De fanatieke tuinman
Zoals elke week maai ik weer het lange gras Een werkje waarvan ik nooit begeesterd was Ik heb geen groententuin : ach mijn god ! Ik ken geen verschil tussen wortel en sjalot
Ik maai het gras omdat mijn vrouw dat zegt Het waarom daarvan heeft zij nooit uitgelegd Een gazon is onkruid dat steeds weer groeit Zoals gezegd, maaien heeft mij nooit geboeid
En dan de rozen en die hinderende planten Die hinderdingen staan ook aan alle kanten Ik rijd met de machine als een lenige akrobaat Bloemenschoonheid is iets dat mij helemaal ontgaat
Ik rijd maar naarstig verder, steeds over en weer Dat stomme maaien ondermijnt mij, meer en meer Vele jaren geleden dat deze dwaasheid ooit begon Ik hou niet van gras, eerder nog van groene beton
Na een paar lange uren is het werkje dan geklaard Zakken vol gras heb ik weeral eens vergaard Mijn vrouw roept dat ik de kanten nog moet doen Ik zet mij recht en gehoorzaam als een stomme oen
Je begrijpt dat ik geen fanatieke tuinman ben Dat ik van al wat groeit de beginselen niet ken Voor mij is een tuin een plaats rondom het huis En als ik een tuin heb, dan is dit per groot abuis
De kantjes zijn geknipt en alles is zoals het hoort Een kort moment heeft de tuin mij ooit bekoord Mijn vrouw merkte dat ik van de tuin kon genieten En als beloning mocht ik dan de bloemen gieten
Ik zit in een tuinstoel en val in diepe gedachten Wat je van een tuinman echt niet zou verwachten Mijn vrouw loopt rond van bloem naar plant Zij inspecteert elke door mij geknipte buitenkant
Mijn blik staat op oneindig, mijn verstand op nul Dat maaien en dat knippen,vind ik flauwe kul Mijn vrouw loopt glunderend heen en weer en keurt Het help niets, volgende week is het weer mijn beurt
|