Na 15 jaar lang speur- en opsporingswerk betreffende het bevrijdingsgebeuren rondom Hechtel (Limburg), in september 1944, net 60 jaar geleden, brengt Gerard Wuyts nu, in eigen beheer, een lijvig en goed gestoffeerd boek uit. Als 14-jarige overleefde deze schrijver de zes bange, lange dagen en nachten in zijn door de Geallieerden omsingelde dorp. Zijn vader werd er, samen met tien andere gijzelaars, zonder één enkele reden terechtgesteld door Duitse Fallschirmjäger. De woning van de familie Wuyts ging, met have en goed, in twee opeenvolgende vuurhaarden geheel in de vlammen op. Een Duitse vrachtwagen, geladen met obussen, werd tegen het huis geplaatst, met benzine overgoten en in brand gestoken.
In totaal lieten 36 burgers het leven tijdens de gevechten, waarvan bewezen is dat minstens 22 onder hen werden vermoord. 124 huizen brandden uit en werden totaal vernield.
Wie waren die Duitse strijders en daders van dit alles? Tot welke divisie of regimenten behoorden zij? Wie waren hun oversten? Waarom moesten al die burgers sterven? En waarom al die brandhaarden? Wie was hiervoor verantwoordelijk? Wat deed de Engelse Onderzoekscommissie omtrent deze oorlogsmisdaden? En hoe verliep het Belgisch gerechtelijk onderzoek? Op al deze vragen geeft de schrijver van dit boek een duidelijk antwoord.
Vroeg of laat, had schrijver dezes destijds gezworen, zou hij op zoek gaan naar de daders van dit alles. Jarenlange opzoekingen, in binnen- en buitenland, brachten hem bij rechtstreekse getuigen van de feiten. Hij vond uiteindelijk ook de moordenaar van zijn vader en tien rampzalige lotgenoten, Heinz von Bursztini, weliswaar in een graf te Berlijn-Spandau.
|