Het verslag van onze Reis
op 22 - 06 -2008
Stipt om 8.15 uur vertrok de autobus gevuld met 28 enthousiaste leden en sympathisanten van de gymclub richting Limburg met een sympathieke chauffeur achter het stuur, genaamd “Snelle Eddy”, niet te verwarren met het typetje van Chris Van den Durpel.
Na een probleemloze tocht kwamen we omstreeks 9.45 uur aan op het marktplein van Bilzen.
Daar voegde zich ene Gunter uit Diepenbeek bij ons en na een gesmaakte koffie met “Bilzer beetjes” kwam, na enig wachten, onze gids bij ons. De wachttijd kon de pret niet bederven want de zon was van de partij en het beloofde een warme dag te worden.
Alice Van Heusden-Croeckx verstond de vertelkunst als geen één en spoedig hing iedereen aan haar lippen. Zo leerden we dat Bilzen eigenlijk komt van Beukenbilzen (cfr. Munsterbilzen en Eigenbilzen) en dat deze nederzetting zich een stad mocht noemen sinds 1170 na Christus. Later verloor ze dit voorrecht tot ze in 1967 weer een stad werd. Bilzen behoorde eerst tot het Graafschap Loon en later tot het Prinsbisdom Luik ! De Prinsbisschop was een wereldlijk èn een geestelijk heer.
Zoals elke Luikse stad was er een perron vóór het stadhuis (zoals ook Hasselt, Tongeren en Sint-Truiden) met zelfs een heuse schandpaal.
Particulariteit: Bilzen beschikt over een stadhuis én een gemeentehuis waar de administratieve zaken worden afgehandeld. Daar kunnen ook minder valide trouwers gemakkelijker toegang vinden, want de trappen het stadhuis hebben vele treden...
De rondleiding ging verder naar het Paviljoen van de Landcommandeur van Alden Biesen in rococostijl. Vele muziekinstrumenten sieren de zoldering. Dit kleine gebouw heeft een toeristische bestemming gekregen met zelfs een computer van waaruit men een e-mail kan versturen “met de groeten uit Bilzen”.
Verder gingen we langs de Demer die sinds kort gesaneerd is en trots als de Limburgers – wereldburgers – zijn noemen zij Bilzen het Venetië van Limburg. Dat was vroeger anders want de Demer was toen een open riool. In lang vervlogen tijdens gebruikten de vrouwen het water om hun was te spoelen, vandaar de vele bruggetjes en de connotatie met Venetië.
De Demer vormt de grens tussen Kempen (zandstreek) en Haspengouw (leemstreek).
De Brugstraat werd door de inwoners van Bilzen ironisch de “Drugsstraat” genoemd vanwege de vele jongeren die rondhingen in de cafés en experimenteerden met geestesverruimende spullen. Dit is nu verleden tijd en verder ging de wandeling naar het Vredegerecht met daarnaast de gebouwen van de Belastingen en het Kadaster. Een grote tweestammige boom, zo dicht mogelijk bij het Vredegerecht geplant, zorgde in de zomer (met de open ramen) voor een aparte geur die naar het schijnt de potentie verhoogt ! Het betreft de Gingko Biloba, een boom die nu vooral voorkomt in China en Japan en waarvan de bladeren gebruikt worden voor thee.
Onze gids wist ons ook wegwijs te maken in het plaatselijk dialect: zo is een “haaif” een knikker en worden de inwoners van Bilzen “Trottoirlopers” of “Babbelaars” genoemd omdat zij als eersten alle nieuwtjes voortvertelden met dezelfde mentaliteit als dorpsbewoners. Vele herbergen dragen dan ook de naam “Bemmeldoos” of “Babbelaar”, wat hetzelfde betekent.
Ondertussen kwamen we voorbij een mooi standbeeldje van een vrouw die een maliënkolder aan het spoelen is in de Demer in de buurt van het Begijnhof met een kapelletje in de gevel ingewerkt met daarin de H. Barbara met de toren of de mijnlamp. Hier, op deze plaats, werd in 1969 Jazz Bilzen opgericht door de hippies en de Flower Power vierde hoogtij. Zelfs Ike & Tina Turner hebben hier ooit opgetreden. Er was toen veel vandalisme en het festival is een stille dood gestorven. Het is nu vervangen door Terras Bilzen, maar met minder uitstraling dan in de jaren 60/70 van vorige eeuw.
De jeugd van Bilzen was evenwel progressiever dan hun leeftijdsgenoten in de streek. Dit was dankzij het contact met buitenlandse muzikanten en hun technische ploeg.
