In mei 1934 reisde Porsche af naar Berlijn voor een ontmoeting met Hitler. Tijdens deze ontmoeting sprak de kanselier over zijn droom de bouw van "volksauto's" te realiseren. De eerste taak was enkele prototypes te bouwen om zijn ideeën tastbaar te maken bij de projectleider, de Reichsverband der Deutsche Automobilindustrie (RDA). De eerste prototypes kregen de codeaanduiding V1 en V2, de letter V stond voor "versuch". De V1 was een kleine sedan met aluminium koetswerk op een houten frame. Het chassis kreeg een centrale ruggengraat waaraan de torsievering en achterin geplaatste motor werd bevestigd. De V2 was volgens soortelijk concept gebouwd, zij het dan dat het om een cabriolet ging met een primitief neerklapbaar dak. De RDA was tevreden over deze eerste wagens en gaf toestemming voor de bouw van een grotere serie prototypes, de V3. Dit model kreeg een geheel stalen vloer, maar week weinig van het initiële ontwerp af. Er werden drie V3's gebouwd en over gedragen aan de RDA voor een intensief test programma, gemiddeld werd er 500km per dag mee gereden. De betrouwbaarheid liet niets te wensen over. De RDA was onder de indruk en gaf opdracht voor de bouw van een nieuwe reeks prototypes, VW30 serie. Er werden dertig auto's gebouwd, nu gefinancierd door het Deutsche Arbeidsfront. Ook deze reeks werd blootgesteld aan intensieve proefritten onder de meest extreme omstandigheden, waarbij niet minder dan 1,3 miljoen km werd afgelegd. Na de testen bleek de V30 over het algemeen een groot succes te zijn. In februari 1938 deelde Hitler tijdens het Berlijnse autosalon mede dat het goed ging met zijn "volkswagen" (zoals die toen al in de volksmond werd genoemd) en dat de eerste exemplaren binnen korte tijd van de band zouden lopen. Met de door de VW30 opgedane ervaring bouwde Porsche nog eens drie prototypes, de VW303. Deze voldeden geheel aan de gestelde eisen, waarna besloten werd een reeks van 44 wagens te bouwen, deze kregen de code aanduiding VW38. Deze laatste prototypes waren de voorlopers van de "kever" zoals wij die nu kennen, met zijn afgerond koetswerk, "brilletje" en treeplanken, allemaal terug te vinden op de naoorlogse productiewagens. Tijdens de eerste steenlegging in mei 1938 van de nieuwe fabriek verraste Hitler iedereen door de nieuwe auto KdF-wagen (Kraft durch freude) te noemen, naar de KdF-beweging van de nazi-partij. Of dit voertuig nu officieel "kdF-wagen "of "volkswagen" heet voor miljoenen trotse eigenaren is het gewoon een "kever" een vriend waarop je kunt rekenen als je ergens heen moet.
|