Ik loop over straat, ik zie een warm thuis, het begint te sneeuwen, het is koud buiten. Een gloed die komt van kaarsen in een huis, ik zie dat allemaal, want ik kijk door de ruiten. Het wordt wit, de straat en de huizen bedekt, ik krijg een wellust, die mijn hart sneller doet gaan. Ik haast me, ik moet snel zijn, mijn trein vertrekt, het is Kerst-avond en ben nog ver van je vandaan.