Ik kijk naar dit publiek van zoveel niet meer jonge mensen; oudjes die naar mij kijken, ik die hen even kom vermaken; ik weet dat jullie naar mij luisteren allicht om dezelfde reden; ik voel de eenzaamheid en ik vraag mij af: is dit ook mijn toekomst? een kleine kamer in een groot gesticht; anderen die voor je zorgen, weten ik kan niet meer alleen; dagen die door anderen worden gepland. altijd weer vechten tegen vereenzaming. en hopen op bezoek van kind, kleinkind of familie, eigenlijk van om het even wie; zelfs van een oude knar als ik die met mijn creatief gewauwel voor even maar de sleur doorbreek en mijn eigen ontroering, gevoelens en frustraties, in woorden gegoten, voor jullie kom voordragen.
(Heldergem, 18 januari 2009)
|