In 1938 werd de prijs van een VW kever vastgelegd op 990 RM. Men kon onmiddellijk inschrijven op de kleine wonderauto, daarvoor was slechts één Reichsmark voor nodig. Men kreeg nu een origineel volkswagenspaarboekje. Het stond op naam van de aanvrager en was onder geen enkel beding overdraagbaar. Acceptatie van dit boekje stond gelijk aan een bestelorder. De spaarsommen werden op een DAF kantoor omgeruild voor zegels die in het boekje werden geplakt. Minimaal spaarbedrag was 5 RM per week. Volgeplakte spaarboekjes werden afgegeven bij de KdF en in ruil kreeg men een nieuw exemplaar. Het volgnummer was het enige bewijs van de voorafgaande stortingen. Na inlevering van het laatste boekje kreeg men een "eigenaars - certificaat". Eind '38 was de aankoopprijs gestegen tot 1190 RM. De staat had geen enkele verplichting aangegaan i.v.m de eindprijs. Het is duidelijk dat de "gewone" man in het Derde Rijk werd bedrogen. Na de inval in Polen (1939) werden er geen VW meer gebouwd. De productiebanden moesten overschakelen op militair materieel. Het spaarplan leverde het ronde bedrag op van 268 miljoen RM. De spaarders hebben zich in 1948 gegroepeerd tot een vereniging die hun rechten inzake de KdF-wagen bij de rechter zou behartigen. Na langdurige juridische schermutselingen besliste de rechtbank dat het de fabriek niet tot levering kon verplichten! Als "geste" besliste VW in 1960, de verhouding van de nieuwe munteenheid ten opzichte van de vooroorlogse was 1 tot 10, dat van de 336 668 spaarders er 83 000 ontvankelijk werden verklaard om of 100 DM contant als afkoopsom te aanvaarden, of 600 DM als aanbetaling op de inmiddels veel duurdere Volkswagen. Ruim 60 000 man deed dat. Of hoe men spaarde zonder ooit iets te krijgen!
|