Een veldmuis vond in het beukenbos
Een veldmuis vond in het beukenbos een lege notedop, Hij poetste hem met vochtig mos en zand een beetje op. Hij maakte er twee wieltjes aan en zei mijn fiets is klaar, Nu rij ik van de heuvel af zonder het minst bezwaar.
Hij deed zo als hij had gezegd en ging bij lichte maan, Met fiets en al op 't topje van de hoge heuvel staan. Hij trok zijn beentjes op en hup, daar ging hij naar omlaag Het was voor een muis, in elk geval, toch al een helen waag.
Maar halverwege au.... daar zat zijn staartje tussen het wiel De notedop viel om en om, zodat de veldmuis viel Beneden sprong hij hinkend rond, en 't allergekste was De fiets bleef aan zijn staart bekneld, zo kwam de muis te pas.
|