Ten tijde van Keizer Otto waren alle moederkerken van het Concilie van Tongeren, behalve drie kerken die in het bezit waren van de Kerk van Luik. In 908 na Chr. bekrachtigde Lodewijk, Koning van Lotheringen, de schenkingen gedaan aan de Kerk van Luik door zijn vader Koning Arnulph, zijn broer Koning Zwentibold en zijn nicht Abdis Gisla. Keizer Otto II, door het diploma van 8 der iden van januari 981, en de Heilige Hendrik, koning van Germanië, door het diploma van 1006, bekrachtigden het bezit van de schenkingen gedaan aan de Kerk van Luik door hun voorgangers Pepijn, Karel, Lotharius en Lodewijk, die reeds bekrachtigd waren door keizer Otto I. Tussen deze schenkingen gedaan aan de Kerk van Luik bevindt zich de kerk van Tongeren, die alzo uitsluitend onder het rechtsgebied van de Prinsbisschop komt te staan. Alde moederkerken van het Concilie van Tongeren, alzo in het bezit van de Prinsbisschoppen, werden vooral door de bisschoppen Erachus, Notger en Theodium geschonken aan de Kapittels van de collegiale kerken van Luik en Hoei en het klooste'r van St Laurens te Luik. Groot-Gelmen met Berlingen werd gegeven aan de collegiale Kerk van St Bartholimi (twee keuren voor Pasen 1079) De kapel van Klein-Gelmen en de kerk van Gelinden bleven het eigendom van de kerk van St Lambrecht, of van de Abt van OLV ad Fontes, of van de stad Luik. In het begin van de 13 de eeuw werd de Abt van OLV ad Fontes en de deken van St Lambrechtskerk verenigd in de persoon van Gantier de Chauveney. De ^prebenden van OLV ad Fontes kwamen zo naar de kathedrale kerk, waar ze dienden om het Kapittel van St Materne te stichten. Dit gebeurde met toestemming van Guy de Prénesse, apostolisch legaat, en door de zorgen van Gantier de Chauveney. In 1200 verminderde hij de prebenden van OLV ad Fontes tot 10 (cartulaire de St Lambert I p.121). In december 1203 geeft hij ze aan de kannuniken van St Materne ( car. de St Lambert I p. 135). De deken van de St Lambrechtskerk, die de rechten heeft van de abt van OLV ad Fontes, houdt voor zichzelf de 2/3 van het bezit van de kerk van Groot-Gelmen en geeft het overblijvende, met het bezit van de kerk van Gelinden, aan het kapittel van St Materne. In september 1223 bekrachtigde Hugo van Pierrepont de schenking van de kerk van Gelinden (Glennes), gedaan aan de kannuniken vn St Materne, door Jean d'Eppes, grootprovoost van abt van OLV (cart I p. 203.) "Ecclesiam de Glennes cum suis appendiciïs que de jure ablatie ad me tunc spectabat". Eveneens in 1223 bevestigde Simon van Bethel, Aartsdiaken van Haspengouw, deze schenking (cart I p. 201). Met de opbrengst van de kerk van Gelinden werd een elfde konnonikaat van St Materne gesticht. In het volgende jaar (1224) bevestigde Koenraad, bisschop van Porto en apostolisch legaat, de instellingen van de kannuniken van St Materne en hun prebenden, waarin begrepen zijn de kerken van Gelinden en van Villers-l'Eveque (cart I pag 209). Paus Honorius III bevestigde dezelfde bezittingen door "bulle van 16 november 1224" (cart I p. 200). De kerken van Groot-Gelmen en Gelinden bezaten elk een doopvont.
Ik ben Vanswegenoven René
Ik ben een man en woon in Gelinden (België) en mijn beroep is Bruggepensioneerd.
Ik ben geboren op 22/03/1947 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: erfgoed.