Ik vroeg mijn moeder wanneer ik mocht geboren worden. Op 7 april zei zij. Ik wist niet goed welk jaar. Daar heb je je vader voor zei zij. Hij bepaald wanneer jij verwekt wordt en dan zullen we wel zien. Mijn oudste broer stak mij voor. Ik moest dus in de wachtrij. Dan kwam de verlossing. Het was in 1948. Ik zag het daglicht in Antwerpen. Geen slechte keuze want ik werd nog gevolgd door 7 broers en zusters die dezelfde vraag hadden gesteld aan dezelfde moeder en die ook de keuze hebben gemaakt om in Antwerpen geboren te worden. 9 Somersen van dezelfde moeder en vader waarvan ik de tweede in lijn was. Mijn vader was kooldrager en mijn moeder huisvrouw. Vader viel weg waardoor ik zeer vroeg aan het werk moest. Op 14 jarige leeftijd reeds. Niet getreurd, ik ben er ook geraakt hoor. Onze François, mijn oudste broer heeft dit leven reeds verlaten, ongewild maar kon niet kiezen. Het lot koos voor hem. ook hij verkoos om op jonge leeftijd uit werken te gaan hoewel hij een stengoede leerling was in de lagere school, net zoals ikzelf, maar ja. Mag ik morgen verder gaan met mijn familieverhaal? Hierbij een gedicht over mijn jeugdstraat.
De straat
de straat mijn jeugd mijn jeugdstraat is er nog
mijn jeugd lang vervlogen geleefd, beleefd in deze straat
niet veel veranderd deze toen rustige straat het ziekenhuis waar vader stierf staat er niet meer
drukte toegenomen ieder huis een auto het huis, mijn jeudhuis is er nog, wij niet meer
de dood, het leven rukte ons weg van deze straat dit mooie huis
H ier ben ik geboren I n Antwerpen onder de toren E igenlijk Borgerhoutenaar R onny noemde men mij daar O f ik mezelf dichter noem? N een, nog niet, nog geen roem Y eats achterna, te hoog gegrepen M aar ik haal nog wel mijn strepen U iteindelijk moet het lukken hoor S eniorennet helpt mij er misschien wel door