Als je wilt leren tekenen is de eerste les: heel goed leren kijken. Logisch natuurlijk want als je niet op de juiste manier naar de dingen kijkt, kun je ze ook niet correct op papier zetten.
Tekenaars kijken dus veel intensiever naar de zaken om hen heen dan de meeste andere mensen. Dat wordt duidelijk bij het zien van deze wortelstronk van een vlierbesstruik. Die hadden ze uitgegraven in onze woongroeptuin van 1200 m2. Ik zag die op het tuinpad liggen, schudde het zand eruit en nam hem mee naar binnen. Daar legde ik het gevaarte op tafel met eerst een krant eronder, pakte een potlood 2B en een vel papier, keek 10 minuten lang intensief naar de wirwar van wortels en overlegde met mezelf hoe ik alles goed in het vlak moest krijgen (zodat je niet halverwege tot de slotsom komt dat een deel van je onderwerp er niet op kan om dat er geen ruimte meer voor is) en begon toen licht en luchtig te schetsen wat ik allemaal voor mij zag en dat was heel wat.
Naarmate de tekening vorderde kon ik de al geschetste lijnen wat zwaarder maken, ondertussen goed oplettend hoe de wortels door en langs elkaar liepen. De uiteinden van veel wortels waren plat omdat ze met de scherpe tuinschop waren afgestoken en bovenaan kon je nog een stuk van de gevorkte struik zien, die boven de grond was afgezaagd. Ik had er mijn handen vol aan maar al tekenend krijg je er steeds meer lol in als je het werkstuk ziet groeien.
Op de voorgrond kon ik nog een blaadje kwijt wat uit de stronk gevallen was en toen de tekening af was heb ik die met spray beschermd tegen uitvlakken.
Met wat fantasie kun je in het gewriemel van wortels en takken nog van alles ontdekken zoals de achterkant van een knaagdier met een lange staart maar toen ik het kon inlijsten, was ik een tevreden mens.
Jozef
|