De kinderen werd op het hart gedrukt dat ze geen knopen, haarspelden, enz, mochten oprapen op de openbare weg, want die waren daar gelegd om U te beheksen. Aan de zogenaamde "stichels" werd de nachtelijke wandelaar dikwijls door de heksen lastiggevallen. Ook de kruisbanen golden als gevaarlijke plekken, en daarom werden er Onze Lieve Here kruisen opgericht, ofwel Lieve Vrouwe beeldjes geplaatst. Opdat de heksen de mensen niet zouden schaden, moest men zich 's morgens en 's avonds en voor het werk met wijwater zegenen. Een heks kon men op verschillende manieren kennen. Ze was een oud, lelijk, boos, venijnig, geheimzinnigdoend wijf, die de macht bezat mens en dier te schaden. Zij stichtte onheil en bracht in het algemeen ongeluk. Sommige heksen waren met naam en toenaam gekend, door iedereen gevreesd en toch ontzien. Anderen werden door niemand verdacht en verrieden zich door iemand te beheksen. Mijn grootmoeder, Leonie Bergans, vertelde aan kinderen en kleinkinderen van de bedelheks van Mielen. Uit danbaarheid voor een milde aalmoes, bracht zij onheil over het huis en het gezin. Men mocht haar dus niets geven en doorzenden. Dan ging ze meestal grommend verder. O wee, de goedhartige buger die haar wilde helpen met een handgift. Als ze terug buiten ging, prees de heks de boerin om haar goeduitziend vet varken in de stal, terwijl ze het dier even aanraakte. Het varken zou naderhand levend verrotten alvorens te sterven. Een vrouw, welbekend, heeft de heks geholpen. Toen de heks weg was, begonnen de kinderen des huizes te schreien tot ze stierven. Na hun dood vond men een kroon van pluimenrozen in hun oorkussen. Een boer is toen met paard en kar, vol buurtkinderen, naar de Mindebroeders te St-Truiden gereden om de kinderen te laten overlezen. In de winter kwam de heks eens met natte voeten bedelen bij Aldegondis van Willekens. Het brave vrouwtje gaf haar kousen en klompen te leen. Nauwelijks was de heks buiten en Aldegondis werd ziek, kon niet meer eten of slapen. Ongerust wachtte ze dreigend de heks af om bij haar gesloten huisdeur, onder doodsbedreiging te doen "ontheksen". De oude heks grommelde een paar onverstaanbare woorden en de plaag vloog als een verlichting van de bedrukte vrouw weg. Grootmoeder was eens appelen aan het schillen en de kinderen speelden in huis. De heks verscheen en wilde binnenkomen. Dit kon niet want grootmoeder had een gewijde medaille onder de drempel van de deur verborgen. De heks vroeg dan een appel en een mes. Grootmoeder vroeg kwaad waarom ze dat nodig had. De heks wou aan de kinderen een stukje appel geven. De heks werd weggejaagd en grommend trok ze verder. Aan de kinderen werd gezegd nooit suikerbollen van vreemde, oude wijven aan te nemen. Ze moesten ze ontwijken en hun duimpje van de linkerhand in hun vuist sluiten. Zo had de heks geen macht over hen. Natuurlijk werd ook al eens een braaf oud vrouwtje voor heks gehouden. Op hun sterfbed hebben ze zich dikwijls verraden, want ze konden niet sterven vooraleer haar kunst door te geven aan haar dochters. Hoe en waardoor hadden de heksen de macht om onheil te stichten? Sommigen hadden die macht overgeërfd, anderen waren in de macht van de duivel omdat ze niet of slecht gedoopt waren. 's Nachts sliepen ze niet en moesten ze de manen en staarten van de paarden vlechten, en landbouwalaam en vooral kettingen verwarren en in bomen hangen. Ze konden met bolletjes aarde muizen maken en ze over de grond doen lopen.
Ik ben Vanswegenoven René
Ik ben een man en woon in Gelinden (België) en mijn beroep is Bruggepensioneerd.
Ik ben geboren op 22/03/1947 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: erfgoed.