Als jongeman ben ik drie jaar verplicht in militaire dienst geweest, waarvan de laatste twee jaren in Indië, dat nu Indonesië heet. Al heel gauw had dit land met zijn schitterende natuur en levensblije mensen die weinig bezitten maar altijd lachen, mijn hart gewonnen.
Maar we moesten daar - zoals dat officiëel heette - "orde en rust" brengen en dat bleek te betekenen dat we een guerilla-oorlog moesten voeren tegen de onder Soekarno ontstane nationalistische beweging en de in het kielzog daarvan meeliftende losse rampok-bendes.
De meesten van ons waren daarvoor niet in de wieg gelegd maar we leerden al snel om terug te schieten als er op ons geschoten werd, zo werkt dat in een oorlog en voor je het weet schik je je in die rol en doet wat er van hogerhand van je verwacht wordt.
We werden in kleinere groepen verdeeld en op afgelegen plaatsen op een buitenpost gezet
waar we iedere dag lange patrouilles liepen om "orde" te brengen want ik zat bij de infanterie. Je zag dan onderweg in het veld een tani (boer) met een patjol (een soort hak) het land bewerken maar als we die voorbij waren pakte hij een geweer en schoot op ons.
Je kon dus niemand vertrouwen en dat is heel lastig en vervelend. Soms gebeurde er een week lang niks en dan opeens werden we van alle kanten aangevallen en moesten we maar zien het vege lijf te redden. We hebben daar dus nare dingen meegemaakt en er zijn vele doden en gewonden gevallen. Maar mijn lust om te tekenen verloochende zich toen ook daar al niet en als ik de kans kreeg zat ik met een kroontjespen en oostindische inkt de dingen in mijn omgeving te tekenen, waarvan ik hier drie voorbeelden laat zien. De eerste brengt de slaapplaats in beeld van Jan Soldaat sadja met een Lee Enfield geweer in de vork van het inklapbaar bed en de verplichte klamboe (muggennet) aan het hoofdeinde, plus alle bijbehorende troep die je dagelijks nodig had. De andere twee tekeningen brengen een deel van de kampong Bekonang in beeld waar we toen gelegerd waren. Ik laat een volgende keer nog wat meer zien van deze Indische taferelen.
Jozef
|