Een eindje verder kwamen we bij een standbeeld waarvan iedereen meteen het silhouet herkende. De bekendste inwoner van Bilzen is Kamiel Huysmans (1871-1968). Hij volgde als enige leerling les in de lokale gemeenteschool en werd daarom flink gepest (het scheldwoord “gemeenteklitse” getuigt daar nog van). Later studeerde hij Germaanse filologie in Luik en ging hij in de politiek, tot in Brussel en Antwerpen toe ! Misschien was zijn sympathie voor het socialisme te vinden in zijn moeilijke schooljaren.
Velen vergeten ook dat hij aan de basis lag van de vervlaamsing van de Universiteit van Gent. Hij bracht zelfs een gids uit die de toponomie van de straatnamen behandelde. Eerst stond zijn standbeeld met de rug gekeerd naar het socialistisch ziekenfonds “De Voorzorg” en met zijn gezicht naar de kerk. Later werd het standbeeld gedraaid. Kamiel Huysmans heeft gezorgd voor onderwijs, welstand en vrijheid.
Op naar de nabije Sint-Mauritius-kerk die tussen 1990 en 2000 werd gerestaureerd en terug hersteld in haar originele kleuren. Tijdens de opgravingen werd een kerk uit de 7de eeuw na Christus onder de huidige kerk gevonden met Romaanse en Gothische resten. Het is een Hallekerk (neo-gotische stijl) waarvan ook overblijfselen werden gevonden onder het kerkhof. De kerk heeft drie even brede en even hoge beuken, typisch voor de Hoogduitse stijl, waarvan er nog enkele kerken kunnen gevonden worden in West-Vlaanderen.
De kruisweg op doek geschilderd was prachtig. Vroeger was alles grijs maar nu terug hersteld in zijn oorspronkelijke kleuren. De altaarsteen, teruggevonden onder de grond, was een geschenk van de landcommandeur uit 1670. Het prachtige orgel uit Aken telt voorwaar 1700 pijpen. Onder het altaar werd een grafsteen gevonden van de familie Bocholtz.
Tegen die tijd was het al middag en tijd om verder te reizen met de autobus naar Rijkhoven (een deelgemeente en parochie van Bilzen) waar de landcommanderij van Alden Biesen zich eigenlijk bevindt. Zeven dreven komen hier samen vóór de hoofdingang waar het restaurant ligt. Op deze plek kan men de terrils (steenbergen) zien van Zwartberg/Winterslag en de elektriciteitscentrale van Langerlo. Het gebouw is opgericht in L-vorm en herbergde vroeger 12 arme mannen, vandaar de naam: Apostelhuis. Trouwens een schilderij van “Het Laatste Avondmaal” dat in het spijshuis hangt, herinnert daar nog aan.
Na een lekkere broodmaaltijd ging iedereen voldaan verder met de gids richting boomgaard. Deze telt 200 bomen met 160 verschillende kersenvariëteiten en is 8 hectare groot. Deze lindendreef ook wel “Maastrichterallee” genoemd (zoals in Nieuwenhove) heeft bomen uit Londerzeel die hier prachtig gedijen. Het zijn de Ridders van de Duitse (of Teutoonse) Orde die na de 3de Kruistocht deze landcommanderij hebben opgericht. Deze orde is te vergelijken met de Tempeliers of de Hospitaalridders (Orde van Malta), de Orde van Sint-Jan ofte Johannieters. Opgericht in 1220 verspreidde de Duitse Orde zich over heel Europa in verscheidene Commanderijen. Gedurende 600 jaar regeerden deze ridders-monniken. De orde werd na de Franse Revolutie (1789-1799) opgeheven. Het gebouw werd verkocht en kwam terecht in privé-handen tot in 1971 toen de Belgische Staat eigenaar werd. Een grote brand verwoestte grotendeels de prachtige gebouwen en het duurde 32 jaar om ze te restaureren.
De brand was zo hevig dat alle klokken smolten.
Het dient nu als cultureel, vormings- en congrescentrum van de Vlaamse Gemeenschap. Vele studenten van overal in Europa komen hier naar de Europaklassen.
Bilzen ligt in een dal waar er biezen (soort riet dat dient voor het stoelenvlechten) groeiden vanwege de vochtigheid. Biezen zijn inderdaad moerasplanten.
Even terug naar de Duitse Orde waarvan de leden leefden als monniken maar ook vele geschenken kregen zoals grond, kastelen en dit over een oppervlakte die zich uitstrekte van Diest tot de Rijn en van Nederland tot Luik. Ze leefden in kleine cellen met ruwe kleren en vastten vier dagen per week. In de 15de/16de eeuw was Alden Biesen een verzorgingsinstelling. Het was toen chique voor edelen om Norbertijn, kannunik, enz. te worden. Enige voorwaarden: ze moesten behoren tot het Roomse Rijk, van adel zijn sinds 16 kwartieren (ouders, grootouders, overgrootouders èn betovergrootouders), ze moesten gezond zijn en geen verborgen gebreken hebben en geen persoonlijke schulden en zo ja moesten die eerst vereffend worden. Vervolgens moesten ze 3 jaar militaire dienst vervullen.
