De aarde is begonnen als een wervelede gaswolk waaruit een dichte stofbol ontstond.Deze trok samen tot een withete,vloeibare bal.In de loop van eonen koelde een dunnelaag van dit vloeibare materiaal,magma,af tot een korst.De dikte van de korst is te verglijken met die van een schil om een appel.Binnen de korst blijft het hete,vloeibare magma,dat rijk is aan mineralen,koken en bruisen en nieuwe kristallen vormen.Sommige kristallen,zoals kwarts,onstaan uit de gloeiende hete gassen en vloeibare mineralen in het midden van de aarde en stijgen naar het opervlak.Wanneer gassen door de korst dringen en vast gesteente tegenkomen,koelen ze af en condenseren ze- een proces dat eonen kan duren,maar ook snel en onstuimig kan verlopen.Als het proces relatief traag is geweest of als het kristal in een gasbel groeit,kunnen er grote kristallen onstaan.Stopt het proces en begint het opnieuw,dan kunnen er fantoomkristallen of zelfgenezende kristallen onstaan.Is het proces uitzonderlijk snel,dan wordt er een glasachtige stof gevormd,zoals obsidaan,inplaats van kristallen.Kristallen zoals aventurien of peridot ontstaan bij hoge temperaturen uit vloeibaar magma.Andere,zoals topaas en toermalijn,worden gevormd wanneer gassen in nabije gesteenten binnendringen.Weer andere vormen ontstaan wanneer magma zodanig afkoelt dat waterdamp tot vloeistof condenseert.De mineraalrijke oplossing die zo ontstaat,levert kristallen op zoals aragoniet en kunziet.Als de oplossing in de barsten van omliggende gesteente binnendringt,kan ze heel langzaam afkoelen en kunnen zich grote kristallen en geoden als chalcedon en amethist afzetten.Kristallen zoals granaat worden diep in de aarde gevormd wanneer mineralen smelten en onder inmense druk en ontzagelijk hitte opnieuw kristaliseren.Deze metamorfische kristallen hebben een chemische wijziging ondergaan die de oorspronkelijke structuur heeft hervormd.afzettingskristallen,zoals calciet,onstaan uit een erosieproces.Stenen aan de de oppervlakte worden afgebroken en gemineraliseerd water dat door stenen druipt of een stroompje vormt,zet verweerd materiaal als nieuwe kristallen af of de mineralen klitten aan elkaar.Dergelijke kristallen zijn vaak zachter van textuur.Kristallen worden vaak gevonden wanneer ze nog gehecht zijn aan de basis waarop ze zijn gevormd of als conglomeraat aaneen zijn geklikt.Zo'n vaste basis noemen we een matrix. |