Boeken zijn fotogeniek. Niet alleen verlenen ze aan mannen en vrouwen die voor een kastvol poseren de allure van onverbiddelijke wijsgeren, ook op zichzelf werken ze verleidelijk. Je zou je haast iemand kunnen voorstellen die alleen maar foto's en afbeeldingen van boeken spaart, zonder er maar één in het echt te bezitten. Ook reproducties van titelpagina's zijn buitengewoon lekker. Ik besef dat ik het bij sommige boeken voor eeuwig met die reproducties zal moeten doen (van Das Narrenschijf, 1494, tot Die Traumdeutung, 1900), maar tevreden ben ik daar niet mee. Bij mij wekken afbeeldingen van boeken onveranderlijk de hebzucht naar de boeken zelf op. Als ik niet het afgebeelde boek kan hebben, dan maar een ander. Zolang het maar een boek is. De hebzucht wordt, om eerlijk te zijn, op gang gebracht door álles waar boeken op staan of wat aan een boek doet denken. Boekenleggers, boekensteunen, boekenkasten, boekenmarkten niet te vergeten. Om zich te verzekeren van een voortdurende staat van opwinding mag de ware liefhebber zich graag omringen met boeksculpturen, met boekvormige meubels, boekvormige presse-papiers en boekvormige koffiekannen.
bien étonnée de se trouver ensemble;
deze tekst van Gerrit Komrij steekt ons weer een hart onder de riem
|