De wulp is onopvallend gekleurd , maar door de grootte en de omlaag gebogen snavel toch een herkenbare soort . De roep van de wulp is een zeer luid koerlie , in de broedtijd is een zang te horen die bestaat uit een reeks , luide tonen die oplopen in snelheid en toonhoogte en worden gevolgd door een triller .
Karakteristieke vogel van agrarisch gebied . Een forse , metaalgroene en zwart-witte plevierachtige , met lange kuif en brede zwarte borstband , contrasterend met witte onderdeken . Kenmerkend zijn de brede vleugels en de relatief langzame , flappende vlucht . Staart wit met brede zwarte eindband ; onderstaartdekveren rossig-beige .
Omdat de geslachten er gelijk uitzien is het niet gemakkelijk uit te maken wat mannetjes of vrouwtjes zijn . Om dat goed vast te kunnen stellen moet men de vogel vangen en uitgebreid opmeten . Scholeksters leven vooral van schelpdieren en wormen . Zij die langs kusten foerageren , eten vooral mosselen en kokkels , maar ook wel pieren .
In Belgie bestaan er twee soorten BERENKLAUW , die oorspronkelijk uit de Kaukasisch gebergte komt , wordt 5 meter hoog en heeft tussen juli en september paraplugrote , witte bloemenscherm met een diameter tot 50 cm . de enorme bladeren zin behaard en de stengel is roodgevlekt . De gewone berenklauw heeft geen rode vlekken op de stengel en wordt slechts 2 meter hoog .