Vagekallen zat in de Lofoten en had geen vrouw. Hij kreeg maar weinig
respons van de dames op de zuidkust. Maar op een nacht waren de zeven
zusters weggelopen bij hun vader, de Suliskoning en dansten in al hun
pracht naakt in de fjord. Lekamoya (de Speelmaagd) was naar Tjotta
vertrokken om er "flatbrod" te bakken. Dit werd te veel voor Vagekallen.
Hij sprong op zijn paard en reed in volle galop zuidwaarts. De zeven
zusters vluchtten, achtevolgd door Vagekallen. Lekamoya hoorde het
lawaai en gooide haar deegrol, staaf en broodplank weg en begaf zich zo
snel mogelijk huiswaarts naar Leka. Toen werd de Paardman (Hestmannen)
wakker en schoot een pijl af naar het zuiden, maar Skarvagsgubben (de
Bronnoy-koning) zag dit en wierp zijn hoed ervoor. De pijl doorboorde de
hoed die in zee landde. Maar allen waren ze de zonsopgang vergeten en
toen de zon opkwam veranderden ze allemaal in steen.
Vagekallen in de Lofoten
Hestmannen op zijn paard en goed bewaakt door de Rodoy-leeuw
De Zeven Zusters bij Alsten
De Hoed van de Bronnoy-Koning is nu de "Torghatten " met het gat erin
In de vroege ochtend is het genieten van een prachtige zonsopgang.
In de verte zien we de Svartisen Gletsjer (de Zwarte Gletsjer). Dit is op een na de grootste gletsjer van Noorwegen. De hoogste punten in het hart van de gletsjer steken 1500 m boven de zeespiegel uit.
We ontmoeten de MS Trollfjord die naar het noorden vaart.
Onderweg naar Nesna varen we voorbij de "Hestmannen"
Om 9u30 bereiken we de Poolcirkel, die de grens vormt met het land van de Middernachtzon. Het is de onzichtbare cirkel rond de aardbol op 66°33' noorderbreedte, die het zuidelijkste punt aanduidt waar de Middernachtzon op Midzomernacht 24 uur per dag schijnt. Wetenschappers hebben nauwkeurig uitgerekend waar het "zonnewendepunt" zich bevindt op 21 juni en 21 december. Om dit evenement te vieren worden we later op de dag vergast op een receptie met "levertraan".
Tegen 11 u bereiken we Nesna een idyllische handelsnederzetting.
Nu richten we de steven naar Sandnessjoen. Het is, door het groot aantal veerboten, een zeer bedrijvige haven. Een wandeling in het levendige stadje is zeker de moeite waard. Er staan tientallen beelden langs de straten.
Kort na het vertrek uit Sandnessjoen bewonderen we "De syv sostre" (de zeven zusters). In de volksverhalen veranderen de trollen in steen als ze zich niet verborgen voor de zon opkwam. Zo gebeurde het ook met de zeven mooie zusters. Maar als bergen zijn ze zeker even mooi. De hoogte varieert tussen de 910 m en 1072 m.
Aan de zuidpunt van het eiland Alsten staat de Alstahaug-kerk uit de 12e eeuw. Hier werd de dichter Petter Dass (Dundas) in 1689 tot priester gewijd. Naast een bedrijf van vrachtschepen is hij in de eerste plaats als dichter beroemd geworden. Zijn gedenksteen staat op de kaap ten noorden van de kerk.
Even na 16 bereiken we Bronnoysund. De 55O m lange brug loopt over de Bronnoy-zeeëngte en via een 8 km lange weg naar de voet van de berg "Torghatten".
Maar wij zien de berg vanop zee. Het gat is 160 m lang, 25 à 30 m hoog en 12 à 15 breed.
Ik kom voorbij de Gamle Bybru (Houten Brug) van waar ik een mooi zicht heb op Bryggen (de oude haven).
Met een steile klim bereik ik Kristiansten Festning, en kom zelfs voorbij een FIETSLIFT !!!.
Van hierboven heb ik een prachtig panorama van de stad.
Na nog verderen wandelen door de stad bereik ik terug de haven, waar de MS LOFOTEN aan de kade ligt (prettig weerzien).
Rond 10 u verlaten we Trondheim, en varen langs Munkholmen (het Monniken-eiland). Het klooster uit de Middeleeuwen is afgebrand. Vandaag is Munkholmen een plaats waar men bij mooi weer naar toe komt om te zwemmen en zich te ontspannen.
We varen langs de Stabben-vuurtoren die de schepen veilig naar de haven van Floro moet loodsen. Maar ook zijn esthetische kwaliteiten mogen er zijn.
Om 7u45 bereiken we Floro een relatief jonge stad.
Dan gaat het verder naar Bergen, eindpunt van de Hurtigruten. De Noorse kust beschikt over een groot aantal stenen navigatiebakens ten behoeve van de zeevaarders. Alden (hier op de foto) heeft in de loop der tijden zijn nut ruimschoots bewezen. Het is een stenen zuil, 481 m boven de zeespiegel en kreeg van de vissers namen zoals "het Noorse paard", "de Noorse leeuw" of "de blauwe man".
Dan varen we door de Steinsundet (de Steen-zeeëngte). Nu moet de kapitein goed mikken op de vaargeul door de Solund/Sula-eilandengroep.
Bij het binnenvaren van de haven heb ik een mooi zicht op de stad en de Floi-Banen, een kabelbaan naar een van de heuvels rond de stad.
In de Middeleeuwen was Bergen de hoofdstad van de Noorse Natie, die zich uitstrekte van Ierland, de Orkney-eilanden, Shetland en de Faroer-eilanden tot Ijsland en Groenland. De stad was ook het middelpunt van het levendige noordelijke handelsimperium van de Hanze.
Het centrum is omringd door 7 bergen. De bekendste zijn de Floien, die men bereikt met de Floibanen (een kabelspoorbaan) en de Ulriken.
Ik wordt er opgewacht door mijn dochter Hilde en vriend Philippe, die een vakantietocht in Noorwegen achter de rug hebben. Wij bezoeken samen "Bryggen" (de oude haven), rijden naar Floyen, hoog boven Bergen en genieten er van een fantastisch panorama.
De Nordkapp aan de kade in Bergen
We wandelen terug naar de stad en komen door het oudere stadsdeel.