. Kijk, ik ben maar een gewone volkse jongen. Altijd geweest en altijd gebleven.”