De regen loopt over je gezicht.
Het voelt zo koel en licht.
Niemand ziet de tranen in je ogen.
Zoveel is er tegen je gelogen.
De zee is ruw de wind waait.
Zo is het leven ook gedraait.
De storm is ruw over het water.
Toch gaat hij liggen even later.
Het word heel mooi en stil.
Gebroken is de storm zijn wil.
Er komt weer een beetje zon.
die je eerst niet meer zien kon.
Maar in je hart waait nog een storm.
Hij is te groot en te enorm.
Niet los te maken uit je geest.
Waar hij schade doet het meest.
Je blijft staren naar het water.
Het word nog immer later.
Dan komt de rust terug in je hart.
De zee geeft je een nieuwe start.
Altijd blijft het water daar
Als je wilt denken zomaar.
Je voelt de energie en kracht
Het is de zee zijn grote macht.
Alles kun je er aan kwijt .
Altijd heeft het voor je tijd.
CvdB