Wie schrijft die blijft een kort gedicht aan jou of mij gericht bericht bestemd voor jou Weet je wat ik zeggen wou? Ik schrijf Ik blijf een kortgedicht van wat mij nauw aan 't harte ligt Ik schrijf en blijf een kort gedicht Het is oprecht aan jou gericht Met woorden toont men een gezicht van ziel een schuwe schicht
Ik een druppel en U de stroom die enkel naar Uw eigen zee wil vloeien Ik één druppel van de zee Ik als druppel Tel ik mee?
Ik een blad en U de boom die enkel in Uw woud wil bloeien Nog minder dan een blad in 't woud ben ik Tel ik mee?
Ik een woord en U de zin die niet één enkel boek kan boeien Ik een woord maar Tel ik mee?
Waarom
Waarom - waarom - waarom Klinkt mijn vraag bij jou zo dom? Is't omdat jij slimmer bent en op alles 't antwoord kent? Is 't omdat ik dommer ben of je graag met vraag verwen?
Waarom - waarom - waarom stel ik deze vraag aan jou? Vind ik zelf het antwoord niet of doe ik jou niet graag verdriet? Toe, vooruit... wel antwoord nou ... Waarom zo stom Waarom
VER-DICHT
Soms als ik dichtbij ben ben jij heel ver van mij
Soms als ik ver weg ben ben jij heel dicht bij mij
Soms als jij dichtbij bent ben ik ook dicht bij jou
Soms als jij ver weg bent ben ik nog dicht bij jou
Soms zijn wij tezamen dichtbij ver weg ik-jij
LOPEN
Ik loop de doemnis uit mijn kop Ik loop mijzelf voorbij Ik loop Een hete adem achter mij hijgt in mijn nek volop Ik loop En vele ogen boren door mijn hart dat zich verklopt Ik loop al dringen vele stemmen voor mijn geest die nimmer stopt om mij voorbij te lopen terwijl Ik loop In rechte lijnen leidt de weg waarop ik lijd al lopend laat ik alles achter mij Ik loop en keer het getij
GRAF
Zwarte raven witte graven Mensen dolen zoekend voort
Grijze wolken rusteloos kolken aan de blauwe hemelpoort
Rust in vrede wordt gebeden Niemand die de beden hoort
Enkel stilte Enkel kilte En een kind dat niemand stoort
CYCLUS
Begraven wordt vervlogen tijd in een herinneringskist Een kist die niet meer opengaat omdat men d' inhoud mist
Geboren wordt de toekomsttijd in een verwachtingswieg Een wieg waarin men dromen vindt Het heden is een kind
MELANCHOLIE
Zwarte raven Witte graven Mensen dolen zoekend voort
Grijze wolken razen, kolken voor een nauwehemelpoort
Rust in vrede wordt gebeden Niemand die gebeden hoort
Enkel stilte Enkel kilte En een kind dat niemand stoort
De grote wijzer draait zijn cirkels rond de kleine ... die is ook wijzer draait trager rond dan de grote die bij het kiezen de minuten belangrijker vond dan een uur van de kleine ...Wijzer? De grote ... zit nu elk uur te kniezen omdat de kleine.. vindt dat zestig minuten van de grote minder belangrijk zijn dan een uur van de kleine Wijzer? Persoonlijk vind ik de secondenwijzer nog wijzer dan de grote en kleine ... samen ... Wijzer?
Hoed
Met de hoed in de hand Komt men door het ganse land Maar met het hoedje op de kop Doet men geen verkoudheid op
Tuinman
Als de tuinman rozen snoeit Dan wil het wel eens lukken Dat een roos die achter hem bloeit Hem hindert bij het bukken
Regendruppels
Regendruppels drip drap drop
Vallen pletsend op mijn kop
Potverdorie wat is 't nat
Ik wou dat ik in 't zuiden zat
Weg
Alle wegen leiden naar Rome Geen enkele weg leidt dus naar jou Kan je niet naar Rome komen? Want ik ben echt weg van jou ...
Een uil met spitse oren zat boven op een tak Daar kon hem niemand storen Hij zat op zijn gemak Hij knipperde met d' ogen meteen met 't ander weer Hij was zeer opgetogen en pinkte nog een keer En toen, zo rond een uur of elve werden de muizen bang Toen dacht de uil lui bij zichzelve 't wordt tijd dat ik een uiltje vang ...
Poezemie
Poezemie, een grote kat die dronk het bier recht van het vat Zij was tevreden, 't smaakte goed en 't joeg de warmte in haar bloed Maar, ja, je weet, hoe gaat het dan? Al spoedig werd z' er dronken van Maar Poezemie die gaf niet op al kreeg ze reeds een zware kop Ze zoog en zwolg haar buikje vol en nog steeds klonk 't vat niet hol Ze tolde, bolde, maakte pret maar had niet op haar maag gelet Toen werd ze plots heel ongesteld Het bier had onze poes geveld Ze lag daar zielig op de grond en alles draaide haar in 't rond En toen ze bijkwam, heel veel later zat ze met een grote kater En, ja, voorwaar, geloof me maar Die kater drinkt nu bier met haar
Nachtmerrie
Ik heb een nachtmerrie gehad Mensenlief, wat was me dat Ik had ze beter niet gekregen Want, onder ons, gezegd-gezwegen: Ik zit verveeld met dat geval ... Ik heb geen wei en ook geen stal
Parkiet
Parkiet, parkiet Gij, deugeniet Een lustig lied dat kent ge niet
Parkiet, parkiet Zo kwettert gij De ganse dag Da's niks voor mij
Parkiet, parkiet En zwijgt ge niet Dan ruil ik u voor een kanariepiet ...
't Vlinderke
't Vlinderke fladderde flink voor mij uit Ik wou het eens pakken, ik, kleine schavuit Mijn pakgrage pollekes plukten er naar Maar 't dansende dierke kende 't gevaar Het fladderde flodderde sloeg op de vlucht En kartelde dartelde licht door de lucht Ik trippelde huppelde daar door de wei Het was in de mooie maand mei
Mol
Mol, mol Je maakt me horendol Ik heb maar pas een eigen tuintje en 't ligt er al met hopen vol Mijn grastapijttje, lief fortuintje Allemaal bulten, helemaal bol
Hou op met graven! Zie dat nu aan: Mijn ganse gazon is naar de maan
Wat?.... Wil je niet stoppen met je kuren? Verlaat dan mijn tuin en graaf bij de buren.
Spin
Ik ben een spin Ik spin en weef Ik weef en spin een web
Ik ben een spin Een spinneweef Ik ben, ik spin en weef
Ik weef een web Een web van kant Ik weef mezelf van kant
Van kant de spin Vacant het web Vacant het spinneweb van kant
Bij
Onder zzoete zzomerzzon zzind'rend zzonder zzorg zzag de bij die zzigzzag zzocht een bloem staan in de wei zziezzo zzoemt zzij een bloem voor mij en onder zzoete zzomerzzon zzind'rend zonder zorg zzoemde zzij zzo heen en weer en zzeeg toen zzachtjes neer
Mieren-hoop
Olifanten lanterfanten Stampen mierenhopen plat
Mieren lopen alle kanten hopen Olifanten plat!
Dus mieren lopen alle kanten en mieren hopen hopen op