Lang geleden, in de brousse van Congo, werd Jean door een Belgische pater aangesproken. Jean, manneke, zegt een Belgische pater, gij zijt nog niet gedoopt. Morgenvroeg gaan wij twee naar de rivier, en dan ga ik u dopen. Dat is goed, meneer de pater. De volgende ochtend waden Jean en de pater tot aan hun schouders in de rivier. De pater schept wat water over Jean zijn hoofd en zegt: In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Proficiat, zegt de pater, vanaf vandaag zijt gij Evariste, en moogt gij op vrijdag geen vlees meer eten. Oké, geen probleem. De volgende vrijdag doet de pater zijn ronde in het dorp, komt voorbij de hut van Jean, die nu Evariste heet, en ziet tot zijn verbazing dat die daar in stilte een stukje gegrild varkensvlees zit te eten. Maar Evariste, zegt de pater, ik heb u toch gezegd dat bij geen vlees mocht eten op vrijdag? Jaja, zegt Evariste, maar luister. Voordat ik het gedood heb, heb ik dat schaap naar de rivier gebracht, wat water over zijn kop gegoten en gezegd: Schaap, vanaf maandag zijt gij geen varken meer, maar een kip. In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
20-12-2011 om 00:00
geschreven door rimpelrock
|