Mijn geschenk
Aan de mens wil ik schenken een stuk van wat hij verloor, Een lichaam, mijn bloed, mijn hart, mijn oog en mijn oor Mijn nier en mijn long, wanneer ik niet meer zijn zal, Wat na de laatste wake naamloos verdwijnen zal
Zo zal een deel aan mij onttrokken Ontsnapt aan het niets, om de mens betrokken In een vreemd lichaam herleven Als één vlees met mijn naaste verweven....
Zo blijft de ene in de andere leven Overheen de dood als grootste liefdedaad. Ik gaf op de dag van het laatste streven Als vrij geschenk dit brandend liefdezaad
Uit het broederschap, oude mensendroom, Ontsproot de schim dat alle mensenkinderen Slechts één vlees vormen de aardbol om, Samen één, met open hart, zonder minderen.
13.04.1991 J. M. Horemans (vrije vertaling
|