De Franse revolutie bracht een gans nieuwe staatsinrichting met zich mee. De plaats van Drossaerden, luitenanten, kwartieren en bannen werd ingenomen door Prefecten, onderprefecten, gouverneurs, commisarissen, departementen of provincies, arrondissementen en kantons. Het besluit van het "Comité de salut public" van 31 augustus 1795 verdeelde België in negen departementen of arrondissementen. Het vijfde arrondissement de la Meuse inférieure (Maastricht) had dertig kantons. Het veertiende kanton bestond uit : Vrijheers (onder Engelmanshoven) met Vrijheers, Engelmanshoven, Gelinden, Groot-Gelmen, Klein-Gelmen, Marline, Mettecoven, Gutshoven, Broekom, Hels, Veulen, Horpmaal, Opheers, Nerem en Rukkelingen. Op verzoek van de Volksvertegenwoordigers (12 november 1795) werd op 9 januari 1796 door de generale administratie van Maastricht, het kanton Vrijheers vervangen door het kanton Heers. Door het besluit van de consul van 9 januari 1802 werd het getal kantons en vredegerechten van 31 tot 25 veminderd en alzo ontstond het huidig kanton Sint-Truiden. Met de Franse Revolutie verdwijnen al de kapittels van de Collegiale Kerken en worden de parochies opnieuw zelfstandig opgericht. Het Kapittel van St Servaes en St Materne zijn niet langer meer de begevers van de pastorij van Gelinden. De pastoor wordt nu rechtstreeks benoemd en aangesteld door zijn Bisschop. Klein-Gelmen, dat tot de parochie Gelinden behoorde, wordt een zelfstandige parochie. Zodoende is er in Gelinden geen Kapelaan meer nodig. Samen met de vele landelijke kapellen en heiligdommen werd waarschijnlijk de kapel van St Jan van Marsnil verbeurd verklaard, afgebroken en het materiaal verkocht. Omdat er geen kapelaan meer is in Gelinden, werd het onderwijs gegeven door lekenonverwijzers. Mijn over-overgrootvader, Jan Thewis (uit de Thewiswinning van Ovelingen) was de eerste onderwijzer van Gelinden. Hij was afgestudeerd aan de Humaniora en Wijsbegeerte (Leuven) , en werd door de liberale gemeenteraad het onderwijzerschap aangeboden. Hij heeft school gehouden in Ida's huis op de Berg, waar later Victor Vanstapel gewoond heeft. Vervolgens in de dorpstraat, waar Julieke Drisque winkel hield, en later bij hem thuis in overbroek. Zijn huis werd door de gemeenschap dan ook "bij schoolmeesters" genoemd. Na zijn dood werd dit goed geërfd door de zuster van mijn grootvader, Maria Vanswegenoven, de echtgenote van Charel Bormans, bijgenaamd het "oud charelke".
Ik ben Vanswegenoven René
Ik ben een man en woon in Gelinden (België) en mijn beroep is Bruggepensioneerd.
Ik ben geboren op 22/03/1947 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: erfgoed.