Drie beschonken matrozen staan in een café tegen elkaar op te scheppen.
Matroos 1: "Ons schip is zo groot dat de kapitein met een auto rondrijdt om zijn bevelen te geven."
Matroos 2: "Dat is nog niets vergeleken met ons schip. Dat is zo groot dat de kapitein vanuit een vliegtuig zijn orders geeft."
Matroos 3: "Dat is nog niets, op ons schip staat een soepketel die zo groot is dat de kok er met een duikboot in moet rondvaren om te zien of de gehaktballetjes al gaar zijn."
|