De fuut vind ik één van de mooiste watervogels die wij geregeld op plassen en
meren kunnen waarnemen. Hier zijn een aantal foto's die ik tijdens mijn
natuurtochtjes van deze vogel heb kunnen vastleggen. Hier volgt ook nog een
beetje uitleg over deze toch wel bijzondere vogel.
De fuut is een typische watervogel van plassen en meren. Zijn donkere
oorpluimen geven hem een karakteristiek uiterlijk. Hij heeft een wit gezicht met
een roodbruine en zwarte kraag eromheen die opgericht staat bij het
baltsritueel. Zijn onderkant is wit, van boven is hij donker overgaand in
roestbruin. Tussen oog en snavel zit een zwarte streep. De poten hebben geen
zwemvliezen. De jongen zijn zwart-wit gestreept en vaak maken zij een ritje
achterop de rug van hun ouders.
Doordat de poten vrij ver naar achteren op het lichaam staan, kan de fuut
zich niet zo gemakkelijk lopend over het land voortbewegen. Nesten worden daarom
bij voorkeur dicht langs de waterkant gebouwd. Een zeer kenmerkende eigenschap
is de mogelijkheid om redelijk lange afstanden onder water zwemmend af te
leggen. Dit wordt gedaan om vis te eten, of om te vluchten bij gevaar.
Een fuut leeft van visjes (2-10 cm), welke onder water worden gevangen door
ze te achtervolgen. Dit gebeurt door onder water te duiken, en tot zo'n halve
minuut onder water te blijven. In zeer helder water wordt soms vanaf de
oppervlakte gejaagd. Dan kijkt de fuut met de kop onder water.
Futen staan bekend om hun baltsgedrag. Dan zwemmen ze naar elkaar toe, met de
hals gestrekt, en zwemmen tegen elkaar op, met de borst uit het water geheven.
In het voorjaar wordt langs de waterkant een stevig nest gebouwd, waar de eieren
in worden gelegd. Beide ouders broeden die om beurten uit, hoewel het nest soms
voor kortere tijd wordt verlaten. Dan worden de eieren met plantenresten
afgedekt, dit ter camouflage. I
De kuikens hebben zwart-wit gestreepte lichamen, waaraan de ouders ze kunnen
herkennen. Enkele dagen nadat ze uit het ei zijn gekomen kunnen de kuikens al
zwemmen. Toch zie je vaak dat de ouders de jongen op de rug meenemen, zelfs
tijdens het duiken. Op de rug zijn de kuikens beter beschermd tegen roofvissen
en reigers. Na ongeveer tien weken zijn de jongen zelfstandig.
Bron: Wikipedia
|