De toenmalige oorlog werd tegen de Turken gestreden die aan de poorten van Wenen stonden te trappelen van ongeduld om Europa binnen te vallen. De Ridders van de Duitse Orde hadden als levensdoel: gehoorzaamheid, armoede en zuiverheid. Ze werden tot ridder geslagen in Alden Biesen (Bilzen) of Nieuwen Biesen (Maastricht). Hun kenteken was een zwart kruis op een witte achtergrond. Ze hadden 3 patroonheiligen: Onze-Lieve-Vrouw, Sint-Joris geflankeerd door de Aartsengel Michaël (op het schilderij van Gerard Decraeye uit Antwerpen) en de Heilige Elisabeth.
Regelmatig worden er orgelconcerten gehouden en op zondag 29 juni 2008 is er een concert met als thema muziek van de Duitse Orde op een orgel gebouwd in 1785 door de Gentenaar Van Peteghem. De commanderij bestaat uit boerderijen met voorburchten een koeientoren met stallen en een grote schuur, een bakhuis en kippen- en schaapstallen. Er werden destijds broden van 2 kilo uitgedeeld aan de armen met als voorwaarde dat ze de H. Mis moesten bijwonen. Spoedig raakte deze gewoonte in onbruik omdat bleek dat de harde broden aan de varkens werden gevoederd! Ondank is ’s werelds loon…
Momenteel werken er 25 mensen bij het administratief personeel van Alden Biesen en
er blijven nog 100 kastelen over in Zuid-Limburg.
De landcommandeur was de heer van de lucht (hij gaf toestemming om duiven en bijen te houden), heer van de grond (jachtverlof) en heer van het water (visvangst).
Zo leerden we ook dat het smal straatje tussen de smidshuizen en de voorburchten (hoeves) een “longitudinale as” genoemd wordt. En raad eens wat het lievelingsbier was van de landcommandeur ? Juist ja, Witte van Hoegaarden !
Even terug naar een vorige eigenaar van Alden Biesen: ene Willem Claes (geen familie van Willy Claes, die we toevallig in de coulissen zagen voor een repetitie van “Tosca” dat later die avond zou opgevoerd worden). Deze inwoner uit Hasselt werd eigenaar na de Franse Revolutie maar betaalde nooit belastingen tot 1815. Toen de Nederlanden het bewind voerden bleek dat hij 240.000 gulden schulden had. Via een tombola (de lotjes kostten 3 gulden) probeerde hij de mensen op te lichten. De periode van de tombola duurde van 1819 tot 1822.
Uiteindelijk verkocht hij 80.000 lotjes en werd de tombola officieel getrokken in Maastricht. Er waren 162 prijzen met als 1ste prijs het kasteel, 2de prijs de landerijen en verder 160 geldprijzen van 3 gulden ! Een schoenmaker uit Bilzen won het kasteel, doch merkte al vlug dat dit een “vergiftigd” geschenk was: notariskosten, onderhoudskosten, verwarming, enz.
Willem Claes gaf hem 3.000 gulden en kocht Alden Biesen over en zijn familie bleef eigenaar tot in 1971. Die dag in maart was het bitter koud en de laatste eigenaar gaf de opdracht de haarden aan te steken vanwege een hevige sneeuwstorm. Jammer genoeg waren de meeste schouwen verstopt met kraaiennesten en Armand Roeland du Vivier zag met lede ogen zijn eigendom in vlammen opgaan. De verkoop is niettemin toch doorgegaan. Het kasteel werd eigendom van de Belgische Staat en de Provincie Limburg kocht de 55 ha landerijen voor de som van 37,5 miljoen Belgische franken. De restauratiekosten zouden evenwel 1 miljoen BEF overschrijden.
Na nog een lesje ontvangen te hebben in de 4 kardinale deugden (een vrouw die een pilaar breekt beeldt de sterkte uit, een vrouw met een weegschaal de gerechtigheid, een vrouw met een spiegel de voorzichtigheid en een vrouw met water de matigheid) was het tijd voor nog een laatste glas.
We namen vervolgens afscheid van onze fantastische gids en vatten de terugtocht aan.
Omstreeks 17.30 uur zetten we weer voet aan grond in ons dierbaar Oudergem.
Verslaggever Michel
22-06-2008, 00:00 geschreven door Chantal
|