Maria is verliefd op Jozef. Jozef is een timmerman. Maria werkte hard in hun huisje, terwijl Jozef aan het werk was. Plotseling werd het heel licht. Maria schrok. Het licht kwam van een engel. "Wees maar niet bang, Maria", zei de engel. "Ik ben een boodschapper van God en ik kom je iets fijns vertellen." Maria kon geen woord uitbrengen en luisterde naar de engel. "God heeft jou uitgekozen om de moeder te zijn van een heel bijzonder kind. Je zult voor hem zorgen, maar als hij groter wordt, zal hij er voor alle mensen in de wereld zijn. Hij zal zorgen voor liefde en vrede voor alle mensen." Als de engel weg is, laat Maria haar spullen liggen en gaat op zoek naar Jozef.
Toen het kindje van Maria bijna geboren moest worden, kwam er een boodschapper van de keizer van Rome. Hij zei dat iedereen naar de stad van zijn vader moest gaan. De keizer van Rome wilde namelijk tellen hoeveel Joden er in Israel woonden. Maria en Jozef moesten op reis naar Bethlehem, want daar woonden hun vaders. Toen ze daar na een lange en zware reis aankwamen, waren alle herbergen vol. Na lang zoeken vonden ze gelukkig een stal waar ze mochten blijven slapen. Hier, tussen de ezels en koeien, kreeg Maria het kindje Jezus. Ze wikkelde het in doeken en legde het in de kribbe, een voederbak voor dieren.
|
Herders |
Buiten was het al donker en koud. De herders waren buiten met hun schapen. Ze warmden hun handen bij een vuurtje. Plotseling werd het licht. De herders keken op en zagen een engel. Hij zei: "Schrik niet, herders. Ik kom jullie goed nieuws vertellen." De herders, die anders nooit zulke bijzondere dingen meemaken 's nachts, zijn verbaasd, maar ze luisteren. "Er is een kind geboren in Bethlehem, een bijzonder kind. Een kind dat vrede zal brengen in de wereld. Het is geboren in een stal. Een grote ster zal jullie de weg wijzen."
Ineens stonden er heel veel engelen. Het hele veld werd verlicht. De herders genoten zichtbaar. Zeker toen dat hele engelenkoor ook nog eens prachtig begon te zingen. "Gloria in excelsis Deo." Geweldig was het. Toen de engelen waren verdwenen, gingen de herders meteen op pad. Op weg naar Bethlehem, naar dat bijzondere Kind. En in dat stalletje in Bethlehem vonden ze inderdaad het kindje Jezus. Ze vertelden aan iedereen wat er was gebeurd. En de mensen waren heel blij, omdat ze nu wisten dat God hen toch niet in de steek had gelaten.
|
Wijzen uit het oosten |
Ook drie wijzen uit het oosten waren op zoek naar het kindje Jezus. Zij hadden gehoord dat Jezus als hij groot was koning van de Joden zou zijn. Zij vonden de stal in Bethlehen doordat er vlak boven deze stal een grote, schitterende ster aan de hemel stond. De drie wijzen gaven Jezus mooie cadeaus: goud, wierook en mirre.
Ondertussen had de slechte koning Herodes ook van het koningskind gehoord. Hij stuurde soldaten naar Bethlehem om het dood te maken. Gelukkig was Jozef 's nachts door een engel gewaarschuwd en kon hij op tijd naar Egypte vluchten met Maria en Jezus.
Pas toen de boze koning dood was, gingen ze weer terug naar Nazaret. Jezus groeide hier op en werd koning van de Joden.
(vrij naar: Jezus komt op aarde - Cantecleer Kinderbijbel, met aanvullingen van Hanneke)
|