Komt een jongen bij de pastoor.
Pastoor, ik heb een zonde begaan
Nou ik heb een meisje mee naar huis genomen
Maar dat is toch geen zonde? Zegt de pastoor.
Maar daarna zijn we naar boven gegaan.
Maar dat is ook nog geen zonde
En toen kleden we ons uit en zijn we op bed gaan liggen
Nou dat is nog steeds geen zonde Zegt de pastoor.
Dus het jongetje gaat nog even verder: En toen kwam mijn vader binnen
Ach, dat is zonde. zegt de pastoor.
|